Location: Home > Gecharterde sleepboten > Amsterdam > Geschiedenis

Geschiedenis

In 1964 gaf Moran International Towing Corporation of New York uit New York aan de werf Kure Zosensho KK uit Kure - Japan, opdracht tot de bouw van de sleepboot "Alice L. Moran".

De kiel-legging van de "Alice L. Moran" vond februari 1965 plaats en in 1966 werd de "Alice L. Moran" opgeleverd aan Moran International Towing Corporation of New York New York – Verenigde Staten.

Begin januari 1966 vertrok de "Alice L. Moran" vanuit Falmouth – Engeland met het naar Baltimore – Verenigde Staten verkochte Admiraliteit dok no. 5.

Op 7 mei 1966 brak het ex Britse Admiraliteit dok no. 5, terwijl het werd gesleept door de "Alice L. Moran" vanuit Falmouth - Engeland naar Baltimore - Verenigde Staten, in tweeën.
 
Het achterste deel zonk meteen terwijl het voorstuk na het kappen van de sleepdraad rond dreef op de Atlantische Oceaan.

De "Alice L. Moran" bleef in de buurt van het voorstuk.

De "Utrecht" was een van de sleepboten die voor assistentie, vertrokken naar de positie van de "Alice L. Moran".

Ook de Duitse sleepboot "Pacific" van Bugsier zette koers naar de positie van de "Alice L. Moran".

De "Alice L. Moran" versleepte in 1966 het booreiland  "SEDCO 135E" vanuit Yokohama – Japan naar Portland  – Victoria – Australië waar de "SEDCO 135E" boringen zal gaan verrichten.

Maart/april 1967 versleepte de "Alice L. Moran" de Shell tanker "Capulus" vanuit New York – Verenigde Staten naar de haven van Hamburg – Duitsland. De "Capulus"  had maart 1967 'inhre Ruderhacke' verloren in de haven van New York – Verenigde Staten. Ook het zusterschip "Caprella" had, een maand eerder roerschade gehad in de haven van New York – Verenigde Staten. Van de "Caprella" werd de roerschade in de Verenigde Staten hersteld. Deze reparatie vond men achteraf te duur en dus werd de "Capulus" over de Oceaan versleept. 

Midden 1967 versleepte de "Alice L. Moran" het booreiland "Stormdrill V" vanuit Galveston – Texas – Verenigde Staten naar Talora – Peru. De sleepreis werd gemaakt via het Panama Kanaal.

In 1969 verkocht Moran Towing Co. de "Alice L. Moran" aan United Towing Ltd. uit Hull - Engeland. Die de "Alice L. Moran" in de vaart bracht als "Statesman" onder Engelse vlag.

Na een explosie ontstond er op 13 november 1970 brand in ruim 1 van de Zuid-Afrikaanse coaster De "Griqualand"(1962 – 499 Brt.) die onderweg was vanuit Durban - Zuid Afrika naar Port Elizabeth - Zuid Afrika.

De "Statesman" vertrok vanuit Durban - Zuid Afrika naar de positie van de "Griqualand" en begon met het bestrijden van de brand.

14 november 1970 besliste de Zuid Afrikaanse kustwacht dat de "Griqualand" niet meer te redden was en werd besloten dat de "Griqualand" tot zinken moest worden gebracht. Het Engelse Fregat "HMS Dido" heeft vervolgens de "Griqualand" met kanonvuur tot zinken gebracht.

Op 6 juli 1971 vroeg de Liberiaanse tanker "Alkis"(1955 – 12.334 Brt.) om sleepboot assistentie ter hoogte van Tistan da Cunha.

