Geschiedenis

13januari 1962 wordt er bekend gemaakt dat N.V. Bureau Wijsmuller aan de scheepswerf Kramer en Booy te Kootstertille opdracht heeft gegeven tot de bouw van twee sleepboten.

De twee door Kramer en Booy te bouwen sleepboten krijgen geen schoorstenen, omdat de afgewerkte gassen via kanalen in de achter-masten afgevoerd worden.
In deze achter-masten is op ongeveer 14 meter hoogte een groot platvorm ontworpen, waarop blus-kanonnen komen te staan. Op die manier zal het mogelijk zijn met behulp van deze sleepboten branden op grote schepen te blussen.

Deze beide sleepboten worden 2950 IPK sterk en toegevoegd aan de provincie klasse. En zullen "Groningen" en "Gelderland" heten, waarmee twee bekende namen uit de twintiger jaren, toen N.V. Bureau Wijsmuller eveneens sleepboten onder deze naam in bedrijf had, terug zullen keren.

Begin 1963 werd begonnen met de bouw van de "Gelderland" Bij de Scheepswerf Kramer & Booy te Kootstertille.

Tijdens de strenge winter van 1962 – 1963 ondervond de bouw veel tegenslag, vooral in de eerste maanden van 1963.

Bij de bouw van de "Gelderland" werd vanaf april 1963 kapitein D. van Dorp geplaatst.

De "Gelderland" werd op de Scheepswerf van Kramer & Booy te Kootstertille, Friesland, te water gelaten op 31 mei 1963.

De doop werd verricht door mevrouw T. Hindriks-Kuiken echtgenote van de Rijkshavenmeester voor het Noordzeekanaal.

Half oktober 1963 werd de "Gelderland" van de Scheepswerf te Kootstertille naar Harlingen verhaald voor verdere afbouw.

De "Hector" versleepte 22 oktober 1963 de "Gelderland" vanuit Harlingen naar IJmuiden. En de "Gelderland" werd daarna voor afbouw van de machinekamer naar Amsterdam versleept.

De "Gelderland" was uitgerust met een verstelbare schroef en werd onder toezicht en volgens voorschrift van A.B.S. voor de hoogste klasse Atlantische vaart gebouwd.

De "Gelderland" was ontworpen voor het slepen van zware objecten over lange afstanden, verder voor hulpverlening en voor bergingen waar ook ter wereld.

Evenals de andere nieuwbouw sleepboten waren de twee achterste masten met elkaar verbonden op 14 meter boven de zeespiegel door een verbindings constructie, waarop de steng was geplaatst. Door de twee achtermasten liepen de rookkanalen, daardoor ontbrak een schoorsteen wat zorgde voor een goed uitzicht van de brug naar werkdek en sleep.

Er was een accommodatie voor 36 opvarenden, onder wie acht runners.
De hutten waren ondergebracht over vier dekken en van airconditioning voorzien.

Op het brugdek is een hut voor de loods.

Op het sloependek is de accommodatie voor de gezagvoerder, bestaande uit dagverblijf en slaap-hut, de 1e stuurman en de marconist en een messroom voor de officieren.

Op het hoofddek is de accommodatie voor de 1e wtk., 2e wtk., 3e wtk, 2e stuurman, kok, een 2 persoons hut voor de assistent wtk. of leerling stuurlieden, het hospitaal met 2 bedden en de kombuis met daarnaast de messroom voor de bemanning verder zijn de douches, toiletten en de wasmachines gesitueerd op het hoofddek.

Op het tussendek zijn 4 - 2 persoons hutten (matrozen – dek-jongens), 1 - 3 persoons hut, de hut voor de bootsman en het runners-verblijf voor 8 personen en vanuit de kombuis is het proviand ruim met koel en vriescellen bereikbaar.

De "Gelderland" had twee Werkspoor - tweetaktmotoren met oplading, type TEBS 290, die via schakelbare Hydroflex Airflex hydraulische koppelingen verbonden waren aan een dubbele tandwielkast met een uitgaande as, welke gekoppeld was aan een asleiding met verstelbare schroef type Werkspoor.

Door de grote bunkercapaciteit had de "Gelderland" een actieradius van 26.000 mijl. De "Gelderland" was uitgerust met een zoetwater distileerapparaat. De vier dynamo's leverden 380 - 220 Volt draaistroom.

De nautische uitrusting omvatte onder meer radar, gyrocompas, stuur automaat met koersrecorder, echolood, Decca plaats bepalingsapparatuur en een electrisch log.

De "Gelderland" was verder uitgerust met een roei-reddingboot voor 26 personen en een motor-reddingboot voor 23 personen, voorts zelf opblaasbare rubber vlotten.

De "Gelderland" had een electrisch-hydraulische stuurmachine, ankerlier en kaapstand. Electrische telegrafen waren aangebracht in, naast en op de brug, verder een eigen telefooncentrale en het talk-back – hailer systeem toegepast.
Het radiostation van de "Gelderland" was uitgerust met de krachtigste radio, telegrafie en telefoniezenders en telefonieontvangers, VHF - radiotelefonie, en zowel in het radiostation als op de brug en een radiorichtingzoeker.

De sleepuitrusting omvatte een sleeplier met twee trommels en een kop.
De trommels bevatten 1.000 en 700 meter draad van 6.5" en 6" omtrek. Beide trommels hadden een hydraulisch bediende reepgeleider.

Er was een vaste bergingspomp met een capaciteit van 600 ton water per uur, een verdeelkast met aansluitingen voor acht brandslangen en een waterkanon dat zowel aan stuur - als aan bakboord kon worden opgesteld.
Aan mobiel bergingsmateriaal waren aan boord, dieselmotorpompen, bergingsankers, grondtakels, duik - en kikvorsapparatuur, brandbestrijdingsapparatuur en
dichtingsmateriaal voor lekken.

Half november 1963 kwam de "Gelderland" in de vaart. Na technische proefvaarten op de Noordzee en bij Den Helder ging de "Gelderland" richting van het Engels Kanaal.

De tweede helft van november 1963 werd door de "Gelderland" de "Groningen" afgelost op het station te Penzance – Lands End – Engeland. De "Groningen" zou een aantal sleepreizen gaan maken.

Na aflevering een baggermolen in de haven Weymouth - Engeland, nam de "Groningen" eind november 1963 weer de stations dienst nabij Penzance – Lands End - Engeland, over van de "Gelderland".

De "Gelderland" had al voor de officiële proefvaart en overdracht enige tijd stations dienst verricht in het Engels Kanaal. En had al een sleepreis achter de rug, de "Gelderland" vertrok op 20 november 1963 vanuit de haven van Southampton - Engeland, met een bak op sleeptouw naar Bromborough - Engeland.

De "Gelderland" werd op 30 november 1963 officieel door de werf overgedragen aan Bureau Wijsmuller en aan de vloot werd toegevoegd.

Enkele dagen na de officiële overdracht vertrok de "Gelderland" op 2 december 1963 naar zee om weer het station bij Land's End te bezetten.

4 december 1963 werd de "Groningen" door de "Gelderland" op het station nabij Landsend - Engeland afgelost.

Op vrijdag 13 december werd door de "Gelderland" koers gezet naar de positie van het Britse bulk carrier "Leadenhall"(1958 – 14.326 Brt.), die met een lading graan op ruim 600 mijl ten westen van Land's End in de Atlantische Oceaan met machine schade rond dreef.

Bureau Wijsmuller werd gecontracteerd voor het verslepen van de "Leadenhall" naar een reparatie haven. Het graan schip dat onderweg was van Corpus Christi - Verenigde Staten, naar Gdynia in Polen werd in de ochtend van de 15e december 1963 door de "Gelderland" vastgemaakt en op sleeptouw genomen. In een Oostelijke storm met windkracht 8 tot 9 werd de "Leadenhall" naar Rotterdam gesleept, waar het transport op 1e Kerstdag 1963 arriveerde. Bij het binnenlopen van de Nieuwe Waterweg werd de "Gelderland" geassisteerd door de "Hector" en "Stentor".

1964

Op 4 januari 1964 verleende de "Gelderland" vanuit Dover - Engeland, hulp aan de Nederlandse kustvaarder "Tempo D"(1936 – 199 Brt.), die wegens machineschade naar Harwich - Engeland, moest worden gesleept. De "Tempo D" dreef rond bij de Outer Gabbard in het Engels Kanaal.

Half januari 1964 leverde de "Gelderland" het voor de sloop bestemde tankschip "Clyde Explorer"(1950 – 8.644 Brt.) vanuit Yarrow on Tyne - Engeland, af in de haven van Santander - Spanje.

De "Gelderland" zette na aflevering van haar sleep koers naar Portsmouth - Engeland, om het kolen-bunkerschip de "Coalhulk" voor de sloop te verslepen naar Rotterdam, de "Gelderland" vertrok 17 januari vanuit Portsmouth - Engeland, en arriveerde op 18 januari op de Nieuwe Waterweg.
 
De "Simson" assisteerde op 18 januari 1964 de "Gelderland" met de "Coalhulk", een bunkerschip wat vanuit Portsmouth naar Hendrik Ido Ambacht gesleept werd voor sloop, op de Nieuwe Rotterdamse Waterweg.

Hierna werden twee voor de sloop bestemde bakken vanuit de haven van Chatham - Engeland, naar Rotterdam gesleept.

In Vlaardingen werden vervolgens een baggermolen de "Beverwijk 10" en een onderlosser vastgemaakt met bestemming Port Harcourt in Nigeria. Op 28 januari 1964 werd er door de runners geconstateerd dat er een lek was ontstaan in de "Beverwijk 10", voor reparatie werd de Torbay nabij Brixham - Engeland, aangedaan. Nadat de lekkage door de bemanning van de "Gelderland" was verholpen werd de sleepreis naar Nigeria voort gezet.

