Geschiedenis

Op 29 december 1916 werd het casco van de "Gelderland" te water gelaten.
De "Gelderland" werd gebouwd voor rekening van de heren J. Constant, Kievits & Co. te Dordrecht, is op 26 april 1916 in eigendom overgegaan naar John F. Wijsmuller te s-Gravenhage.

De afbouw van de "Gelderland"  werd ernstig vertraagd doordat de scheepwerf Jonker tijdelijk de deuren sloot om niet op een zwarte lijst van de Duitsers te komen.

Pas op 25 juni 1918 werd de "Gelderland" (10649 Rotterdam 1918) door de werf Gebr. JONKER te Kinderdijk afgeleverd aan John F. Wijsmuller te 's-Gravenhage.

Vanuit Rotterdam vertrok de "Gelderland" op 18 januari 1919 met 3 bakken op sleeptouw naar Gothenburg - Zweden.

Na aflevering van haar sleep, 3 bakken, in Gothenburg – Zweden arriveerde de "Gelderland" op 28 januari 1919 weer op de Nieuwe Waterweg.
 
De "Gelderland" werd op 14 februari 1919 verkocht aan de Franse Staatsspoorwegen te Le Havre, Frankrijk.

Op 14 februari 1919 vertrok de "Gelderland" vanuit Maassluis naar Frankrijk.
De "Gelderland" werd door een Wijsmuller bemanning uitgebracht naar Le Havre - Frankrijk.

Op 10 juni 1919 teboekstelling doorgehaald.

Onder de naam "Audax II" kwam de "Gelderland" op 10 juli 1919 in de vaart voor de Société Maritieme Nationale te Le Havre.

De "Audax II" maakte veel reizen tussen Le Havre - Frankrijk en Rotterdam met lading bakken, veel van die sleeptransporten werden verricht in opdracht van N.V. Bureau Wijsmuller.

Op 13 januari 1920 krijgt het Nederlandse vrachtschip "Arundo"(1913 – 3.196 Brt.) problemen met de stuurmachine en gaat voor anker nabij het Maas vuurschip.
Wijsmuller krijgt van de rederij de N.V. Mij. Zeevaart, een verzoek om een sleepboot te sturen.

Maar op dat moment heeft N.V. Bureau Wijsmuller geen sleepboot beschikbaar, waarop de kapitein van de voor Wijsmuller varende "Audax II" wordt gevraagd om uit te varen en de "Arundo" naar
binnen te brengen.

De kapitein van de "Audax II" Lehubv had daar geen probleem mee en voer uit, naar de positie van de "Arundo" en wist deze ondanks het slechte weer, West-Zuid-Wester windkracht 8,  vast te maken en binnen te brengen.  

Onder dezelfde naam werd de "Audax II" in 1925 doorverkocht aan de Aberdeen Steam Tug Co. Ltd. te Aberdeen.

De Aberdeen Steamtug Co. verkocht op 28 juni 1928 de "Audax II" aan Tees Towing Co Ltd, (Robinson & Crosthwaite) Middlesbrough, Engeland voor £8,000,-- en ze kwam in de vaart onder de naam "Kings Cross".

De "Kings Cross" liep op 18 augustus 1929 zware schade op aan haar boeg bij een aanvaring op de Noordzee met het Spaanse vrachtschip "Ogono"(1894 – 2.416 Brt.) de "Ogono" zonk binnen 6 minuten waarbij 15 opvarenden omkwamen.

7 juni 1944 vertrok de "Kings Cross" om 21.00 uur vanuit de Solent met 2 pontons op sleeptouw voor de Normandische stranden,(Convoy ETC22W).

Het landingsvaartuig "LCGM120" werd december 1944 door de "Kings Cross" versleept vanuit  Middlesboro - Engeland naar Deptford - Engeland.

Ook werd in december 1944 het Engelse vrachtschip "Twickenham"(1940 – 4.762 Brt.) door de "Kings Cross" vanuit Hull - Engeland versleept naar de Tyne - Engeland.

April 1945 versleepte de "Kings Cross" de bakken "KLK34" en "KLK41" vanuit Leith - Engeland naar Vlissingen.

Vanuit Vlissingen vertrok de "Kings Cross" weer naar Dover - Engeland met de "Bapaume" op sleeptouw, een Duitse mijnenveger die in beslag was genomen de ex "M-35" en door de Franse marine als "Bapaume" in dienst werd genomen.

Mei 1945 versleepte de "Kings Cross" de pontons "Fife" en "Paddinton" vanuit Plymouth - Engeland naar Gravesend - Engeland.

Samen met de "Queens Cross" versleepte de "Kings Cross" mei 1945 de pontons "BK16" en de "BK20"vanuit Portsmouth - Engeland naar Poole - Engeland.

Ook werden in mei 1945 de pontons "Saladin" en "Kantaran" door de "Kings Cross" versleept vanuit Portsmouth - Engeland naar Gravesend - Engeland.

Juni 1945 versleepte de "Kings Cross" 2 pontons vanuit Greenock - Engeland naar Falmouth – Engeland.

De "Kings Cross" heeft voor de Tees Towing Co Ltd. tot aan 1948 gevaren, daarna werd ze op 30 oktober 1948 verkocht aan de Nederlands Indische Steenkolenhandel Maatschappij te Amsterdam.

Voor de Nederlandsch- Indische Steenkolenhandel Maatschappij te Amsterdam kwam de "Kings Cross" als "Adrian" in Batavia - Nederlands Indië in de vaart.

In 1955 kreeg de Nederlands Indische Steenkolenhandel Maatschappij te Amsterdam een nieuwe naam en werd het de Nederland Indonesië Steenkolen Handel Mij. te Amsterdam.

Op 6 juli 1956 werd de "Adrian" door de Nederland Indonesië Steenkolen Handel Mij. afgevoerd om te worden gesloopt.