Geschiedenis

1984

Op 13 augustus 1894 wordt de "Titan", die is gebouwd in opdracht van de Reederij A.D. Zürmuhlen, tewater gelaten bij de Scheepswerf N.V. v/h Rijkee & Co. te Rotterdam.

29 september 1894 "Titan" (3485 Amst. 1894) eigenaar Amsterdam Tug & Salvage Compagny, Amsterdam.

Vanuit Rotterdam wordt de "Titan" naar Vlissingen versleept voor de inbouw van de stoomketel en de machine installatie bij Maatschappij de Schelde.

Op 3 oktober 1894 maakt de "Titan" haar officiële proefvaart en vertrekt daarna vanuit Vlissingen naar de Scheepswerf N.V. v/h Rijkee & Co. te Rotterdam.

7 oktober 1894 wordt de "Titan" door de Scheepswerf N.V. v/h Rijkee & Co. te Rotterdam overgedragen aan de Reederij A.D. Zürmuhlen.

8 Oktober 1894 arriveert de "Titan" in IJmuiden en gaat door naar Amsterdam waar ze wordt afgemeerd aan de De Ruyterkade.

Op 9 oktober is de "Titan" overdag toegankelijk voor genodigden die aan boord worden ontvangen.

De "Titan" vertrekt op 12 oktober 1894 vanuit Cuxhaven – Duitsland naar Barry – Engeland met de "Lowther Castle"(1886 – 1868 Brt.) op sleeptouw. Op 17 oktober arriveert de "Titan" met de "Lowther Castle" op sleeptouw in Barry – Engeland.

Op 23 oktober 1894 arriveert de "Titan" met de Noorse zeil tanker "Unionen"(1892 – 1.730 Brt.) op sleeptouw in de haven van Dieppe – Frankrijk.

Op 30 oktober 1894 vertrekt de "Titan" vanuit IJmuiden met de "Contesima"(geen gegevens) op sleeptouw richting van het Engels Kanaal. De bestemming van de "Contesima" is Philadelphia – Verenigde Staten.

De "Titan" arriveert op 1 november 1894 in de haven van Cowes – Engeland voor orders.

Op 4 november 1894 vertrekt de "Titan" vanuit IJmuiden naar Barry – Engeland met het zeilschip "Queen of Scots"(1877 – 1.444 Brt.) op sleeptouw. Waar de "Titan" op 11 november 1894 met het zeilschip "Queen of Scots" arriveert.

De "Titan" vertrekt op 18 november vanuit Hamburg – Duitsland met de Engelse bark "Wythop"(1892 – 1.352 Brt.) op sleeptouw naar Liverpool – Engeland waar het transport op 22 november 1894 arriveert.

Na aflevering van de "Wythop" in Liverpool – Engeland vertrekt de "Titan" naar Falmouth – Engeland.

Vanuit Falmouth – Engeland vertrekt de "Titan" op 26 november 1894 naar Elseneur – Frankrijk om daar de "G.T.Ray"(geen gegevens) vast te maken voor een sleepreis naar Nieuwediep.

2 december 1894 vertrekt de "Titan" met de "G.T.Ray" op sleeptouw vanuit Elseneur - Frankrijk naar Nieuwediep waar het transport op 5 december 1894 arriveert.

De "Titan" vertrekt op 12 december 1894 vanuit IJmuiden met de 4 mast bark "Milton Stuart"(1892 – 3.178 Brt.) op sleeptouw naar het Engels Kanaal. De "Milton Stuart" heeft New York – Verenigde Staten als bestemming.

Op 17 december 1894 arriveert de "Titan" in de haven van Penarth – Engeland.

Op 21 december 1894 arriveert de "Titan" in Swansea – Engeland met het vrachtschip "Santona"(1872 – 880 Brt.) op sleeptouw. De "Santona" was door de "Titan" op zee vastgemaakt nadat ze haar schroef had verloren.

Na aflevering van het vrachtschip "Santona" in Swansea – Engeland zet de "Titan" koers naar IJmuiden waar ze op 27 december 1894 arriveert.

1895

Vanuit Haarlem vertrok de "Titan" op 5 januari 1895 met de baggermolen "Kairouan" op sleeptouw naar Tunis – Tunesië.

Tijdens slecht weer ontstond er aan boord van de baggermolen "Kairouan" lekkage en als gevolg daarvan zonk de "Kairouan" op 14 januari 1895. De "Titan" slaagde er in alle runners te redden en zette koers naar Vigo – Spanje.

De "Titan" vertrok op 20 januari 1895 vanuit Vigo – Spanje naar Falmouth – Engeland.

In de haven van Falmouth – Engeland maakt de "Titan" de bark "Ledore"(geen gegevens) vast voor een sleepreis naar Hamburg – Duitsland.

27 januari 1895 vertrekt de "Titan" met de bark "Ledore" op sleeptouw vanuit Falmouth – Engeland naar Hamburg – Duitsland.

De "Titan" arriveert op 1 februari 1895 met de "Ledore" op sleeptouw in de haven van Nieuwediep.

Vanuit Nieuwediep vervolgt de "Titan" haar sleepreis met de bark "Ledore" naar Hamburg – Duitsland op 2 februari 1895. 4 februari 1895 arriveert het transport in de haven van Hamburg – Duitsland.

Met de nieuwbouw baggermolen "Sousse" op sleeptouw vertrekt de "Titan" op 7 maart 1895 vanuit Haarlem naar Tunis – Tunesië.

Wegens slecht weer wordt op 10 maart 1895 Falmouth – Engeland aangedaan om te schuilen voor slecht weer. Vanuit Falmouth – Engeland wordt op 12 maart 1895 de sleepreis naar Tunesië vervolgt.

Op 18 maart 1895 werd wegens slecht weer Lissabon – Portugal aangedaan, van waaruit op 22 maart 1895 de sleepreis naar Tunesië werd vervolgt.

Wederom wegens slecht weer werd op 26 maart 1895 de haven van Algiers – Marokko aangedaan, van waaruit de sleepreis op 27 maart 1895 kon worden vervolgt.

Eind maart 1895 werd de baggermolen "Sousse" door de "Titan" afgeleverd in de haven van Tunis – Tunesië.

Op 1 april 1895 zette de "Titan" vanuit de haven van Tunis – Tunesië koers naar de haven van Batoum om daar het Franse "St. Armenia" vast te maken voor een sleepreis naar Marseille – Frankrijk.

Op 25 april 1895 arriveert de "Titan" met de "St. Armenia"(geen gegevens) op sleeptouw in de haven van Marseille – Frankrijk.

Tijdens deze sleepreis vanuit Batoum naar Marseille – Frankrijk overlijd de stoker Arie Vlam aan boord van de "Titan".

Vanuit Marseille – Frankrijk zet de "Titan" op 4 mei 1895 weer koers naar IJmuiden.

8 mei 1895 wordt door de "Titan" Gibraltar aangelopen.

De "Titan" vertrekt op 13 mei 1895 vanuit de haven van Shields – Engeland naar Sunderland – Engeland.

Op 16 mei 1895 arriveert de "Titan" in de haven van Penarth – Engeland.

Vanuit Penarth – Engeland arriveert de "Titan" op 23 mei in de haven van Cowes – Engeland van waaruit de "Titan" nog dezelfde dag vertrok met de viermaster "Falls of Afton"(1882 – 1.973 Brt.) op sleeptouw naar Hull – Engeland.

Op 27 mei strandde de "Titan" met haar sleep de viermaster "Falls of Afton" ter hoogte van Beachy Head – Engeland, na ongeveer een uur kwamen de "Titan" en de "Falls of Afton" weer vlot waarop de "Titan" en de "Falls of Afton" op de rede voor anker gingen. En later de sleepreis naar Hull – Engeland vervolgden.

Op 1 juni 1895 vertrok de "Titan" vanuit Delfzijl met de "Alice M.Claridge"(geen gegevens) op sleeptouw naar Londen – Engeland. Waar het transport op 3 juni 1895 arriveerde.

De "Titan" vertrok op 10 juli 1895 vanuit Brevezier – Engeland met het zeilschip "Queen Elisabeth"(1889 – 1.784 Brt.) naar Maassluis. Waar het transport op 25 juli 1895 arriveert.

Op 10 augustus vertrekt de "Titan" vanuit IJmuiden naar zee, vermoedelijk met het 4 mast zeilschip "Bidston Hill"(1886 – 2.519 Brt.) op sleeptouw.

De "Titan" versleept het in aanbouw zijnde "Hr. Ms. Kortenaer" op 21 september 1895 vanuit de werf in Amsterdam naar Nieuwediep.

Op 7 oktober 1895 weet de "Titan" de Noorse schoener "Normann"(geen gegevens) IJmuiden binnen te slepen, die zware averij heeft opgelopen tijdens slecht weer.

Met de bark "Caithness-shire"(1894 – 1.641 Brt.) op sleeptouw vertrekt de "Titan" op 13 oktober 1895 vanuit Maassluis richting Engels Kanaal.

De "Titan" vertrekt met het zeilschip "Ballachulish"(1892 – 1.901 Brt.) of de viermaster "Pendragon Castle"(1891 – 2.510 Brt.) vanuit Hamburg – Duitsland naar Cardiff – Engeland, maar doet op 11 november 1895 Nieuwediep aan.

Op 15 november 1895 vervolgt de "Titan" de sleepreis naar Cardiff – Engeland vanuit Nieuwediep.

8 december 1895 vertrekt de "Titan" tijdens slecht weer vanuit IJmuiden om assistentie te bieden aan een Russisch schip wat in moeilijkheden verkeert. De assistentie van de "Titan" wordt echter geweigerd.

De vrachtschepen "Plover"(geen gegevens) en "American"(geen gegevens) waren tijdens de storm van 8 december 1895 vastgelopen in het Zuider-toeleidingskanaal van IJmuiden. Op 9 december 1895 brachten de "Titan" en de "Simson" de "Plover" en de "American" weer vlot.

Op de "Titan" wordt op 14 december 1895 beslag gelegd door de reder van het Duitse vrachtschip "General". Dit om de schade te verhalen die de "General" zou hebben opgelopen tijdens het binnen lopen van IJmuiden op 8 december 1895.

De rechtbank in Amsterdam deed op 24 december 1894 uitspraak in de zaak van kapitein Asthausen van het Duitse stoomschip "General", die de "Titan" van de Reederij A.D. Zürmuhlen, in beslag genomen had ter verzekering van een vordering tot schadevergoeding.
De rechtbank verklaarde dat deze inbeslagname onrechtmatig was opgelegd en hief het beslag op en veroordeelde het stoomschip "General" tot betaling van de kosten. De Reederij A.D. Zürmuhlen zal nu een vordering instellen tegen kapitein Asthausen van het Duitse stoomschip "General" tot vergoeding van de door het beslag veroorzaakte schade.

1896

11 januari 1896 arriveerde de "Titan" in Cuxhaven – Duitsland met de Duitse 5 mast Bark "Potosi"(1895 – 4.026 Brt.) op sleeptouw.

20 januari 1896 vertrekt de "Titan" vanuit Nieuwediep naar Duinkerken – Frankrijk om vandaar uit het Engelse schip "Brambek"(geen gegevens) naar Cardiff – Engeland te verslepen. Op 25 januari 1896 arriveerde het transport in Cardiff – Engeland.

De "Titan" vertrekt op 29 juli 1896 vanuit Amsterdam naar Bahia – Brazilië om vandaar uit het Italiaanse schip "Agordal"(1883 – 2.550 Brt.) naar Genua – Italië te verslepen. Op 30 september 1896 arriveerde de "Titan" met de "Agordal" op sleeptouw in Genua – Italië.

Op 27 november 1896 weet de "Titan" het Rijksvaartuig "Griet" vlot te brengen vanaf de Zuidwal bij Nieuwediep. De "Griet" was onderweg vanuit Amsterdam naar Nieuwediep met voeding voor de marine toen het op de Zuidwal strandde.

Zaterdag morgen 7 november 1896 strandde tijdens dichte mist het Noorse schip "Bjorne"(geen gegevens). Over de afloop ook helaas geen verdere informatie.

De "Titan" krijgt de opdracht om de Duitse bark "Smidt"(geen gegevens) die op 15 november 1896 de haven van Fayal – Azoren was binnen gebracht, zonder masten en verlaten door de bemanning, naar Hamburg – Duitsland te slepen.

7 december 1896 vertrekt de "Titan" met de "Smidt" op sleeptouw vanuit de haven van Fayal – Azoren.

1897

Met de Duitse bark "Smidt"(geen gegevens) op sleeptouw arriveerde de "Titan" op 5 januari 1987 in de haven van Hamburg – Duitsland.

Bij aankomst met de bark "Smidt"(geen gegevens) op 5 januari 1897 in Hamburg wordt de "Titan" aan de ketting gelegd om de schade te verhalen die de "Titan" zou hebben toegebracht aan de "Kahn"(geen gegevens) tijdens een aanvaring op januari 1896.

De "Titan" en de "Hercules" slagen er op 13 januari 1897 in het op 9 januari 1897 op de Noorderhaaks gestrande Engelse vrachtschip "John Bright"(1890 – 2.715 Brt.) weer vlot te brengen. De "John Bright" vervolgt daarna haar reis naar Bremen – Duitsland.