Na aflevering van de "Beverwijk 10" Begin maart 1964 vertrok de "Gelderland" vanuit Port Harcourt - Nigeria, naar Monrovia - Liberia, om daar de zuiger "Port Harcourt" op sleeptouw te nemen, die naar IJmuiden moest worden gebracht.
 
10 maart 1964 vertrok de "Gelderland" vanuit Monrovia - Liberia, met de zuiger "Port Harcourt"op sleeptouw naar IJmuiden.

13 april 1964 arriveerde de "Gelderland" met de zuiger "Port Harcourt" op sleeptouw in IJmuiden.

Vanuit IJmuiden vertrok de "Gelderland" na aflevering van de "Port Harcourt" weer op 16 april 1964 zeewaarts om het station nabij het Engels Kanaal te gaan bezetten.

Meteen op de eerste dag, nog onderweg naar haar station, klaarde de bemanning een job, de Katwijkse trawler "KW 55 Johanna Lydia", die een explosie en daaropvolgend brand in de machinekamer had gehad, dwars van Noordwijk, werd op 16 april vastgemaakt en naar Rotterdam gesleept.

De "Gelderland" nam op 18 april 1964 van de "Titan" de stations-dienst nabij Penzance – Engeland over.

8 mei 1964 werd op basis Lloyd's Open Form hulp verleend aan het passagiers/vrachtschip "Comet Victory"(1945 – 7.607 Brt.), die in de Atlantische Oceaan met machine schade rond dreef. De "Comet Victory" werd door de "Gelderland" vanaf de positie 50-22 Noord en 17-35 West naar de haven van Falmouth - Engeland, gesleept, en daar op 12 mei 1964 afgeleverd.

20 mei 1964 vertrok de "Gelderland" vanuit Vlaardingen met de zuiger "HAM.208" op sleeptouw naar Sydney - Australië. De 13.000 mijl lange sleepreis leidt via het Panama Kanaal en de stille Oceaan. Deze route werd gekozen in verband met de moesson in deze tijd van het jaar op de Indische Oceaan.

28 juni 1964 passeerde de "Gelderland" met de zuiger "HAM.208" het Panama Kanaal.

Begin juli 1964 werd vanuit het Panama Kanaal de Stille Oceaan ingestoken, met de zuiger "HAM.208" op sleeptouw. Tijdens de verdere sleepreis naar Sydney - Australië, heeft de "Gelderland" gebunkerd vanuit de "HAM.208".

De "Gelderland" arriveerde op 31 augustus 1964 in de haven van Sydney - Australië, met de zuiger "HAM.208" op sleeptouw, die over ruim 13.000 mijl afstand van Vlaardingen af werd versleept.

Vervolgens zette de "Gelderland" op 7 september 1964 koers naar Johnston Island (een Amerikaanse basis in de stille Oceaan)op ongeveer 650 mijl ten West-Zuid-Westen van Honolulu – Hawaï -eilanden. om de zuiger "Caribean" en een LST "Mc Cloed" op sleeptouw te nemen naar Curaçao.

9 november 1964 passeerde de "Gelderland" met haar sleep vanuit Johnston Island – een zuiger en een LST – het Panama Kanaal. De LST "Mc Cloed" werd te Balboa - Panama, afgeleverd de zuiger "Caribean" werd doorgesleept naar Curaçao. Onderweg met de "Caribean" ondervond de "Gelderland" veel slecht weer en brak de sleepdraad, binnen 3 uur stond de "Caribean" weer vast.

De "Gelderland" leverde begin december 1964 te Curaçao de zuiger "Caribean" vanaf Johnston Island, Hawaii archipel af. De zuiger "Caribean" is voor reparaties naar Curaçao gesleept.

Na aflevering van de "Caribean" in Curaçao zette de "Gelderland" koers in de richting van West-Europa.

Onder weg naar Europa is de "Gelderland" nog enkele dagen onderweg geweest naar de gestrande tanker "Nicolas"(1953 – 12.594 Brt.) nabij Caripito in Venezuela, waartoe een contract op basis Lloyd's Open Form tot stand was gekomen, maar de tanker kwam op eigen kracht vlot.

Op eerste Kerstdag 1964 arriveerde de "Gelderland" in IJmuiden.

Door de "Gelderland" werd in 1964 in 11 reizen 29.884 mijl slepend afgelegd met 14 objecten.

1965
 
Begin januari 1965 vertrok de "Gelderland" vanuit IJmuiden om de "Jacob van Heemskerck" af te lossen op het station Penzance nabij Landsend - Engeland.

Door de de "Gelderland" werd op 18 januari 1965 bij een zeer hoge zee en windkracht 10 het Noorse vrachtschip "Nordvard"(1952 – 5.384 Brt.)die machineschade had, vastgemaakt nabij Guernsey en naar de haven van Falmouth - Engeland, versleept.

Het Engelse vrachtschip "Valdivia"(1955 – 1.216 Brt.) verzocht op 21 januari 1965 om sleepboot hulp omdat het op 200 mijl West-Zuid-West van de Scilly eilanden een defect aan het stuurgerei had opgelopen. Op 22 januari 1965 wist de "Gelderland" tijdens slecht weer, windkracht 8 tot 9, op 200 mijl West-Zuid-West van de Scilly eilanden vast te maken en de "Valdivia" naar de haven van Swansea - Engeland, te slepen. Op 24 januari 1965 arriveerde de "Gelderland" met de "Valdivia" op sleeptouw in de haven van Swansea - Engeland.

Half februari 1965 voerde de "Gelderland" een sleepreisje uit vanuit New Ross - Ierland, naar Arklow - Ierland, met een baggermolen en twee bakken.

11 maart 1965 stak de "Gelderland" de Atlantische Oceaan in om hulp te verlenen aan de Britse tanker "Chemical Trader"(1954 – 945 Brt.), die op ongeveer 450 mijl ten Zuid-Westen van Landsend met een gebroken krukas rond dreef. Op 12 maart maakte de "Gelderland" vast op de "Chemical Trader" en zette koers naar Rotterdam waar de sleep op 16 maart aankwam.

Vanuit Rotterdam zette de "Gelderland" koers naar Brest - Frankrijk, om van daaruit aan een sleepreis te beginnen met een baggermolen naar Vitoria in Brazilië.

De "Gelderland" maakte in de laatste dagen van maart 1965 en de eerste weken van april 1965 een vlotte reis met een baggermolen vanuit Brest - Frankrijk, naar Vitoria - Brazilië.

Na aflevering van de baggermolen ging de "Gelderland" onderweg naar het Caraïbische Zeegebied om begin mei 1965 een sleepreis met de drijvende kraan "Atlas" en 2 bakken uit te voeren vanuit Punta Piedras, Venezuela, ten Noorden van Maracaibo naar Curaçao.

Op 12 mei 1965 kwam de "Gelderland" te Curaçao aan. Met op sleeptouw de grote drijvende kraan "Ajax" en twee bakken vanuit Punta Piedras in Venezuela.

Vanuit Curaçao vertrok de "Gelderland" op 14 mei 1965 naar Orange - Verenigde Staten.

24 mei 1965 is de "Gelderland" vanuit de haven van Orange - Verenigde Staten, aan de Golf van Mexico vertrokken met de T.2 tankers "Lyric"(1943 – 10.195 Brt.) en "Palace"(1943 – 10.195 Brt.) op sleeptouw naar Bilbao in Spanje.

Enkele dagen na vertrek bleek dat er twee verstekelingen aan boord van een van de T.2 tankers waren, een Duitse vrouw en een Amerikaanse man, beide verstekelingen zijn daarna door de Amerikaanse Coastguard van boord gehaald.

Onderweg naar Spanje had de "Gelderland" op 22 juni 1965 nog een ontmoeting met de "Willem Barendsz" die de "Gelderland" van bunkers voorzag en de runners op de de T.2-tankers "Lyric" en "Palace" van verse proviand.

De "Gelderland" arriveerde 12 juli 1965 in de haven van Bilbao - Spanje, met twee T.2 tankers vanuit Orange in de Verenigde Staten. Vanuit Bilbao - Spanje, werd koers gezet naar Landsend - Engeland, waar de "Gelderland" op station ging.

Begin augustus kwam de "Gelderland" vanuit Landsend - Engeland, in IJmuiden aan. Om uitgerust te worden voor een nieuwe lange reis. 10 augustus vertrok de "Gelderland" weer naar Landsend - Engeland, om tijdelijk daar gestationeerd te worden ter aflossing van de "Noord-Holland".

2 september 1965 vertrok de "Gelderland" vanaf het station Penzance - Engeland, naar Cobh - Ierland.

De "Gelderland" arriveerde op 5 september 1965 met twee elevator bakken vanuit Cobh - Ierland, in Rotterdam.

Op 6 september 1965 vertrok de "Gelderland" met de zuiger "HAM.2O9" op sleeptouw vanuit Kinderdijk naar Durban - Zuid Afrika.

Op 8 september tijdens zeer slecht weer, windkracht 10, raakte bootsman H. van Zelm op het werkdek van de "Gelderland" gewond aan het hoofd. Na contact met het Rode Kruis ziekenhuis in Den Haag werd via de Engelse radio-kuststations verzocht om een reddingsboot die de gewonde naar de vaste wal kon vervoeren voor verzorging in een ziekenhuis. De reddingsboot van Torbay - Engeland, stak in zee maar slaagde er niet in om langszij van de "Gelderland" te komen en de gewonde over te nemen. Op 9 september werd bootsman H. van Zelm met een helikopter van boord gehaald en overgebracht naar het ziekenhuis van Weymouth - Engeland.

