Location: Home > J_N > Krab 1969 - 1987 > Geschiedenis

Geschiedenis

In1968 verwierf Wijsmuller een contract voor het onderhoud van de haven van Zuetina – Libië. Dit betekende het controleren van boeien slangen, het onderhoud hiervan, het vervangen van slangen en koppelingen van slangen en alle voorkomende reparaties.

De "Help" was niet inzetbaar voor dit contract, want die was aan het werk geweest in Haifa en dus voor Libië een besmet schip.

Om deze reden werd de "Help" 'afgevoerd' voor de pers werd een show op gevoerd en gezorgd dat de reis van de "Help" naar de sloopwerf een item werd op het journaal.

Kort daarop werd de romp, midden in de nacht, via het IJsselmeer naar Kootstertille gesleept, waar het transport vroeg in de morgen aankwam, en werd er een 'nieuw' schip gebouwd de "Krab" (eigenlijk werd dus alleen de opbouw en het interieur vernieuw en werd het gehele casco van de "Help" gebruikt).

De "Krab" werd voorzien van een boegschroef en 2 Schottelroer-schroeven, in totaal kreeg de "Krab" een vermogen van 2000 Ipk geleverd door Carterpillar diesels.

Een ijverige surveyor van het klasse-bureau gooide vlak voor de oplevering nog bijna roet in het eten. De surveyor weigerde de "Krab" als 'nieuw' schip in te schrijven. Hij stond erop, dat alle details bij de inschrijving zouden worden genoteerd en dat was dus precies wat niet de bedoeling was. De surveyor werd door personeel van de werf en van Wijsmuller weg gestuurd. Later hebben de werf, Kramer & Booy en Wijsmuller het toch voor elkaar gekregen dat de "Krab" als 'nieuw' schip te boek zou staan.

Op 25 januari 1969 werd het zeegaand bergingsvaartuig "Krab", te IJmuiden in dienst gesteld. Reeds op de volgende dag vertrok de "Krab" vanuit IJmuiden naar zee om onderweg te gaan naar Zuetina - Libië. Via Ceuta en Malta bereikte de "Krab" op 15 februari 1969 Zuetina – Libië, waar de "Krab" werkzaamheden ging gaan verrichten in opdracht van Occidental Oil.

Een van de eerste werkzaamheden van de "Krab" in Zuetina was het lichten van een gezonken mooring-lauch de "Wafia" die op 7 februari 1969 was gekapseisd op de rede van Zuetina, de opvarenden kwamen toen allen in het water terecht.
De "Friesland", "Sepiola" en de "Cornelis Willem" starten toen direct een reddingsactie op en slaagden er in om 4 van de 5 opvarenden te redden waaronder de moorring-master van Occidental Oil. De vijfde opvarende werd ondanks een uitgebreide zoekactie niet gevonden.

De "Krab" verricht diverse werkzaamheden te Zuetina, onderhoud aan de pijpleidingen die vanaf de kust naar de meerplaatsen van de tankers leiden, onderhoud van de boeien, ladingslangen en betonning.

Vanaf februari 1969 tot februari 1971 is de "Krab werkzaam geweest te Zuetina, Libië.

Na twee jaar werkzaam te zijn geweest in Zuetina – Libië. Vertrok de "Krab" op 20 februari 1971 vanuit Zuetina naar IJmuiden.

Op 12 maart 1971 arriveerde de "Krab" te IJmuiden en werd uitgerust om werkzaamheden te gaan verrichten op de Humber River te Engeland.

Vanaf 15 maart 1971 tot 31 maart 1971 is de "Krab" bezig geweest met het herstel van een SM-boei, die door een tanker was overvaren. De boei was een beetje 'gewokkeld' uit de strijd gekomen en onderwater waren kettingen afgebroken.

Om de boei weer mooi op zijn plaats te krijgen moesten de kettingen gestrekt worden. Het vermogen van de "Krab" was hier niet toereikend voor en daar om werd de "Statesman" gecharterd.