De Belgische stoom-bark "Belgica" strandde op 30 juni 1897 op de Noordergronden. De "Titan" en de "Titan" slepen de "Belgica" al snel weer vlot.

Het Engelse vrachtschip "Maritime"(1894 – 2.835 Brt.) strandde op 19 november 1897 tussen Camperduin en Egmond. Op 20 november 1897 slagen de "Titan" en de "Hercules" er in de "Maritime" vlot te brengen. Nadat de "Maritime" vlot is gebracht sleept de "Titan" de "Maritime" naar de haven van Bremen – Duitsland om te lossen.

1899

Op 17 januari 1899 maakt de "Titan" in het Westgat het Engelse vrachtschip "Treasury"(1896 – 2.956 Brt.) vast die op zee haar schroef had verloren.
De "Treasury" is door de "Titan" naar de Nieuwe Waterweg gesleept.

De Duitse bark "Hansa"(1883 – 814 Brt.), die tijdens een stranding averij heeft opgelopen, wordt door de "Titan" eind februari 1899 vanuit Weymouth – Engeland naar Bremen – Duitsland versleept.

Het Engelse vrachtschip "Start"(1889 – 2.419 Brt.) dat op 10 maart 1899 op de Razende Bol is gestrand wordt op 11 maart 1899 door de "Titan", "Hercules" en de "IJmuiden" vlot gebracht en naar Nieuwediep versleept.

In het Engels Kanaal maakt de "Titan" op 16 april 1899 het Engelse vrachtschip "Bona" vast ie in de problemen was gekomen na het breken van de schroefas.
Op 19 april 1899 wordt de "Bona" door de "Titan" de haven van Newport – Engeland binnen gesleept.

Op 6 mei 1899 vertrekt de "Titan" vanuit Cuxhaven – Duitsland naar Cardiff – Engeland met het Engelse zeilschip "Machrihanish"(1883 – 1.758 Brt.) op sleeptouw.

De "Titan" brengt op 25 mei 1899 het Engelse vrachtschip "Thursby"(1876 – 497 Brt.), met machineschade, de haven van Gravesend – Engeland binnen.

De tweede helft van juni 1899 versleept de "Titan" het Franse passagiersschip "Les Alpes"(1883 – 4.164 Brt.) vanuit Alexandrië – Egypte naar Marseille waar het transport op 3 juli 1899 arriveert.

29 oktober 1899 wordt het ter hoogte van Nieuwediep gestrande vrachtschip "Restormel"(1882 – 2.020 Brt.) vlot gebracht door de "Cyclop", "Hercules", "Titan" en "IJmuiden"

17 november 1899 wordt het Nederlandse vrachtschip "Juno" de haven van Cadix – Spanje binnen gesleept met een gebroken schroefas. De "Titan" krijgt de opdracht op de "Juno" vanuit Cadix – Spanje naar Amsterdam te verslepen voor herstel. Op 7 december 1899 arriveert de "Titan" met de "Juno" op sleeptouw in IJmuiden.

1900

22 februari 1900 vertrekt de "Titan" met het pantserdek schip "Hr. Ms. ?" op sleeptouw vanuit Vlissingen naar Nieuwediep.

Op 23 februari 1900 arriveert de "Titan" met het pantserdek schip "Hr. Ms. ?" op sleeptouw in de haven van Nieuwediep.

De "Titan" arriveert op 28 februari 1900 vanuit Nieuwediep op de Nieuwe Waterweg. Nog dezelfde dag vertrekt de "Titan" vanuit de Nieuwe Waterweg met het pantserdek schip "Hr. Ms. Gelderland" op sleeptouw naar Nieuwediep waar het transport op 1 maart 1900 arriveert.

In de tweede helft van maart vertrekt de "Titan" vanuit de haven van Penzance – Engeland naar Delfzijl met de schoener "Hoogezand"(geen gegevens) op sleeptouw.

1 april 1900 arriveert de "Titan" met de schoener "Hoogezand" in de haven van Delfzijl.

De "Titan" neemt op 28 augustus 1900 deel aan de redding van de bemanning van het bij Callandsoog gestrande stoomschip "European"(geen gegevens)

Op 28 en 29 oktober 1900 is de "Titan" bij IJmuiden ingezet om de loodsdienst te vervangen omdat de loodskotters wegens slecht weer binnen blijven.

Het Engelse vrachtschip "Dallington"(1900 – 2.534 Brt.) strandde op 2 november 1900 op de Eierlandse gronden. Nog dezelfde dag slaagde de "Titan" er in om de "Dallinton" weer vlot te brengen. De stuurman van de "Titan" stapte vervolgens aan boord van de "Dallinton" om als 'loods' de "Dallington" naar Emden – Duitsland te begeleiden.

Wegens slecht weer verricht de "Titan" op 4 november 1900 de loodsdienst in IJmuiden.

De "Titan" vertrekt op 17 december 1900 de "Oldenburg"(geen gegevens) vanuit de haven van Nieuwediep naar Amsterdam waar de "Titan" de "Oldenburg" nog dezelfde dag aflevert.

Op 18 december 1900 strand de "Laura"(geen gegevens) ter hoogte van Camperduin.
De "Cyclop", "Titan" en de "Simson" weten de "Laura" op 19 december 1900 weer vlot te slepen.

De "Titan" arriveert op 29 december met een Russisch bergingsvaartuig op sleeptouw vanaf de Noordzee op de rede van Nieuwediep. Het bergingsvaartuig kampte met machineschade.

1901

Op 3 januari 1901 strand het Zweedse schip "Irene"(geen gegevens) geladen met erts, tussen Egmond aan Zee en Wijk aan Zee. De "Cyclop", "Simson" en de "Titan" worden ingezet om de "Irene" weer vlot te brengen. Op 4 januari 1901 is de "Irene" weer vlot gebracht.

Op 31 januari 1901 wordt het vuurschip "Haaks" door de "Titan" weer naar haar juiste positie gesleept.

Vanuit Ponte Delgado – Kaapverdische Eilanden vertrekt de "Titan" op 16 april 1901 naar Greenock – Engeland met het 4 mast bark schip "Comet"(1901 – 3.019 Brt.) op sleeptouw.
De "Titan" levert haar sleep het 4 mast bark schip "Comet" eind april af in de haven van Greenock – Engeland.

Vanuit Tunis – Marokko vertrekt de "Titan" op 6 juli 1901 naar Barry – Engeland met het vrachtschip "Phillis Angel"(1894 – 2.461 Brt.) op sleeptouw.
De "Titan" levert de "Phillis Angel" op 21 juli 1901 af in de haven van Barry – Engeland.

De "Titan" strandde op 5 september 1901 bij het binnenlopen van de haven van Nieuwediep op Fort Harsens. Op 6 september 1901 lukt het de "Titan" om op eigen kracht weer vlot te komen.

Het Engelse vrachtschip "Forest Brook"(1895 – 2.689 Brt.) strand op 25 september 1901 op de Noordergronden ter hoogte van Nieuwediep. De "Cyclop", "Hercules", "Titan" en de "Simson" slagen er op 26 september 1901 in om de "Forest Brook" weer vlot te brengen.

Het Engelse vrachtschip "Domingo de Larrinaga"(1899 – 4.076 Brt.) strandde op 20 november 1901 op de Noorderhaaks. De "Titan", "Hercules", "Cyclop" en de "Neptunes" weten de "Domingo de Larrinaga" op 26 november 1901 weer vlot te brengen en slepen de "Domingo de Larrinaga" op 28 november 1901 binnen in de haven van Nieuwediep.

Op 13 mei 1903 wordt door een rechtbank in Duitsland een bergingsloon van 300.000,00 Duitse mark toegekend voor deze berging.

1902

Het Duitse vrachtschip "Offenbach"(1900 – 4.336 Brt.) strand op 16 januari 1902 ter hoogte van Noordwijk. De "Cyclop", "Simson", "Titan", "Hercules" en de "Assistent" worden ingezet bij de berging van de "Offenbach" en slagen er in de "Offenbach" op 22 januari 1902 weer vlot te brengen.

Vanuit Nieuwediep vertrekt de "Titan" op 17 maart 1902 naar Madera – Azoren om daar een schip met averij op te halen met bestemming Lissabon – Portugal.

Op 24 maart 1902 vertrekt de "Titan" vanuit de haven van Funchal – Madera – Azoren met het vrachtschip "Constance"(1895 – 2.019 Brt.) op sleeptouw naar Lissabon – Portugal. Waar de "Titan" met haar sleep op 28 maart 1902 arriveert.

De kanonneerboot "Hr. Ms. Bulgia" strandde op 3 juni 1902 op de binnenrug van Kaap en het Molengat. De "Titan" weet "Hr. Ms. Bulgia" al vrij snel weer vlot te slepen.

In de tweede helft van juli 1902 versleept de "Titan" het 5 mast zeilschip "Preussen"(1902 – 5.081 Brt.), op haar maiden voyage, van uit Bremerhaven – Duitsland naar het Engels Kanaal.

Het vrachtschip "Irisbrook"(geen gegevens) strand op 15 november 1902 ter hoogte van Terschelling. De "Neptunes" en de "Titan" slagen er in om de "Irisbrook" op 16 november weer vlot te brengen

Op 3 december 1902 loopt het Engelse vrachtschip "Eastcheap"(1900 – 2.020 Brt.), bij het verlaten van de haven van Nieuwediep, uit haar roer en komt in aanvaring met het wachtschip van de Koninklijke marine. De "Titan" en de "IJmuiden" slepen de "Eastcheap" weer naar de vaargeul waarop de "Eastcheap" haar reis kan vervolgen.

1903

De "Titan" arriveert op 22 maart 1903 vanuit Duinkerken – Frankrijk met de "Tromp"(geen gegevens) op sleeptouw in IJmuiden.

Op 29 juli 1903 arriveert de pantserdek kruiser "Hr. Ms. Friesland" vanuit Nieuwediep op de Nieuwe Waterweg begeleid door de "Titan".

Op 5 september 1903 vertrekt de "Titan" vanuit Nieuwediep naar Philadelphia – Verenigde Staten.

Vanuit Philadelphia – Verenigde Staten vertrekt de "Titan" met het Italiaanse 4 mast Bark "Erasmo"(1903 – 2.224 Brt.) op sleeptouw naar Genua – Italië.
De "Erasmo" had averij, 2 masten overboord, en moest voor herstel naar Genua – Italië.

Op 11 oktober 1903 werd voor herstel van de opgelopen schade tijdens een orkaan Horta op de Azoren aan gelopen. De "Erasmo" had tijdens deze orkaan ook de fokkenmast verloren.

27 oktober 1903 leverde de "Titan" de "Erasmo" af in de haven van Genua – Italië.

Tijdens de terugreis naar Nederland slaagt de "Titan" er op 4 november 1903 in om de nabij Gibraltar gestrande Engelse vrachtschip "Dalegarth"(1889 – 2.206 Brt.) samen met de Engelse sleepboot "Medas" vlot te brengen. Op 19 januari 1904 wordt aan de "Titan" een bergingsloon van £ 1000,00 toegekend en aan de "Medas" £ 500,00.

Op 12 november 1903 arriveerde de "Titan" weer in de haven van Nieuwediep.

Op 19 december 1903 slaagt de "Titan" er in het ter hoogte van Petten gestrande vrachtschip "Neutral"(geen gegevens) vlot te brengen.

De "Titan" en de "Hercules" slagen er op 21 december 1903 in het op de Zuidergronden gestrande Engelse vrachtschip "Marie Rose"(1901 – 3.126 Brt.) weer vlot te slepen. De "Marie Rose" vervolgde daarna haar reis naar Bremerhaven – Duitsland.

December 1903 sleept de "Titan", vanaf de Noordzee, de Noorse bark "Blanca"(1875 – 1.591 Brt.) met averij de haven van Nieuwediep binnen.

1904

Het vrachtschip "Gotland"(1990 – 2.222 Brt.) strandde op 19 januari 1904 ter hoogte van Noordwijk. De "Titan" en de "Simson" zijn ter assistentie uitgevaren.

Vanuit Las Palmas – Canarische eilanden vertrekt de "Titan" op 5 maart 1904 met het Italiaanse vrachtschip "Rio Amazonas"(geen gegevens) op sleeptouw naar Genua – Italië. Op 15 maart 1904 levert de "Titan" de "Rio Amazonas" af in de haven van Genua – Italië.

Op de terug reis naar Nederland maakt de "Titan" in Gibraltar het vrachtschip "Vulcan"(geen gegevens) vast voor een sleepreis naar Maassluis.
De "Titan" vertrekt op 22 maart 1904 vanuit Gibraltar met de "Vulcan" op sleeptouw en arriveert op 2 april in Maassluis met de "Vulcan" op sleeptouw.

Op 20 mei 1904 vertrekt de "Titan" met het zeilschip "Verajean"(1891 – 1.946 Brt.) op sleeptouw vanuit Falmouth – Engeland naar Antwerpen – België. Waar de "Titan" op 23 mei de "Verajean" aflevert.

Vanuit Hellevoetsluis vertrekt de "Titan" op 15 december 1904 met het pantserschip "Hr. Ms. Schorpioen" op sleeptouw naar Nieuwediep waar het transport op 16 december 1904 arriveert.