In het ziekenhuis bleek dat bootsman H. van Zelm een zware hersenschudding en verwondingen aan de kaak had opgelopen.

3 november 1965 werd de "HAM.2O9" door de "Gelderland" in Durban - Zuid Afrika, afgeleverd.

6 november 1965 vertrekt de "Gelderland" vanuit Durban - Zuid Afrika, naar Port Harcourt - Nigeria. Voor het uitvoeren van een sleepreis vanuit Port Harcourt - Nigeria naar Dakar - Senegal. 19 november arriveert de "Gelderland" vanuit Durban - Zuid Afrika, in de haven van Port Harcourt - Nigeria.

De "Gelderland" vertrekt op 21 november 1965 vanuit Port Harcourt - Nigeria naar Dakar - Senegal, met een drijvende kracht-installatie op sleeptouw.

4 december 1965 arriveerde de "Gelderland" in de haven van Dakar - Senegal, met de drilling Barge "DB 2" vanuit Port Harcourt - Nigeria.

Op de dag van aankomst te Dakar vertrok de "Gelderland" onmiddellijk weer naar zee om koers te zetten naar een positie 1000 mijl ten Zuid-Westen van Dakar, waar de sleepboot "Oceaan" van Smit, met 2 bakken op sleeptouw, met machine schade lag te drijven.
 
Op basis Lloyd's Open Form was de "Gelderland" naar deze positie gedirigeerd om eventueel hulp te verlenen. De bemanning van de "Oceaan" slaagde er op 9 december in alles weer draaiende te krijgen, zodat de "Gelderland" zich kon beperken tot het escorteren van het transport — onderweg vanuit de verenigde Staten naar Nigeria — gedurende enkele dagen.

Op 12 december 1965 werd de "Gelderland" bedankt.

Op 20 december 1965 ging de "Gelderland" onderweg naar de Nederlandse kustvaarder "Casablanca"(1951 – 499 Brt.), die op Ponta do Sol - Kaap Verdische eilanden, was gestrand. De "Casablanca" was geladen met tonijn onderweg vanuit Santander - Spanje, naar Puerto Rico.

De "Gelderland" was op 21 december 1965 reeds ter plaatse en begon de berging van de "Casablanca", geladen met bevroren vis, op basis Lloyd's Open Form.

Door de "Gelderland" werd in 1965 in 10 reizen 22.470 mijl slepend afgelegd met 16 objecten.

1966

7 januari 1966 werd de bergings poging van de "Casablanca" opgegeven, door slecht weer was de coaster nog verder op de rotsen terecht gekomen en had zware bodem schade opgelopen.

De "Gelderland" ging via Sao Vincente - Kaap Verdische eilanden, onderweg naar IJmuiden waar ze op 23 januari 1966 arriveerde.

Op 29 januari 1966 werd hulp verleend aan de Duitse coaster "Lamara"(1946 – 492 Brt.) die met machineschade op 10 mijl ten Noorden van het lichtschip "Texel" rond dreef. De "Lamara" werd op basis Lloyds Open Form naar IJmuiden versleept.

De "Gelderland" was in februari 1966 werkzaam in het Noordzee gebied.

01/02 Universal Dipper: Gestrand t.h.v. Cromer-Sheringham. LOF voor de Gelderland, doch door een Britse sleepboot vlotgebracht.

De "Gelderland" trok begin februari 1966 enkele keren op de "Santa Kyriaki" bij IJmuiden, versleepte de coaster "Jean–E"(1950 – 455 Brt.) vanuit Londen - Engeland, naar IJmuiden.

8 februari 1966 vertrok de "Gelderland" vanuit IJmuiden naar de plaats, waar december 1965 het booreiland "Sea Gem" kapseisde. Zes duikers werkten  vanaf de "Gelderland" bij het wrak van het booreiland om de bergings kansen van de "Sea Gem" te bezien. 17 februari 1966 arriveerde de "Gelderland" weer in IJmuiden.

Tegen het einde van februari 1966 vertrok de "Gelderland" vanuit IJmuiden naar Charleston in de Verenigde Staten.

Er wacht de "Gelderland" een lange reis met drie slepen, elk bestaande uit vier bakken, naar een bestemming in het gebied van de zuid Chinese zee.

26 februari 1966 verleende de "Gelderland" in de Atlantische Oceaan hulp aan de Libanese Liberty "Nedi"(1942 – 7.241 Brt.), die op 200 mijl ten Noord-Oosten van de Azoren in slecht weer machineschade had opgelopen. De "Gelderland" sleepte de "Nedi" op basis Lloyd's Open Form naar Ponta Delgada - Azoren, waar het transport op 1 maart arriveerde.

De "Gelderland" vertrok half maart vanuit Charleston - Verenigde Staten, voor een lange reis via de Stille Oceaan naar de Zuid Chinese Zee. Op deze sleepreis worden 12 bakken in drie slepen versleept.

De "Gelderland" passeerde eind maart het Panama Kanaal op de sleepreis van Charleston - Verenigde Staten, naar de Zuid Chinese Zee met een twaalftal bakken verenigt in drie slepen. De reis leidt via Honolulu – Hawaï - Verenigde Staten.

Begin mei deed de "Gelderland" Honolulu – Hawaï - Verenigde Staten, aan op haar reis met 12 bakken vanuit Charleston naar Camranh Bay - Vietnam, aan de Zuid Chinese Zee.

De "Gelderland" arriveerde half juni in Camranh Bay - Vietnam.

Vanuit Camranh Bay - Vietnam, versleepte de "Gelderland" een ponton naar Sainhib - Thailand.

Na het afleveren van een ponton te Sainhib - Thailand, zette de "Gelderland" koers naar Kaapstad - Zuid Afrika.

De "Gelderland" vertrok half augustus 1966 met de walvisjagers "AM. 19 Jooske W. Vinke", "AM. 21 Willem Vinke" en "AM. 22 Nicolaas Vinke" op sleeptouw vanuit Kaapstad - Zuid Afrika, naar Santander - Spanje.

Tijdens deze reis brak op 29 augustus 1966 de sleepverbinding met de "AM. 21 Willem Vinke" en op 31 augustus met de "AM. 22 Nicolaas Vinke" beide schepen werden spoedig weer vastgemaakt.

Eind september 1966 kwam de "Gelderland" met de drie voor de sloop bestemde walvisjagers aan in de haven van Santander - Spanje.

Vanuit Santander - Spanje, vertrok de "Gelderland" naar St. Nazaire - Frankrijk, om een drijvend pompstation te verslepen naar Vlaardingen.

Begin oktober 1966 arriveerde de "Gelderland" in IJmuiden, waarmee de bemanning een reis rond de wereld in acht maanden tijds afsloot.

5 oktober 1966 vertrok de "Gelderland" vanuit IJmuiden naar Hamburg - Duitsland.

In Hamburg - Duitsland, werd door de "Gelderland" het booreiland "Hubinsel IV" vastgemaakt voor een sleepreis naar Milfordhaven - Engeland. Waar, door de "Gelderland", de "Hubinsel IV" op 14 oktober 1966 werd afgeleverd.

Vanuit Milfordhaven - Engeland, vertrekt de "Gelderland" weer naar IJmuiden waar de "Gelderland" op 17 oktober 1966 arriveerde.

20 oktober 1966 vertrok de "Gelderland" vanuit IJmuiden naar een positie ter hoogte van het eiland Wight, waar de "Gelderland" op 22 oktober de hopperzuiger "W.D." overneemt van de "Hector" die met de hopperzuiger "W.D." onderweg was vanuit Blyth - Engeland, naar Cobh - Ierland.

Na aflevering van de hopperzuiger "W.D." op 24 oktober 1966 in Cobh - Ierland, vertrok de "Gelderland" naar Penzance - Engeland, om daar op station te gaan.

Vanuit Penzance - Engeland, vertrok de "Gelderland" op 30 oktober 1966 naar Jacksonville - Verenigde Staten, waar de "Gelderland" op 21 november 1966 arriveerde.

In de haven van Jacksonville - Verenigde Staten, werd de tanker "Padre Island"(1942 – 9.925 Brt.) vastgemaakt. De "Padre Island" had na een stranding op 10 februari 1966 nabij Great Isaac Cay zware schade opgelopen en was voor de sloop verkocht naar Spanje.

Nadat de "Padre Island" 29 december 1966 in de Spaanse haven Vinaròz aan de Middellandse Zee was afgeleverd, zette de "Gelderland" koers naar een positie ter hoogte van Cartagena - Spanje, om de sleep van de "Jacob van Heemskerck", de beladen ponton "GEM. 111" over te nemen. De ponton moet verder versleept worden naar Bahrein - Perzische Golf.

Door de "Gelderland" werd in 1966 27.275 mijl slepend afgelegd.

1967

Begin januari 1967 nam de "Gelderland" de beladen ponton "GEM III" ter hoogte van Cartagena - Spanje, van de "Jacob van Heemskerck" over voor de verdere reis vanuit Bordeaux naar Bahrein - Perzische Golf.
 
Half januari passeerde het transport het Suez Kanaal. 16 februari 1966 werd de ponton "GEM III" in Bahrein - Perzische Golf, afgeleverd.

Na aflevering van de ponton "GEM III" ging de "Gelderland" op station in de Perzische Golf.

Op 18 februari 1967 vertrok de "Gelderland" vanaf haar station naar de positie van de Noordse tanker "Varenna"(1960 – 25.920 Brt.)die was gestrand in de Perzische Golf. Terwijl de "Gelderland" onderweg was naar de positie van de "Varenna" slaagde de "Hudson" van Smit & Co. er in de "Varenna" vlot te brengen.

