Location: Home > O-S > Stentor1958 - 1981 > Geschiedenis

Geschiedenis

De"Stentor" is de derde sleepboot van een serie van 4 sleepboten die voor Bureau Wijsmuller worden gebouwd. De "Stentor" werd op 17 juli 1958 te water gelaten bij de scheepswerf A. van Bennekum te Sliedrecht.

De doopplechtigheid werd verricht door mevrouw I. Wijsmuller-Messow echtgenote van Wijsmuller directeur John. F. Wijsmuller.

Op 4 september 1958 wordt de "Stentor" ingeschreven in het scheepsregister met als eigenaar N.V. Bureau Wijsmuller, IJmuiden.

Vrijdag 5 september 1958 wordt op de Nieuwe Waterweg de "Stentor", na de technische proefvaart, door de werf overgedragen aan Bureau Wijsmuller.

Nadat de "Stentor" was afgemeerd aan de Parkkade in Rotterdam vertrokken de gasten van boord en werd de "Stentor" klaar gemaakt voor vertrek naar IJmuiden.

Vanaf zaterdag 6 september 1958 werd de "Stentor" ingezet in de havendienst te IJmuiden.

Op dinsdag 6 oktober 1958 werd de Noorse walvisvaarder "Kosmos V"(1949 – 19.000 Brt.) door de "Stentor", "Cycloop", "Hector" en "Simson" vastgemaakt in de haven van Schiedam.

De "Kosmos V" had brand gehad in de machinekamer en moest voor reparaties worden versleept naar Amsterdam. In de vroege morgen van woensdag 7 oktober 02.10 werd de "Kronos" in de sluis van IJmuiden overgedragen aan de slepers van Goedkoop voor aflevering bij de A.D.M. In Amsterdam.

Op 15 oktober 1958 liep tijdens een Noord Wester storm het Argentijnse vrachtschip "Entre Rios"(1954 – 7.604 Brt.) vast op de glooiing van het Zuider toeleidingskanaal ter hoogte van het Semafoor. Alle beschikbare sleepboten werden ingezet om de "Entre Rios" vlot te brengen.

Op het achterschip werd door de "Stentor" en de "Simson" vastgemaakt, de "Junior" maakte vast op de "Stentor", en op het voorschip werd door de "Cycloop" en "Hector" vastgemaakt en de "Nestor" maakte vast op de "Cycloop". De "Entre Rios" werd met vereende krachten vlot gebracht en naar de Noordersluis versleept.

Op 16 oktober 1958 werd gedurende de middag en avond de Franse "Briançon"(1943 – 7.176 Brt.), die bij Petten in een Noord Wester storm windkracht 8 op de kust dreigde te verdagen, gekonvooieerd door de "Hector", "Cycloop" en "Stentor"

Op 17 oktober 1958 is om kwart voor vier, in de morgen, de "Boskoop"(1927 – 5.538 Brt.) van de K.N.S.M., die anderhalf uur tevoren bij het verlaten van de haven van IJmuiden op een zandbank ten zuiden van de Zuidpier was gelopen, op eigen kracht vlot gekomen. Drie sleepboten en de reddingboot "Neeltje Jacoba" waren vannacht bij de "Boskoop" om eventueel assistentie te verlenen. De kapitein van de "Boskoop" liet echter niets van zich horen en toen zijn schip weer in dieper water kwam, kon er evenmin een bedankje af voor de schepen, die stand-by hadden gehouden.

s'morgens om negen uur moest de kapitein zich wel melden. Op vijftien mijl Noord West van IJmuiden was zijn schip opnieuw in moeilijkheden geraakt. Een defecte stuurinrichting en een scheur in het dek maakten assistentie noodzakelijk. Nadat de "Simson" en "Stentor" vanuit IJmuiden waren uitgevaren kwamen zij die ochtend om half elf langszij de "Boskoop".
Na vermoeiend gemanoeuvreer op zware zeeën heeft de "Simson" om ongeveer elf uur vastgemaakt. Korte tijd later volgde de "Stentor". Inmiddels had ook de "Hector" zee gekozen. De "Hector" heeft speciale bergingspompen aan boord, die eventueel op de "Boskoop" kunnen worden gebruikt. In de middag arriveerde de "Boskoop" gesleept door de "Simson" en "Stentor" in de haven van IJmuiden.
Op 15 november 1958 strandde het Zwitserse vrachtschip "Nyon"(1952 – 5.082 Brt.) nabij St. Abby's Head aan de Schotse Oostkust. De "Hector" en de "Simson" vertrokken vanuit IJmuiden naar de strandings plaats.

De "Stentor" zette op 27 november 1958 vanuit IJmuiden koers naar de positie van de "Nyon", om daar te assisteren bij de berging. Maar terwijl de "Stentor" onderweg was kwam het achterschip van de "Nyon" vlot en kon de "Stentor" weer de thuishaven opzoeken.

1959

In de avond van 11 januari 1959 kwam het Zweedse vrachtschip "Wiril"(1938 – 933 Brt.) tijdens een zware storm zonder loods (de loodsdienst was gestaakt) de haven van IJmuiden binnen.

De "Wiril" verdaagde door de storm op de zuidelijke strekdam van het forteiland. Als eerste werd assistentie aangeboden door de "Simson" en de "Junior".

De "Wiril" was vastgelopen tijdens hoogwater en op het moment dat de "Simson" vastmaakte begon het water al te vallen. Daarom werden ook de "Stentor" en de "Nestor" ingezet bij de poging tot vlot brengen.

Ondanks de inzet van deze 3 sleepboten moest de poging gestaakt worden er werd het volgende hoogwater afgewacht. In de vroege ochtend van 12 januari kwam er beweging in het schip en werd de "Wiril" vlot gebracht en overgenomen door de "Junior" en "Nestor II".

Op 15 en 16 januari 1959 versleepten de "Stentor" en de "Simson" het, na een aanvaring beschadigde, Liberiaanse vrachtschip "Prodromos"(1943 – 7.194 Brt.) vanuit de haven van Boulonge sur Mer - Frankrijk naar Antwerpen – België.

De "Prodromos" had bij een aanvaring ter hoogte van Dungeness - Engeland, met het Griekse vrachtschip "King Minmos"(1958 – 11.157 Brt.) haar achtersteven verspeeld.

De "Stentor" arriveerde op 17 januari 1959 weer vanuit de haven van Antwerpen – België in IJmuiden.

Bij het binnenlopen van de haven van IJmuiden, in de ochtend van 27 januari 1959, heeft het Liberiaanse vrachtschip "National Prestige"(1957 – 10.044 Brt.) in dichte mist de betonblokken van de Zuidpier geraakt.

De "Nestor", "Hector", "Simson" en "Stentor" hebben de "National Prestige" in de bergingshaven aan de grond gezet. Bij onderzoek bleek dat de ruimen 1 en 2 lek zijn.

Na het lossen van een deel van de lading en het provisorisch dichten van de lekken werd de "National Prestige" op 30 januari 1959 te Amsterdam in het dok geplaatst.

9 en 10 februari 1959 waren de "Stentor" en de "Simson" stand-by bij het Poolse schip "Tczew"(1958 – 2.556 Brt.) dat ten Noorden van de Noordpier in dichte mist was gestrand. Het Poolse schip weigerde elke hulp en wist op eigen kracht weer vlot te komen.

25 maart 1959 vertrok de "Stentor" vanuit IJmuiden met de drijvende kraan "Retrieve", die was verkocht naar Duitsland.

Op 27 maart 1959 werd de "Retrieve" door de "Stentor" afgeleverd in de haven van Wilhelmshaven - Duitsland.

Donderdag 2 april 1959 liep bij het binnenkomen van de haven van IJmuiden, tijdens dichte mist, het Amerikaanse passagiersschip "Atlantic"(1953 – 14.138 ton) in het Noorder-toeleidingskanaal aan de grond. De "Stentor" en de "Simson" wisten na twee uur trekken de "Atlantic" weer vlot te brengen en naar de sluizen te slepen.

4 april vertrok de "Stentor" vanuit IJmuiden, met een baggermolen op sleeptouw naar Rotterdam.

Na aflevering van deze baggermolen in de haven van Rotterdam zette de "Stentor" koers naar Newcastle on Tyne - Engeland, waar ze op 6 april 1959 arriveerde, om een zuiger en een bak vast te maken met bestemming IJmuiden.

9 april 1950 vertrok de "Stentor", met een zuiger en een bak op sleeptouw, vanuit de haven van Newcastle on Tyne - Engeland, naar IJmuiden.

Op 11 april 1959 arriveerde de "Stentor" met haar sleep in de haven van IJmuiden.

14 april 1959 versleepte de "Stentor" een drijvende kraan vanuit de haven van Schiedam naar IJmuiden.

18 april 1959 vertrok de "Stentor" vanuit IJmuiden naar Odense - Denemarken, om de coaster "Prosperite"(1956 – 499 Brt.) vanuit de haven van Odense - Denemarken, naar Rotterdam te slepen voor reparaties.