1905

De "Titan" versleept op 6 februari 1905 het pantserschip "Hr. Ms. Stier" vanuit Amsterdam naar Nieuwediep.

Op 14 april arriveert de "Titan" in de haven van Duinkerken – Frankrijk.

Met het 4 mast zeilschip "Colony"(1896 – 1.750 Brt.) op sleeptouw vertrekt de "Titan" op 15 april 1905 vanuit Duinkerken – Frankrijk naar Port Talbot – Engeland.

Het pantserschip "Hr. Ms. Evertsen" wordt door de "Titan" en de "Cyclop" versleept vanuit Amsterdam naar Nieuwediep op 25 augustus 1905.

Vanuit Nieuwediep versleept op 20 december de "Titan" de onderzeese torpedoboot "Luctor et Emergo" naar IJmuiden.
Vanuit IJmuiden vertrekt de "Titan" op 22 december 1905 met de onderzeese torpedoboot "Luctor et Emergo" op sleeptouw naar Vlissingen.

Het Engelse vrachtschip "Glenaen"(1904 – 3.227 Brt.) die 4 december 1905 was gestrand bij paal 44 ter hoogte van Katwijk. Is door de "Cyclop", "Titan", "Hercules", "Simson" en de "Assistent" op 6 december 1905 weer vlot gebracht.

Op 8 december 1905 slagen de "Cyclop", "Titan" en de "Simson" er in om het op 7 december 1905 nabij IJmuiden gestrande vrachtschip "Savona"(geen gegevens) vlot te brengen en naar Schiedam te slepen.

1906

De "Cyclop" en de "Titan" verslepen op 2 maart 1906 het pantserdekschip "HM. Noord Brabant" vanuit Nieuwediep naar Vlissingen.

De Duitse bark "Helios"(1991 – 1.307 Brt.) strandde op 14 februari 1906 bij de Koog op Texel. De "Titan", "Hercules" en de "Neptunes" slaagden er in de "Helios" weer vlot te brengen en naar de rede van Nieuwediep te slepen voor onderzoek van de schade.

Op 21 februari 1906 versleept de "Titan" de "Helios" vanaf de rede van Nieuwediep naar Amsterdam voor herstel van de opgelopen schade.

Het pantserdekschip "Hr. Ms. Gelderland" wordt op 3 maart 1906 door de "Titan" vanuit Nieuwediep naar Rotterdam versleept, aankomst in Rotterdam op 4 maart 1906.

19 maart 1906 vertrekt de "Titan" met het pantserdekschip "Utrecht" op sleeptouw vanuit Nieuwediep naar Amsterdam.

15 mei 1906 strand het Russische vrachtschip "Consul Thorsoe"(1890 – 1.905 Brt.) op de Haaksgronden. Nog dezelfde dag weten de "Cyclop", "Hercules" en de "Titan" de "Consul Thorsoe" weer vlot te brengen.

De "Titan" wordt ingezet als begeleiding tijdens onderwaterproeven met de onderzeese torpedoboot "Luctor et Emergo" op de rede van Texel op 14 juli 1906. – Komt in dienst bij de Koninklijke Marine als de "O. 1" -

Op 19 juli arriveert de "Titan" met onderzeese torpedoboot "Luctor et Emergo" op sleeptouw in Nieuwediep. De onderzeese torpedoboot "Luctor et Emergo" heeft een defect aan de stoommachine.

Het Engelse passagiers/vrachtschip "Athenic"(1902 – 12.234 Brt.) strand op 27 september 1906 ter hoogte van de Engelse Hoek – Vlieland en wordt weer vlot gebracht door de "Cyclop" en de sleepboot "Titan".

Het Engelse vrachtschip "Georgian"(1872 – 1.124 Brt.) dat op 24 september 1906 door de "Cyclop" en de "IJmuiden" was vlot gebracht van het strand ter hoogte van Vlieland nabij de Noordvaarder wordt door de "Titan" versleept vanaf de rede van Terschelling naar Nieuwediep op 26 september 1906.

Op 3 oktober 1906 vertrekt de "Titan" vanuit Nieuwediep met de "Georgian" op sleeptouw naar Amsterdam waar de "Titan" met de "Georgian" op sleeptouw op 4 oktober 1906 arriveert.

Op 22 november 1906 strandde de "Gratia"(geen gegevens) op de buitengronden. Nadat een deel van de deklading overboord was gezet slaagden de "Titan", "Neptunes" en de "IJmuiden" er in de "Gratia" vlot te brengen.

Het Zweedse vrachtschip "Koster"(1904 – 481 Brt.), onderweg vanuit Newcastle – Engeland naar Amsterdam, strand op 26 november 1906 nabij Camperduin. De "Cyclop", "Hercules" en de "Titan" zijn aanwezig bij de strandingsplaats. De "Koster" slaagt er echter in om op eigen kracht weer vlot te komen.

Het Zweedse vrachtschip "Malmland"(1904 – 3.779 Brt.) strandde op 19 december op Terschelling maar kon nog dezelfde dag worden vlot gebracht door de "Titan" en de "Neptunes".

1907

De "Titan" vertrekt op 21 januari 1907 vanuit Nieuwediep naar de positie van de kanonneerboten "Hadda", "Njord", "Gier" en het rijkswerk vaartuig "Zwaluw" ter hoogte van Wieringen, om te proberen de schepen te bevrijden uit het ijs waarin ze vast zijn komen te zitten.

Op 26 januari arriveren de kannoneerboten "Hadda", "Njord", "Gier" en het rijkswerk vaartuig "Zwaluw" waarvan de "Njord", die schroefschade heeft, wordt gesleept door de "Titan" in de haven van Nieuwediep.

De "Titan" en de "Stad Franeker III" ondernemen op 29 januari 1907, vanuit Nieuwediep, een poging om vissersscheepjes die verrast zijn door het ijs te bevrijden. Pas op 30 januari 1907 slagen de "Titan" en de "Stad Franeker III" er in om 11 vissersscheepjes te bevrijden en Nieuwediep binnen te brengen.

De Duitse bark "Plus" strandde op 26 februari 1907 op de Pannekoek. De "Titan" en de "Cyclop" proberen om de "Plus" vlot te slepen.
Nadat een deel van de lading van de "Plus" is gelost slagen de "Titan" en de "Cyclop" er in deze vlot te slepen en de haven van Nieuwediep binnen te brengen.

10 maart 1907 strandde in het gat van Tessel ter hoogte van de Noorderhaaks een vermoedelijk Engels schip. De "Titan" vertrok vanuit Nieuwediep om assistentie te bieden maar het schip bleek reeds geheel wrak te zijn geslagen en was vergaan.

De "Titan" neemt op 21 juni 1907 in IJmuiden de loodsdienst, vanwege het slechte weer, over van de loodsboot.

Vanuit Cardiff – Engeland versleept de "Titan" de 4 mast bark "Samaritan" naar Hamburg – Duitsland waar het transport op 8 augustus 1907 arriveert.

Het vrachtschip "Perseveranza"(1901 – 3.512 Brt.) dat was gestrand is op 20 november 1907 vlot gebracht door de "Cyclop", "Atlas", "Hercules", "Titan" en de "Terschelling" en de haven van Nieuwediep binnen gesleept.

De "Titan" en de "Atlas" slagen er op 24 oktober 1907 in de op 23 oktober 1907 gestrande Noorse vrachtschip "Cygnus"(1906 – 1.164 Brt.) vlot te brengen van de Eierlandse gronden

1908

Helaas is er weinig te plaatsen over 1908 er zijn teveel sleepboten met de naam "Titan" om met zekerheid te kunnen zeggen of een bericht over deze "Titan" gaat.

Op 21 januari 1908 strand het Engelse vrachtschip "Bencliff"(1894 – 2.210 Brt.) op de Zuiderhaaks. De "Titan", "Atlas", "Hercules" en de "Neptunes" van de rederij Doeksen slaagden er in de "Bencliff" de volgende dag weer vlot te brengen waarna de "Bencliff" voor onderzoek naar schade in het Westgat nabij Nieuwediep voor anker gaat.

Vanuit Nieuwediep versleept de "Titan" op 26 januari 1908 het pantserschip "Hr. Ms. Schorpioen" naar een werf in Rotterdam.

Op 27 maart 1908 wordt met en vanaf de "Titan" een onderzoek ingesteld naar de positie van de nabij Nieuwediep op 3 december 1907 gezonken Zweedse vrachtschip "Ninian Paton"(1903 – 1.152 Brt.).

De "Titan" arriveert op 16 april 1908 in IJmuiden met averij als gevolg van een aanvaring met een stoomschip. De voormast is gebroken en er is verder nog averij aan de verschansing/romp.

Op 17 juli 1908 strandde de botter "MA 99", onderweg vanuit de haven naar zee, op de Noordpier. De "Titan" weet de "MA 99" vlot te brengen waarna de "Assistent" de "MA 99" aflevert in de vissershaven.

De "Titan" maakt op de Noordzee "Hr. Ms. Zeehond" vast die kampt met machineschade (gebroken zuigerstang) en sleept "Hr. Ms. Zeehond" naar Nieuwediep.

!2 oktober 1908 strand de logger "KW 42" Eierlandse gronden en slaat lek. De "Titan" slaagt er in de bemanning van de "KW 42" te redden en af te leveren in de haven van Nieuwediep.

1909

Helaas is er weinig te plaatsen over 1909 er zijn teveel sleepboten met de naam "Titan" om met zekerheid te kunnen zeggen of een bericht over deze "Titan" gaat.

14 augustus 1909 worden 2 opvarenden van de "Titan" gearresteerd verdacht van het ontvreemden van koperen machinedelen vanuit de machinekamer van de "Titan".

De "Titan" neemt ter hoogte van IJmuiden het Russische schip "Amur"(geen gegevens) over van het Duitse vrachtschip "Antares"(1891 – 3.701 Brt.) die de "Amur" ter hoogte van de Haaks had vastgemaakt wegens machineschade.
De "Titan" brengt de "Amur" binnen in de haven van IJmuiden.

Door de trawler "IJM. 53 Brederode" wordt op zaterdag 4 december om 11.00 uur op de Noordzee het Spaanse vrachtschip "Valmaseda"(1892 – 2.420 Brt.) op gepikt met een tekort aan kolen. 's middags om 15.00 uur breekt de sleeptros en wordt de "Valmaseda" ten anker gebracht en vertrekt de "IJM. 53 Brederode" naar IJmuiden voor assistentie.
Zondag morgen 5 december 1909 ligt de "Valmaseda" niet meer op haar plaats en blijkt dat ze gestrand is op de Haaksgronden. De "Titan" en de "Hercules" worden ingezet om de "Valmaseda" weer vlot te brengen. Tijdens deze werkzaamheden komt de "IJM. 53 Brederode" nog in aanvaring met de "Titan" en loopt daarbij averij op. Zondag 5 december wordt de "Valmaseda" vlot gebracht en naar de haven van Nieuwediep gesleept.


Tijdens een poging op 7 december 1909 om het bij Terschelling gestrande Russische vrachtschip "Lucy" brak aan boord van de "Titan" een bolder waardoor een stoker gewond raakte en de kok Willem Hendrik Faas omkwam. Na het ongeval zette de "Titan" meteen koers naar Nieuwediep. Op 11 december 1909 is de "Lucy" uiteindelijk vlot gebracht en naar Nieuwediep gesleept.

1910

Helaas is er weinig te plaatsen over 1910 er zijn teveel sleepboten met de naam "Titan" om met zekerheid te kunnen zeggen of een bericht over deze "Titan" gaat.

De Duitse 3 mast schoener "Heroen"(geen gegevens) strand op 7 januari 1910 ter hoogte van paal 32. De "Heroen" wordt in de nacht van 7 op 9 januari 1910 door de "Titan", "Hercules", "Visploeg" en de "Visschershaven" vlot gebracht en in IJmuiden afgeleverd.

Op 25 februari 1910 strandde de Duitse 4 mast bark "Hans"(geen gegevens) op de Engelsche hoek en maakt als gevolg daarvan water. De "Titan", "Texel", "Neptunes" en "Hercules" staan vast op de "Hans".
Op 27 februari 1910 slagen de sleepboten er in de "Hans" vlot te brengen en de haven van Nieuwediep in te slepen.

De "Titan" vertrekt op 8 juli 1910 met de "Antoinette"(geen gegevens) op sleeptouw vanuit Vlissingen naar New Castle – Engeland.

1911

Helaas is niet veel te plaatsen over 1911 er zijn teveel sleepboten met de naam "Titan" om met zekerheid te kunnen zeggen of een bericht over deze "Titan" gaat.

Op 13 januari 1911 breekt de sleepverbinding tussen de lichter "Presse" en de sleepboot "Jason", de "Presse" gaat voor anker in de Noordergronden ter hoogte van Ameland. De "Titan" vertrekt vanuit Nieuwediep naar de positie van de "Presse" en de "Jason". De assistentie van de "Titan" wordt echter afgewezen en na verloop van tijd slaagt de "Jason" er in om de "Presse" weer vast te maken.

18 maart 1911 wordt de "Titan", die ten anker ligt in de haven van Terschelling, aangevaren door de tjalk "Vrouw Hendrikje". De "Titan" loopt schade op aan het berghout en aan de verschansing.