Op 23 februari 1967 ging de "Gelderland" onderweg naar de Griekse tanker "Pericles Halcoussis"(1956 – 20.776 Brt.), die in de Perzische Golf, op de Kad Farur banken, ten zuidwesten van Bahrein was gestrand. De "Gelderland" werd op basis Lloyd's Open Form geaccepteerd en slaagde erin om de tanker op 26 februari vlot te brengen.

Na het vlot brengen van de "Pericles Halcoussis" betrok de "Gelderland" weer het station Perzische Golf.

24 maart 1967 maakte de "Gelderland" de ponton "Gem. 111" en de sleepboot "Castor" vast voor een sleepreis vanuit Bahrein naar Bordeaux - Frankrijk.

Nadat de "Gelderland" eind maart 1967 te Bahrein was begonnen aan de sleepreis met de beladen ponton "Gem. 111" en de sleepboot "Castor", werd half april 1967 het Suez Kanaal gepasseerd.

Eind april 1967 begin mei 1967 was de "Gelderland" te Skikda - Algerije, (Philippeville)voor bunkers, 1 mei 1967 werd de sleepreis naar Bordeaux - Frankrijk, voortgezet. 14 mei 1967 kon de beladen ponton "Gem. 111" en de sleepboot "Castor" in de haven van Bordeaux – Frankrijk worden afgeleverd.

De bemanning van de "Gelderland" werd op 15 mei 1967 in Bordeaux - Frankrijk, afgelost.

Na aflossing van de bemanning zette de "Gelderland" koers naar Messina - Italië.

De "Gelderland" gaat een aantal sleepreizen uitvoeren vanuit Messina op Sicilië, Italië, naar Marsa el Brega - Libië, op deze reizen worden betonnen caissons versleept.

2 juni 1967 vertrok de "Gelderland" vanuit Messina naar zee met de eerste van acht caissons, die versleept moeten worden vanuit Messina - Italië, naar Marsa el Brega - Libië.

Nadat de eerste caisson in Marsa el Brega - Libië, op haar positie was gebracht, ging de "Gelderland" via Catania - Italië, terug naar Messina - Italië.

Half juni werd de tweede sleepreis Messina - Italië, Marsa el Brega - Libië, met een caisson begonnen. Nadat deze caisson was afgeleverd, maakte de "Gelderland" begin juli de derde reis Messina - Italië, Marsa el Brega - Libië, met een caisson. De vierde reis met een caisson werd op 14 juli 1967 te Messina begonnen.

De vierde caisson, die de "Gelderland" tussen Messina - Italië, Marsa el Brega - Libië, versleepte, kon pas eind juli 1967 worden afgeleverd, daar de weers omstandigheden onder de Libische kust van 21 juli 1967 af, toen het transport op de rede van Marsa el Brega - Libië, arriveerde, slecht waren.

Na het afleveren van de vierde cassion vertrok de "Gelderland" naar Malta voor een dokbeurt.

Na het dokken in Malta vertrok de "Gelderland" weer naar Messina - Italië, om daar 17 augustus 1967 de sleepreis met de vijfde caisson te beginnen.

Nadat deze caisson was afgeleverd te Marsa el Brega - Libië, ging de "Gelderland" begin september 1967 onderweg naar Duinkerken - Frankrijk, om samen met de "Willem Barendsz" vanuit deze haven op 12 september 1967 te beginnen aan een sleepreis met het Franse booreiland "Neptune I" naar naar Pescara - Italië, aan de Adriatische Zee. Tijdens deze sleepreis moest Gibraltar worden aangedaan voor reparaties aan de "Neptune I"

Nadat de "Neptune I" was afgeleverd in Pescara - Italië, zette de "Gelderland" half oktober 1967 koers naar de haven van Eleusia in Griekenland.

In de haven van Eleusia - Griekenland, werd eind oktober 1967 de Liberty "Christitsa"(1944 – 7.176 Brt.) vastgemaakt voor de laatste reis naar de sloopwerf in Castellon - Spanje.

De "Gelderland" leverde de "Christitsa" eind oktober af in Castellon - Spanje, en zette vervolgens via Ceuta - Spanje, koers naar het Engels Kanaal.

Op 1 en 2 november 1967 werd bijstand verleend door de "Gelderland" aan het Franse vrachtschip "Baltique"(1951 – 777 Brt.), die met slagzij op 15 mijl ten zuiden van het eiland Wight om assistentie had gevraagd. De "Gelderland" escorteerde de "Baltique" naar Exeter - Engeland.

Na het afleveren van de "Baltique" in Exeter - Engeland, zette de "Gelderland" koers naar IJmuiden.

Vanuit Vlaardingen maakte de "Gelderland" een sleepreis met een baggermolen naar Noorwegen.

Vanuit Leith - Engeland versleepte de "Gelderland" een pompbak naar Vlaardingen.

En vanuit Middlesborough - Engeland, versleepte de "Gelderland" de zuiger "Nassau Bay" naar Rotterdam. Waar de "Gelderland" op 19 november 1967 met de "Nassau Bay" op sleeptouw arriveerde.

Na het verslepen van de zuiger "Nassau Bay" vanuit Middlesborough - Engeland, naar Rotterdam in de tweede helft van november 1967, werd de "Gelderland" in Penzance - Engeland gestationeerd.

Half december vertrok de "Gelderland" vanuit Penzance - Engeland naar Cobh - Ierland.

Te Cobh - Ierland, werd een ponton vastgemaakt voor een sleepreis naar Rouen - Frankrijk.

Hierna versleepte de "Gelderland" de Liberiaanse tanker "Olympic Gulf"(1954 – 21.066 Brt.) vanuit Milfordhaven - Engeland, naar Plymouth - Engeland.

De "Gelderland" nam in de tweede helft van december 1967 ter hoogte van Wight de sleep van de "Hector", de zuiger "Bijlmermeer", over voor de verdere reis naar St. Nazaire - Frankrijk. Slecht weer belette de "Gelderland" de voortzetting van deze reis, waarna de zuiger werd binnengebracht te Southampton - Engeland, en de "Hector" eind december weer vanuit IJmuiden kwam om de zuiger "Bijlmermeer" vanuit Southampton - Engeland, naar St. Nazaire, Frankrijk, te brengen.

De coaster "Adrian M" verzocht om assistentie, omdat er lekkage aan boord was, de "Gelderland" vertrok vanuit Penzance - Engeland naar de positie van de Engelse tanker "Adrian M."(1957 – 967 Brt.) maar de Adrian M." wist zelf de haven te bereiken en had geen assistentie nodig.

De "Gelderland" vertrok 29 december 1967 van het station Penzance - Engeland, naar de positie van de Coaster "Yselhaven"(1962 – 499 Brt.) die ten noorden van Alderny - Engeland, in nood verkeerd. De "Yselhaven" maakt zware slagzij doordat de lading was gaan schuiven. De "Alcetas" van de NKM was stand-by bij de "Yselhaven". Uiteindelijk wist de "Yselhaven" zich zelf te klaren en was hulp van de "Gelderland" niet nodig.

Door de "Gelderland" werd in 1967 19.660 mijl slepend afgelegd.

1968

Op 6 januari 1968 ging de "Gelderland" onderweg naar het Russische visserij-fabrieks-schip "Gijiga"(3.170 Brt.), dat machineschade had opgelopen in windkracht 10 op 40 mijl ten westen van de Zuid-West punt van Ierland.
De "Gijiga" accepteerde de door de "Gelderland" aangeboden hulp op basis Lloyd's Open Form, maar toen de sleepboot op 7 januari 1968 ter plaatse kwam waren de weersomstandigheden beter geworden en was het schip op ongeveer 10 mijl uit de wal voor anker gegaan. De "Gijiga" besloot daar op Russische hulp te wachten om naar een haven gesleept te worden.

Op 15 januari 1968 arriveerde de "Gelderland" te IJmuiden, van waaruit onmiddellijk weer werd uitgevaren toen de melding kwam dat het Britse booreiland "Sea Guest" van de ankers was geslagen. De "Sea Quest" accepteerde echter Britse hulp.

De "Gelderland" ging vervolgens samen met de "Willem Barendsz" naar de positie van het booreiland "Ocean Traveller" bij Noorwegen, dat schade had opgelopen in zwaar stormweer en terug gesleept moest worden naar Stavanger - Noorwegen.

Nadat de "Ocean Traveller" was afgeleverd in Stavanger - Noorwegen op 20 januari 1968 vertrok de "Gelderland" naar IJmuiden om vervolgens op 23 januari naar Amsterdam te gaan voor een dokbeurt bij de ADM waar de "Gelderland" ook geautomatiseerd werd.

Begin februari 1968 vertrok de "Gelderland" weer vanuit IJmuiden naar zee om koers te zetten naar Point a Pitre in West-Indië.

Op 21 februari 1968 vertrok de "Gelderland" vanuit Point a Pitre - Guadeloupe, met de zuiger "Lia" en de sleepboot "Atlantico" op sleeptouw naar Taranto, Italië.

Tijdens de sleepreis van Pointe a Pitre - Guadeloupe, naar Taranto - Italië, met de zuiger "Lia" en de sleepboot "Atlantio", kreeg de "Gelderland" begin maart opdracht van sleep te wisselen met de "Willem Barendsz" die de zuiger "Karamat" achter zich had, met bestemming Karachi - Pakistan.

De "Willem Barendsz" nam de zuiger "Lia" en de sleepboot "Atlantio" van de "Gelderland" in volle zee over.

Na het overgeven van de zuiger "Lia" en de sleepboot "Atlantio", aan de "Willem Barendsz" ter hoogte van de Canarische eilanden, arriveerde de "Gelderland" half maart 1968 in de haven van Teneriffe - Canarische eilanden.