20 april 1959 passeerde de "Stentor" het Kielerkanaal onderweg naar Odense - Denemarken.

21 april 1959 vertrok de "Stentor", met de "Prosperite" op sleeptouw, vanuit de haven van Odense - Denemarken naar Rotterdam.

23 april 1959 arriveerde de "Stentor", met de "Prosperite" op sleeptouw, bij de Nieuwe Waterweg.

Na aflevering van de "Prosperite" in Rotterdam vertrok de "Stentor" weer naar IJmuiden waar ze op 24 april 1959 arriveerde.

8 mei 1959 vertrok de "Stentor" vanuit IJmuiden naar Vlaardingen om daar 2 bakken vast te maken met bestemming Lissabon – Portugal.

15 mei werden de 2 bakken, door de "Stentor", afgeleverd in de haven van Lissabon – Portugal.

Op 16 mei 1959 kwam de coaster "Henriette B"(1957 – 499 Brt.), in de golf van Biscaye in de problemen doordat de lading ijzer ging schuiven.

De "Stentor" bood haar assistentie aan en zette koers naar de positie van de "Henriette B"(1957 – 499 Brt.).

Een uur voordat de "Stentor" bij de "Henriette B"(1957 – 499 Brt.) arriveerde, was de "Poolzee" bij de "Henriette B"(1957 – 499 Brt.) en maakte deze vast.

20 mei 1959 arriveerde de "Stentor", vanuit Lissabon – Portugal, weer in de haven van IJmuiden.

22 mei 1959 vertrok de "Stentor" samen met de "Friesland" naar de haven van Hamburg - Duitsland, om daar de om de tanker "Pickaninny"(1928 – 8.278 Brt.) vast te maken en naar Blackwater – Harwich-area - Engeland te slepen.
 
26 mei 1959 werd de "Pickaninny" daar afgeleverd om opgelegd te worden.

De "Pickaninny" is 8 oktober 1959 gesloopt in de haven van La Spezia - Italië.

Vanaf 27 mei 1959 was de "Stentor" weer werkzaam in de havendienst van IJmuiden.

 Op 30 mei 1959 versleepte de "Stentor" vanuit de haven van Zeebrugge – België de tanker "Alva Cape"(1953 – 11.252 Brt.) naar Rotterdam.

10 juni 1959 versleept de "Stentor" de ex K.N.S.M.'er "Hermes" (1920 - 2.755 Brt.) vanuit IJmuiden naar Rotterdam. De "Hermes" zal worden gesloopt.

Na het afleveren van de "Hermes" in Rotterdam keert de "Stentor" dezelfde dag weer terug naar IJmuiden.

15 juni 1959 neemt de "Stentor" de werkzaamheden over van de "Friesland" bij het Asfalteer vaartuig "Dorus Heijmans".

Even nadat de drijvende asfaltfabriek "Dorus Heijmans", zondagmorgen 14 juni 1959 ,in alle vroegte door de "Friesland" de Nieuwe Waterweg was binnengebracht raakte de "Dorus Heijmans" door onbekende oorzaak lek.

De "Dorus Heijmans" werd in allerijl aan de grond gezet om te voorkomen, dat het in de vaargeul zou zinken.

In de loop van de dag werd een drijvende bok worden ingeschakeld de "Kondor" van Van der Tak Bergingsbedrijf uit Rotterdam. Men bracht kabels onder de "Dorus Heijmans" en tilde de "Dorus Heijmans", een verbouwd landingsvaartuig, vervolgens gedeeltelijk uit het water.

Maandagmorgen 15 juni 1959, om half tien, was men zo ver dat met het verslepen van de "Dorus Heijmans" kon worden begonnen. De "Dorus Heijmans" hing nog altijd in de takels van de "Kondor" en werd door de "Stentor" naar de scheepswerf Waalhaven gebracht. Daar gaat de "Dorus Heijmans" op de helling.
De drijvende asfaltfabriek "Dorus Heijmans" was zaterdag 13 juni 1959, gesleept door de "Friesland", uit IJmuiden vertrokken en moest naar Hellevoetsluis, om te worden ingezet bij de Deltawerken.

Nadat de "Dorus Heijmans" was afgeleverd bij de werf zette de "Stentor" dezelfde dag weer vanuit de Waalhaven koers naar IJmuiden.

19 juni 1959 lost de "Stentor" de "Titan" buiten IJmuiden af.

De "Titan" was samen met de "Hector" met het Turkse vracht/passagiers schip "Izmir" vanuit Istanboel - Turkije onderweg naar de haven van Bremerhaven - Duitsland.

Na aflevering van de "Izmir" in de haven van Bremerhaven – Duitsland. Vertrok de "Stentor" vanuit Bremerhaven - Duitsland naar Blyth - Engeland om daar het vrachtschip "Granta"(1940 – 2.841 Brt.) vast te maken.

23 juni 1959 arriveerde de "Stentor" in de haven van Blyth - Engeland en vertrok op 24 juni 1959 vanuit Blyth - Engeland met de "Granta" op sleeptouw.

De "Stentor" arriveerde op 26 juni 1959 met de "Granta", op sleeptouw, in de haven van Harlingen.

De "Granta" is uiteindelijk september 1960 gesloopt in Lemmer door Simetas Scheeps-sloperij.

28 juni was de "Stentor" weer terug in de haven van IJmuiden.

Begin juli 1959 versleept de "Stentor" een droogdok vanuit de haven van Portsmouth – Engeland naar Terneuzen, het dok was bestemd voor de haven van Gent - België en was 75.30 meter lang en 15 meter breed.

4 juli 1959 leverde de "Stentor" het dok af in de haven van Terneuzen.

Nadat het dok was afgeleverd vertrok de "Stentor" meteen naar IJmuiden waar ze diezelfde dag nog arriveerde.

6 juli 1959 zette de "Stentor" vanuit IJmuiden koers naar Hamburg - Duitsland om het vrachtschip "Vangard"(1920 – 1.592 Brt.) vanuit de haven van Hamburg, Duitsland naar Rotterdam te slepen.

De "Stentor" arriveerde op 8 juli 1959 in de haven van Hamburg - Duitsland en vertrok nog diezelfde dag vanuit Hamburg Duitsland met de "Vangard" op sleeptouw naar Rotterdam, waar ze op 10 juli 1959 arriveerde.

Nadat de "Vangard" was afgeleverd in Rotterdam zette de "Stentor" dezelfde dag weer koers naar IJmuiden.

8 september 1959 vertrok de "Stentor" vanuit de haven van Vlaardingen met een zuiger en een bak op sleeptouw naar Oslo - Noorwegen.

De "Stentor" leverde op 12 september 1959 haar sleep, een zuiger en een bak, af in de haven van Oslo - Noorwegen.

Aansluitend maakte de "Stentor" een sleepreisje met een zuiger vanuit de haven van Delfzijl naar Brunsbüttelkoog - Duitsland.

Op 16 september 1959 arriveerde de "Stentor" vanuit de haven van Brunsbüttelkoog - Duitsland weer in de haven van IJmuiden.

Op 9 oktober 1959 begint de "Stentor" aan een aantal kustreizen, vanaf Southampton - Engeland word een baggermolen versleept naar Jersey – Engeland.

Vervolgens vertrekt de "Stentor" op 14 oktober 1959 vanuit de haven van Londonderry -Noord Ierland met een mijnenveger op sleeptouw met bestemming Rotterdam.

Onder weg naar Rotterdam wordt in de haven van Portsmouth - Engeland, op 18 oktober 1959 nog een tweede schip vastgemaakt met bestemming Rotterdam.

Na aflevering op 21 oktober 1959 te Rotterdam van de trawler "Gateshead"(1943 – 545 Brt.) en de "Regrate"(geen gegevens) wordt koers gezet naar IJmuiden waar de "Stentor" diezelfde dag nog arriveert.

De "Stentor" vertrekt op 23 oktober 1959 vanuit IJmuiden met een bak op sleeptouw naar de haven van Brunsbüttelkoog - Duitsland.

Op 24 oktober 1959 begon de "Stentor" waar aan de terugreis naar IJmuiden nadat ze haar sleep, een bak, had afgeleverd in Brunsbüttelkoog - Duitsland.

De "Stentor" vertrok samen met de "Titan" op 1 november 1959 naar de haven van Emden - Duitsland om het Noorse vrachtschip "Orient"(1957 – 9.689 Brt.) naar Rotterdam te slepen. Deze sleepreis werd binnen anderhalve dag volbracht.

De "Stentor" vertrok 7 november 1959 vanuit IJmuiden naar Rotterdam voor een sleepreis vanuit Rotterdam naar Nantes – Frankrijk.

Op 7 november 1959 arriveerde de "Stentor", met twee bakken op sleeptouw, in de haven van St. Nazaire - Frankrijk.

Na aflevering van de twee bakken in de haven van St. Nazaire – Frankrijk zette de "Stentor" koers naar Penarth - Engeland, waar de "Stentor" op 16 november 1959 arriveerde.