In het tweede kwartaal van 1971 heeft de "Krab" een grote onderhouds- beurt ondergaan en werd uitgerust voor haar volgende werkzaamheden.

1972

De "Krab" arriveert op 18 november 1972 bij de op de Shetland Eilanden gestrande zuiger "Foremost Adventure" en brengt deze op 20 november 1972 weer vlot.

1973

De bulkcarrier "Adriatic Sea"(1964 – 17.238 Brt.) strandde op 17 januari 1973 nabij Casablanca - Marokko. Op 22 februari arriveerde de "Krab" op de positie van de "Adriatic Sea" en weet deze op 8 maart 1973 weer vlot te brengen.

26 december 1973 strandde op haar maidentrip de bulkcarrier "Elwood Mead"(1973 – 59.193 Brt.), geladen met erts, op de rotsen van Guernsey.

Wijsmuller krijgt een bergingscontract onder Lloyds Open Form en begint aan de duurste berging ooit.

1974

In 1974 is de "Krab" actief bij de berging van de "Elwood Mead". Deze met 122.000 ton ijzererts geladen, onder Liberiaanse vlag varende, ertstanker was in december 1973 voor haar eerste reis vanuit Australië op weg naar Rotterdam om daar een deel van haar lading te lossen. In de kerstnacht liep het schip op de rotsen van het eiland Guernsey en werd driekwart van haar dubbele bodem opengereten. De "Elwood Mead" lag muurvast op de rotsen. Schip en lading vertegenwoordigden een waarde van 85 miljoen gulden (bijna 40 miljoen euro).

De berging werd door de rederij van de "Elwood Mead", rederij United International Bulkcarriers gegund aan Wijsmuller en daarop kon de "Willem Barendsz" aan het karwei beginnen. Nadat de ruimen van de "Elwood Mead" zijn volgepompt met lucht probeerde de "Willem Barendsz" de "Elwood Mead" op 27 december 1973 vlot te trekken: het schip bewoog geen duimbreed. Het zou een zwaar karwei worden en dreigde zelfs te mislukken omdat een grote rotspiek, door de bodem heen, in het ruim stak.

Bergingsploegen en materiaal werden met twee vliegtuigen overgevlogen en ook de "Krab" ging op 9 januari 1974, volgestouwd met materiaal, onderweg.

Begin maart was de 1974 was de "Krab" in IJmuiden.

Na de berging van de "Elwood Mead" moest er bij de "Krab" wat plaatwerk aan de huid en poorten van het dekhuis vervangen worden, de poorten die waren in de strijd gebleven.

Tevens werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om het vlak te controleren en te meten, toen bleken er ook heel wat meters zo dun als papier en werd het herstel daarvan ook maar meegenomen.
De oude mast werd vervangen door een zwaardere en hydraulische kraan.

De werkzaamheden werden uitgevoerd op Werf Waalhaven in Rotterdam in de maanden juni en juli 1974

Vanaf 21 december 1974 was de "Krab" weer werkzaam op de rivier de Humber in Engeland in opdracht van Conoco. De werkzaamheden bestonden uit het verwisselen van de onderwaterslangen van een SPM -Single-Point Mooring- boei.
De werkzaamheden voor Conoco eindigden op 8 januari 1975.

Vanaf 23 januari 1975 tot 22 maart 1975 was de "Krab" in charter van United Towing voor het leggen van een ankersysteem ten behoeve van booreilanden plus voorraadtanks, die werden gebouwd in Loch Fyne, nabij het Island of Bute in de rivier de Clyde – Engeland. Het werk bestond uit het uitbrengen van ankers en zinkers en kettingen van z'n 80 ton. Daarna het afmeren van de constructie aan de kettingen en het hele geval stijfzetten, totdat het hele gevaarte in positie was.