Enkele dagen na aankomst vertrok de "Gelderland" met de zuiger "Karamat", die door de "Groningen" en "Willem Barendsz" vanuit Lübeck - Duitsland, was aangebracht, naar Karachi - Pakistan.

Deze sleepreis wordt gemaakt rond de Kaap. Half april werd Kaapstad - Zuid Afrika, door de "Gelderland" aangedaan voor bunkers.
 
Half mei 1968 werd de "Karamat" in Karachi - Pakistan, afgeleverd.

Vanuit Karachi - Pakistan, zette de "Gelderland" koers naar Colombo - Sri Lanka, waar de "Gelderland" op station ging.

15 mei 1968 is de "Gelderland" bij strandingsplaats van het met zout geladen Indiaanse vrachtschip "Bharatratna"(1954 – 5.172 Brt.) die 14 mei 1968 was gestrand in de Golf of Kambaym 125 mijl Noord-West van Bombay, India.
Van berging van de "Bharatratna" werd afgezien.

Van half mei tot eind juni 1968 lag de "Gelderland" gestationeerd te Colombo - Sri Lanka. Op 30 juni 1968 vertrekt de "Gelderland" vanuit Colombo - Sri Lanka, naar Kaapstad waar de "Gelderland op 22 juli 1968 arriveerde.

25 juli 1968 begon de "Gelderland" vanuit Kaapstad - Zuid Afrika, aan een  sleepreis met de baggermolen "HAM 113" en de sleepboot "HAM 420" met bestemming Lüderitz - Namibië.

Na aflevering van de baggermolen "HAM 113" en de sleepboot "HAM 420" in Lüderitz - Namibië, op 29 juli 1968 zette de "Gelderland" weer koers naar Kaapstad - Zuid Afrika, waar de Gelderland" op 31 juli 1968 arriveerde.

9 augustus 1968 vertrok de "Gelderland" weer vanuit Kaapstad - Zuid Afrika, met de onderlossers "HAM 580" en "HAM 582" op sleeptouw naar Lüderitz - Namibië.

Na aflevering van de twee onderlossers in Lüderitz - Namibië, vertrok de "Gelderland" op 12 augustus 1968 vanuit Lüderitz - Namibië, weer naar Kaapstad - Zuid Afrika, waar de "Gelderland" vanaf 15 augustus 1968 op station ging.

Eind augustus 1968 arriveerde de "Gelderland" in Lourenço Marques - Mozambique,
waar het vrachtschip "Helene"(1934 – 4.157 Brt.) (vlotgebracht door de "Jacob van Heemskerck") werd vastgemaakt voor een sleepreis naar Durban - Zuid Afrika, waarheen de "Helene" was verkocht voor de sloop.

15 september 1968 werd de "Helene" door de "Gelderland" afgeleverd bij de sloopwerf in Durban - Zuid Afrika.

Vanuit Durban - Zuid Afrika, vertrok de "Gelderland" naar Dakar - Senegal, om daar begin oktober 1968 een sleepreis te beginnen met twee onderlossers (daar achtergelaten door de "Jacob van Heemskerck") naar Port de Bouc, nabij Marseille - Frankrijk.

Half oktober 1968 werden de 2 onderlossers door de "Gelderland" te Port de Bouc nabij Marseille - Frankrijk, afgeleverd.

Nadat de bemanning per vliegtuig was afgelost, ging de "Gelderland" op 22 oktober vanuit Port de Bouc - Frankrijk, naar Marsa el Brega - Libië, om daar enige tijd de "Cycloop", die een dokbeurt moest ondergaan, te vervangen.

Nadat de "Gelderland" vanaf 24 oktober tot 6 november 1968 het werk van de "Cycloop" te Marsa el Brega had waargenomen, vertrok de "Gelderland" op 7 november 1968 vanuit Marsa El Brega - Libië, naar Malta met een drijvende heistelling op sleeptouw.

Na het afleveren van de heistelling vanuit Marsa El Brega - Libië, in Malta vertrok de "Gelderland" op 9 november 1968 vanuit Malta naar Ortona - Italië.
Nadat te Catania - Sicilië, Italië, was gebunkerd, werd Ortona - Italië, bereikt,

Waar de "Gelderland" twee (Eerman)pontons met bestemming Vlaardingen vastmaakte. Te Arzew - Algerije, werd dit tweetal voor de verdere sleepreis aan de "Titan" overgegeven.

De "Gelderland" zette vanuit Arzew - Algerije, koers naar Skaramanga - Griekenland, om de baggermolen "Hermes" en de beladen ponton "Coplar III" naar Vlaardingen te slepen. 30 november 1968 vertrok het transport vanuit Skaramanga - Griekenland.

Ter hoogte van Dungeness - Engeland, werd de ponton "Coplar III" op 28 december 1968 overgegeven aan de "Titan" die de "Coplar II" verder versleepte naar Vlaardingen.

De "Gelderland" arriveerde eind december 1968 te Vlaardingen met de baggermolen "Hermes".

Op 31 december 1968 vertrok de "Gelderland" vanuit Vlaardingen met een drijvende heistelling op sleeptouw naar Port Talbot - Engeland.

Door de "Gelderland" werd in 1968 20.828 mijl slepend afgelegd.

1969

Na aflevering van een drijvende heistelling in Port Talbot - Engeland, zette de "Gelderland" koers naar Penzance - Engeland, en ging daar op station.

Vanaf Penzance - Engeland, vertrok de "Gelderland" in de eerste helft van januari 1969 naar Milfordhaven - Engeland, waar het Duitse hefeiland "Hubinsel IV" werd vastgemaakt met bestemming Hamburg - Duitsland.

De bestemming was aanvankelijk Hamburg - Duitsland, maar werd later in Immingham – Engeland gewijzigd waar de "Gelderland" het Duitse hefeiland "Hubinsel IV" afleverde.

Eind januari 1969 werd samen met de "Utrecht" de tanker "Diane"(1965 – 33.759 Brt.) geëscorteerd vanuit IJmuiden naar de Elbe - Duitsland.

Na een dokbeurt te Amsterdam in de laatste week van januari, verrichtte de "Gelderland" stations dienst t.h.v. Dungeness - Engeland.

4 februari 1969 vertrok de "Gelderland" vanuit de Nieuwe Rotterdamse Waterweg voor een lange sleepreis. Op deze reis, die leidt vanuit Rotterdam rond Kaap de Goede Hoop naar Chittagong - Pakistan, wordt de drijvende kraan "Ta-Qatwar" versleept.

In de maanden maart en april 1969 was de "Gelderland" bezig aan de sleepreis met de drijvende kraan "Ta-Qatwar" vanuit Rotterdam naar Chittagong - Pakistan.

Ter hoogte van Dakar - Sengegal, werd de "Gelderland" half maart 1969 van bunkers en proviand voorzien door de "Noord Holland".

2 april werd de drijvende kraan "Ta-Qatwar" nabij de Noordkust van Madagascar overgegeven aan de "Willem Barendsz".

De "Gelderland" ging vervolgens onderweg naar Karachi - Pakistan, waar de pijpen-legger "L. E. Minor" wordt vastgemaakt.

De pijpen-legger "L. E. Minor" wordt door de "Gelderland" naar Bahrein gesleept.

Vanuit Bahrein zette de "Gelderland" koers naar Port Damman - Saoedi-Arabië, om een onderzoek naar de bergingsmogelijkheden, van de gezonken baggermolen "Triton", in te stellen.

Vanuit Port Damman - Saoedi-Arabië, zet de "Gelderland" koers naar Durban - Zuid Afrika,

In de laatste week van april 1969 en gedurende de eerste drie weken van mei 1969 was de "Gelderland" onderweg vanuit de Perzische Golf via Durban - Zuid Afrika, naar de Westkust van Afrika, waar ter hoogte van Monrovia - Liberia, van de "Jacob van Heemskerck" de zuiger "Nassau Bay" werd overgenomen voor de verdere sleepreis naar de Mahe op de Seychellen.
 
De "Nassau Bay" werd door de "Utrecht" vanuit Vlaardingen naar Lissabon - Portugal, gesleept en door de "Jacob van Heemskerck" vanuit Lissabon - Portugal, naar een positie onder de Afrikaanse westkust ter hoogte van Monrovia - Liberia.

20 juni 1969 arriveerde de "Gelderland" met de zuiger "Nassau Bay" in Walvisbaai - Namibië, voor bunkers en proviand.

Ook in de maand juli 1969 was de "Gelderland" nog bezig aan de sleepreis met de zuiger "Nassau Bay" naar Mahé op de Seychellen-eilanden.

Eind juli werd de zuiger "Nassau Bay" in de haven van Mahé - Seychellen, afgeleverd.

Vanuit Mahé - Seychellen, vertrok de "Gelderland" via Durban - Zuid Afrika, onderweg naar Freetown - Sierra Leone, waar 26 augustus de bemanning werd afgelost.

De "Gelderland" vertrok op 27 augustus 1969 vanuit Freetown - Sierra Leone, naar de positie van de "Jacob van Heemskerck" en nam op 27 augustus 1969 ter hoogte Freetown - Sierra Leone, de sleep van de "Jacob van Heemskerck" over, de kraanponton "Adriaco 101", die vanuit Taranto - Italië, naar de Rode Zee versleept moest worden.

Nadat de "Gelderland" half november 1969 haar sleep, de "Adriaco 101" in Massawa - Eritrea, aan de Rode Zee had afgeleverd - de "Adriaco 101" kwam achter de "Jacob van Heemskerck" vanuit Taranto - Italië, naar Freetown - Sierra Leone, en daarna achter de "Gelderland" rond de Kaap naar de Rode Zee - vertrok de sleepboot op 29 november weer vanuit Massawa - Eritrea, in de richting Indische Oceaan voor stations dienst.