In de haven van Penarth - Engeland, werd het vrachtschip "Maywood"(1923 – 1.823 Brt.) vastgemaakt die vanuit Penarth - Engeland naar Zeebrugge - België, moest worden versleept.

De "Maywood" werd vanaf 19 november 1959 gesloopt in de haven van Zelzate - België.

Vervolgens werd er door de "Stentor" een landingsvaartuig versleept vanuit de haven van Chatham – Engeland naar Portsmouth – Engeland waar de "Stentor", met het landingsvaartuig op sleeptouw op 25 november 1959 arriveerde.

26 november 1959 was de "Stentor bij de coaster "Peter Swenden"(1950 – 499 Brt.) die ter hoogte van Teignmouth - Engeland was gestrand. De "Peter Swenden" kwam echter op eigen kracht vlot.

Daarna vertrok de "Stentor" op 29 november 1959 met een 'boom defence vessel' op sleeptouw vanuit de haven van Pembroke - Engeland, via Plymouth – Engeland waar nog een sleepboot werd vastgemaakt, naar Portsmouth - Engeland waar de "Stentor" op 1 december 1959 arriveerde.
 
In de haven van Portsmouth - Engeland werden na aflevering van het 'boom defence vessel' en de sleepboot, een radersleepboot en een bak vastgemaakt met bestemming IJmuiden.

13 december 1959 arriveerde de "Stentor", met een radersleepboot en een bak op sleeptouw, in IJmuiden.

14 december 1959 nam de "Stentor" ter hoogte van IJmuiden een bak, de "Negeb", over van de "Hector" die met twee bakken onderweg was vanaf Oslo - Noorwegen naar Rotterdam. De bak die de "Stentor" overnam had ook als bestemming Rotterdam.

Na aflevering van de bak in de haven van Rotterdam vertrok de "Stentor" naar Brunsbüttelkoog - Duitsland, waar een baggermolen werd vastgemaakt met bestemming Delfzijl.

1960

Op 4 januari 1960 vertrekt de "Stentor" vanuit IJmuiden naar de Noordzee om op 6 januari 1960 weer te arriveren in de haven van IJmuiden.
Wat de "Stentor" heeft gedaan in die 2 dagen?

De "Stentor" arriveert op 8 januari 1960 vanuit IJmuiden in de haven van Wallsend on Tyne - Engeland.

Begin januari 1960 werden de "Stentor" en "Nestor" ingezet bij het verslepen van het nieuwe Shell booreiland "Triton".

De "Triton", die bijna 1000 ton meet, kan boren tot een diepte van 2500 tot 3600 meter in zeeën tot een diepte van 36 meter en staat dan op 4 palen met een doorsnede van 2,5 meter.

De "Triton" moest worden versleept van Wallsend on Tyne - Engeland, over de Noordzee, Engels Kanaal en het Bristol Kanaal naar Cardiff - Engeland.

13 januari 1960 vertrekken de "Stentor" en "Nestor"met het nieuwe Shell booreiland "Triton" op sleeptouw vanuit de haven van Wallsend on Tyne - Engeland, naar Cardiff - Engeland. Tijdens het vertrek assisteert de "Titan".

Ook de "Simson" heeft deel genomen aan de sleepreis met het booreiland "Triton" want op 28 januari 1960 was ook de "Simson" slepende met de "Triton".

Tijdens deze sleepreis met het booreiland "Triton" werd veel slecht weer ondervonden maar desondanks succesvol afgesloten.

4 februari 1960 vertrekt de "Stentor" na het afleveren van het booreiland "Triton" in de haven van Cardiff - Engeland naar Portsmouth - Engeland, om daar een dokdeur vast te maken die versleept moet worden naar Nederland.

9 Februari 1960 versleept de "Stentor" een dokdeur vanuit de haven van Portsmouth - Engeland naar IJmuiden.

De dokdeur is bestemd voor een Zaans bedrijf die de deur gaat slopen.

Na aflevering van de dokdeur vertrok de "Stentor" vanuit IJmuiden naar Newport - Engeland waar een baggermolen werd vastgemaakt met bestemming Southampton – Engeland.

Op 17 februari 1960 vertrok de "Stentor" vanuit de haven van Newport – Engeland met een baggermolen op sleeptouw naar Portsmouth – Engeland.

De "Stentor" vertrok op 22 februari 1960, na aflevering van een baggermolen, vanuit de haven van Portsmouth - Engeland naar IJmuiden.

4 maart 1960 verdaagde de ertstanker "River Afton"(1953 – 11.558 Brt.) bij het binnenlopen van IJmuiden tijdens slecht weer, stormachtige wind uit het Noord Westen, op de kop van de Noordpier.

De "Nestor" en "Simson" maakten vast op de "River Afton" en op de "Nestor" en "Simson" werd weer vastgemaakt door de "Hector" en "Stentor" en ondanks het slechte weer slaagden de sleepboten er in de "River Afton" vlot te brengen.

Na inspectie van de "River Afton", er bleken verschillende bodemtanks lek te zijn, maar de pompen konden het schip droog houden, kreeg men toestemming het schip naar binnen te slepen en bij de Hoogovens af te meren om te lossen.

11 maart 1960 versleepte de "Stentor" een zuiger en een bak vanuit de haven van Brunsbüttelkoog - Duitsland naar Vlaardingen.

Na het afleveren van de zuiger en een bak, op 13 maart 1960, in de haven van Vlaardingen vertrok de "Stentor" meteen weer naar IJmuiden.
 
14 maart 1960 vertrekt de "Stentor" met een baggermolen, op sleeptouw, vanuit IJmuiden naar Brunsbüttelkoog - Duitsland.

Vanuit de haven van Brunsbüttelkoog - Duitsland vertrekt de "Stentor" met een baggermolen op sleeptouw, naar Vlaardingen waar de "Stentor" op 17 maart 1960 arriveert.

Meteen na het afleveren van de baggermolen in Vlaardingen maakt de "Stentor" in Rotterdam de onderzeeboot "Hr. Ms. O. 17" vast voor een sleepreis naar Den Helder.

De tweede helft van maart 1960 was de "Stentor" weer ingezet bij de havendienst te IJmuiden.

Begin april 1960 versleepte de "Stentor" samen met de "Nestor" een Liberty de "Tiha"(1942 – 7.134 Brt.) vanuit de haven van Zeebrugge - België naar Rotterdam.

Na aflevering van de "Tiha" in Rotterdam vertrekt de Stentor" op 3 april weer naar IJmuiden.

13 april 1960 vertrekt de "Stentor" vanuit de haven van Vlaardingen met de lichter "Cosray 12" op sleeptouw naar Madagho - Nigeria.

De lichter "Cosray 12" wordt door de "Stentor" in het Engels Kanaal overgegeven aan de "Zeeland".

De Zeeland" zal de lichter "Cosray 12" samen met een kraaneiland afleveren in Nigeria.

Na het overgeven van de lichter "Cosray 12" aan de "Zeeland" zette de "Stentor" koers naar Southampton - Engeland om daar de "Beacon"(1925 – 490 Brt.), een betonningsvaartuig, vast te maken met bestemming Rotterdam.

Na aflevering de "Beacon" in Rotterdam vertrok de "Stentor" op 18 april 1960 vanuit Vlaardingen met de zuiger "Kalahari" en bak "18" op sleeptouw, naar Kobsabukt - Noorwegen.

In de derde week van april 1960 was de "Stentor" weer werkzaam in de havendienst.

27 april 1960 strandde het vrachtschip "Nicos S"(1944 – 7.176 Brt.) in de haven van IJmuiden.

Aangeboden assistentie van de "Stentor" werd geweigerd. Enige tijd later kwam de "Nicos S" op eigen kracht weer vlot.

Op 9 mei 1960 voer de "Stentor" uit voor de Nederlandse ertscarrier "Joseph Frering"(1936 – 9.884 Brt.) die motorschade had gemeld op 30 mijl ten Westen van Scheveningen.

De "Joseph Frering" slaagde er in de schade te herstellen en had verder geen hulp nodig.

17 mei 1960 vertrok de "Stentor" vanuit IJmuiden naar Den Helder om "Hr. Ms. Fret" vast te maken en naar Vlissingen te slepen waar de "Stentor" op 18 mei 1960 arriveerde.

19 mei 1960 kwam het Zweedse vrachtschip "Mongabarra"(1945 – 5.029 Brt.) ten Noorden van het Duitse Waddeneiland Just in aanvaring met de Britse tanker "British Workman"(1949 – 8.575 Brt.).

De "Mongabarra" maakte water in ruim 1 – 2 en 3. Wijsmuller verkreeg een contact op basis Lloyds Open Form en stuurde de "Stentor" en "Simson" beide met extra bergingspompen aan boord naar de positie van de "Mongabarra" waar ze in de avond van 20 mei arriveerden.

Toen de berging vrijwel onmogelijk bleek werd nog een poging ondernomen om de "Mongabarra" met behulp van explosieven in tweeën te breken. Maar deze poging mislukte en op 22 mei 1960 zonk de "Mongabarra".