Met het 4 mast zeilschip "Pacifique"(1893 – 2.278 Brt.) vertrekt de "Titan" vanuit Shields – Engeland op 22 april 1911 richting van het Engels Kanaal.

Vanuit de haven van Nieuwediep vertrekt de "Titan" op 6 oktober 1911 met de "Johann"(geen gegevens) op sleeptouw naar Southampton – Engeland.

Met de Franse 4 mast bark "Antonin"(1902 – 3.071 Brt.) op sleeptouw vertrekt de "Titan" op 30 november 1911 vanuit Shields – Engeland naar het Engels Kanaal.

Met de "Uton"(geen gegevens) op sleeptouw arriveert de "Titan" op 17 december 1911 vanuit Brugge – België in de haven van Shields – Engeland.

De "Titan" vertrekt op 25 december 1911 met de Franse 4 mast bark "Asie"(1897 – 2.968 Brt.) op sleeptouw vanuit de haven van Shields – Engeland naar het Engels Kanaal.

1912

Helaas is er weinig te plaatsen over 1912 er zijn teveel sleepboten met de naam "Titan" om met zekerheid te kunnen zeggen of een bericht over deze "Titan" gaat.

Op 3 januari 1912 slaagt de "Titan" er in om de op de nabij Terschelling op de Westergronden gestrande Engelse 3 master "Talus"(1891 – 2.090 Brt.) vlot te brengen en naar Emden – Duitsland te verslepen.

De "Titan" vertrekt op 18 februari 1912 vanuit Cuxhaven – Duitsland naar Port Talbot – Engeland met het vrachtschip "Woglinde"(1905 – 4.060 Brt.) op sleeptouw. Het transport arriveerde op 26 februari 1912 in Port Talbot – Engeland.

Op 18 juni 1912 ontstaat er een ernstig lek in de voorste stoomketel van de "Titan". De "Titan" bevind zich op dat moment in het Engels Kanaal en zet voor reparatie koers naar Falmouth – Engeland.

De "Titan" vertrekt op 20 juli 1912 vanuit Brugge – België, met het Franse schip "Rhone"(geen gegevens), naar Port Talbot – Engeland waar de "Titan" met de "Rhone" op sleeptouw op 24 juli 1912 arriveert.

Vanuit Brugge – België vertrekt de "Titan" naar Port Talbot – Engeland met de Franse 4 mast bark "Montmorency"(1896 – 3.011 Brt.) op sleeptouw.
Op 6 augustus 1912 arriveerde de "Titan" met de Montmorency" in de haven van Port Talbot – Engeland.

Op 2 september 1912 arriveerde de "Titan" vanuit Zeebrugge – België in de haven van Port Talbot – Engeland met de Franse 4 mast bark "Asie"(1897 – 2.968 Brt.) op sleeptouw.

Tijdens slecht weer strandde het Nederlandse vrachtschip "Elve"(1904 – 1.087 Brt.) op 10 september 1912 op het kleine strand tussen de Zuidpier en de Zuiderstrekdam in IJmuiden. De "Cyclop" en de "Achilles" slagen er in om de "Elve" na korte tijd weer vlot te brengen. Maar korte tijd nadat de "Elve" haar reis vervolgde strandde ze weer op het kleine strand tussen de Zuidpier en de Zuiderstrekdam in IJmuiden, maar lag nu hoog op het strand. De "Cyclop", "Achilles" en de "Titan" worden ingezet om de "Elve" weer vlot te brengen. Midden september staakte de Reederij A.D. Zurmühlen haar pogingen om de "Elve" vlot te brengen. Na een openbare inschrijving werd de berging van de "Elve" gegund aan de Nieuwe Bergings Mij. Uit Maassluis.
De op 28 september 1912 op de Noorderhaaks gestrande schoener "Elisabeth"(geen gegevens) wordt door de "Titan" vlot gebracht en in de haven van Nieuwediep afgeleverd.

1913

De "Titan" arriveert op 21 januari 1913 in de haven van Shields – Engeland met de "Enrope"(geen gegevens) op sleeptouw vanuit Zeebrugge – België.

Op 27 januari 1913 is de "Titan" weer terug in IJmuiden.

Vanuit Shields – Engeland vertrekt de "Titan" op 30 januari 1913 met de 4 master "Dunkerque"(1897 – 3.338 Brt.) op sleeptouw naar het Engels Kanaal.

De "Titan" vertrekt op 11 februari 1913 vanuit Ventnor – Engeland naar Duinkerken – Frankrijk.

Vanuit Duinkerken – Frankrijk vertrekt de "Titan" met de "Cap Horn"(geen gegevens) op sleeptouw naar Port Talbot – Engeland waar het transport op 23 februari 1913 arriveert.

Het Engelse stoomschip "Glaucus"(geen gegevens) is op 18 maart 1913 ter hoogte van IJmuiden vermoedelijk op een wrak gevaren en kwam daardoor vast te zitten. Op basis van 'No Cure No Pay' is de "Glaucus" op 20 maart 1913 door de "Cyclop", "Titan", "Atlas" en de "Achilles" weer vlot gebracht en naar IJmuiden versleept.

Op 9 april 1913 vertrekt de "Titan" vanuit Zeebrugge – België naar Shields – Engeland met de 4 master "Jacquline"(1897 – 3.034 Brt.) op sleeptouw.

Op 14 april 1913 arriveert de "Titan" bij scheepswerf de Schelde in Vlissingen voor nieuwe stoomketels.

Vanuit Nieuwediep vertrekken de "Titan" en de "Atlas" op 26 juni 1913 met het dok "Soerabaja" op sleeptouw naar Soerabaja – Nederlands Indië.
– Dit dok was door de splinternieuwe "Holland" van Bureau Wijsmuller vanuit Amsterdam via de Zuiderzee (IJsselmeer) naar Nieuwediep versleept-

5 augustus 1913 arriveerde het transport op de rede van Port Said – Egypte.
En op 10 augustus 1913 vervolgden de "Titan" en de "Atlas" de sleepreis naar Soerabaja – Nederlands Indië vanuit Suez – Egypte.

De "Titan" en de "Atlas" arriveerden op 21 november 1913 met het "Soerabaja"
droogdok op sleeptouw op de rede van Soerabaja – Nederlands Indië.

Na aflevering van het droogdok werd door de "Titan" en de "Atlas" weer koers gezet naar Europa.

1914

Helaas is er weinig te met zekerheid te plaatsen over 1914 er zijn teveel sleepboten met de naam "Titan" om met zekerheid te kunnen zeggen of een bericht over deze "Titan" gaat.

OP 5 januari 1914 passeerden de "Titan" en de "Atlas" het Suez Kanaal – Egypte op de thuisreis naar Nieuwediep vanuit Soerabaja – Nederlands Indië.

De "Titan" en de "Atlas" arriveren op 30 januari 1914 vanuit Soerabaja – Nederlands Indië in de haven van Nieuwediep.

Het vrachtschip "Clio" wordt op 6 februari 1914 door de "Titan" vanuit Maassluis versleept naar Amsterdam voor reparaties.

De "Titan" vertrekt op 21 april 1914 vanuit de haven van Nieuwediep naar Sandefjord – Noorwegen.

Vanuit de haven van Sandefjord – Noorwegen vertrekt de "Titan" met een Noors zeilschip naar het Engels Kanaal.

Op 3 mei 1914 arriveert de "Titan" weer in de haven van Nieuwediep.

De "Titan" vertrekt op 14 juli 1914 vanuit de haven van Nieuwediep naar Duinkerken – Frankrijk.

1915

Helaas is er weinig te plaatsen over 1915 er zijn teveel sleepboten met de naam "Titan" om met zekerheid te kunnen zeggen of een bericht over deze "Titan" gaat.

De trawler "IJM 130 Eendracht" strandde op 15 februari 1915 op de Noorderhaaks gronden. De "Titan" slaagt er in de "IJM 130 Eendracht" vlot te brengen en naar de haven van Nieuwediep te slepen.

12 oktober 1915 vertrekt de "Titan" vanuit Maassluis naar het wrak van de op 21 september 1915 op een mijn gelopen "Koningin Emma".

Op 18 oktober vertrekt de "Titan" vanuit Maassluis met de lichter "Buffel" naar het wrak van de "Koningin Emma".

Vanuit de haven van Terschelling versleept de "Titan" de geïnterneerde Duitse onderzeeër "C 8" naar de haven van Nieuwediep.

De "Titan" versleept vanuit de Nieuwe Waterweg de naar Zweden verkochte sleepboot "Atlas" naar Gothenburg – Zweden.

1916

De "Titan" wordt in oktober 1916 in IJmuiden verbouwd tot vissersvaartuig. Op 29 oktober 1916 ligt de verbouwde "Titan" in IJmuiden met het visserij teken "IJM 200". 

1917

Op 20 januari 1917 vertrekt de tot stoomtrawler omgebouwde "Titan" vanuit Nieuwediep naar zee om deel te nemen aan de visserij.

De "Titan" wordt op 14 maart 1917 voor langere tijd verhuurd aan de Nederlandse regering en weer gereedgemaakt voor de sleepvaart.

16 mei 1917 Doorhaling visserijregister.

Het Duitse vrachtschip "Turin"(1911 – 1.756 Brt.) komt op 17 juni 1917 in een mijnenveld loopt op een mijn. De "Turin" loopt hierbij zware averij op. De "Cyclop", "Terschelling", "Assistent" en de "Neptunes" halen de "Turin" veilig uit het mijnenveld en slepen de "Turin" naar IJmuiden. Wegen de te grote diepgang, als gevolg van de schade, wordt besloten de "Turin" door de "Cyclop" en de "Titan" naar de Nieuwe Waterweg te laten slepen waar het transport op 18 juni 1917 arriveert.

Tijdens assistentie op 18 juni 1917 aan het op de Nieuwe Waterweg gestrande vrachtschip "Turin" krijgt de "Titan" de ketting van een boei in de schroef en gaat voor anker op de Nieuwe Waterweg.

Op 15 juli 1917 strandde tussen Zandvoort en IJmuiden het Duitse vrachtschip "Magdalena Blumenthal"(1890 – 1.549 Brt.). De "Titan" en de "Cyclop" werden ingezet om het vrachtschip weer vlot te brengen.

De "Titan", "Cyclop" en de "Assistent" slaagden er in om de "Magdalena Blumenthal" op 20 juli 1917 vlot te brengen waarop deze op eigen kracht IJmuiden binnen liep.

De "Titan" brengt op 22 juli 1917 de Duitse "Norderney"(geen gegevens) binnen in Nieuwediep nadat deze was getorpedeerd op de Noorderhaaks gronden ter hoogte van de Molengeul.

Het Duitse vrachtschip "Renata Leonhardt"(1893 – 1.381 Brt.) strandde op 23 augustus 1917 op de Noorderhaaks ter hoogte van Texel. Nog dezelfde dag slaagden de "Titan", "Cyclop" en de "Assistent" er in om de "Renata Leonhardt" vlot te brengen. Waarna de "Renata Leonhardt" haar reis kon vervolgen, echter op 6 mijl uit de kust van Texel werd de "Renata Leonhardt" getroffen door een torpedo en zonk in de territoriale wateren.

1918

Geen gegevens bekend.

1919

Op 20 januari 1919 werd bekend gemaakt dat de "Titan" was verkocht door A.D. Zurmühlen aan de Internationale Sleep(boot)dienst Maatschappij -ISM- in Rotterdam die de "Titan" onder de naam "Hudson" in de vaart nam.

De "Hudson" ex "Titan" vertrekt op 20 maart 1919 vanuit Maassluis naar Terschelling.

De "Hudson" ex "Titan" vertrekt op 13 juni 1919 vanuit Maassluis naar Nieuwediep.

Het Amerikaanse vrachtschip "Python"(1919 – 2.153 Brt.) strandde op 19 juni 1919 op het Bornrif. De "Hudson" en de "Assistent" slagen er in om de "Python" weer vlot te brengen.

De "Drente" werd op 20 juni 1919 door Bureau Wijsmuller overgenomen van de Internationale sleepdienst die de "Titan" had gekocht van de geliquideerde firma A.D. Zurmühlen en die haar in de vaart had gebracht als "Hudson".

Vanuit Delfzijl arriveert de "Drente" op 22 september 1919 in de haven van Nieuwediep.

11 november 1919 werd bekend dat het Nederlandse stoomschip "Zaan"(1918 – 1403 Brt.) op 9 november 1919 ongeveer 25 mijl Oost-Noord-Oost van het lichtschip  "Terschelling" op een mijn was gelopen.

De "Zaan" was 8 november 1919 vanuit Rotterdam vertrokken met bestemming Helsingfors – Finland. Op 25 mijl Oost-Noord-Oost van het lichtschip "Terschelling" liep de "Zaan" met het voorschip op een mijn en korte tijd later raakte het een tweede mijn. De bemanning verliet het schip, maar door het slechte weer sloeg de reddingsboot om. 22 man, 20 bemanningsleden en 2 passagiers kwamen om. 4 bemanningsleden die nog aan boord waren wisten zich met een sloep in veiligheid te brengen en hebben 36 uur op zee rondgedreven voor dat ze werden gered door het Zweedse bergingsvaartuig "Hermes"(geen gegevens) op 25 mijl Noord-Noord-Oost van het lichtschip "Haaks". Pas nadat de geredden werden afgezet in Den Helder werd er iets bekend over het vergaan van de "Zaan".
De "Hector" en de "Drente" werden gecharterd om te gaan zoeken naar overlevenden. De "Hector" en de "Drente" voeren in de vroege morgen van 12 november uit. 14 november 1919 keerde de "Drente" onverrichte zake terug in de haven van Nieuwediep. De "Hector" ging door met zoeken en was op 17 november 1919 nog steeds aan het zoeken.