In 1969 werd door de "Gelderland" in totaal 26.591 mijl slepend afgelegd.

1970

De "Gelderland" verrichtte in januari en februari 1970 stations dienst in de Indische Oceaan en de Perzische Golf.

Vanuit de Perzische Golf ging de "Gelderland" half februari 1970 naar Djeddah - Saudi Arabië, voor het verslepen van de bijna 3000 ton metende drill-tender "J. W. Nickle" naar Dubai - Verenigde Arabische Emiraten.

Midden maart 1970 werd de drill-tender "J. W. Nickle" door de "Gelderland" afgeleverd in Dubai - Verenigde Arabische Emiraten. En werd een deel van de bemanning afgelost in Bahrein

Na aflevering van de drill-tender "J. W. Nickle" in Dubai - Verenigde Arabische Emiraten, ging de "Gelderland" weer op station in de Perzische Golf.

Door de "Gelderland" werd van af haar stations positie nog koers gezet naar het tijdens een storm ernstig beschadigde en later gezonken booreiland "J. W. Nickle", (zelfde naam en eigenaar als de drill-tender "J. W. Nickle").

9 mei 1970 was de "Gelderland" stand-by bij de "Thetis"(geen gegevens) die met machineschade lag te drijven ter hoogte van Muscat - Oman.

Van af de positie ter hoogte van Muscat - Oman, vertrok de "Gelderland" naar Abu Dhabi - Verenigde Arabische Emiraten, in de Perzische Golf om daar 2 bakken vast te maken.

Vanuit Abu Dhabi - Verenigde Arabische Emiraten, vertrok de "Gelderland" met de bakken "Lek" en "IJssel" op sleeptouw naar Vlaardingen, rond Kaap de Goede Hoop, die de "Gelderland" begin juni 1970 passeerde.

De "Gelderland", onderweg vanuit Abu Dhabi - Verenigde Arabische Emiraten, naar Vlaardingen met de bakken "Lek" en "IJssel", bunkerde begin juli 1970 in Dakar - Senegal.

In de tweede helft van juli 1970 werden de bakken "Lek" en "IJssel" in het Engels kanaal overgegeven aan de "Noord Holland" waarna de "Gelderland" op 28 juli 1970 in IJmuiden arriveerde.

Vanuit IJmuiden vertrok de "Gelderland" met bestemming New York - Verenigde Staten.

Ter hoogte van de Bermuda's werd koers gezet naar de positie 28-40 N en 68-25 W van de Liberiaanse bulkcarrier "Nestos"(1964 – 16.073 Brt.), die na brand in de machinekamer door de bemanning was verlaten, op ongeveer 300 mijl ten zuidwesten van Bermuda.

Op 14 augustus 1970 maakte de "Gelderland" de "Nestos" vast en sleepte deze naar de rede van Bermuda, waar de "Gelderland" op 20 augustus 1970 arriveerde, in afwachting van een definitieve bestemming.

22 augustus 1970 vertrok de "Gelderland" met de "Nestos" op sleeptouw vanuit de Bermuda's naar Baltimore - Verenigde Staten, waar de "Nestos" op 1 september 1970 door de "Gelderland" werd afgeleverd.

Na aflevering van de "Nestos" in Baltimore - Verenigde Staten vertrok de "Gelderland" naar New York - Verenigde Staten.

De "Gelderland" maakte op de Hudson Rivier nabij New York - Verenigde Staten, de "Irish Splice"(1945 – 3.805 Brt.) en de "Salmon Knot"(1945 – 3.805 Brt.) vast voor een sleepreis naar Bilbao - Spanje.

Op 11 oktober 1970 arriveerde de "Gelderland" met de "Irish Splice" en de "Salmon Knot" op sleeptouw vanuit New York - Verenigde Staten, in de haven van  Bilbao  - Spanje.

Na aflevering van haar sleep in Bilbao - Spanje, vertrok de "Gelderland" naar IJmuiden.

Vanuit IJmuiden vertrok de "Gelderland" naar de werf in Harlingen om als laatste sleepboot in de Provincie-klasse verbouwd en versterkt te worden.

Half oktober 1970 arriveerde de "Gelderland" in Harlingen voor de kant bij de scheepswerf "Welgelegen".

De "Gelderland" kreeg een straalbuis rond de schroef en het vermogen werd tot 4200 ipk opgevoerd en de machinekamer werd geautomatiseerd.

Op 2 december 1970 vertrok de "Gelderland" vanaf de Nieuwe Waterweg met de pontons "Demega Island", de "Krakama Island" en de "Ramos Lagoon" op sleeptouw naar Port Harcourt - Nigeria.

Op tweede Kerstdag 1970 arriveerde de "Gelderland" op de Bonny River - Port Harcourt - Nigeria, met 3 pontons vanuit Rotterdam.
 
Vanuit Port Harcourt - Nigeria, vertrok de "Gelderland" vervolgens naar Freetown - Sierra Leone, om de zuiger "Port Sunlight" naar Southampton - Engeland, te gaan slepen.

In 1970 werd door de "Gelderland" in totaal 22.674 mijl slepend afgelegd in 6 reizen.

1971

In januari 1971 versleepte de "Gelderland" de zuiger "Port Sunlight" vanuit Port Kamsar - Guinee, naar Southampton – Engeland.

Tijdens de sleepreis met de "Port Sunlight" werd ter hoogte van de Portugese kust en in de Golf van Biscaye veel slecht weer ondervonden, waarbij in de Golf van Biscaye de sleepverbinding brak. Het duurde 2 dagen voordat de "Gelderland" er in slaagde om op 27 januari 1971 weer vast te maken op de "Port Sunlight".
 
De "Gelderland" arriveerde op 1 februari 1971 vanuit Southampton - Engeland, in IJmuiden. En op 2 februari 1971 vertrok de "Gelderland" met twee pontons op sleeptouw naar Visakhapatnam - Andhra Pradesh - India.

Half maart werd Kaapstad - Zuid Afrika, gerond. En in de tweede helft van april arriveerde het transport in de haven van Visakhapatnam - Andhra Pradesh - India.

Op 22 april 1971 vertrok de "Gelderland" vanuit de haven van Visakhapatnam - Andhra Pradesh - India, naar Durban - Zuid Afrika, na het afleveren van 2 pontons vanuit IJmuiden.

Mei 1971 versleepte de "Gelderland" de baggermolen "HAM 13" en de onderlossers "HAM 582" en "HAM 583" vanuit de haven van Durban - Zuid Afrika, naar Mombasa - Kenia.

In de haven van Mombasa - Kenia werd de bemanning van de "Gelderland" afgelost en vertrok de "Gelderland" vanuit de haven van Mombasa - Kenia naar de Perzische Golf om daar op station te gaan.

5 juni 1971 werd door de "Gelderland" vastgemaakt op de tanker "Violanda"(1958 – 26.556 Brt.). Deze Liberiaanse tanker was door de bemanning verlaten, nadat de machinekamer door lekkage was volgelopen, op de positie 14-11 Noord en 56-44 Oost, enige honderden mijlen ten noordoosten van Socotra eiland - Jemen.

De "Violanda" werd eerst samen met de "Albatros"(die op 11 juni 1971 vastmaakte) naar de rede van Muscat - Oman, gesleept waar het transport op 18 juni 1971 arriveerde.

Op de rede van Muscat, Oman, kwam er een bergingsploeg vanuit IJmuiden aan boord van de "Violanda".

Vanuit de rede van Muscat - Oman, versleepte de "Gelderland" de "Violanda" naar de rede van Dubai - Verenigde Arabische Emiraten, waar de "Gelderland" met de "Violanda" op sleeptouw op 25 juni 1971 arriveerde.

Op de rede van Dubai - Verenigde Arabische Emiraten, werd de lading van de "Violanda" overgepompt in de Griekse tanker "Attica"(1960 – 29.741 Brt.).
Terwijl de "Gelderland" stand-by bleef tijdens de overslag operatie.

Ook de "Willem Barendsz" was vanaf 25 juni een aantal dagen stand-by toen de lading van de "Violanda" werd overgepompt in de Griekse tanker "Attica"(1960 – 29.741 Brt.).

8 september 1971 zijn de familieleden van de opvarenden "Willem Barendsz", "Groningen" en "Gelderland" aanwezig bij de Wereldomroep om in de uitzending de familie aan boord de groeten te kunnen doen.

September 1971 maakt de "Noord Holland" op de positie 22.25 Noord en 62.10 Oost de Panamese tanker "Theonymphos"(1959 – 29.141 Brt.), die machine schade heeft, vast en versleept deze naar Dubai - Verenigde Arabische Emiraten, waar de "Noord Holland" met de "Theonymphos" op sleeptouw op 22 september 1971 arriveert.

Omdat de tanker voor herstel naar de werf moest, werd de lading overgepompt in de liberiaanse tanker "Spyros"(1964 – 34.593 Brt.). De "Gelderland" assisteerde tijdens het overpompen van de lading.

22 oktober 1971 vertrok de "Gelderland" naar de positie van de "Chitosegawa Maru"(1967 45.796 Brt.)die was gestrand nabij Masirah Island - Oman in de positie 20-32 Noord 58-58 Oost.

De "Gelderland" was als eerste ter plaatse en bood haar assistentie aan, maar Smit & Co. verkreeg het bergings contact omdat deze drie sleepboten kon aanbieden te weten de "Clyde", "Misssisipi" en de "Tasmanzee".

De "Gelderland" werd door Smit & Co wel gecontracteerd om te assisteren bij deze berging.

