Location: Home > H-K > Holland 1913 - 1915 > Geschiedenis

Geschiedenis

Deopdracht tot bouw van de sleepboot "Holland" werd gegeven op 29 augustus 1912 door de firma J. Constant, Kievits & Co. Ltd., welke gevestigd was te Dordrecht.

Tijdens de bouw werd de sleepboot door NV Bureau Wijsmuller aangekocht. Het casco van de sleepboot ging op 16 april 1913 te water, en werd gedoopt door Mevr. Wijsmuller Rodriquez Pereira. Waarna de "Holland" werd afgebouwd. De "Holland" verliet de werf op 3 juni 1913.

Op 14 juni 1913 vertrekt de "Holland" vanuit Rotterdam naar IJmuiden op doorreis naar Amsterdam waar de "Holland" een dok zal vastmaken voor een sleepreis naar Nieuwe Diep.

AMSTERDAM, 24 Juni.
Het 14.000 ton droogdok, door de Nederlandsche Scheepsbouw Mij. voor rekening van het Ministerie van Koloniën gebouwd, heeft de eerste étape der ca. 9000 Engelsche mijlen lange reis voorspoedig volbracht. Door het Ministerie van Koloniën was aan Bureau Wijsmuller te Baarn opgedragen het gevaarte over de Zuiderzee naar Nieuwediep te slepen. Zaterdagmiddag 21 juni 1913 om 16.00 uur aanvaardde de nieuwe, krachtige zeesleepboot Holland, van het Bureau Wijsmuller, onder persoonlijke leiding van den heer Wijsmuller, den tocht met het logge gevaarte op sleeptouw en Maandagnacht te ongeveer half drie werd zonder enig ongeval ter rede van Texel geankerd, aldus de eerste étape van deze gevaarvolle reis tot een gelukkig einde brengende.
 
Deze sleepreis had plaats onder commando van kapitein H.J. Krijnen, de eerste machinist was D.J. Van Mourik.

De "Holland" arriveerde op 28 juli 1913 in de haven van Rotterdam met het Chileense schip de "Salvatore Ciampa"(1890 – 1.780 Brt.), geladen met salpeter, op sleeptouw.

Onder commando van kapitein H.J. Krijnen versleepte de "Holland" in 1913 een lichter vanuit Hellevoetsluis naar Lizard. Hierna pikte hij in Het Kanaal een Franse bark op, met bestemming Le Havre – Frankrijk.

Een van de volgende reizen in 1913 was het verslepen van een tankbarge vanuit Rotterdam en Antwerpen - België, naar Matadi - Congo.

De "Holland" onderweg met de 1500 tons olielichter "Mazout II" vanuit Rotterdam en de tankstoomschip "Mazout I" vanuit Antwerpen - België, naar Congo arriveerde eind augustus 1913 in de haven van Las Palmas - Canarische eilanden, voor bunkers en proviand.

Omstreeks 9 september 1913 arriveert de "Holland", onderweg vanuit Rotterdam naar Congo, met haar sleep de 1500 tons olielichter "Mazout II" vanuit Rotterdam en de tankstoomschip "Mazout I" vanuit Antwerpen - België, in de haven van Dakar - Senegal.

8 oktober 1913 arriveerde de "Holland" met haar sleep de 1500 tons olielichter "Mazout II" vanuit Rotterdam en de tankstoomschip "Mazout I" vanuit Antwerpen - België, in de haven van Banana – Kinshasa - Congo-Kinshasa, aan de Congo rivier.

Na aflevering van de olielichter "Mazout II" en het tank-stoomschip "Mazout I" zette de "Holland" koers naar Las Palmas –  Canarische eilanden

6 november 1913 arriveert de "Holland" in de haven van Las Palmas – Canarische eilanden, vanuit Banana – Kinshasa – Congo-Kinshasa, voor bunkers en proviand en zal vanuit Las Palmas - Canarische eilanden, vertrekken naar Casablanca - Marokko.

BAARN, 13 Nov. 1913
Volgens heden ontvangen telegram arriveerde de zeesleepboot "Holland" heden met alles wel te Gibraltar, de kapitein telegrafeert verder dat de verschillende schepen, die in de laatste stormen op de kust van Marokko zijn geslagen, alle zo hoog op het strand zitten, dat het onmogelijk is verbinding te maken. Door het hevige stormweer kon Casablanca niet aangedaan worden, waarop de "Holland" uitweek naar Gibraltar. Vanuit Gibraltar kreeg de "Holland" opdracht om koers te zetten naar Nederland.

De "Holland" versleepte november 1913 de splijtbak "SHT 6" vanuit Rotterdam naar Swansea - Engeland. Aankomst te Swansea - Engeland, op 3 december 1913.