De "Alkis" was geladen onderweg vanuit Khor al Amaya - Iran naar Montevideo - Uruguay toen ter hoogte van Tistan da Cunha er scheuren ontstonden in het dek.
De "Statesman" maakte de "Alkis" vast en begon haar te verslepen naar Kaapstad - Zuid Afrika. Echter op 30 juli 1971 zonk de "Alkis" op zo'n 650 mijl uit de kust van Tistan da Cunha

18 oktober 1971 brak er brand uit in de machinekamer van de Italiaanse VLCC "Anita Monti"(1970 – 115.870 Brt.). De "Anita Monti" bevond zich in de straat van Mozambique, geladen met ruwe olie. De "Statesman" maakt op 19 oktober 1971 vast op de "Anita Monti" en versleepte de "Anita Monti" naar False Bay - Zuid Afrika waar het transport op 31 oktober 1971 arriveerde.

Op 19 november 1971 vertrokken de "Statesman" en de "Enlishman" met de "Anita Monti" op sleeptouw vanuit False Bay - Zuid Afrika- naar Fos sur Mer - Frankrijk waar de "Anita Monti" gelost zou worden.

In 1971 werd de "Statesman" overgenomen door Marine Charters Co. Inc., Monrovia, en onder de vlag van Monrovia werd gebracht. Waarna de "Statesman" in charter werd genomen door United Towing, uit Hull - Engeland.

De "Statesman" kwam in 1973 weer in eigendom van United Towing (Statesman) Ltd., Hull - Engeland, Die de "Statesman" onder de naam "Statesman I" in schreven in het Engelse register.

In 1977 kreeg "Statesman I" weer de naam "Statesman" van United Towing (Statesman) Ltd., Hull - Engeland.

11 januari 1978 arriveerde de "Statesman" vanuit Piraeus - Griekenland in Gothenburg - Zweden met de veerboot "Seaspeed Dora"(1976 – 9.963 Brt.) op sleeptouw.

In 1978 werd de "Statesman" verkocht aan Armco Pacific Financial Services (Selco Pte Ltd.), Singapore, die de "Statesman" onder de naam "Salvanguard" in de vaart bracht.

De "Salvanguard" werd in 1986 verkocht aan GATX Leasing Corp, en kwam onder de naam "Amsterdam" in de vaart.

De "Amsterdam" kwam onder de vlag van Vanuatu te varen met als thuishaven Port Vila.

De "Amsterdam" werd van de GATX Leasing Corp gecharterd door Wijsmuller Salvage B.V. IJmuiden.

Vanaf 12 maart 1986 tot 5 april 1986 lag de "Amsterdam" bij de Dubai Drydocks, Verenigde Arabische Emiraten om te worden aangepast aan de normen en eisen van Bureau Wijsmuller.

Vanaf 5 april lag de "Amsterdam" op station in Dubai - Verenigde Arabische Emiraten.

9 april 1986 vertrok de "Amsterdam" vanuit Dubai - Verenigde Arabische Emiraten naar de positie 25.56 Noord en 51.52 Oost en ging daar op station.

17 april 1986 werd de in ballast varende gastanker "Leegas"(1967 – 2.863 Brt.) bij een Iraanse aanval in brand geschoten, waarbij 1 bemanningslid omkwam, en werd de "Leegas" door de bemanning verlaten. De "Amsterdam" wist met behulp van de "Salveritas", van Selco, de brand te blussen. Hierbij verrichte de "Jetwise" diverse diensten bij de brandbestrijding.

De "leegas" werd nadat de brand was geblust op 18 april 1986 door de sleepboot "El Buey Grande" naar de haven van Dubai - Verenigde Arabische Emiraten gesleept.

De "Amsterdam" ging nadat de brand aan boord van de "Leegas" was geblust weer op station op de positie 25.34 Noord en 52.44 Oost.

20 april 1986 werd er opnieuw een tanker in brand geschoten de "Atlas I"(1969 – 79.753 Brt.)geladen met 135.000 ton ruwe olie was tijdens een Iraanse luchtaanval in brand geschoten en door de bemanning verlaten.
De brand werd eerst door lokale Supply schepen bestreden de "Maersk Beater", "Mearsk Boulder", "Red Finch" en de "Kadar". De "Amsterdam" kreeg echter een contract en wist de brand te blussen en de "Atlas I" naar de haven van Dubai – Verenigde Arabische Emiraten te slepen. aankomst te Dubai - Verenigde Arabische Emiraten op 22 april 1986.