Ter hoogte van Ameland liep op 6 december 1919 het vrachtschip "Liberty Glo"(1919 – 4.979 Brt.) op een zeemijn. De "Drente" zette vanuit Nieuwediep koers naar de positie van de "Liberty Glo", maar de "Liberty Glo" zou in tweeën zijn gebroken en niet meer te bergen waarop de "Drente" weer terugkeerde naar Nieuwediep.

Op de Haaksgronden is een Duitse sleepboot slepende met een lichter geladen met hout op 13 december 1919 gestrand. De Drente is vertrokken vanuit Nieuwediep voor assistentie.

De Duitse sleepboot "Chercheur" die slepende was met de aak "Ulk", geladen met houten spoorweg dwarsliggers, strandde zaterdag 13 december 1919 op de Noorderhaaks gronden. De door de "Drente" aangeboden assistentie werd geweigerd en op zondag 14 december slaagde de "Chercheur" er in om met haar sleep op eigenkracht vlot te komen.

Zaterdagnacht 20 december 1919 strandde de stoomtrawler "IJM.44" op de Noorderhaaks. Vanuit het station Nieuwediep vertrok de "Drente" naar de strandingsplaats. De "IJM. 44" kwam echter zonder sleepboot hulp vlot.

1920

Zondag 4 januari 1920 strand de Zweedse 3 mast motor-schoener "Magnhild"(1898 – 1.141 Brt.) op de Zuidwal bij Nieuwediep.

De "Magnhild", die met een lading hout onderweg was van Härnösand - Zweden naar Gravelines – Frankrijk en was te Nieuwediep binnen gekomen als bijlegger.

Tijdens het ankeren verdaagde de "Magnhild" op de Zuidwal.

De kapitein verzocht om assistentie waarop de "Assistent" naar de strandings plaats vertrok.

De "Assistent" slaagde er echter niet in de "Magnhild" vlot te brengen waarop de "Drente" ook uitvoer naar de positie van de "Magnhild".

Bij de 2½ vaam grens ging de "Drente" voor anker en werd met behulp van vletterlieden de tros overgebracht naar de "Magnhild", daar de "Drente" niet dichterbij kon komen.

Nadat de "Drente" vaststond lukt het met vereende krachten de "Magnhild" vlot te brengen waarna de "Assistent" de "Magnhild" de haven binnen bracht. Terwijl de "Drente" weer haar sleeptros aan boord haalde.

Zondagnacht 12 januari 1920 verzocht het Stoomschip "Utrecht"(1909 – 1.214 Brt.) om hulp de "Utrecht" had een gebroken roerkoning en bevond zich ten noorden van het lichtschip Haaks. Hierop is de "Drente" uitgevaren. In de loop van de maandagmorgen heeft de "Drente" vastgemaakt en versleepte de "Utrecht" naar Den Helder. Deze berging leverde Wijsmuller 20.000,-- gulden bergingsloon op.

De "Drente" en de "Hector" verslepen op 19 februari 1920 vanuit Nieuwediep het pantserdekschip "Hr. Ms. Holland" naar Hendrik Ido Ambacht. Waar de "Holland" gesloopt zal worden.

De "Drente" versleept op 3 maart 1920 de motor-schoener "Johanna"(1918 – 338 Brt.), die op 21 december 1919 door de "Assistent" was vlotgebracht, vanuit Texel naar Nieuwediep voor opname in het Marinedok.

Vanuit Rotterdam versleept de "Drente" een zuiger en een bak naar Belfast - Ierland.

Vanuit Belfast - Ierland, versleept de "Drente" de sleepboot "Simson"(geen gegevens bekend) naar Rotterdam.

Vrijdagavond 28 mei 1920 is het Belgische vrachtschip "Nipponier"(1917 – 2.045 Brt.) gestrand bij paal 19 te Den Helder. De "Drente" en de "Assistent" brachten het schip 's nachts om l uur weer vlot. De "Nipponier" was geladen met 3000 ton steenkool onderweg vanuit Baltimore – Verenigde Staten naar Malmö – Zweden.

30 Mei 1920 verdaagde een Zweedse driemaster/motorschoener "Magnhild"(geen gegevens) op de Zuidwal bij Den Helder. De "Magnhild" was met een lading hout onderweg vanuit Hernosand – Zweden naar Gravlines – Frankrijk en was binnengekomen als bijlegger. Bij het ankeren verdaagde de "Magnhild" op de Zuidwal. De "Assistent" bood haar hulp aan en probeerde de "Magnhild" los te trekken. Toen dit niet lukte kwam ook de "Drente" assistentie verlenen, met opkomend tij kwam de "Magnhild" los en werd Den Helder binnengebracht.

De "Drente" vertrekt op 24 augustus 1920 vanuit Vlissingen naar Helevoetsluis met een torpedoboot op sleeptouw.

Op 30 augustus 1920 vertrekt de "Drente" vanuit de Nieuwe Waterweg naar Belfast – Ierland met een Pers-zuiger en een bak op sleeptouw.

1921

18 Januari 1921 zette de "Drente" tijdens een zware storm vanuit Nieuwediep koers naar het in nood verkerende Amerikaanse vrachtschip "Defiance"(1918 – 7.611 Brt.) die was getroffen door een turbine explosie op de positie 53.46 Noorder breedte en 4.59 Oosterlengte. De "Defiance" ligt op deze positie voor twee ankers met gebroken turbines en maakt enig water. De "Drente", onder commando van kapitein Kuiper, wist de "Defiance" vast te maken op basis van 'No Cure No Pay' en arriveerde op 19 januari 1921 op de rede van de Elbe – Duitsland met bestemming Hamburg – Duitsland.

Bij het naderen van de Elbe – Duitsland werd de zee zo woest dat de sleepboot uit zelf behoud olie moest storten. Dotten poetskatoen werden in de olie gedrenkt en vervolgens in de wc's gepropt. Een zware breker kwam over de brug van de "Drente" waardoor de deur van de kaartenhut vernield werd en kapitein Kuiper tot aan zijn borst in het water kwam te staan. ***Bron J. Haver ***

Na het afleveren van het Stoomschip "Defiance" vertrok de "Drente" weer richting Den Helder. Tijdens deze terugreis trof de "Drente" op de Noordzee het lichtschip "Doggersbank" aan, dat van haar ankers was geslagen tijdens dezelfde storm waardoor het Stoomschip "Defiance" in nood kwam te verkeren. De "Drente" maakte het lichtschip vast en bracht het op 23 januari 1921 Den Helder binnen.

De "Drente" sleept op 12 februari 1921 het lichtschip "Doggersbank Zuid" vanuit Nieuwediep weer naar haar vaste ligplaats op de Noordzee. De "Doggersbank Zuid" was tijdens de storm van 18 en 19 januari 1921 van haar ankers geslagen en door de "Zeeland" vastgemaakt en naar Nieuwediep gesleept.

Op 21 april 1921 werd Dhr. S. Kuiper benoemd tot assistent-telegrafist aan boord van de "Drente", door de Telegraaf-Mij Radio-Holland.

Op 21 juli 1921 vertrok de "Drente" vanuit Den Helder naar Rotterdam voor reparaties.

19 December 1921 strandde het Duitse Stoomschip "Alesia"(1896 – 5.060 Brt.) voor Texel, pas op 6 juni 1924 werd de "Alesia" vlotgebracht door de "Drente" samen met o.a. de "Cyclop".

1922

Woensdagmiddag 17 augustus 1922 strandde in de Noorderhaaksgronden het, Duitsche motorjacht "Vineta" door gebrek aan benzine. De "Drente" vertrok vanuit Nieuwediep ter assistentie maar kon wegens de lage waterstand niet vastmaken op de "Vineta".  Met assistentie van enige vletterlui is de "Vineta"  nog de zelfde avond met hoog water weer vlot gekomen.

26 Augustus 1922 voer de "Drente" uit voor assistentie aan het Italiaanse Stoomschip "Africana"(1898 – 3125 Brt.), dat 55 mijl westelijk van Den Helder in nood verkeerde door, vermoedelijk, een gebroken schroefas. De "Drente" heeft de "Africana" samen met de "Hector" naar Rotterdam gesleept waar ze op 28 augustus 1922 arriveerden. Het bergingsloon bedroeg 3.850,-- gulden.

De "Drente" vertrekt op 2 september 1922 vanuit Rotterdam naar Plymouth - Engeland om daar een stoomschip vast te maken.

Te Plymouth - Engeland maakt de "Drente" het stoomschip "Hans Hemsoth"(geen gevens) vast voor een sleepreis naar Reval (tegenwoordig Talin Estland) en vertrekt op 5 september 1922 naar Reval.

10 september 1922 passeert de "Drente" met op sleeptouw het stoomschip "Hans Hemsoth" Brunsbuttel - Duitsland.

Op 18 september 1922 arriveert de "Drente" met het stoomschip "Hans Hemsoth" op sleeptouw in de haven van Reval.

Vanuit Oostende vertrekt de "Drente" op 1 oktober 1922 met het Duitse 4 mast zeilschip "Seefahrer"(1888 – 1.922 Brt.) op sleeptouw naar Hamburg – Duitsland.

In de tweede helft van oktober 1922 vertrekken de "Drente" en de "Zeeland" met het Engelse zeilschip "Bellands"(1891 – 3.145 Brt.) op sleeptouw vanuit Belfast – Noord Ierland naar Sundsvall – Zweden.

Op 20 oktober 1922 arriveerden de "Drente" en de "Zeeland" met het Engelse zeilschip "Belland" op sleeptouw te Sundsvall - Zweden.

11 November 1922 strandde op de Eierlandse gronden het Stoomschip "Christel Salling"(1905 – 1.305 Brt.) dat geladen met hout onderweg was vanuit Wiborg – Denemarken naar Amsterdam. Op 12 november werd getracht de "Christel Salling" vlot te brengen na de deklast hout in zee te hebben geworpen. Deze poging mislukte. Op 14 november werd de "Christal Salling" door de "Drente", "Cyclop", "Texel" en de "Stortemelk" vlot gebracht nadat er door de "Volharding" een geul was gemaakt. Op 15 November 1922 arriveerde de "Christal Salling" in IJmuiden zonder deklast en met enige lekkages. De opbrengst van de berging bedroeg 43.000,-- gulden, de verdeling is niet bekend.

1923

Bij de Noorderhaaks strandde op 15 februari 1923 de Noorse treiler "Utvear" die geladen met haring onderweg was naar Antwerpen.
De "Drente" en "Junior" hebben de treiler weer vlot gesleept.

Het met stukgoed geladen motorschip "Rhea"(1922 – 1.386 Brt.) van de K.N.S.M. strandde vrijdag 16 februari 1923 nabij Zandvoort.
De sleepboten "Drente", "Titan", "Simson", "Hector" en "Zeeland" hebben op 16 februari 1923 geprobeerd om de "Rhea" vlot te brengen. Op 17 februari 1923 lukte het de "Rhea" vlot te brengen.

Het bergingsloon voor het vlot brengen van de "Rhea" bedroeg 51.000,-- gulden.

Dinsdag 20 februari 1923 strandde in het Molengat de logger "Katwijk 16". De "Junior" voer uit ter assistentie, later gevolgd door de "Drente". De "Katwijk 16" is dezelfde avond vlot gebracht en binnengesleept in de haven van Den Helder.

Het Italiaanse vrachtschip "Koefia"(1903 – 3.543 Brt.) strandde op 31 augustus 1923 op de Eierlandsegronden en werd door de bemanning verlaten. De "Drente" en de "Volharding" slaagden er op 3 september 1923 in de "Koefia" vlot te brengen en naar IJmuiden te slepen.

De "Drente" is betrokken bij de berging van het op 29 september 1923 op de Eierlandse Gronden gestrande Noorse vrachtschip "Bro"(1901 – 779 Brt.). Op 1 oktober 1923 weten de "Drente", "Cyclop", "Volharding", "Texel" en "Bornrif" de "Bro" vlot te brengen en naar de haven van Nieuwediep te verslepen.

OP 18 oktober 1923 plaatst de "Drente" een boei op de ligplaats van het lichtschip "Terschellingerbank" en sleept vervolgens de "Terschellingerbank" naar IJmuiden.

Op 16 november 1923 strandde achter Eierland de Duitse zeelichter "Willem" geladen met plaatijzer. Aan boord van de "Willem" bevonden zich 5 bemanningsleden, die werden gered door de reddingsboot van de Krim. Deze redding liep bijna fataal af want de bemanningsleden van de "Willem" waren nauwelijks aan boord van de reddingsboot toen deze omsloeg. Met hulp van kijkers op het strand slaagde men er toch in iedereen veilig op het strand te krijgen.

De in de nacht van 15 op 16 november 1923 op de kust van Texel gestrande lichter "Willem", is op 8 december 1923 door de "Drente", "Neptunes" en de "Noordvaarder" van Doeksen en de Fa. Dros (uit Texel) vlot gebracht en in zinkende toestand naar Nieuwediep gesleept.