25 juni 1960 vertrok de "Stentor" vanuit de haven van Vlaardingen naar Oslo - Noorwegen, met een bak en een zuiger op sleeptouw.

In Oslo - Noorwegen werd de lichter "Kalahari" vastgemaakt voor een sleepreis naar Vlaardingen, waar de "Stentor" de "Kalahari" op 3 juli 1960 afleverde

8 augustus 1960 versleepte de "Stentor" de laatste twee drijfnet-loggers de "IJM. 282 Martenshoek" en de "IJM. 75 Gorredijk" vanuit IJmuiden naar Scheveningen.

De "IJM. 283 Martenshoek" ligt in Scheveningen te koop voor de hoogst biedende en uit de "IJM. 75 Gorredijk" wordt de motor verwijderd, waarna de "IJM. 75 Gorredijk" wordt gesloopt.

Na aflevering van deze loggers in Scheveningen werd door de "Stentor" koers gezet naar Birdham - Engeland, om een landings-vaartuig naar Portsmouth - Engeland te verslepen.

Na aankomst met het landings-vaartuig in de haven van Portsmouth - Engeland werd nog de coaster "Marystone"(geen gegevens gevonden) vastgemaakt en werden beide vaartuigen door de "Stentor" versleept naar IJmuiden.

Half augustus 1960 werd door de "Stentor" een casco vanuit IJmuiden naar Scheveningen versleept en werd vanuit Scheveningen op de terugweg een zuiger mee genomen naar IJmuiden.

Ook werd er in de tweede helft van augustus door de "Stentor" een graan-elevator versleept van IJmuiden naar Rotterdam. Waar de "Stentor" op 17 augustus 1960 arriveerde.

Eind augustus 1960 vertrekt de "Stentor" vanuit IJmuiden naar de Ierse Zee om de "Titan" te assisteren met het slepen van een Liberty naar Troon - South Ayrshire - Engeland. Begin september 1960 kwam het transport daar aan.

Na de assistentie aan de "Titan" keerde de "Stentor" op 7 september 1960 weer terug in IJmuiden en was weer werkzaam in de havendienst.

De "Stentor" en de "Simson" verslepen de aankoop van de Hoogovens het passagiersschip "Arosa Sun"(1931 – 16.774 Brt.), in laatste week van september 1960, vanuit Bremerhaven – Duitsland naar IJmuiden. Het transport arriveert op 27 september 1960 in IJmuiden.

10 oktober 1960 vroeg de Noorse tanker "Polartank"(1953 – 12.651 Brt.) tijdens een zware storm, windkracht 9 tot 10 dringend, wegens machine schade, om assistentie. De "Simson" en de "Stentor" wisten 11 oktober 1960 op 185 mijl ten Noorden van IJmuiden de "Polartank" vast te maken en op 13 oktober te IJmuiden binnen te brengen.

Tijdens deze sleepreis brak door het slechte weer tweemaal de sleeptros van de "Simson" en eenmaal de sleeptros van de "Stentor" in alle drie de gevallen wisten de sleepboten ondanks het slechte weer snel vast te maken.

De "Stentor" versleepte 15 oktober 1960 samen met de "Simson" de kruiser "Hr. Ms. Zeven Provinciën" vanuit de Parkhaven in Rotterdam naar Den Helder.

1961

5 februari 1961 strandde de Duitse coaster "Angelina"(1929 – 161 Brt.) in dichte mist op ongeveer 3 kilometer ten zuiden van de Koog op Texel. Pas op 6 februari werd de stranding bekend toen de bemanning bij laagwater van boord was gegaan.

De "Stentor" vertrok vanuit IJmuiden naar de "Angelina" maar kon doordat het weer verslechterde geen verbinding tot stand brengen. Na de storm was de "Angelina" diep weggezakt in het zand en wrak geslagen. Op 13 februari begon Wijsmuller met de berging van de "Angelina" en werd de lading uit het schip gehaald. De "Simson" was met de "Burwijs" inmiddels gearriveerd en kon met behulp van de "Burwijs" een sleepverbinding tot stand brengen. In de avond van 17 februari slaagde de "Simson" er in de "Angelina" vlot te slepen en naar IJmuiden te brengen waar de rest van de lading werd gelost.

Aan boord van het Noorse vrachtschip "Gudveig"(1932 – 4.037 Brt.) brak op 24 februari 1961 brand uit op 95 mijl West Noord West van IJmuiden. De "Titan" en de "Stentor" vertrokken vanuit IJmuiden naar de positie van de "Gudveig" en vanuit Hoek van Holland zette de "Gele Zee" van Smit & Co koers naar de "Gudveig".

Uiteindelijk won de "Gele Zee" en heeft de "Gudveig" vastgemaakt.

Bij het binnenlopen van IJmuiden op donderdag 27 april 1961 liep de Russisch tanker "Petr Shirshov"(1958 – 8.229 Brt.) uit het roer en dreigde te stranden op het Fort eiland. De bemanning liet het anker vallen en voorkwam een stranding. De ankers raakten echter verward in de ankerkabels van een baggermolen en de scheidingston van het Noorder en Zuider toeleidings kanaal.

De "Stentor", "Simson" en "Junior" maakten vast op de "Petr Shirshov" en wisten de ankers vrij te maken en versleepten de Rus naar de Noordersluis.

Op 27 juni 1961 viste de "UK 18 Onderneming" op de Noordzee een Duitse zeemijn op, tijdens een poging in IJmuiden om deze mijn te demonteren in de Haringhaven explodeerde deze en brak er aan boord van de UK 18 "Onderneming" brand uit.

De "Stentor" die net op weg was naar de Noordersluis ging onmiddellijk naar de Haringhaven en wist vrij snel de brand te blussen. De "Stentor" was binnen 5 minuten aanwezig en na 10 minuten was het de "Stentor" gelukt de brand te blussen. De "UK 18 Onderneming" liep zware schade op als gevolg van de ontploffing.

Het Britse vrachtschip "Niceto de Larrinaga"(1959 – 8.869 Brt.) kwam op 23 september 1961 nabij Casquets in dicht mist in aanvaring met de Franse Tanker "Sitala"(1961 - 49204 Brt.).

De voorpiek en ruim 1 van de "Niceto de Larrinaga" werden weggevaagd en twee opvarenden kwamen om het leven. Na onderzoek werd besloten om de "Niceto de Larrinaga" achterstevoren naar IJmuiden te verslepen.

Waarvoor de "Zeeland", "Titan", "Simson" en "Nestor" werden ingezet. Na lossing werd de "Niceto de Larrinaga" naar Amsterdam gesleept en in het dok van de A.D.M. Opgenomen.

Nadat er voorlopige voorzieningen waren getroffen werd de "Niceto de Larrinaga" door de "Stentor", "Titan" en "Friesland" half oktober 1961 vanuit Amsterdam naar de haven van Emden - Duitsland gesleept

Begin november 1961 versleept de "Stentor" een baggermolen vanuit Oostmahorn naar IJmuiden.

1962

Begin januari 1962 versleept de "Stentor" de "Utrecht" vanuit IJmuiden naar de scheepswerf van Niehuis van der Berg te Vlaardingen. De "Utrecht" gaat naar Vlaardingen voor survey.

De "Stentor" weet 11 januari 1962 tijdens stormachtig weer de Belgische kotter "N. 806 Vertrouwen", die met machineschade bij Kentisch Knock - Engeland dreef naar Oostende - België te slepen.

Op 12 februari 1962 melde het Engelse vrachtschip "Fountains Abbey"(1954 – 1.197 Brt.) om 22.02 uur dat er brand was uitgebroken in ruim 1.

De "Titan", "Stentor" en de "Simson" vertrokken vanuit IJmuiden naar de positie van de "Fountains Abbey"

Donderdag 15 februari 1962 kwamen de "Titan", "Stentor" en de "Simson" de haven van IJmuiden binnen met de "Fountains Abbey", geladen met eieren – boter – kaas – wol - paraffine en chemicaliën. Die in brand was gevlogen voor de Engelse Oostkust en door de bemanning verlaten. De 5 man van Wijsmuller die waren overgesprongen hebben, op de grootste omelet ooit gebakken, moeilijke uren doorgebracht omdat ze nergens een onderkomen op het schip hadden.

De "Fountains Abbey" is nooit meer in de vaart gekomen, op 17 maart 1962 is ze gesloopt in de haven van Zeebrugge - België.

7 maart 1962 vertrok de "Stentor" met een bok en een ponton op sleeptouw vanuit Lowestoft - Engeland naar Rotterdam. Waar de "Stentor" op 9 maart 1962 arriveert.

16 maart 1962 vertrekt de "Stentor" vanuit de haven van IJmuiden naar Zeebrugge – België.

In de ochtend van 26 maart 1962 vertrekt de "Titan" gevolgd door de "Stentor" vanuit IJmuiden naar de Noorse onder Spaanse vlag varende tanker "Fenheim"(1942 – 10.370 Brt.), die tijdens slecht weer met machineschade op 140 mijl ten Noorden van IJmuiden ronddrijft.