Uiteindelijk werd de "Chitosegawa Maru" vlot gebracht door de "Clyde", "Tasmanzee" en de "Gelderland".

Vanaf de tweede helft van november 1971 maakt de "Gelderland" een aantal sleepreizen met baggermateriaal van de H.A.M.

Vanuit de haven van Mombasa  Kenia, vertrok de "Gelderland" met de baggermolen "H.A.M. 113" naar Durban - Zuid Afrika. Na aflevering van de "H.A.M. 113" in de haven van Durban - Zuid Afrika, zet de "Gelderland" weer koers naar Mombasa – Kenia. Waar de hoppers "H.A.M. 582" en "H.A.M. 583" werden vast gemaakt met bestemming Durban - Zuid Afrika.

En aflevering van de beide hoppers in de haven van Durban - Zuid Afrika, vertrok de "Gelderland" naar Kaapstad - Zuid Afrika, waar de hopper "H.A.M. 580" werd vast gemaakt ook met bestemming Durban - Zuid Afrika.

Op 1 december 1971 vertrok de "Gelderland" met de hopper "H.A.M. 580" op sleeptouw vanuit de haven van Kaapstad - Zuid Afrika.

1972

9 februari 1972 kreeg de "Gelderland" opdracht om koers te zetten naar de positie, 22.12 Noord en 61.08 oost in de Arabische Zee, waar de Griekse tanker "Scorpio"(1957 – 26.032 Brt.),die in ballast voer, machineschade had opgelopen.

Nadat de "Gelderland" de "Scorpio" had vastgemaakt werd koers gezet naar Bombay - India, waar de "Gelderland" de "Scorpio" op 17 februari 1972 afleverde.

De "Gelderland" wordt ingezet om de zuiger "Brakman" te verslepen vanuit Bahrein naar een nieuwe positie.

Met drie pontons maakt de "Gelderland" een sleepreis vanuit de haven van Djedda - Saudi Arabië, naar Muscat - Oman.

Midden maart 1972 kreeg de "Gelderland" de opdracht om de pijpenlegger "Saipem Catoro I" vanuit Bushire - Iran, naar Barcelona - Spanje, te verslepen.

Door de afsluiting van het Suezkanaal moest de sleepreis via de Kaap worden gemaakt. De "Gelderland" zou het eerste deel van de sleepreis maken en de "Saipem Catoro I" ter hoogte van Madagaskar overgeven aan de "Willem Barendsz".

Begin juni 1972 werd de "Saipem Catoro I" ter hoogte van Madagaskar overgenomen door de "Willem Barendsz".

28 juni 1972 verloor de Amerikaanse bulkcarrier "American Rice"(1944 – 14.263 Brt.) op de positie 15.40 Noord en 56.33 Oost haar roer.
De "Gelderland" vertrok vanuit de haven van Mombassa - Kenia, naar de positie van de "American Rise". Op 7 juli 1972 maakt de "Gelderland" de "American Rise" vast op de positie 15.33 Noord en 65.12 oost. De "American Rise" werd door de "Gelderland" versleept naar Durban - Zuid Afrika, waar de "American Rise" op 29 juli 1972 door de "Gelderland" wordt afgeleverd.

13 augustus 1972 is de "Gelderland" in de haven van Mombasa - Kenia en wordt een deel van de bemanning afgelost.

De Engelse tanker "Eastgate"(1957 – 12.166 Brt.) meld, dat het op de positie 15.43 Noord en 57.00 Oost, in de Arabische Zee machine-schade heeft opgelopen. De "Gelderland" maakt op 28 oktober 1972 de "Eastgate" vast en versleept deze naar Bandar Abbas - Iran, waar de "Gelderland" op 3 november 1972 arriveert met de "Eastgate" op sleeptouw.

De Baggermolen "Marokko" werd door de "Gelderland" versleept vanuit de haven van Mucat - Oman, versleept naar Bahrein.

En vanuit de haven van Muscat - Oman, versleepte de "Gelderland" de ponton "Amstel" naar Abu Dhabi - Verenigde Arabische Emiraten.

1973

7 januari 1973 vertrekt de "Gelderland" vanuit Singapore met de, met offshore materiaal, geladen bakken "GEM 161" en "GEM 114" op sleeptouw naar Bordeaux - Frankrijk. De sleepreis zal via de Kaap worden gemaakt.

Op 21 februari 1973 arriveert de "Gelderland" voor bunkers in de haven van Durban – Zuid Afrika, en waar de bemanning wordt afgelost.

Na een tussen stop in de haven van Dakar - Senegal, arriveert de "Gelderland" op de Gironde - Frankrijk,(Verdon Roads) waar de "GEM 161" en "GEM 114" op 19 april 1973 worden afgeleverd.

20 april 1973 vertrekt de "Gelderland" weer vanuit de Gironde - Frankrijk, met de pontons "GEM 124" en "GEM 114" op sleeptouw naar Le Havre - Frankrijk, waar de "Gelderland" op 24 april 1973 arriveert en de beide pontons aflevert.

Na aflevering van de beide pontons wordt een deel van de bemanning afgelost in de haven van Le Havre - Frankrijk.

Vanuit de haven van Le Havre - Frankrijk vertrekt de "Gelderland" op 25 april 1973 naar Lissabon - Portugal, waar de "Gelderland" in het dok gaat en waar weer een deel van de bemanning wordt afgelost.

Omstreeks 15 juni arriveert de "Gelderland" vanuit de haven van Lissabon - Portugal, in de haven van Belem - Brazilië, Om daar het Griekse vrachtschip "Patagonia"(1958 – 10.296 Brt.) die kampt met machineschade vast te maken.

De "Gelderland" versleept de "Patagonia" eerst vanuit Belem - Brazilië, naar Santos - Brazilië, waar een deel van de lading wordt gelost hierna werd de sleepreis vervolgd naar Porto Allegre - Brazilië, waar de rest van de lading werd gelost. Daarna zette de "Gelderland" met de "Patagonia" koers naar Sunderland - Engeland.

Na aflevering van de "Patagonia" in Sundeland - Engeland, zette de "Gelderland" koers naar IJmuiden waar ze op 15 oktober 1973 arriveerde na een afwezigheid van twee en een half jaar.

Weer terug in de Europese wateren maakte de "Gelderland" diverse sleepreizen.

De baggermolen "Beverwijk 5" en een boeg-bakje werden door de "Gelderland" versleept vanuit Middlesborough - Engeland, naar Cromarty Firth - Engeland.

De zuiger "Ardea" werd door de "Gelderland" versleept vanuit Vlaardingen naar IJmuiden.

Na deze sleepreizen ging de "Gelderland" stations dienst verrichten in het Engels Kanaal.

Op 8 november 1973 verzocht de Nederlandse coaster "Favoriet"(1957 – 500 Brt.) op 30 mijl van Brest - Frankrijk, wegens machineschade om assistentie.
De "Gelderland" escorteerde de "Favoriet" naar de haven van Falmouth - Engeland.

Op 17 november 1973 werd door de "Gelderland" het Engelse vrachtschip "Westondyke"(1971 – 696 Brt.) versleept, wegens machineschade, vanuit de haven van Plymouth - Engeland naar IJmuiden.

Op de Noordzee was de "Gelderland" daarna ingezet bij een rig-move met het booreiland "Ocean Traveller" vanaf de Noordzee naar Firth of Forth - Engeland.
Hierbij waren ook de "Pacific", "Smit Enterprise" en "Johann Petersen" ingezet.

Na afloop van deze sleepreis met de "Ocean Traveller" ging de "Gelderland" weer stations dienst verrichten in het Engels Kanaal.

9 december 1973 raakte op 20 mijl ten westen van Brest het Roemeense "Dimbovita"(1971 – 5.923 Brt.) tijdens stormweer in de problemen. De "Dimbovita" maakte zware slagzij en werd door de bemanning verlaten. De "Gelderland" slaagde er in de "Dimbovita" vast te maken, maar de situatie verslechterde en de "Dimbovita" zonk uiteindelijk op de positie 49.22 Noord en 4.46 West.

Op 20 december 1973 vertrok de "Gelderland" vanuit de haven van Monrovia - Liberia, met het Panamese vrachtschip "Zougro"(1966 – 2.975 Brt.) op sleeptouw met bestemming Salerno - Italië.

1974

Op 17 januari 1974 leverde de "Gelderland" de "Zougro" af in de haven van Salerno- Italië. En zette de "Gelderland" daarna koers in de richting van Gibraltar.

Het vrachtschip "Ouranos"(1964 – 765 Brt.), geladen met chemicaliën, strandde 23 januari 1974 ter hoogte van Sagres - Cabo Vincente - Portugal. De "Gelderland" wordt bij de berging van de "Ouranos" ingezet. Op 9 februari 1974 wordt de poging om de "Ouranos" te bergen opgegeven.

Het Griekse vrachtschip "Madinia"(1958 – 3126 Brt.)melde 12 februari 1974, op de positie 45.20 Noord en 8.35 West, dwars van Portimão - Portugal, problemen met de stuurinrichting. De "Gelderland" maakt de "Madinia" vast en sleept deze naar de haven van  Bilbao - Spanje.

Vanuit de haven van Bibao – Spanje vertrekt de "Gelderland" naar Cherbourg – Frankrijk waar ze op 20 februari 1974 binnen loopt voor enkele reparaties.

Op 21 februari 1974 vertrekt de "Gelderland" vanuit de haven van Cherbourg – Frankrijk naar de positie van de gestrande bulkcarrier "Elwood Mead"(1973 – 59193 Brt.).