Het Griekse Stoomschip "Elpidoforos"(1890 – 2.336 Brt.) die geladen met kolen onderweg was vanuit Cardiff, Engeland, naar Hamburg, Duitsland, strandde op 27 november 1923 op de Eierlandsche gronden, de "Cyclop", "Drente" en de "Hector" van Bureau Wijsmuller en de "Texel" en "Volharding" van Doeksen wisten de "Elpidoforos" 1 december 1923 weer vlot te brengen. En naar Nieuwediep te slepen.

Op 3 december 1923 strandde het Noorse vrachtschip "Ulven"(1901 – 626 Brt.) op de Eierlandsche gronden. De "Ulven" was geladen met zout onderweg van Sebutal - Portugal naar Stockholm – Zweden.

In de vroege ochtend van 4 december 1923 is de "Ulven" vlot gesleept door de "Drente", "assistent" en "Cyclop" van Bureau Wijsmuller en de "Texel" en "Volharding" van Doeksen. De "Ulven" is voor herstelwerkzaamheden de haven van Nieuwediep binnen gesleept.

Op 19 december 1923 strandde op Texel nabij paal 14 het Franse passagiers-vrachtschip "Alesia"(1886 – 7.712 Brt.) de "Drente" is uit gevaren om assistentie aan te beiden.

1924

Op 6 juni 1924 lukt het, na veel voorbereidend werk, om het op 19 december 1921 gestrande Stoomschip "Alesia" vlot te brengen. De sleepboten "Nestor","Drente", "Cyclop" en "Assistent" van Wijsmuller en de sleepboten "Texel" en "Volharding" van Dros-Doeksen waren hierbij ingezet.
 
12 Juni 1924 vertrekt de "Drente" met het Stoomschip "Alesia" vanuit Den Helder naar Bremen. Waar de "Drente" de "Alesia" op 15 oktober 1924 afgeleverd.

De "Drente" vertrok op 23 juli 1924 vanuit Den Helder naar Hamburg en maakte daar het Stoomschip "Otavi"(1904 – 5.173 Brt.) van de Hamburg-Amerika-Lijn vast, dat was verkocht voor de sloop naar de Fa. Frans Rijsdijk te Hendrik Ido Ambacht.

Op 5 september 1924 arriveert de "Drente" vanuit Nieuwediep op de Nieuwe Waterweg met het pantserdekschip "Hr. Ms. Zeeland" op sleeptouw. "Hr. Ms. Zeeland" is voor de sloop verkocht aan de Fa. Frans Rijsdijk te Hendrik Ido Ambacht.

Op 7 september 1924 arriveren de "Drente" en de "Nestor" vanuit Nieuwediep op de Nieuwe Waterweg met het pantserdekschip "Hr. Ms. De Ruyter" op sleeptouw. "Hr. Ms. De Ruyter" is voor de sloop verkocht aan de Fa. Frans Rijsdijk te Hendrik Ido Ambacht.

Eind oktober 1924 versleept de "Drente" het pantserschip "Hr. Ms. Hertog Hendrik" vanuit Amsterdam naar de marinehaven Willemsoord in Den Helder.

Op 17 december 1924 strandde in de Zuiderhaaksgronden het Engelse vrachtschip "Promus"(1918 – 4.816 Brt.). De "Drente" en de "Assistent" vertrokken direct naar de strandingsplaats en wisten vast te maken. Een eerste poging om de "Promus" vlot te brengen slaagde niet.

De "Cyclop" vertrok op 17 december 1924 met de lichter "Albatros" op sleeptouw naar de strandingsplaats van de "Promus" en ook de "Nestor" zette vanuit IJmuiden koers naar de "Promus".

Donderdag 18 december 1924 hadden de "Drente", de "Nestor", de "Cyclop", de "Assistent", de "Jacob van Heemskerk", de "Brabant" en de "Limburg" verbinding met de "Promus" om deze vlot te slepen maar deze poging mislukte. Op 23 december 1924 lukte het om de "Promus" vlot te brengen. Vlak bij Den Helder liep de "Promus" weer aan de grond, maar op 25 december 1924 lukte het om de "Promus" de haven van Den Helder binnen te slepen. Het bergingsloon voor de "Promus" bedroeg 144.000,-- gulden.

1925

Op verzoek van het Engelse Stoomschip "Skipsea"(1922 – 5.108 Brt.), dat door gebrek aan kolen hulp verlangde, vertrok de "Drente" op zaterdag 3 januari 1925 vanuit Den Helder naar zee. Onderweg kreeg men bericht dat de Stoomschip "Skipsea" een contract had afgesloten met een maatschappij uit Hull – Engeland. De "Drente" keerde daarop terug naar Den Helder.

In de avond van 25 februari 1925 verdaagde, doordat de motor was uitgevallen, een tjalk aan lagerwal nabij Oude Schild. De "Drente" wist het scheepje uit Wieringen, wat geladen was met mosselen, op 26 februari Den Helder binnen te slepen.

Het hospitaal-kerkschip "De Hoop" is op 25 maart 1925 op de Zuidwal achter fort Harssens aan de grond gelopen. Assistentie van sleepboten werd eerst geweigerd daar men dacht met hoogwater vlot te kunnen komen. Later is de "De Hoop" toch door de "Drente" vlot getrokken.

Zondag 24 mei 1925 arriveerde de Deense sleepboot "Pluto" op de rede van Den Helder met twee lichters op sleeptouw. De "Pluto" was met drie lichters vertrokken vanuit Kopenhagen – Denemarken naar Vlissingen maar achter de Zuiderhaaks verloor de "Pluto" de lichter "Cata". De "Drente" vertrok vanuit Den Helder om de "Cata" op te sporen. Om drie uur 's nachts kwam de "Drente" binnen met de "Cata" op sleeptouw.

Een Fokker watervliegtuig, geland in het Schulpengat op 2 juli 1925, was niet meer in staat om weer op te stijgen. De "Drente" bracht het vliegtuig binnen in Den Helder. Het bergingingsloon bedroeg 950,-- gulden.

Bij het Departement van Marine hebben enige scheepvaartmaatschappijen verzocht, een onderzoek in te stellen naar de aanwezigheid van enige wrakken, welke door de Engelsche berichten aan zeevarenden waren gerapporteerd bij het lichtschip "Noord-Hinder", doch waarvan de ligging niet met zekerheid was op te geven. Bedoelde wrakken zouden moeilijkheden opleveren bij de navigatie voor het aanlopen van het lichtschip.
Maandag 14 september 1925, toen het weer dit toeliet, zijn de torpedoboot "Hr. Ms. Z 3" en de sleepboot "Drente" naar het terrein vertrokken, teneinde onder bevel van den luit. ter zee le kl. K. v. Aller, het gebied af te visschen en eventueel de plaats van de wrakken vast te stellen. Er werden echter geen wrakken aangetroffen.

De "Drente" voer in de avond van 25 november 1925 om 20.45 uur uit op een S.O.S. Sein van het Engelse vrachtschip "Whitwood"(1919 -1.926 Brt.)dat op ongeveer 70 mijl uit de kust in nood verkeerde. Al spoedig bleek de "Drente" die met grote moeite de haven was uitgekomen het niet te kunnen bolwerken tegen de geweldige zeeën, die buiten stonden. De "Drente" moest recht in de golven op, die de "Drente" met enorme kracht beukten. De kapitein van de "Drente" liet naar de wal seinen dat hij wegens dekschade niet verder kon varen. De "Drente" kreeg toen opdracht om koers te zetten naar het Duitse Stoomschip "Irmgard"(geen gegevens) dat benoorden de Brandaris in nood verkeerde. Er stond op dat moment een Noord-Noord-Wester storm windkracht 8 tot 9.

Op 26 november 1925 bracht de "Drente" het Duitse Stoomschip "Irmgard" tijdens een zware storm veilig binnen in Den Helder. De "Imgrard" was haar schroef en roer kwijt en had een anker verspeeld. De "Drente"wist de "Imgard" te Nieuwediep binnen te brengen.

27 November 1925 voer de "Drente" uit naar het lichtschip "Terschellingerbank", dat van haar anker was geslagen. De "Drente" wist vast te maken en het lichtschip naar de rede van Den Helder te slepen, daar werd geankerd en de volgende morgen werd de "Terschellingerbank" Den Helder binnengesleept door de "Assistent".

Op 27 december 1925 meldde de kustwacht van De Koog dat tussen paal 21 en 22 de IJmuidense trawler "IJM. 327 Victoria" gestrand was. De "Drente" en de "Assistent" voeren hierop vanuit Den Helder naar de strandingsplaats. Het gelukte de sleepboten uiteindelijk om de "IJM. 327 Victoria" vlot te trekken. De trawler was geladen met vis en had getracht binnendoor te varen, waardoor hij op een zandrug was vastgelopen.

1926

2 februari 1926 vertrok de "Drente" vanuit Nieuwediep naar zee om assistentie aan te bieden aan het Noorse motorschip "San Miquel"(1920 – 2.380 Brt.) dat op de Noordzee lag te drijven met motorschade.

Bij Camperduin strandde op 12 februari 1926 de trawler "IJM. 154 Protimus".
De "Drente" en de "Assistent" zijn vanuit Nieuwediep naar de strandingsplaats vertrokken. (Helaas de afloop van deze stranding is mij 'nog' niet bekend.)

Tijdens een zware noordwesterstorm op 9 maart 1926, verliet de "Drente" Den Helder voor het in nood verkerende Duitse Stoomschip "Margarete"(geen gegevens).

De "Drente" kon de "Margarete" niet meer bereiken en de "Margarete" strandde op Texel nabij de Slufter.

Vervolgens zette de "Drente" koers naar het lichtschip "Terschellingerbank", dat een anker had verloren. Het vastmaken van de "Terschellingerbank" geschiedde onder zware omstandigheden. Stortzeeën sloegen over de "Drente", die daarbij ook schade opliep, verder sloeg er een reddingsboei overboord. Donderdag 11 maart kwam de "Drente" binnen te Den Helder met de "Terschellingerbank."

Op 13 maart 1926 heeft de "Drente" het lichtschip "Terschellingerbank" weer naar haar oude ligplaats had gebracht.

Op 31 mei 1926 slaagden de "Drente" en de "Limburg" er in om het bij Texel in de Slufter gestrande Duitse Stoomschip "Margarete" vlot te brengen. Het bergingsloon bedroeg 72.000,-- gulden.

De "Drente" vertrekt op 6 juli 1926 vanuit Rotterdam met de "Henrik Ibsen"(1906 – 4.578 Brt.) op sleeptouw naar Amsterdam.

Op 30 september 1926 werd het omgebouwde pantserschip "Noord Brabant" vanuit Nieuwediep naar Vlissingen gesleept door de "Drente" en de "Assistent".

5 oktober 1926 vertrekken de "Drente" en de "Assistent" vanuit Vlissingen met het wachtschip "Buffel" op sleeptouw naar Nieuwediep.

De "Drente" maakt het lichtschip "Terschellingerbank" vast, die tijdens een West-Noord-Wester storm windkracht 8 tot 9, van haar ankers was geslagen, op 11 oktober 1926 en sleept deze naar Nieuwediep voor reparaties.

13 Oktober 1926 vertrok de "Drente" naar zee op het bericht dat, 10 mijl ten zuid-Westen van het lichtschip "Haaks", zich een stoomschip bevond met een gebroken roer. Dit zou het Deense Stoomschip "Fanö"(geen gegevens) zijn, op de aangegeven plek trof de "Drente" de "Fanö" echter niet aan. Deze bleek met noodstuurgerei koers te hebben gezet naar Rotterdam en pas ter hoogte van het Maas-lichtschip assistentie te verlangen. Na zware concurrentie wist de "Drente" uiteindelijk toch het Stoomschip "Fanö" Rotterdam binnen te brengen.

Het Amerikaanse "West Haven"(1917 – 5.781 Brt.) onderweg vanuit Bremen - Duitsland naar Galveston - Verenigde Staten. Verkeerde zaterdag 19 oktober 1926 in nood nabij de Haaksgronden. Vanuit Nieuwediep bied de "Drente" assistentie aan en vertrekt naar de "West Haven". Nadat de "Drente" de "West Haven" heeft vastgemaakt versleept ze de "West Haven" naar de waterweg waar het transport op zondag 20 oktober 1926 arriveert.

Bij Petten strandde woensdag 3 november 1926 in dichte mist de Engelse drifter "P.D.72 Egbert" uit Peterhead in Schotland, die met een lading haring onderweg was naar IJmuiden. Het lukte de "Drente" donderdag 4 november 1926 om het schip bij hoogwater vlot te brengen, waarna het op eigen gelegenheid koers zette naar IJmuiden.

De directie van Wijsmuller ontving in november 1926 een dankbetuiging van de Duitse gezant in Den Haag, waarin hij zijn dank, mede namens het Pruisisch Seeambt te Flensburg, betuigt voor de door de bemanning der sleepboot "Drente" betoonde moed bij de berging van het Duitse Stoomschip "Irmgard". Dit stoomschip kreeg op 26 oktober 1926 tijdens een zware storm benoorden Ameland zware averij, waardoor het hulpeloos ronddreef. De bemanning van de sleepboot "Drente", welke vanuit Nieuwediep ter hulp snelde, slaagde er in onder zeer moeilijke omstandigheden een verbinding met het schip te krijgen en dit te Nieuwediep binnen te brengen.