Na afloop van de werkzaamheden op 22 maart 1975 vertrok de "Krab" naar Grimsby – Engeland wederom voor het verwisselen van onderwaterslangen van een SPM -Single-Point Mooring- boei in opdracht van Conoco.

Op 26 maart 1975 begon de "Krab" aan de werkzaamheden in Grimsby – Engeland en werd het werk beëindigt op 15 april 1975.

15-4-1975 in IJmuiden
11-6-1975  IJmuiden

Begin mei 1976 heeft de "Krab" werkzaamheden verricht op de Noordzee ter hoogte van Texel. (heeft u informatie over wat voor werkzaamheden, dan zou ik het erg op prijs stellen als u dit wilt doorgeven).

Vanaf 25 mei 1975 tot 11 juni 1975 was de "Krab" in opdracht van Ocean Engineering bezig met het opzoeken en repareren van een sidetap van een gasleiding benoorden Ameland.

Vanaf 9 juli tot 11 juli 1975 was de "Krab" bezig met het zoeken – dreggen - naar de nabij IJmuiden gezonken coaster "Hondsbosch".
 
Op 15 augustus 1975 vertrok de "Krab" vanuit IJmuiden naar Zuetina – Libië.

Met ingang van 7 november 1983 moest de "Krab" haar werkzaamheden te Zuetina – Libië beëindigen, dit omdat het contact niet meer werd verlengd.

December 1975 is de "Krab" weer onderweg vanuit Zuetina – Libië naar IJmuiden.

Het inzetten van de "Krab" bij of voor andere werkzaamheden bleek niet meer mogelijk, zodat het buitendienst stellen van de "Krab" tot gevolg had dat er 29 arbeidsplaatsen vervielen (bemanning en de verlofgangers samen).

Verder had dit vooral gevolgen voor de duikers in dienst van Wijsmuller, er waren na vergroting van de bergingsploeg nog 11 duikers overcompleet, van deze 11 konden er 6 naar Energie B.V. (een bedrijf gespecialiseerd in onderwaterwerk). De andere 5 duikers werden op de vloot geplaatst of konden met ontslag gaan.

24-2-1976 IJmuiden

Van 20 maart 1976 tot 23 maart 1976 waren de "Titan", "Cycloop", "Nestor" en "Krab" betrokken bij de berging van de "Tor Anglia" die in de sluis van IJmuiden lek was geraakt en snel daarna slagzij begon te maken.
Verder werd op 20 maart 1976 nog assistentie verleend door drie sleepboten van Goedkoop en de Deense sleper "Mjolner" bij de berging van de "Tor Anglia".

De oorzaak dat de "Tor Anglia" water begon te maken was dat een van de stabilisatie vinnen in de sluis naar buiten was gedraaid en bij het verlaten van de sluis een van de stabilisatie vinnen de sluismuur raakte waardoor deze afscheurde.

Werkzaamheden worden door de "Krab" verricht op de Noordzee, in charter van Petroland.

Ook verricht de "Krab" werkzaamheden op de Noordzee in charter van Placid Oil.

De "Krab" is hierna opgelegd in IJmuiden.

Mei 1985 wordt de "Krab" ingezet bij bij de berging van de tanker "Giorgione"(1962 – 21.628 Brt.) die op 17 januari 1985 nabij Cape Panaghia – Siracusa – Sicilië – Italië op de rotsen was gelopen.

De "Giorgione" werd geborgen en naar Algeciras gesleept waar de "Giorgione" gesloopt is.

In mei 1987 werd de "Krab" verkocht aan de Noord- & Zuid Hollandse Schroothandel en Scheepssloperij W. Janssen te Amsterdam-Noord om te worden gesloopt.

1 juni 1987 werd de "Krab" vanaf de Wijsmuller steiger verhaald naar de Haringhaven om een start te maken met de sloop. 11 juni 1987 werd de "Krab" door de Goedkoop 12 en 25 naar de voormalige N.D.S.M. gesleept om geheel te worden gesloopt.