Na aankomst in de haven van Dubai - Verenigde Arabische Emiraten met de "Atlas I" bleef de "Amsterdam" tot 25 april 1986 stand-by bij de "Atlas I".

Vanaf 25 april ging de "Amsterdam" weer op stations op de rede van Dubai - Verenigde Arabische Emiraten.

26 april vertrok de "Amsterdam" vanaf de rede van Dubai - Verenigde Arabische Emiraten naar de stations positie 25.34 Noord en 52.44 Oost.

De "Amsterdam" kreeg op 27 april 1986 bezoek van de "Ribut" die de "Jetwise" kwam 'parkeren' bij de "Amsterdam".

Diezelfde dag werd nog koers gezet naar de positie van de "Minab"(1974 – 15.649 Brt.) die bij een Iraakse aanval in brand was geschoten op de positie 28.23 Noord en 51.05 oost. Een vergeefse reis.

Nadat de "Amsterdam" weer op haar stations positie was kwam de "Ribut" op 29 april 1986 weer langszij.

De tanker "Al Safaniya"(1982 – 31.521 Brt.) onderweg vanuit Jeddah - Saudi Arabië naar Ras Tanura - Saudi Arabië werd 1 mei 1986 getroffen door een Iraanse raket, 3 bemanningsleden kwamen hierbij om 6 anderen raakten gewond, de "Pacific Teak", een door Wijsmuller gecharterde sleepboot, wist de brand die was ontstaan te blussen en de "Amsterdam" sleepte de "Al Safaniya" naar Dubai - Verenigde Arabische Emiraten waar de "Al Safaniya" op 2 mei 1986 werd afgeleverd.
Na aflevering van de "Al Safaniya" in Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, bleef de "Amsterdam" tot 4 mei 1986 stand-by de "Al Safaniya".

Vanaf 5 mei 1986 verrichte de "Amsterdam" weer stations dienst op de rede van Dubai - Verenigde Arabische Emiraten.

6 mei 1986 werd de Shuttle tanker "Superior"(1973 – 134.011 Brt.), codenaam 115, bij een Iraakse aanval in brand geschoten op de positie 28.35 Noord en 50.38 Oost. Wijsmuller verkreeg een contract op basis van L.O.F. Maar kreeg geen toestemming om de Iraanse wateren binnen te varen. De "Amsterdam" "Ribut" en "Jetwise" lagen stand-by, terwijl de brand werd geblust door de "Amir" en "Tavassol".

7 mei verrichte de "Amsterdam" weer stations dienst op de rede van Dubai - Verenigde Arabische Emiraten.

8 mei 1986 werd de met 80.000 ton kerosine geladen "Harmony I"(1967 45.376 Brt.) tijdens een Iraakse aanval in brand geschoten op de positie 28.21 Noord en 51.07 Oost. De "Amsterdam", "Ribut" en "Jetwise" ondernamen, na aankomst bij de "Harmony I" op 10 mei 1986, nog pogingen om het schip te blussen, maar het bleek onmogelijk om deze brand te blussen en de "Harmony I" was reddeloos verloren en zonk op 13 mei 1986.

Vanaf 11 mei verricht de "Amsterdam" stations dienst ter hoogte van Qatar op de positie 25.58 Noord en 53.50 Oost.

De "Amsterdam" verrichte vanaf 11 mei 1986 op diverse locaties in de Perzische Golf stations dienst.

24 mei 1986 wordt de tanker "Wind Enterprise"(1976 – 178.573 Brt.) tijdens een Iraakse aanval in brand geschoten. De "Amsterdam" zette koers naar de positie van de "Wind Enterprise" 28.42 Noord en 50.42 Oost. Een te vergeefse reis Smit verkrijgt een Lloyds Open Form.

De "Amsterdam" ging weer op station op de positie 25.23 Noord en 53.50 oost ter hoogte van Abu Nayr - Verenigde Arabische Emiraten.