De "Fenheim"wordt vastgemaakt en wordt naar IJmuiden gesleept. Waar de "Titan" en de "Stentor" op 28 maart 1962 met de de "Fenheim" binnen komen.

De "Fenheim" was onderweg vanuit Noorwegen naar Barcelona - Spanje waar ze gesloopt zou worden wat uiteindelijk ook op 1 juni 1962 gebeurde.

Op 22 april 1962 vond er in dichte mist in het Engels kanaal een aanvaring plaats tussen de Deense "Dragor Maersk"(1961 – 4.722 Brt.) en de Italiaanse tanker "Mar Ligure"(1953 – 10.699 Brt.). De "Dragor Maersk" liep zware schade op in de midscheeps en vroeg dringend om assistentie.

De "Friesland" kreeg op basis Lloyd's Open Form een contract en maakte vast op de "Dragor Maersk".

De "Titan", "Simson" en "Stentor" vertrokken vanuit IJmuiden met bergingsmateriaal en plaatsten dit op de "Dragor Maersk".

Gezamenlijk wisten ze de "Dragor Maersk" langzaam naar de Nieuwe Waterweg te slepen. Dit was een zeer riskant karwei omdat door de aanvaring ruim III, ruim IV en de machinekamer dreigden vol te lopen met water. Inzet van sterke bergings pompen wisten dit te voorkomen. 24 april 1962 werd de zwaar gehavende "Dragor Maersk" afgeleverd in de Maashaven te Rotterdam zodat de lading gelost kon worden en na lossen opgenomen kon worden in het dok van Wilton Fijenoord.

In de maand mei 1962 voerde de "Stentor" een aantal kustreisjes uit:

3 mei 1962 vertrok de "Stentor" vanuit Vlaardingen naar Oostmahorn met een zuiger op sleeptouw.

7 mei 1962 vertrok de "Stentor" wederom vanuit de haven van Vlaardingen naar Oostmahorn met een drijvende kraan op sleeptouw.

Daarna een zuiger van Delfzijl naar Cuxhaven – Duitsland en een zuiger vanuit IJmuiden naar Vlissingen, waar de "Stentor" op 12 mei arriveerde.

24 mei vertrekt de "Stentor" vanuit IJmuiden naar Hamburg - Duitsland, om daar een zuiger vast te maken met bestemming Rotterdam.

27 mei levert de "Stentor" in Rotterdam een zuiger af die ze had opgehaald uit Hamburg - Duitsland, meteen daarna vertrekt de "Stentor" weer naar IJmuiden.

29 mei 1962 versleept de "Stentor" de torpedobootjager "Hr. Ms. Piet Hein" vanuit Den Helder naar Terneuzen.

Vanuit Terneuzen wordt "Hr. Ms. Piet Hein" verder versleept naar de scheeps sloperij van de Firma Heygen te Gent - België.

4 juni 1962 versleept de "Stentor" vanuit IJmuiden een elevatorbak naar een positie ter hoogte van Petten.

23 augustus 1962 raakt het vracht-passagiersschip "Randfontein"(1958 – 13.692 Brt.), tijdens een Zuid Westerstorm tot windkracht 8, bij het binnenlopen van IJmuiden in de problemen en loopt aan de grond bij de strekdam t.h.v. het Semafoor.

In de Zuid Westerstorm komt het schip dwars van het Zuider toeleidingskanaal te zitten. De gezagvoerder accepteert hulp van Wijsmuller op basis van Lloyd's Open Form, waarna er door de "Nestor", "Stentor", "Hector", "Simson", "Titan", "Assistent" en "Cornelis Willem" wordt vastgemaakt en de "Randfontein" na korte tijd wordt vlotgebracht.

In de nacht van 7 op 8 september 1962 strand tijdens slecht weer, windkracht 7, de Texelse kotter "TX. 48 Cornelia Martha" op de Haaksgronden ter hoogte van Den Helder. De "Titan" vertrekt vanuit IJmuiden naar de positie van de kotter en krijgt op 8 september een contract op basis L.O.F. En begint met de berging.

Pas op 24 september 1962 komt de "TX. 48 Cornelia Martha" met behulp van de "Titan" en de "Stentor" weer vlot. De "Stentor" sleept de "TX. 48 Cornelia Martha" naar Den Helder.

Eind september 1962 worden door de "Stentor" 2 bakken versleept vanuit Vlaardingen naar Southampton, Engeland. Tijdens deze sleepreis wordt wegens het slechte weer geschuild te Vlissingen.

Na aflevering van de twee bakken te Southampton, Engeland, zette de "Stentor" koers naar Lorient - Frankrijk, waar ze op 4 oktober 1962 arriveert. Om een baggermolen op te halen met bestemming Vlaardingen.

Begin november 1962 is de "Stentor", voor onderhoud, in Amsterdam.

27 november 1962 maken de "Stentor" en de "Titan" op de Noordzee het vracht- passagiersschip "Oranjestad"(1938 – 5.098 Brt.) vast, die kampt met machineschade, en slepen deze naar IJmuiden.

De "Stentor" en de "Titan" sleepten 11 december 1962 de onder Panamese vlag varende Italiaanse "Castor"(geen gegevens) Den Helder binnen nadat dit schip door de "Holland" van rederij Doeksen op de rede van Den Helder was afgeleverd.

De "Castor" was vrijdag 7 december 1962 door de "Holland" ter hoogte van het Terschellinger vuurschip vastgemaakt. De "Castor" was in de problemen gekomen door brandstof gebrek.

1963

5 februari 1963 weten de "Simson", "Stentor" en "Assistent" de in het Noorder toeleidingskanaal vastgelopen Duitse erts tanker "Stephanitor"(1938 – 11.664 Brt.) vlot te brengen.

In de avond van 7 februari 1963 strandde het Deense vracht – passagiers schip "Falstria"(1945 – 6.993 Brt.) op de in aanbouw zijnde Zuidpier. De "Hector", "Stentor", "Nestor", "Simson" en "Titan" brachten de "Falstria" op 8 februari weer vlot.

17 februari 1963 liep het Duitse vrachtschip "Stubbenhuk"(1955 – 2.667 Brt.) op de nieuwe Zuidpier. De "Hector", "Stentor", "Simson", "Friesland" en "Assistent" wisten de "Stubbenhuk" dezelfde dag nog vlot te slepen.

9 april 1963 waren de "Stentor", "Simson" en "Friesland" ingezet bij de brandbestrijding op de "Arosa Sun"(1931 – 16.774 Brt.), het hotelschip van de Hoogovens.

Vanaf half september en een deel van oktober 1963 was de "Stentor" te Harlingen op de werf Welgelegen voor haar groot survey.

26 oktober 1963 brachten de "Simson" en de "Stentor" de Noorse "Rondane"(1942 – 1.793 Brt.), welke rollen staal had geladen bij de Hoogovens, vlot van het reeds onder water aanwezige deel van de Zuidpier. Daar de "Rondane" lekkage had in een van de dubbele-bodemtanks werd de "Rondane" op last van de Rijkshavenmeester naar zee gesleept. Bij het peilen van de tanks bleek dat het water slechts langzaam te stijgen, waarop de "Rondane" onder moeilijke omstandigheden werd binnengesleept en werd afgemeerd in de buitenhaven van de Hoogovens.

De "Hector" en de "Stentor" assisteerden op de Nieuwe Rotterdamse Waterweg het transport van de "Gelderland" met de "Leadenhall"(1958 – 14.326 Brt.) in de laatste week van december 1963.

1964

Ter hoogte van Smith Knool lichtschip op de Noordzee, 100 mijl ten Westen van IJmuiden, melde de Nederlandse kustvaarder "Castor"(1931 – 199 Brt.), op donderdag 24 september 1964, omstreeks 17.00 uur ernstige lekkage, nadat de "Castor" reeds woensdagavond 23 september 1964 in aanvaring was geweest met het Libanese schip "Akamas"(1945 – 7.385 Brt.).

De gezagvoerder van de "Castor" vroeg om assistentie, die in eerste instantie werd verleend door de kustvaarder "Moerland"(1937 – 338 Brt.), dat in de nabijheid was en bijstand kon verlenen.

Vanuit IJmuiden vertrok de "Stentor" naar zee om eventueel hulp te bieden aan de "Castor".

Het Engelse marine schip "Mermaid" was eveneens in de nabijheid en wist pompen over te brengen op de "Castor", zodat de "Castor" op eigen kracht Great Yarmouth - Engeland, wist te bereiken.

De "Stentor" keerde onverrichter zake terug naar IJmuiden.

Op 12 en 13 oktober 1964 was de "Stentor" samen met de "Simson" en "Hector" betrokken bij de sleepreis van het kraanhefeiland "Kraanvogel" vanuit Schiedam naar IJmuiden.

Half oktober 1964 versleept de "Stentor" het casco van een trawler vanuit IJmuiden naar Scheveningen.

Eind oktober 1964 was de "Stentor" betrokken bij het blussen van de brand aan boord van de "H.O.S. Tjokroaminoto"(1961 – 7.332 Brt.) in de haven van Amsterdam.