Vanuit IJmuiden vertrok de "Holland" op 7 december 1913 met de door de werf Conrad gebouwde stoomhopper "No. 466" die, als schoener opgetuigd in IJmuiden lag, naar de Scilly Eilanden. Vanaf de Scilly Eilanden zal de stoomhopper "No. 466" de reis naar Bahia - Ecuador zeilend vervolgen.

Maart 1914 vertrok de "Holland" met de baggermolen "Madjoe" naar Oost-Indië, doch toen de "Madjoe" in Het Kanaal lek raakte, werd de "Madjoe" door de "Holland" de haven van Dover - Engeland binnengebracht waar de bemanning van de "Holland" zal trachten de lekkage te verhelpen. Vanuit Dover – Engeland werd vertrokken naar Southampton – Engeland om de "Madjoe" in het dok op te laten nemen voor verdere reparatie.

April 1914 versleept de "Holland" een Frans vissersschip vanuit St. Catherinepoint - Engeland, naar Boulogne - Frankrijk.

30 april 1914 arriveert de "Holland" met de Franse viermast bark "La Blanche"(geen gegevens) op sleeptouw, vanuit het Engelse Kanaal in Cuxhaven - Duitsland.

Na aflevering van de viermast bark "La Blanche" in Cuxhaven - Duitsland, vertrekt de "Holland" 'los' naar Rotterdam.

Op 26 mei 1914 vertrok de "Holland" met de Franse viermast bark "Sully"(1902 – 2.652 Brt.) vanuit Falmouth, Engeland.

29 mei 1914 levert de "Holland" de Franse viermast bark "Sully" af in de haven van Duinkerken – Frankrijk.

11 juni 1914 wordt de Engelse 4 mast bark "Holt Hill"(1890 – 2.398 Brt.) door de "Holland" versleept vanaf Lizards - Engeland, afgeleverd in de haven van Le Havre - Frankrijk.

Op 16 juli 1914 arriveert de "Holland" vanaf de Nieuwe Waterweg in Haarlem.

Op 17 juli 1914 vertrok de "Holland" om 15.00 uur met de, door de werf Conrad voor Russische rekening gebouwde, 40 tons drijvende kraan "Grue Flottante Nr. 475" op sleeptouw vanuit Haarlem naar de Russische havenstad Odessa.

11 augustus arriveert de "Holland" in de haven van La Valletta - Malta, met de "Grue Flottante Nr. 475" op sleeptouw, voor bunkers en proviand.

13 september 1914 krijgt de "Holland" toestemming om door de Bosporus/Dardanellen te varen. De "Holland" moest 10 dagen wachten op toestemming om haar reis met de  drijvende kraan "Grue Flottante Nr. 475" voort te mogen zetten.

15 september 1914 vaart de "Holland" de Zwarte Zee binnen.

Op 21 september 1914 arriveert de "Holland" met de  drijvende kraan "Grue Flottante Nr. 475" op sleeptouw in de haven van Odessa – Rusland.

Volgens een van de Nederlandse consul te Odessa ontvangen telegrafisch bericht moest de zeesleepboot "Holland", op 21 September 1914 met een drijvende kraan op sleeptouw aldaar aangekomen, op 7 november 1914 deze, na een bombardement op Odessa – Rusland, op order van de Russische autoriteiten naar Nicolajeff – Rusland verslepen, waar men op de rivier veiliger ligt dan in de open haven van Odessa. Van het bombardement heeft de "Holland" geen schade geleden. Aan boord was alles wel.

Na aankomst in de haven van Nicolajeff – Rusland kon de "Holland" door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog de Zwarte Zee niet meer verlaten. De "Holland" heeft na het bombardement op Odessa nog ruim vijftig zeilschepen en lichters vanuit Odessa – Rusland naar Nikolajev – Rusland versleept.
 
Begin mei 1915 keerde de bemanning van de "Holland" na een verblijf van een half jaar in Odessa terug in Nederland.

De bemanning had voor de reis vanuit Odessa naar Holland, die geheel over land via St. Petersburg – Torvea – Stockholm en Hamburg geschiedde 13 dagen nodig. Een reis van 13 dagen per trein terug in Nederland.

De "Holland" werd uiteindelijk op 23 maart 1915 verkocht aan de Russische regering.

De "Holland" kwam onder de naam "N19 Gollandski Bugsir", met als thuishaven Nikolajev – Rusland in de vaart.

Tot in december 1920 heeft de "N19 Gollandski Bugsir" onder deze naam gevaren, waarna zij werd doorverkocht naar Bizerta – Tunesië.

Nieuwe eigenaar werd S. Bertorello te Genua – Italië, die de naam "Salvatore" aan de "N19 Gollandski Bugsir" gaf.

De "Salvatore" is tot 1924 voor S. Bertorello in dienst geweest.

Als "Babbi-M" werd de "Salvatore" verkocht aan de havensleepdienst van Rio de Janeiro – Brazilië.

In 1926 staat de sleepboot voor het laatst vermeld onder deze naam in de Lloyd's Registers.