13 november 1926 komt het Franse vrachtschip "Perdreau"(geen gegevens) onderweg vanuit St. Brieuc - Frankrijk, naar St. Petersburg - Rusland, geladen met kolen ter hoogte van de Haaksgronden in de problemen en strand op de Haaksgronden.
De "Drente" probeert nog de "Perdreau" vast te maken en vlot te brengen maar slaagt hier niet in en de "Perdreau" gaat verloren.

Zondag 12 december 1926 strandde de stoom trawler "IJM. 154 Protinus" nabij Camperduin. De "Assistent" en de "Drente" hebben vanuit Nieuwediep assistentie verleend.

1927

Na een melding, op 19 januari 1927, vanaf de vuurtoren dat er een schip zou zijn gestrand op de Razende Bol is de "Drente" voor assistentie uitgevaren vanuit Den Helder er werd echter geen schip aangetroffen.

Het Noorse vrachtschip "Balzac"(1921 – 962 Brt.) kampte op 50 mijl noordelijk van Scheveningen met machineproblemen. De "Drente" wist de "Balzac" op 2 februari 1927 vast te maken en naar Rotterdam te slepen.

Op 3 februari 1927 arriveert de "Drente" met het Noorse vrachtschip "Balzac" op sleeptouw op de Nieuwe Waterweg.

Op 9 februari 1927 verslepen de "Nestor", "Vlaanderen", "Brabant" en de "Drente" de eerste sluisdeur voor de in aanbouw zijnde Noordersluis vanuit Rotterdam naar IJmuiden. Bij aankomst in IJmuiden werd het transport geassisteerd door de "Junior", "Stentor" en "Hector".

De "Drente" vertrok 18 maart 1927 vanuit Nieuwediep naar het Nederlandse Stoomschip "Nieuwland"(1914 – 927 Brt.)van de N.V. Stoomvaart Mij Nederlandsche Lloyd, dat 2 mijl bezuiden Egmond was gestrand. Op 19 maart is de "Nieuwland" vlot gebracht door de "Drente", "Nestor" en de "Stentor", waarna de "Nieuwland" op eigen kracht is vertrokken naar Rotterdam.

Op 22 maart 1927 werd door de "Drente" "Hr. Ms. pantserboot Friso" vanuit Den Helder naar Hellevoetsluis versleept.

Op 20 juli 1927 werd de tweede sluisdeur voor de Noordersluis door de "Drente", samen met de "Gelderland", de "Nestor" en de "Stentor", vanuit Rotterdam naar IJmuiden gesleept.

27 Augustus 1927 strandde het Duitse vrachtschip "Strauss"(1900 – 986 Brt.) 's morgens om 10.00 uur in het Molengat. De "Strauss" was op weg vanuit Rotterdam naar Nakskov – Denemarken met een lading spoorweg materiaal. Het door de schroefastunnel zakken van dit materiaal was de oorzaak van de stranding. De "Assistent" en de "Drente" maakten vast en wisten de "Stauss" 's middags om ongeveer 17.00 uur vlot te slepen. Het is niet bekend waar het schip gerepareerd is.

In de nacht van vrijdag op zaterdag 29 oktober 1927 sloeg het lichtschip "Noorderhaaks" tijdens een storm van haar ankers. De "Drente" bracht het lichtschip binnen. Maandag 31 oktober werd het lichtschip weer naar haar ligplaats gesleept door de "Drente".

Vanuit IJmuiden versleept op 18 november 1927 de "Drente" de nieuwbouw zuigerhopper "Valvida" naar Vlaardingen. De zuigerhopper "Valvida" werd door de werf Conrad uit Haarlem, gebouwd voor Chileensche rekening en zal in de Nieuwe Waterweg eerst proef baggeren, om daarna in Haarlem weer verder te worden uitgerust. Het transport, van de zuigerhopper "Valvida" naar de bestemmings haven is opgedragen aan Bureau Wijsmuller en zal onder eigen stoom worden uitgevoerd.

Woensdag 28 december 1927 bracht de "Drente" het lichtschip "Haaks" binnen in Nieuwediep, nadat het tijdens een storm zijn anker en een gedeelte van de ankerketting verloren had. Na reparatie werd donderdag 29 december 1927 het lichtschip weer door de "Drente" naar zijn ligplaats gesleept.

1928

Zaterdag 7 januari 1928 strandde het Noorse stoomschip "Vang"(1901 – 640 Brt.), dat in ballast vanuit Antwerpen - België, onderweg was naar Hamburg - Duitsland, benoorden Petten. Op 10 januari werd het door de "Nestor", "Vlaanderen", "Stentor" en de "Drente" vlot gebracht. De "Drente" versleept de "Vang" naar Nieuwediep.

De "Drente" vertrok op 17 januari 1928 vanuit Hamburg, Duitsland met het Griekse Stoomschip "Marionga D. Thermiotis"(1898 – 2961 Brt.), met bestemming Rotterdam. Aankomst te Rotterdam op 19 januari 1928. De "Marionga D. Thermiotis" had op 19 augustus 1927 ter hoogte van Corcubion, Spanje, in brand gestaan en na het lossen van de lading in Duitsland voor de sloop verkocht naar Rotterdam

28 Januari 1928 vertrok de "Drente" vanuit Nieuwediep, om het lichtschip "Terschellingerbank" naar binnen te slepen voor reparaties. Een van de ankerkluizen van de "Terschellingerbank" was gescheurd.

Het lichtschip "Terschellingerbank" is na de reparatie van een gescheurde ankerkluis op 7 februari 1928 weer naar haar ligplaats gesleept door de "Drente".

12 Februari 1928 zette de "Drente" koers naar het Zweedse Stoomschip "Albania", dat ter hoogte van het lichtschip "Haaks" schade aan de machines meldde. Het schip kon op eigen gelegenheid naar IJmuiden varen, vergezeld door de "Drente" voor eventuele assistentie.

23 Februari 1928 vertrok de "Drente" naar Delfzijl om de baggermolen "Blanca II" op te halen, met bestemming de marinewerf te Nieuwediep. Op 26 februari 1928 kwam de "Drente" met de "Blanca II" binnen.

De baggermolen „Grevelingen". die hier ruim 2 jaar heeft gelegen en toebehoorde aan den heer T. Volker, is onderhands verkocht aan de heeren Blankevoort en Kalis, die de molen hebben verhuurd aan den heer de Vries te Rossum om te worden gebruikt bij de Zuiderzeewerken. Heden vertrok de molen onder den naam „Blanka V" per sleepboot „Drente" naar Nieuwediep.
Op de Noordzee heeft de "Drente" de Belgische 4 mast Bark "L'Avenir"(1908 – 2.738 Brt.) tijdens slecht weer vastgemaakt om deze verder te verslepen naar Delfzijl. Vanwege het slechte weer wordt op de rede van Den Helder geankerd. Op 23 maart vervolgt de "Drente" met de Belgische 4 mast Bark "L'Avenir" de sleepreis naar Delfzijl.

Op 23 maart 1928 wordt door de "Drente" de Belgische 4 mast Bark "L'Avenir"(1908 – 2.738 Brt.) in de haven van Delfzijl afgeleverd.

2 juli 1928 verslepen de "Drente" en de "Friesland" het geladen Italiaanse stoomschip "Enrichetta" vanuit "Brest" naar Rotterdam voor herstel van de machines.

Op 9 juni 1928 werd de derde deur voor de grote sluis van IJmuiden door de "Drente", samen met de "Groningen" en de "Limburg", vanuit Rotterdam naar IJmuiden gesleept.

In de nacht van 14 op 15 juni 1928 verloor het Engelse vrachtschip "Maimyo"(1918 – 6.289 Brt.) op 40 mijl Noord-West van IJmuiden haar schroef.
En verzocht om sleepboot assistentie. Als eerste arriveerde de "Vlaanderen" op de positie van de "Maimyo" korte tijd later gevolgd door de "Drente". Waarna de kapitein van de "Maimyo" de "Vlaanderen" en de "Drente" verzocht hem naar Hamburg - Duitsland, te slepen. Tijdens de sleepreis naar Hamburg - Duitsland, werd ook nog door de "Utrecht" vastgemaakt op de "Maimyo" want het zwaar geladen schip was erg loefgierig en moeizaam te slepen. Op 19 juni 1928 werd de "Maimyo" afgeleverd in Hamburg - Duitsland.

2 juli 1928 vertrekken de "Drente" en de "Friesland" met het geladen Italiaanse stoomschip "Enrichetta"(1896 – 5.384 Brt.) vanuit Brest - Frankrijk, naar Rotterdam voor herstel van de machines. Op 6 juli 1928 arriveerde het transport op de Nieuwe Waterweg.

Op 21 september 1928 vertrekt de "Drente" met de voor de sloop verkochte visserijpolitie kruiser "Zeehond"(1891) vanuit Nieuwediep naar Rotterdam waar het transport op 22 september 1928 arriveert.

Donderdag 4 oktober 1928 vertrok de "Drente" vanuit Amsterdam, met een sectie van een van de dokken van de ADM, bestemd voor Den Oever, waar het gebruikt gaat worden voor het dokken van het drijvende materiaal van de M.U.Z.(Maatschappij tot uitvoering van de Zuiderzee werken).

Eind oktober 1928 vond een tweede transport van een doksectie plaats.

Het lichtschip "Haaks" is op vrijdagavond 16 november 1928, om 20.00 uur in een zuid-Wester storm windkracht 10, van haar ankers geslagen en op drift geraakt. Om 20.30 uur wist de de bemanning het 2e anker uit te brengen maar om 24.00 uur brak ook daarvan de ketting. De "Drente" slaagde om 7.30 uur in de ochtend van 17 november 1928 het lichtschip vast te maken, op dat moment was de storm afgenomen tot windkracht 9. Het bergingsloon bedroeg 12.000,-- gulden.

Op 19 november 1928 versleepte de "Drente" vanuit Den Helder, het lichtschip "Haaks" weer naar zee.

Op 24 november 1928 strandde het Stoomschip "Eugenia"(1906 – 4.629 Brt.) in zwaar weer éérst op de Haaksgronden, en later op de Gelderse zeedijk bij Den Helder. Pas op 24 augustus 1929 slaagden de "Drente", de "Friesland", de "Vlaanderen" en de "Nestor" er in het schip vlot te trekken. Het bergingsloon voor de "Eugenia" bedroeg 6.100,-- gulden.

Als gevolg van een Noorder storm windkracht 9 werd het lichtschip "Haaks" op 27 november 1928 door de "Drente" vastgemaakt en naar Nieuwediep gesleept.

Op 10 december 1928 zet de "Drente" vanuit Nieuwediep koers naar het Noorse vrachtschip "Batavier"(1922 – 962 Brt.) dat op 10 mijl Noord-Oost van het lichtschip "Terschellingerbank" voor anker was gegaan. Op 11 december 1928 maakt de "Drente" de "Batavier" vast en sleept deze naar Rotterdam.

1929

De trawler "IJM 86" is op 25 februari 1929 gestrand op de Razende Bol, tegen de avond wisten de "Assistent" en de "Drente" hem vlot te brengen. De "IJM 86" heeft daarna haar reis vervolgd.

Het Amerikaanse stoomschip "Georgian"(geen gegevens) melde op 25 februari 1929 dat het op 7 mijl Noord-Noord-Oost van lichtschip "Terschellingerbank" drijft met een gebroken schroefas. De "Drente" vaart uit om assistentie te verlenen, toen de "Drente" arriveerde bij de "Georgian" bleek deze reeds assistentie te hebben aanvaard van een Duitse sleepboot.

Zondagmorgen 31 maart 1929, om ongeveer 3.30 uur, is het Duitse vrachtschip "Diederich Bonnekamp"(geen gegevens) dwars van de Helderse vuurtoren op de Zuiderhaaksgronden gestrand. Het schip, dat met een lading ijzer op weg was van Rochefort sur Mer – Frankrijk naar Hamburg – Duitsland, werd door de "Drente" vlot gebracht, waarna de reis naar Hamburg – Duitsland werd voortgezet.

21 Juni 1929 vertrekt de "Drente" vanuit Den Helder naar Middlesborough – Engeland om daar het vrachtschip "Imani"(1897 – 4.582 Brt.) te verslepen naar Hendrik-Ido-Ambacht voor sloop. Het transport arriveert op 24 juni te Rotterdam.

De "Drente" werd op woensdag 10 juli 1929 ingezet bij de berging van  vliegtuig "547" dat dinsdag 9 juli t.h.v. Huisduinen in zee stortte. De "Drente" heeft het vliegtuig gedeeltelijk boven water gehaald en naar Den Helder gesleept.

Op 31 juli 1929 bracht de "Drente" het lichtschip "Haaks" naar haar ligplaats.

6 Augustus 1929 vertrok de "Drente" naar het lichtschip "Terschellingerbank" om dit naar binnen te brengen voor periodiek onderhoud. Het transport kwam dezelfde dag nog binnen.