Op 26 oktober 1964 arriveerde de "H.O.S. Tjokroaminoto" in Amsterdam met broei in de lading Kopra in ruim 3. Tijdens het lossen van de lading, onder toezicht van de brandweer, stootte de grijper van een drijvende kraan een tussenschot kapot waardoor er zuurstof bij de lading Kopra kwam en er brand ontstond die vrijwel meteen doorsloeg naar ruim 2.

Toen de brand zich verder uitbreidde werd de "H.O.S. Tjokroaminoto" naar een ondiep gedeelte van het IJ gesleept nabij Schellingwoude. Waar de brand verder bestreden werd en waar Wijsmuller op verzoek van de rederij ook met schepen aan deelnam.

 December 1964 werd de "Stentor" ingezet bij de voorbereidingen om de "Santa Kyriaki" vlot te brengen. Twee grond takels werden uitgelegd met de hulp van het bergingsvaartuig "Octopus" de "Stentor" en "Sepiola" en een sleepkabel werd op de zeebodem klaargelegd voor gebruik.

1965

8 februari 1965 versleept de "Stentor" de coaster "Karel"(1956 – 499 Brt.) vanuit Vlaardingen naar Delfzijl.

De coaster "Karel" was december 1964 bij Galway Bay - Ierland, na gestrand te zijn, vlot gebracht door de "Jacob van Heemskerck". En in januari door de "Hector" vanuit Calway - Ierland naar Landsend was gesleept waarna de "Jacob van Heemskerck" de "Karel" had overgenomen en naar Vlaardingen had versleept.

24 februari 1965 versleepte de "Stentor" de Duitse coaster "Aphaia"(1954 – 398 Brt.), die op 23 februari door de "Titan" van de Noordzee af IJmuiden was binnengebracht, nadat deze in brand had gestaan, naar Vlaardingen.

22 en 23 maart 1965 verslepen de "Stentor" en de "Hector" "Hr. Ms. Pelikaan" vanuit Den Helder naar IJmuiden.

De "Stentor" versleepte 27 mei 1965, samen met de "Hector" het booreiland "W.H.(Bill) Dordan" vanuit de haven van Harlingen naar Wilhelmshaven - Duitsland.

Op 5 juni 1965 verslepen de "Hector" en "Stentor" de Griekse tanker "Manegina II"(1953 – 11.276 Brt.) van IJmuiden naar de werf van Wilton Feijenoord te Schiedam.

6 augustus 1965 krijgt het Griekse vrachtschip "Evangelos"(1950 – 2.494 Brt.) vlak voor de havenmond van IJmuiden machine problemen. Waardoor het midden in de vaarroute voor anker moest gaan. De "Titan" en de "Stentor" maakten de "Evangelos" vast en brachten haar naar binnen.

De "Stentor" vertrok samen met de "Hector" eind augustus 1965 van IJmuiden om het Griekse vrachtschip "Agioi Anargyroi"(1937 – 5.483 Brt.), die haar schroef bij Harwich - Engeland had verloren, vanuit Harwich - Engeland, naar Rotterdam te slepen.

Op 30 augustus 1965 werd vastgemaakt en de volgende dag werd de"Agioi Anargyroi" in de haven van Rotterdam afgeleverd.

1966

19 september 1966 kwam de "Jacob van Heemskerck" aan te Rotterdam na een sleepreis met de onder Liberiaanse vlag varende tanker "Agia Irene"(1951 – 16.355 Brt.) van New Orleans, Verenigde Staten. Bij binnenkomst op de Nieuwe Waterweg werd assistentie verleend door de "Stentor" en de "Simson".

Op 22 september 1966 was de "Stentor" samen met de "Simson", "Hector", "Nestor" en "Assistent" betrokken bij het vlotbrengen, op basis Lloyd's Open Form, van de "Challenger"(1966 – 19.951 Brt.) die was vastgelopen tussen de Noordersluis en het Spuikanaal te IJmuiden.

Eind december 1966 worden door de "Stentor" 2 bakken versleept vanuit IJmuiden Naar Leith - Engeland.

1967

24 februari 1967 vertrok de "Utrecht" vanuit IJmuiden met het hefeiland "Rio Parana" op sleeptouw naar Buenos Aires, Brazilië. De "Rio Parana" werd door de "Titan", "Simson" en Stentor aangevlet.

Begin maart 1967 versleept de "Stentor" een drijvende kraan vanuit IJmuiden naar de Nieuwe Rotterdamse Waterweg.

Half maart 1967 zou de "Stentor" een sleepreis maken vanuit Avonmouth - Engeland naar IJmuiden, maar werd vanaf 18 maart 1967 ingezet bij de berging van de "Torrey Canyon"(1959 – 38.562 Brt.)

De "Utrecht", "Stentor", "Titan" en de Portugese sleepboot "Praia da Adraga" hebben bergings materiaal op de tanker geplaatst. Op 23 maart waren de sleepboten er in geslaagd om de "Torrey Canyon" weer recht te krijgen en nu is het wachten tot het springvloed is om de tanker vlot te slepen. Door een explosie aan boord van de "Torrey Canyon" kwam bergingskaptein H.B. Stal om.
Ook de situatie van de"Torrey Canyon" verslechterde als gevolg van de explosie.

Onder druk van de Engelse regering moest op 28 maart de bergingspoging opgegeven worden en werd de "Torrey Canyon" door vliegtuigen van de RAF gebombardeerd waardoor de "Torrey Canyon" als gevolg daarvan uitbrandde.
 
Veel bergings materiaal ging als gevolg van dit besluit van de Engelse regering verloren.

Half april 1967 werd "Hr. Ms. Tromp" door de "Stentor" en "Titan" versleept vanuit Schiedam naar de Sloehaven bij Vlissingen.

Vervolgens versleepte de "Stentor" "Hr. Ms. Gelderland" vanaf Vlissingen naar Den Helder.

De "Hector" versleepte 13 april samen met de "Titan" en "Stentor" het kraanhefeiland "Lepelaar" vanuit IJmuiden naar de Maashaven, Rotterdam.

De tweede helft van april 1967 versleepten de "Stentor", "Titan" en "Hector" het hefeiland "Lepelaar" vanaf IJmuiden naar Rotterdam.

29 april 1967 werd door de "Stentor" en "Titan" "Hr. Ms. Pelikaan" versleept vanuit IJmuiden naar Den Helder.

24 mei 1967 assisteerden de "Stentor" en de "Simson" de "Utrecht" bij aankomst op de Nieuwe Waterweg met het Griekse vrachtschip "Simba"(1948 – 5.957 Brt.).

In de eerste helft van Juni 1967 versleepte de "Stentor" in drie reisjes 6 bakken vanuit Gravesend – Engeland aan de Theems naar Vlaardingen.

12 juni 1967 vertrekt de "Stentor" met twee tanklichters op sleeptouw vanaf Bolnes - Rotterdam naar Le Havre – Frankrijk.

Na aflevering van de tanklichters in de haven van Le Havre – Frankrijk werden er twee bakken vastgemaakt in de haven van St. Malo - Frankrijk, met bestemming Vlaardingen waar de "Stentor" 18 juni arriveert.

5 juli 1967 versleepte de "Stentor" samen met de "Utrecht" de kruiser "Hr. Ms. De Ruyter" vanuit Schiedam naar Den Helder.

De "Stentor" assisteerde daarna op 7 juli 1967 de "Utrecht" bij het vertrek vanuit de Nieuwe Rotterdamse Waterweg naar zee met het voor de sloop bestemde voorschip van de "Fina Norvege".

De "Fina Norvege" werd in Rotterdam verlengd waarbij er een nieuw voorschip werd gebouwd.

Half juli 1967 vertrok de "Stentor" vanuit IJmuiden via Zeebrugge naar de strandingsplaats van de "President Garcia"(1944 – 10.200 Brt.) op Guernsey om bij de berging ingezet te worden.

Op 20 juli 1967 werd de "President Garcia" vlot gebracht en versleept naar Rotterdam.

De "President Garcia" is niet meer in de vaart gekomen de schade was zodanig dat herstel economisch niet meer mogelijk was. 28 november 1967 begon de sloop van de "President Garcia" in Hamburg, Duitsland.

De "Stentor" assisteerde half augustus 1967 op de Noordzee ter hoogte van Scheveningen het kabelponton "L.M. Odin".

1968

4 september 1968 versleepte de "Stentor" samen met de "Titan" de nieuwbouw zandlaadinstallatie "Aquila" van de baggermaatschappij Bos en Kalis. Vanaf de werf in Rotterdam naar IJmuiden.

En werd de bakkenzuiger "Ardea" van Rotterdam naar IJmuiden versleept samen met de "Simson".

De eerste helft van november 1968 was de "Stentor" voor een dokbeurt in Harlingen.

Eind november 1968 verrichte de "Stentor" werkzaamheden bij het booreiland "North Star".

Begin december 1968 versleept de "Stentor" vanuit IJmuiden het voormalige "AFD. 16" dok naar Tommefjord ten noorden van Aalesund in Noorwegen.