31 mei 1986 werd de tanker "Hellespont Enterprise"(1976 – 150.518 Brt.) op 44 mijl ten zuiden van Kharg tijdens een Iraakse aanval in de machinekamer getroffen en in brand geschoten.

De "Amsterdam"en de "Ribut" moesten wachten tot 2 juni 1986 voordat ze van de autoriteiten toestemming kregen de Iraanse wateren binnen te varen.

Na toestemming begonnen de "Amsterdam" en de "Ribut" het vuur te bestrijden, Tijdens deze bluswerkzaamheden explodeerde ook een van de bunker tanks van de "Hellespont Enterprise". De "Jetwise" bracht de bemanningsleden van de "Hellespont Enterprise" in veiligheid tijdens de berging en assisteerde na terugkeer bij de bluswerkzaamheden.

Nadat de brand was geblust werd de "Hellespont Enterprise" door de "Ribut" naar Sirri - Iran gesleept waar het transport op 7 juni 1986 arriveerde.

7 juni 1986 maakte de "Amsterdam" de "Hellespont Enterprise" vast en versleepte deze vanuit Sirri - Iran naar Dubai - Verenigde Arabische Emiraten.

Na aflevering van de "Hellespont Enterprise" door de "Amsterdam" in Dubai - Verenigde Arabische Emiraten bleef de "Amsterdam" tot 11 juni 1986 stand-by bij de "Hellespont Enterprise".

Vanaf 11 juni 1986 verrichte de "Amsterdam" weer op verschillende locaties in de Perzische Golf stations dienst.

De tanker "Achilles"(1977 – 123.660 Brt.) werd op 13 juli 1986 het slachtoffer van een Iraakse luchtaanval op 100 mijl Zuid-Oost van Kharg – Iran.

De "Achilles" was in ballast, nadat de bemanning van boord was gehaald werd het ontstane vuur geblust door de "Amsterdam" en de "Ribut" en werd de "Achilles" weggesleept.

Nadat de "Achilles" gasvrij was gemaakt werd deze weer overgedragen aan de eigenaren.

Na afloop van de berging van de "Achilles" verrichte de "Amsterdam" op diverse locaties in de Perzische Golf stations dienst.

De "Magnum"(1981 141.640 Brt.) werd 7 augustus 1986 door Iraakse vliegtuigen aangevallen en in brand geschoten, ten zuiden van Kharg – Iran.
 
Door de "Amsterdam" en "Ribut" werd de brand bedwongen, waarna de "Magnum" door de "Amsterdam" werd versleept naar Larak - Iran geëscorteerd door de "Ribut".
Na aankomst in Larak - Iran werd de lading overgepompt naar andere tankers.

Na afloop van de berging van de "Magnum" verrichte de "Amsterdam" op diverse locaties in de Perzische Golf stations dienst.

9 oktober 1986 raakt de tanker "Angel"(1971 - 115.871 Brt.) in brand tijdens laswerkzaamheden op de rede van Dubai - Verenigde Arabische Emiraten.
De "Amsterdam" assisteerde de "Svitser Garm" en de "Tamara 5" bij de bluswerkzaamheden.

Na afloop van de bluswerkzaamheden van de "Angel" verrichte de "Amsterdam" op diverse locaties in de Perzische Golf stations dienst.

Van 18 oktober 1986 tot 26 oktober 1986 verbleef de "Amsterdam" in het dok te Dubai - Verenigde Arabische Emiraten.

Nadat de "Amsterdam" gedokt heeft verrichte ze op diverse locaties in de Perzische Golf stations dienst.

17 november 1986 had de "Amsterdam" een rendez-vous met de "Ribut" en vertrok naar Dubai - Verenigde Arabische Emiraten voor een crew-change.

18 november 1986 werd de tanker "Crown Hope"(1975 - 21.691 Brt.) in brand geschoten tijdens een Iraanse aanval in de positie 25.38 Noord en 55.25 Oost.

De brand werd geblust door de "Amsterdam", "Svitser Garm" en "Imsalv Lion" door de "Svitser Garm" werd de "Crown Hope" naar Dubai - Verenigde Arabische Emiraten gesleept.