Op 24 augustus 1929 slaagden de "Drente" en de "Limburg" erin het 9 maanden geleden op 24 november 1928 gestrande vrachtschip "Eugenia" vlot te slepen.

25 Augustus 1929 zijn de "Drente" en de "Friesland" met het Stoomschip "Eugenia" vertrokken naar Amsterdam.

Tijdens een reünie van het Marine Instituut in Den Helder op 21 september 1929 zijn de "Drente" en de "Limburg" verzamelplaats voor de reünisten.
Nadat de reünisten zich s'morgens hadden verzameld aan boord voeren de "Drente" en de "Limburg" naar buiten en werd langs de, op de rede, verzamelde (marine)vloot gevaren.

20 Oktober 1929 werd de "Drente" door de "Groningen" afgelost als stationsboot te Den Helder. De "Drente" vertrok hierop naar Vlaardingen.

Op 7 december 1929 verspeelde het lichtschip "Haaks" 113 vaam ketting en een anker. De  "Groningen" voer ter assistentie uit vanuit Nieuwediep, om te trachten het lichtschip binnen te brengen, doch kreeg op weg er heen een zware grondzee over, die de brug aan stuurboord-zijde voor een gedeelte wegsloeg en alle ruiten van de stuurhut vernielde, terwijl de waarnemend stuurman H. Bijl licht werd gewond. De  "Groningen" is daarna teruggekeerd naar Nieuwediep, waar zij om 3 uur binnenliep. De  "Drente" voer daarna uit naar het Lichtschip "Haaks". De "Drente" probeerde onder zware omstandigheden vast te maken, tijdens deze pogingen raakte de "Drente" twee maal met haar achterschip het lichtschip, pas op maandag 9 december lukte het de "Drente" om vast te maken. Door het slechte weer was de "Drente" genoodzaakt buiten te blijven, pas op dinsdag 10 december 1929 lukte het om Den Helder binnen te lopen.

De "Drente" vertrok op 11 december 1929 vanuit Nieuwediep naar Vlaardingen voor herstel van schade aan dek en brug. De schade was ontstaan tijdens het vastmaken van het Lichtschip "Haaks".

1930

Op 14 januari 1930 vertrekt de "Drente" vanuit Renfrew – Engeland naar Hull – Engeland met een baggermolen op sleeptouw. Op 21 januari 1930 levert de "Drente" de baggermolen af in de haven van Hull – Engeland.

24 januari 1930 arriveert de "Drente" weer in IJmuiden, na een zeer grote baggermolen van de werf te Renfrew – Engeland rond de zuidkust van Engeland naar Hull – Engeland te hebben versleept.

Het Griekse vrachtschip "Dimitris"(1905 – 3.290 Brt.) verzoekt op 20 september 1930, tijdens een storm windkracht 7 tot 9 uit het Zuiden, dringend om assistentie. De "Drente" en de reddingsboot "Dorus Rijker" vertrekken vanuit Nieuwediep naar de positie van de "Dimitris". Toen de "Drente" en de "Dorus Rijker" net buitengaats waren trok de "Dimitris" het verzoek om hulp in.

1931

Tussen Wijk aan Zee en Castricum strandde op 12 januari 1931 het met 1900 ton kolen geladen Engelse  vrachtschip "Cyrille Danneels"(1924 – 1.585 Brt.). Nadat een deel van de lading overboord was gezet, slaagden de "Drente", "Friesland",  "Groningen" en de "Utrecht" er op 14 januari 1931 in de "Cyrille Danneels" vlot te brengen en IJmuiden binnen te brengen.

21 Januari 1931 strandde het Engelse vrachtschip "Pendeen"(1923 – 4.174 Brt.) op de Noordpier van IJmuiden. De "Pendeen" werd nog dezelfde dag door de "Vlaanderen", "Drente", "Friesland", "Utrecht" en de de "Groningen" vlot gebracht.

De "Drente" vertrekt op 20 mei 1931 vanuit Hellevoetsluis met het pantserdekschip "Hr. Ms. Brabant" op sleeptouw naar Vlissingen.

Na het afleveren van het pantserdekschip "Hr. Ms. Brabant" te Vlissingen vertrekt de "Drente" naar IJmuiden.

De "Drente" versleept op 23 mei 1931 graanelevator "No.19" vanuit IJmuiden naar Rotterdam. De "No.19" is gebouwd door Verschure en Co in opdracht van de haven van Rotterdam.

De "Drente" versleept 27 mei 1931 het voor de sloop verkochte vrachtschip "Grotius"(1907 – 5.867 Brt.) vanuit Amsterdam naar de sloopwerf te Pernis Rotterdam.

De "Groningen" en de "Drente" slepen het voor de sloop verkochte vrachtschip "Kambangan"(1911 – 6.917 Brt.) op 29 mei 1931, vanuit Amsterdam naar de scheepssloper te Pernis Rotterdam.

Op 11 juli 1931 vertrekt de "Drente" vanuit Tollesbury – Maldon – Essex - Engeland met het voor de sloop bestemde vrachtschip "Poplar Branch"(1902 – 5.337 Brt.) naar Rotterdam. Waar het transport op 12 juli 1931 arriveert.

Na aflevering van de "Poplar Branch" in Rotterdam vertrekt de "Drente" naar IJmuiden om daar het vrachtschip "Yorkminster"(1897 – 4.064 Brt.) vast te maken voor een sleepreis naar Rotterdam. Op 13 juli arriveert de "Drente" met de "Yorkminster" op sleeptouw op de Nieuwe Waterweg.

Op 30 oktober 1931 gaat de "Drente" voor reparaties in Amsterdam in het dok.

Op 5 december verzoekt het Zweedse vrachtschip "Theodor"(1919 – 1.927 Brt.) om sleepboot assistentie wegens averij aan de stuurmachine. Op dat moment staat er een harde West-Zuid- Wester wind windkracht 7. Toen de wind afnam trok de "Theodor" het verzoek tot assistentie in waarop de "Drente" weer terug keerde naar IJmuiden.

Op 6 december 1931 wordt door de "Drente" en de "Oceaan" (van Doeksen) tijdens een Wester storm, windkracht 8, het Spaanse vrachtschip "Manu"(1921 – 3.687 Brt.) op 130 mijl van IJmuiden op de Noordzee vastgemaakt en versleept naar Immingham - Engeland. De "Manu" was in moeilijkheden geraakt door brandstofgebrek.

1932

De "Drente" slaagt er in om het op 7 januari 1932 ter hoogte van South Wald – Engeland gestrande Zweedse vrachtschip "Polaris"(1890 – 2.426 Brt.) op 8 januari 1932 vlot te brengen waarna de "Polaris" haar reis kan vervolgen.

3 maart 1932 slagen de "Utrecht" en de "Drente" er in het Deense stoomschip "Mercur"(1901 – 783 Brt.), uit Esbjerg – Denemarken vlot te brengen van de Razende Bol waar de "Mercur" eerder was gestrand.

Het Nederlandse vrachtschip "Heemskerk"(1920 – 6.515 Brt.) dat zonder schroef op de Noordzee ronddreef werd op 14 april 1932 door de "Drente" vastgemaakt en naar IJmuiden gesleept.

Het Deense zeiljacht "Astrid" strandde in de nacht van 1 op 2 augustus 1932 in het Molengat en ligt ongeveer 50 meter uit de kust van Texel.

Op 2 augustus 1932 om 7.00 uur is de "Drente" naar de strandingsplaats gevaren maar kon niets voor de "Astrid" uitrichten. Wel heeft de "Drente" 4 bemanningsleden aan boord genomen en naar Den Helder gebracht. De "Astrid" was onderweg vanuit Kopenhagen - Denemarken naar Teneriffe op de Canarische Eilanden.

De "Astrid" was niet meer te bergen en is uiteindelijk voor Fl. 100,-- verkocht aan Dhr. C Kok uit Den Burg. De "Astrid" koste voor de reis begon vanuit Kopenhagen - Denemarken, Fl. 35.000,--.

De "Drente" sleept op 31 augustus 1932 de trawler "IJM. 68 Willy Johanna" te Nieuwediep binnen, nadat deze door het Duitse stoomschip "Adler" naar de rede van Nieuwediep was versleept. De "IJM. 68 Willy Johanna" had tijdens het vissen een tros in de schroef gekregen.

Het wrak van de op 13 november 1932 in Amsterdam uitgebrande "Pieter Corneliszoon Hooft" is op 4 december 1932 door de "Drente" en de "Utrecht" van IJmuiden naar Rotterdam versleept. De "Hector" stond achter vast.

1933


Op 9 februari 1933 versleept de "Drente" een baggermolen vanuit IJmuiden naar Rotterdam.

Het Griekse vrachtschip "Agios Vlasios"(1907 – 3.669 Brt.) geladen met hout onderweg naar Zaandam, strandde op 23 juni 1933 op de Razende Bol benoorden Texel. De "Drente" vertrok vanuit Nieuwediep naar de strandingsplaats van de "Agios Viacios". De "Agios Viacios" kwam echter met opkomend tij vlot voordat de "Drente" ter plaatse was.

Op 28 oktober 1933 vertrok de "Drente" naar de positie van het stoomschip "Stad Amsterdam"(1920 – 3.748 Brt.) die op 40 mijl Noord-West van Den Helder door gebrek aan kolen in een Zuid-Zuid-Wester storm windkracht 7 tot 9 in nood verkeert.

Op 10 december 1933 strandt ter hoogte van Kijkduin het Duitse Stoomschip "Lipari"(1930 – 1.943 Brt.). De "Lipari" geladen met een kostbare lading zuidvruchten, kwam vanuit de Middellandse Zee en had als bestemming Hamburg - Duitsland. De "Drente" vertrok vanuit Den Helder en wist een Lloyds contract af te sluiten. De "Drente" en de "Hector" wisten de "Lipari" op maandag 11 december 1933 weer vlot te slepen. Het bergingsloon bedroeg 25.500,-- gulden.

1934

Het Engelse Stoomschip "Waterland"(1915 – 1.091 Brt.) geladen met kolen onderweg van uit New Castle - Engeland naar Amsterdam strandde op 4 januari 1934 als gevolg van dichte mist 1,5 KM ten zuiden van de Zuidpier van IJmuiden. De "Drente", "Stentor" en de "Nestor" weten de "Waterland" op 5 januari 1934 vlot te slepen en brengen de "Waterland" binnen in IJmuiden.

Midden januari 1934 strandde het Engelse vrachtschip "Oakford"(1900 – 679 Brt.)  in het Engelmansgat bij Texel. De bemanning verliet het schip en kwamen om in de branding. De "Oakford" was op 17 januari 1934 wrak geslagen. 

De "Drente" bracht op 23 januari 1934 het Zweedse "Christiaan Mattyssen"(geen gegevens) vlot dat was gestrand op de Engelschman plaat.

Donderdagmiddag 5 april 1934 ramde de onderzeeboot "K. XVII" met volle kracht de steiger van de Texelse stoomboot. De steiger werd vrijwel geheel vernield en de onderzeeër lag er vast onder. De "Drente" moest de onderzeeër vlot trekken.

Op 10 september 1934 gaat de "Drente" voor reparaties in Amsterdam in het dok.

1935

Zaterdag 26 januari 1935 verloor het Engelse Stoomschip "Asiatic"(1923 – 3.741 Brt.) 12 mijl ten zuiden van lichtschip "Haaks", haar schroef. De "Drente" en de "Holland" (van Doeksen) maakten onder Lloyds Open Form vast en sleepten de "Asiatic" naar Den Helder. Het bergingsloon was 5.000,-- gulden.

Na een aanbesteding door de agent van Lloyds verkregen de "Drente" en de "Holland" de opdracht om de "Asiatic" naar Hamburg – Duitsland te slepen voor herstelwerkzaamheden. 29 januari 1935 vertrok het transport vanuit Den Helder naar Hamburg – Duitsland.

Het Stoomschip "Kerkplein" verzocht op 19 oktober 1935 tijdens een zware storm om hulp. De "Drente" voer uit en poogde het vrachtschip "Kerkplein"(1921 – 5.053 Brt.) vast te maken. Tot drie maal toe brak de sleepverbinding. Na de laatste keer vastmaken brak opnieuw de sleeptros, en kreeg de "Drente" deze tros in de schroef en strandde hulpeloos op 19 oktober 1935 bezuiden Egmond aan Zee. Het Stoomschip "Kerkplein" strandde niet ver van de "Drente".

De bemanningsleden van de "Drente" tijdens de stranding waren: J. de Graaff - Gezagvoerder; R. Meyer - Marconist; C. Oldenburg - Eerste Stuurman; D. van Mourik - Eerste Machinist; J. Stol - Tweede Machinist; Koster, B. Kuyper, J. Krijger, J. Mosselman en J. Dalerbout - Matrozen; T. de Roeper, C. Smoor en Valkman - Stokers.

Daar de berging van de sleepboot te kostbaar werd geacht, werd, gezien de leeftijd van de sleepboot, besloten de "Drente" te verkopen voor de sloop.
De scheepsloperij, Firma Frans Rijswijk's Industrieële Ondernemingen N.V. uit Hendrik-Ido-Ambacht, volbracht het sloopwerk op de plaats waar de "Drente" was gestrand.

Op 27 februari 1936 werd tijdens een openbare verkoop de inventaris van de "Drente" van de hand gedaan.