Op 7 december 1968 werd het dok door de "Stentor" afgeleverd op de plaats van bestemming.

1969

29 januari 1969 vertrokken de "Stentor" en de "Simson" naar de Duitse "Clivia 2"(19?? – 297 Brt.) die op ongeveer 14 mijl ten West Zuid Westen van Den Helder zinkende was.

De "Stentor" en de "Simson" wisten de reeds deels verlaten "Clivia 2" vast te maken en op 30 januari IJmuiden binnen te slepen.

10 februari 1969 wist de "Stentor" samen met de "Simson" het Poolse "Warszawa"(1967 – 5.523 Brt.) vlot te brengen van de Noorderkrib van het Zuider toeleidingskanaal. De "Warszawa" werd vervolgens afgeleverd in de Noordersluis.

Half februari 1969 maakte de "Stentor" een kustreis met een zuiger welke vanuit IJmuiden naar Oostmahorn werd versleept.

Half april 1969 vertrok de "Stentor" vanuit Vlaardingen met de baggermolen "Oostzee" die door de "Stentor" naar Taranto - Italië zal worden gesleept.

Kort na vertrek uit de haven van Taranto - Italië, werd de runner A. Krohne uit Schiedam vermist aan boord van de "Stentor" een zoektocht leverde geen resultaat op.

Half mei keerde de "Stentor" weer terug in IJmuiden, vanuit Taranto - Italië, en werd weer ingezet in de havendienst.

Begin juni 1969 vertrok de "Stentor" uit IJmuiden via Scheveningen naar de Nieuwe Waterweg met een ponton. Na aflevering van deze ponton op de Nieuwe Waterweg, werd aansluitend weer vanuit IJmuiden een ponton versleept naar Middlesborough - Engeland.

Half juli 1969 versleept de "Stentor" een baggermolen vanuit Eastbourne - Engeland naar Southampton - Engeland.

Eind juli 1969 versleept de "Stentor" twee bakken vanuit IJmuiden naar Port Talbot - Engeland.

1 augustus 1969 wordt door de "Stentor" een boldruktank versleept vanuit IJmuiden naar Rotterdam en vanuit Rotterdam twee bakken naar Howth - Ierland.
En vanuit Howth - Ierland, versleept de "Stentor" een bak naar Southampton - Engeland.

Eind augustus 1969 vertrok de "Stentor" naar Bolnes om verbouwd te worden en werd het motorvermogen van de "Stentor" opgevoerd tot 2150 Ipk, tevens werd er een radiohut tussen de schoorsteen en het stuurhuis gebouwd.

Half oktober 1969 kwam de "Stentor" terug van de werf na een verbouwing en diverse aanpassingen, niet alleen werd het vermogen opgevoerd maar ook kwam er airconditioning aan boord.

Op 18 oktober 1969 vertrok de "Stentor" naar Zueitina - Libië, om daar de werkzaamheden van de "Friesland" over te nemen.

Vanaf 12 november 1969 begint de "Stentor" aan haar werkzaamheden rond Zueitina - Libië.

1970

Juli 1970 wordt het contract te Zueitina - Libië beëindigt en vertrekt de "Stentor" eind juli 1970 vanaf Zueitina - Libië naar Malta om daar stationsdienst te gaan verrichten.

Eind augustus 1970 vertrekt de "Stentor" vanuit Malta naar Porto Torres - Sardinië om daar de bak "Zeeuws Vlaanderen" vast te maken.

1 september 1970 vertrekt de "Stentor" vanuit de haven van Porto Torres - Sardinië met de bak "Zeeuws Vlaanderen" op sleeptouw.

Half september 1970 levert de "Stentor" de bak "Zeeuws Vlaanderen" af in de haven van Le Havre - Frankrijk.
 
Na het afleveren van de bak "Zeeuws Vlaanderen" vertrekt de "Stentor" vanuit de haven van Le Havre - Frankrijk, naar Marsa El Brega - Libië, om daar de bak "Tholen" vast te maken en naar Nederland te slepen, eind september 1970 vertrok de "Stentor" vanuit Marsa El Brega – Libië.

14 oktober 1970 arriveert de "Stentor" weer in IJmuiden. En wordt meteen weer geplaatst in de havendienst.

12 november 1970 vertrokken de "Stentor" en de "Titan" naar de Belgische tanker "Belgulf Progress"(1959 – 12.018 Brt.) die met machineschade op 30 mijl ten Noorden van Texel om sleepboot assistentie had verzocht.

Op 13 november 1970 brengen de "Titan" en de "Stentor" de "Belgulf Progress" binnen in IJmuiden.

In 1970 heeft de "Stentor" 4.912 mijl slepende afgelegd.

1971

Eind maart 1971 verleend de "Stentor" assistentie aan de zuiger "Geopotes VI" die ter hoogte van IJmuiden, een beginnend brandje had in de machinekamer.

1972

Donderdag 6 december 1972 vroeg het Chinees vrachtschip "Irene I"(1956 – 1.820 Brt.}, met 19 opvarenden aanboord, dringend om sleepboot assistentie nadat de motoren waren uitgevallen.

De kapitein van de "Irene I" wenste alleen sleepboothulp. En wees assistentie van een reddingboot van de hand, omdat er voor de opvarenden geen onmiddellijk gevaar zou dreigen.

De "Stentor" verliet kort voor middernacht de haven van IJmuiden. Naar verwachting zou de "Stentor" de "Irene I" vroeg in de ochtend bereiken.

De "Irene I" kreeg machineschade op ongeveer 25 mijl West Noord West van Terschelling.

Helaas is de verdere afloop van dit stuk mij, nog, niet bekend.

IJMUIDEN — 30-12 1972 Een grote voorraad benzine stroomde gisteravond in de Noordersluis bij IJmuiden, nadat Door een aanvaring met een van de sluiswanden ontstond er een grote scheur in de scheepswand ven de Britse tanker "Teesfield"(1959 – 12.146 Brt.). Waardoor er een grote hoeveelheid benzine de sluis in stroomde.

De "Teesfield" werd door de "Cycloop","Nestor" en "Stentor" in allerijl naar zee gesleept, waar de benzine via de scheur wegstroomde.

De brandweer pompte de sluis, na de aanvaring, vol met schuim om het brandgevaar af te wenden.

Nadat schuim en benzine waren weggestroomd kon de sluis in de loop van de avond weer in gebruik worden genomen.

1973

op 8 september 1973 breekt op de Italiaanse tanker "Cielo Azzuro"(1958 – 12.656 Brt.) voor de kust van IJmuiden brand uit in de machinekamer, deze brand breidde zich geleidelijk uit naar andere delen van het schip.

De "Cielo Azzuro" was leeg onderweg naar Amsterdam. De "Stentor", "Titan", "Nestor" en "Cycloop" voeren ter assistentie uit.

Na dertig uur was men de brand meester en kon de "Cielo Azzuro" naar IJmuiden worden gesleept.

Op 28 september 1973 kwam op de Noordzee de coaster "Leliegracht"(1967 – 1.128 Brt.) in de problemen. De "Stentor" vertrok vanuit IJmuiden voor assistentie.

Terwijl de "Stentor" onderweg was naar de positie van de "Leliegracht" kapseisde deze en zonk.

De "Stentor" heeft nog gezocht naar overlevenden maar kon slechts 3 bemanningsleden bergen die waren verdronken waaronder de vrouw van de kapitein.

De tanker "Pacific Colcotronis"(1966 – 41.964 Brt.) krijgt op 15 december 1971 bij de brulboei van IJmuiden problemen met haar stuurmachine.

De "Cycloop", "Titan", "Nestor" en "Stentor" maken de "Pacific Colcotronis" vast en brengen de "Pacific Colcotronis" in de haven.

1974

De logger "SCH. 9 Arentje" kreeg op 3 september 1974 problemen met de motor ter hoogte van de Baloeran Boei, de "Stentor" heeft de "SCH. 9 Arentje" vast gemaakt en IJmuiden binnen gebracht.

Op 23 oktober 1974 komt op de Noordzee de pijpenlegger "Mulus I" in de problemen. De "Mulus I" was onderweg van Delfzijl naar IJmuiden toen door het slechte weer de trossen van de sleepboten braken.

Door de sterke Noord Wester storm kwam de "Mulus I" steeds dichter onder de kust.

De "Titan" vertrok naar de positie van de "Mulus I" voor assistentie en wist de "Mulus I" op 8 mijl ten Noorden van IJmuiden en op 2,5 mijl uit de kust vast te maken, met de inmiddels ook gearriveerde "Stentor" die ook vastmaakt op de "Mulus I", wordt de "Mulus I" IJmuiden binnengesleept.

1975

Op 4 augustus 1975 wordt in het scheepsregister de inschrijving van de "Stentor" gewijzigd in: "Stentor" eigenaar B.V. Bureau Wijsmuller, IJmuiden.

In de nacht van 6 op 7 oktober 1975 verdaagde de Engelse kuster "Solentbrook" (1972 – 1.597 Brt.) op de kop van de Zuidpier.