Na veel tegenslag, stormen en hoge golven, slaagde de bergingsploeg er in met inzet van de sleepboten, "Gelderland", "Willem Barendsz", "Jacob van Heemskerck", "Utrecht", en de "Cycloop" om de op 26 december 1973 gestrande "Elwood Mead" op 24 februari 1974 vlot te slepen. En de "Elwood Mead" een baai van Guernsey binnen te slepen voor duik onderzoek.

Vanuit Guernsey was de "Gelderland" een van de sleepboten die de "Elwood Mead" naar Nederland sleepten.

Op 27 februari 1974 werd de "Elwood Mead" voor anker gelegd en vertrok de "Gelderland" naar Vlissingen om daar materiaal (bakken) op te halen dat ingezet werd om de "Elwood Mead" gedeeltelijk te lossen.

Op 7 maart 1974 werd de "Elwood Mead" naar de haven van Rotterdam gesleept voor verdere lossing en opname in het droogdok.

8 maart 1974 vertrekt de "Gelderland" vanuit Rotterdam naar IJmuiden.

Vanuit IJmuiden vertrekt de "Gelderland" op 9 maart 1974 naar Baltimore – Verenigde Staten.

Op 30 maart 1974 arriveert de "Gelderland" in de haven van Baltimore – Verenigde Staten. En neemt bunkers en stores aan boord.

1 april 1974 wordt begonnen met het sleepklaar maken van de mid-body van de T3-S2-A1 tanker "Caloosahatchee"(1945 – 12.155 Brt.) die gesloopt zal worden in Valencia – Spanje.
 
De "Gelderland" vertrekt op 2 april 1974 met de midbody "Caloosahatchee" op sleeptouw vanuit de haven van Baltimore – Verenigde Staten naar Valencia - Spanje.

14 mei 1974 arriveert de "Gelderland" met haar sleep in de haven van Valencia – Spanje en wordt, nadat de "Caloosahatchee" is afgeleverd, een deel van de bemanning afgelost.

Op 14 juni vertrekt de "Gelderland" vanuit de haven van Nouadhibou - Mauritanië, met het Franse vrachtschip "Tchibanga"(1959 – 7.271 Brt), dat op 24 maart 1973 is uitgebrand in de haven van Nouadhibou - Mauritanië, naar Valencia - Spanje, waar het transport op 21 juni 1974 arriveert.

Het vrachtschip "Patagonia Argentina"(1962 – 9.754 Brt.) wordt door de "Gelderland" versleept vanuit Curaçao naar Yokohama - Japan. Op 12 juli vertrekt de "Gelderland" met de "Patagonia Argentina" die met een gebroken krukas, via het Panamakanaal naar Japan wordt gesleept voor herstel.

Op 24 september 1974 arriveerde het transport in de haven van Yokohama – Japan, en werd op 26 september 1974 een deel van de bemanning afgelost, waarna de "Gelderland" vertrok naar Singapore.

Onderweg naar Singapore werd nog koers gezet naar de positie van een schip wat lag te drijven tussen Okinawa, Japan en Taiwan. Dit schip werd echter door een Japanse sleepboot vastgemaakt.

Hierop werd weer koers gezet naar de haven van Yokohama – Japan, en vandaar werd nadat er was gebunkerd koers gezet naar Vancouver – Canada om daar een sleep op te halen met bestemming Japan.

De "Gelderland" vertrok op 30 oktober 1974 met het vrachtschip "Georgios T."(1954 – 5.976 Brt.) op sleeptouw vanuit de haven van Vancouver – Canada, naar de sloopwerf in Tadotsu – Japan.

Kort na vertrek keert de "Gelderland" weer terug naar Vancouver – Canada, om wat problemen op de "Georgios T." te verhelpen. Op 2 november wordt weer koers gezet naar Japan.

Tijdens de reis naar Japan raakt de hoofdzender aan boord van de "Gelderland" defect en is contact alleen nog mogelijk via de noodzender en met behulp van andere schepen.

Tijdens de sleepreis wordt veel slecht weer ondervonden en brak de sleepdraad die daarbij geheel verloren ging. Na vier dagen was de "Georgius I" weer vastgemaakt en werd de reis vervolgt.

18 december 1974 arriveerde de "Gelderland" met sleep in de haven van Yokohama – Japan waar een deel van de bemanning wordt afgelost en onderdelen voor herstel van de hoofdzender aan boord komen.

Vanuit Yokohama – Japan vertrekt de "Gelderland" naar Hongkong voor reparaties aan de cilinder deksel afdichting.

Op 30 december 1974 arriveert de "Gelderland" in de haven van Hongkong.

1975

Op 9 januari 1975 wordt in Hongkong weer een deel van de bemanning afgelost.

19 januari 1975 is de "Gelderland" betrokken bij de berging van het vrachtschip "Lilac"(1956 – 4.031 Brt.) die was gestrand nabij Taiwan.

Nadat de "Lilac" was vlotgebracht door de "Gelderland", ging de "Gelderland" op station bij Colombo - Sri Lanka.

De "Gelderland" versleept het passagiersschip "Belle Abeto"(1952 – 12.007 Brt.) vanuit Singapore naar Sasebo - Nagasaki, Japan.

19 juni 1975 is de "Gelderland" in de haven van Colombo – Sri Lanka waar een deel van de bemanning wordt afgelost.

20 juni 1975 wordt op de "Gelderland" het bericht ontvangen dat het Thailandse vrachtschip "Sri Thep"(1965 – 3635 Brt.) op 500 mijl ten zuidwesten van Colombo in brand staat en door de bemanning is verlaten. De "Gelderland" arriveert op 22 juni 1975 op de aangegeven positie, en begint de zoektocht naar de "Sri Thep" pas in de morgen van 24 juni wordt het schip gelokaliseerd. Het bleek dat de "Sri Thep" in 4 dagen tijd ruim 186 mijl door wind en stroming was weg gezet. Nadat de "Sri Thep" was vast gemaakt op 25 juni 1975 moest er veel werk worden verricht voordat het schip naar Colombo - Sri Lanka, kon worden versleept, er moesten pompen worden geplaatst om uit de machinekamer lekwater weg te pompen. Daarvoor moest er eerst uit de gangen resten van de brand verwijderd worden. Op 30 juni 1975 werd de "Sri Thep" afgeleverd in de haven van Colombo – Sri Lanka.

De tanker "Theodegmon"(1960 – 20.540 Brt.) wordt door de "Gelderland" versleept vanuit de haven van Djibouti naar Durban - Zuid Afrika.

Augustus 1975 is de "Gelderland" Onderweg naar Vitória – ES - Brazilië, voor het ophalen van een sleep.

Oktober 1975 versleept de "Gelderland" de zuiger "Triton" en de bak "ST-6" vanuit de haven van Vitória – ES - Brazilië, naar New Orleans - Verenigde Staten.

In december 1975 is de "Gelderland" slepend met de tanker "Mobil Aero"(1959 – 18616 Brt.) vanuit Cristobal - Panama, naar Mobile - Verenigde staten.

Na aflevering van de "Mobil Aero" in de haven van Mobile -  Verenigde Staten werd de bemanning afgelost.

1976

Hier een kort reisverslag van een van de bemanningsleden die december 1975 aan boord kwam:
 
 Ik ben in december 1975 aan boord gegaan van de "Gelderland" in Mobile,  Verenigde Staten, na drie dagen op station te hebben gelegen zijn we drie  weken op en neer gevaren met verschillende slepen tussen Mobile - Verengde  Staten en New Orleans - Verenigde Staten.
  Daarna maakten we een sleepreis met een boorplatform naar de golf van  Mexico en Nicaragua.

Begin 1976 worden door de "Gelderland" de bakken "Julius Berger No. 21" en "Julius Berger No. 22" versleept vanuit de haven van New Orleans - Verenigde Staten, naar Corinto?.

Het vrachtschip "EaglesCliffe"(1957 – 2.334 Brt.)verloor op de positie 21.13 Noord en 83.55 West (ten westen van Jamaica)op 26 januari 1976 haar roer.
De "Gelderland" maakt de "EaglesCliffe" op basis van Lloyds Open Form vast en sleept de "EaglesCliffe" naar Kingston - Jamaica.

Na aflevering van de "EaglesCliffe" verricht de "Gelderland" stations dienst in het Caribisch gebied.

Op 29 februari 1976 krijg de "Gelderland" opdracht om koers te zetten naar San Juan - Porto Rico, om het Engelse vrachtschip "Lapland"(1972 – 6.671 Brt.) te verslepen naar Newport News - Verenigde Staten.

Op weg naar de haven van San Juan - Porto Rico, waar het Engelse vrachtschip "Lapland" moet worden opgehaald werd de "Gelderland" op 2 maart 1976 overvallen door een tropische regenbui waarin het zicht zeer slecht was.

Wegens een defect radar was de kapitein genoodzaakt langzaam te varen en kreeg een sterke onderstroom vat op het schip. De "Gelderland" liep uit de koers en kwam op de rotsen terecht op 2 mijl afstand van de haven ingang van San Juan.

De stranding vond plaats, met buiig weer en een windkracht oost 5 á 6 Beaufort op het rotseiland Isla de Cabras in een positie 18.29 Noord - 66.09 West.
Getracht werd nog om door middel van uiterst vermogen achteruit te draaien los te komen. Helaas zonder succes.

Te hulp gekomen slepers uit San Juan zagen geen kans om een verbinding tot stand te brengen. Een onderzoek wees uit dat twee brandstoftanks lek waren en dat zowel de machinekamer als een deel van het voorschip water maakten. Daar de situatie steeds kritieker werd, werden omstreeks middernacht alle 17 opvarenden van de "Gelderland" per helikopter van boord gehaald

De "Gelderland" werd total-loss verklaard. Het wrak is later verkocht aan Mr. Cuylar, die het wrak van de "Gelderland" ter plekke heeft gesloopt.