De "Amsterdam" arriveerde als zevende sleepboot maar had wel het contract. De "Imsalv Lion" verrichte ook bluswerkzaamheden maar had geen contract.

Na aankomst in de haven van Dubai - Verenigde Arabische Emiraten op 19 november 1986 met de "Crown Hope" bleef de "Amsterdam" tot 20 november 1986 stand-by bij de "Crown Hope".

Na afloop van de werkzaamheden bij de "Crown Hope" op 20 november 1986 vertrok de "Amsterdam" vanuit Dubai - Verenigde Arabische Emiraten, naar Larak - Iran.

21 november 1986 maakte de "Amsterdam" in Larak - Iran, de tanker "Magnum"(1981 141.640 Brt.) vast en versleepte deze naar Dubai - Verenigde Arabische Emiraten. Waar de "Magnum" in het dok zal worden opgenomen voor reparaties.

Na aflevering van de "Magnum" in Dubai - Verenigde Arabische Emiraten, verrichte de "Amsterdam" weer stations dienst in de Perzische Golf.

1987

14 januari 1987 werd de tanker "Saudiah"(1974 – 16.745 Brt.) in brand geschoten tijdens een aanval door een Iraanse kanonneerboot.

De brand werd bestreden door de "Amsterdam" en de "Titan Gray". Nadat de brand was geblust vertrok de "Saudiah" geëscorteerd door de "Titan Gray" naar Dubai - Verenigde Arabische Emiraten.

De "Amsterdam" arriveerde op 19 februari 1987 in de haven van Mina Saqr Port –  Verenigde Arabische Emiraten voor proviand.

Eind februari 1987 kwam uit IJmuiden de opdracht om de "Amsterdam" op te leggen en de Phillipijnse bemanning werd naar huis gestuurd. 3 man bleven aan boord als wachtsman, kaptein Hans Jensen, 1e wtk. Gerard Creemer en bootsman Ron Sperling.
Alle materialen van Bureau Wijsmuller werden van boord gehaald en in April 1987 werd de "Amsterdam" terug gegeven aan de eigenaren.

1988

"Amsterdam" werd verkocht aan de 'Gulf Development Marine Services Company', en kwam onder de Hondurese vlag.

1989

Nadat de activiteiten minder werden in de Perzische Golf omdat de oorlog teneinde was gekomen, werd het charter van de "Amsterdam" in 1989 beëindigt.

1990

De "Amsterdam" kwam in eigendom van de 'Gulf Development Corporation EC' (GULFCORP), Bahrein, en bleef varen onder de Hondurese vlag

In 1993 stond de "Amsterdam" geregistreerd te Honduras met als thuishaven San Lorenzo. Geregistreerd eigenaar was Gulf Development Corporation.

De "Amsterdam" werd in september 1993 aangetroffen in de haven van Bahrein. De motoren werden overhaalt.

De Abdulla Ahmed Nass Group te Bahrein stond in 1995 in de Lloyd’s Register of Shipping vermeld als eigenaar van de sleepboot "Amsterdam".

De Abdulla Ahmed Nass Group, Bahrain wordt in 1995 ook genoemd als de managers van de "Amsterdam".

2004 de "Amsterdam" staat nog steeds vermeld in de Lloyds Registers echter zonder vermelding van de eigenaren.

Na 3 januari 2011 is de "Amsterdam" verdwenen uit de registers, maar zou nog steeds een ligplaats hebben in Bahrein.

In Shipbreaking.com stond in het overzicht van april 2012 tot juli 2012 het volgende bericht:

"Amsterdam", ex- "Salvanguard", ex-"Statesman", ex-"Statesman I", ex-"Alice L Moran". IMO 6607525. Bahrain flag. Classification society Bureau Veritas.
Built in 1966 in Kure (Japan) by Kure Zosensho. Owned by Gulf
Corp (Bahrein).Sold for demolition in India.

The Amsterdam (IMO 6607525) has arrived 27 april 2012 in Alang for demolition.