De "Nestor" wist snel vast te maken en de "Solentbrook" weer vlot te slepen.

De inmiddels gearriveerde "Stentor" assisteerde bij het naar binnenslepen van de "Solentbrook" en deze naar de averijhaven te slepen. De "Solentbrook" maakte water in de machinekamer en in ruim 1.

Na het plaatsen van pompen is de "Solentbrook" door de "Stentor" versleept naar een dok in Amsterdam.

1976

2 januari 1976 maakten de "Stentor", "Hector" en "Cycloop" vast op de voor
de Hoogovens bestemde Italiaanse ertstanker "Brasilia"(72.350 Brt.).

De weersomstandigheden waren toen zeer slecht, er stond een Zuid Wester storm
met windstoten uitlopend van 8 tot 11.

Omstreeks half acht raakte de voorsteven van de ""Brasilia" vast op het forteiland.

Tezamen met de inmiddels opgeroepen "Titan" kregen de slepers daarna opdracht van de loods de ""Brasilia" op te houden in de wind.

Alle zeilen moesten worden bijgezet om deze taak naar behoren uit te voeren.

Voor de voorloper van de "Stentor" werd dit te veel, deze brak omstreeks kwart voor negen in de kluis van de ""Brasilia" en raakte verward in de schroef van de "Stentor".

Pogingen om met behulp van de kaapstander de tros uit de schroef te krijgen mislukten.

Snel drifte de "Stentor" richting Noordpier, waar zij dan ook binnen de kortste keren op enkele meters afstand aan de grond liep.

De reddingsboot voer dadelijk uit om eventueel bijstand te verlenen.

Reeds eerder was al de hulp van drie Goedkoop sleepboten in geroepen om het aantal pk's bij de "Brasilia" te vergroten.

Alvorens vast te maken op de "Brasilia" stoomde de "Goedkoop 4 (Henriette S.M.)" naar de "Stentor" om deze uit haar benarde positie te bevrijden, waarin zij binnen zeer korte tijd slaagde.

Hierna werd met behulp van een andere Goedkoop sleepboot de "Stentor" naar de B.W. steiger gesleept.

Vijf slepers, drie van Wijsmuller en twee van Goedkoop, trachtten hierna te voorkomen dat het achterschip van "Brasilia" door de zware zuidwesterstorm met windkracht elf tegen de Noordpier zou worden aangedrukt.

De volgende morgen zou bij hoogwater (04.44) getracht worden de "Brasilia" vlot te trekken. In eerste instantie zag het er niet naar uit dat de poging zou slagen, maar om 07.50 uur kwam de Italiaan, enigszins onverwacht toch nog vlot.

In de nog steeds voortdurende storm werd de "Brasilia" aan de Hoogovenkade afgemeerd, waarna eerst met drie, en later met twee slepers tot en met de volgende morgen stand-by diensten werden verleend.

5 januari 1976 arriveerde de "Stentor" bij de ADM voor herstel van de schade.

11 januari 1976 werd de West-Duitse coaster "Adolph Flint" (1959 - 299 Brt.) door de "Stentor" IJmuiden binnengebracht, de "Adolph Flint" kampte met machine problemen op de Noordzee.

Op 14 mei 1976 wordt in het scheepsregister de inschrijving van de "Stentor" gewijzigd in: "Stentor" eigenaar Wijsmuller Stentor B.V., IJmuiden.

1977

Op 28 juli 1977 komt het jacht "Amarsan" ter hoogte van Zandvoort in de problemen, de "Stentor" maakt de "Amarsan" vast en sleept deze naar IJmuiden.

1978

Augustus 1978 versleept de "Stentor" een dok vanuit de haven van IJmuiden naar Rotterdam.

In 1978 versleepte de "Stentor" de zuiger "Schelde" vanuit de haven van IJmuiden naar de haven van Duinkerken – Frankrijk.

1979

De Duitse coaster "Adolph Flint"(1959 – 299 Brt.) verzocht op 10 januari 1979 om sleepboot assistentie wegens schade aan het roer, de "Stentor" maakte de "Adolph Flint" vast en bracht haar naar IJmuiden.

3 februari 1979 melde de zuiger "IJsseldelta" dat zij bij het binnenlopen van IJmuiden de Zuidpier had geraakt en zinkende was.

De "IJsseldelta" werd door de "Titan" en "Nestor" nabij het semafoor op het strand gezet zodat verder zinken niet meer mogelijk was. De "Stentor" bracht pompen over op de "IJsseldelta".

Duikers vonden een scheur van 1 meter bij 30 cm. Welke provisorisch werd gedicht. Na het leegpompen van de machinekamer en het conserveren van de motoren is de "IJsseldelta" versleept naar de Oranjewerf in Amsterdam.

De "Stentor" bracht op 6 juli 1979 het jacht "Jan Bless" IJmuiden binnen, de "Jan Bless" had machine problemen op de Noordzee.

14 juli 1979 bracht de "Stentor" het koelschip "Gerda Maria"(1972 – 1.599 Brt.) IJmuiden binnen. De "Gerda Maria" van Rederij Parlevliet en van der Plas was bezig met een proefvaart toen er, op 6 mijl van IJmuiden, een explosie in de hoofdmotor plaatsvond.

20 juli 1979 bracht de "Stentor" het vrachtschip "Heimuk"(geen gegevens gevonden) vanaf een locatie op 20 mijl ten Oosten van IJmuiden naar IJmuiden.

In de tweede helft van 1979 maakte de "Stentor" een sleepreis met de bak "E 3002" van IJmuiden naar Rotterdam.

Begin november 1979 worden de "Titan" en de "Stentor" ingezet bij de berging van het Panamese vrachtschip "Marianne-Gen"(1960 – 3790 Brt.), die na een aanvaring op 26 oktober 1979 met het Griekse vrachtschip "Empros"(1978 - 8.890 Brt.) aan de grond wordt gezet op de ketelplaat, Westerschelde. Door de omvang van de schade aan de "Marianne-Gen", de ligging van het schip op de zandbank, de weersgesteldheid en de getijde werking slaagde de "Titan" en de "Stentor" er niet in de "Marianne Gen" vlot te brengen. Na 14 dagen wordt de bergingspoging opgegeven.

1980

12 februari 1980 liep de met graan geladen Liberiaanse bulkcarrier "Cheyenne"(1977 - 68.775 Brt.) aan de grond bij de kop van het buitenspuikanaal. Met inzet van de "Stentor", "Nestor", "Titan" en de "Ise" en de inzet van 6 goedkoop sleepboten wordt de de "Cheyenne" op 13 februari 1980 weer vlot gebracht.

26 maart 1980 sleept de "Stentor" de Franse trawler "Valois"(1970 – 279 Brt.)met machine problemen binnen te IJmuiden.

De "Stentor" brengt de met machine problemen kampende trawler "Filadelfia"(geen gegevens) op 4 augustus 1980 binnen in IJmuiden.

In augustus 1980 bracht de "Stentor" het betonningsvaartuig "Zaandam"(geen verdere gegevens gevonden) vanaf een positie nabij Egmond naar IJmuiden met motor schade.

Eind augustus 1980 bracht de "Stentor" de coaster "Doloris"(1955 – 424 Brt.) van een positie nabij IJmuiden onder L.O.F. binnen te IJmuiden met machineschade.

De "Stentor" is ingezet bij de berging van de "Lady Catharina"(geen verdere gegevens gevonden) nabij Texel.

De "Stentor" maakt een sleepreis met de "Seismic Explorer"(geen verdere gegevens gevonden) van Den Helder naar IJmuiden.

27 september 1980 kwam het Spaanse vrachtschip "Trans Tarraco"(1975 – 1.541 Brt.) de bergingshaven van IJmuiden binnen met een gat van 4 bij 5 meter na een aanvaring op de Noordzee met de Nafta tanker "Chemtrans Sirius"(1976 – 4.119 Brt.). De "Stentor" bracht pompen over op de "Trans Tarraco", en na het aanbrengen van een patch, op het gat, werd de "Trans Tarraco" leeggepompt en naar Amsterdam versleept.

De "Stentor" maakt op de Noordzee, op 3 november 1980, ter hoogte van Texel het Ro-Ro vrachtschip "Lady Catharina"(1972 – 1.585 Brt.), die kampt met machine problemen, vast en sleept deze naar IJmuiden.

1981

De "Stentor" werd op 13 april 1981 verkocht aan G.O.R. Enterprises Ltd. te Georgetown, Cayman Islands.

Als "G.O.R.Fleet No." verliet de ex "Stentor" de haven van IJmuiden.

Na aankomst bij haar nieuwe eigenaren werd de "G.O.R.Fleet No." voorzien van het achtervoegsel 7. "G.O.R.Fleet No. 7".

De "G.O.R.Fleet No. 7" zonk op 4 januari 1984 in slechte weersomstandigheden nabij Progreso – Yucatan – Mexico.

Bij het plaatsen van een markeringsboei raakte de "G.O.R.Fleet No. 7" lek in haar achtersteven, nadat zij met haar schroef de boei had geraakt.