Het zal de lezers niet interesseren of we snert of snijbonen hebben gegeten of dat de een aan boord de pé in had of dat de ander vrolijk gestemd was, schrijft kapitein C. Ammeraal van de sleepboot "Friesland" in een brief vanuit Manilla naar IJmuiden.
Maar ik zal trachten iets over de ervaringen in de afgelopen maanden te vertellen.
Op 20 maart van dit jaar (1958) vertrokken we vanuit New Orleans met bestemming San Francisco. Op 30 maart kwamen we in de haven van Christobal aan, waar ook de sleepboot "Humber" van L. Smit & Co's Internationale Sleepdienst lag.
Er werden direct een paar voetbal elftallen in elkaar gedraaid en op de eerste april startte de match Wijsmuller - Smit in het grote stadion.
De tweede stuurman stond als keeper in het doel en ik had de eer om af te trappen.
In het doel van Smit stond kapitein v.d. Hoek opgesteld. Er werd vrij vlot en hard gespeeld, maar het Wijsmuller elftal kwam met een 2—O overwinning uit de bus.
Op donderdag 4 april begonnen we met de "Friesland" de tocht door het Panama - kanaal.
Dit was iets fantastisch. Men moet het zelf gezien hebben, want dit is allemaal niet te beschrijven.
Een vergelijking met het Suezkanaal is niet te treffen.
's Morgens voeren we dus nog in de Caraibische Zee en 's middags waren we in de Stille Oceaan, waar we de eerste dagen zeer mooi weer troffen.
We passeerden met de "Friesland" honderden schildpadden en allerlei soorten vis tot zeekoeien aan toe!
Op de twintigste april arriveerden we voor de Golden Gate. Het was een machtig gezicht de Golden Gate Bridge en de Oakland Bay Bridge, waar per dag ongeveer 120.000 auto's over heen razen. Het is niet te geloven, maar werkelijk waar.
De mop van San Francisco voor de bemanning van de "Friesland" was, dat drie kwart van de crew geen bier kon krijgen, daar zij de leeftijd van eenentwintig jaar nog niet hadden bereikt. Maar ze zijn niets te kort gekomen.
In San Francisco zitten veel Nederlanders en deze waren zeer gastvrij en nodigden de mensen van de "Friesland" uit voor diverse touren.
Hiervan werd dan ook gretig gebruik gemaakt. Ook van de Amerikaanse kant werd ons tal van malen de hand toegestoken, zodat we hier geen klagen over hadden. Iedereen heeft aldus iets gezien van het mooie Californië.
Op 28 april vertrokken we naar Stockton, tachtig mijl de Sacramento rivier op om de sleep op te halen. Vandaar werd op 29 april vertrokken.
Op 30 april stoomden we om 5.30 uur onder de Golden Gate Bridge door en toen was de lange reis van 7200 mijl begonnen. Het was vrij goed weer.
Tot ver buiten de kust zagen we zeehonden. Toen verdwenen deze dieren en was het feest van vis en verkeer weer afgelopen.
Het weer bleef vrij gunstig en op de zestiende mei kwamen we 's nachts al op de rede van Honolulu. Het was een fantastisch gezicht, die miljoenen lichtjes tegen de bergen op. 's Morgens gingen we bij Honolulu naar binnen om water, olie en proviand te laden.
Om 11.30 uur die dag vertrokken we weer voor de laatste vijfduizend mijl. Zodoende is Honolulu voor de bemanning een gesloten boek en valt er weinig over te vertellen. Ook de laatste vijfduizend mijl van de reis naar Manilla zijn vrij vlot verlopen met afwisselend weer en veranderende zee.
In de buurt van Guam kregen we de eerste tyfoon waarschuwing. Dit was de tyfoon "Phylis", die gelukkig vijfhonderd mijl voor ons over trok. Daarna kwam "Rita", die op een afstand van 300 mijl achter de "Friesland" passeerde en de laatste was "Susan", die op slechts 250 mijl achter ons langs ging. "Daar zijn we dus heerlijk tussen door geslofd", merkt kapitein Ammeraal op.
Op 19 juni arriveerde de sleep in de haven van Mariveless en de volgende morgen werd de sleep afgeleverd en kon worden opgestoomd naar Manilla. De bemanning van de „Friesland" werd in die havenstad door de kapitein van de "Gaasterland" uitgenodigd voor een glaasje bier, welke invitatie met beide handen door allen is aangegrepen.
Onze reis zat er op tot zo ver. Over een paar dagen gaan we weer aan een andere beginnen.
Met groeten van alle bemanningsleden aan de familie.
C. Ammeraal