Geschiedenis

1917

Gebouwd als "GEBR. BODEWES VIII" voor eigen risico en rekening van de Scheepswerven v/h Gebr. G. & H. BODEWES te Martenshoek.

Op 22 juni 1917 werd de "GEBR. BODEWES VIII" bij de werf Gebr. G. & H. BODEWES te Martenshoek te water gelaten.

1918

In 1918 werd de "GEBR. BODEWES VIII" aangekocht door de Rotterdamse scheepsmakelaar Jacq. Pierot die haar onder de naam "EVA" in de vaart bracht.

1919

N.V. Bureau Wijsmuller Scheepvaart-, Transport- en Zeesleepmaatschappij, 's-Gravenhage kocht de "EVA" op 21 oktober 1919 aan en gaf haar de naam "Simson" (9215 Gron. 1921).

Op 21 oktober 1919 arriveren de "Cyclop" en de "Simson" in IJmuiden met een, door de Nederlandse regering aangekocht, droogdok op sleeptouw vanuit Kiel - Duitsland.

1920

De "Cyclop" en de "Simson" verslepen de bokken "Adelaar" en "Kolosus II" naar het wrak van de "Hercules" op zondag 20 juni 1920 net buiten de pieren van IJmuiden. En slepen de bokken inclusief de "Hercules" weer naar binnen naar de bergingshaven, waar de "Hercules" droog gezet zal worden.

20 juli 1920 vertrekken de "Simson" en de "Hector" vanuit de Nieuwe waterweg naar IJmuiden.

19 Augustus 1920 werd de Urker botter "UK 60" door het binnenkomende vrachtschip "Helder" binnen de pieren aangevaren, waardoor deze omsloeg, hierbij verloor de schipper Albert Bruning het leven. De "Simson" wist de dekknecht te redden en de botter de vissershaven in te slepen.

21 augustus 1920 slaagden de "Simson" en de "Cyclop" er in de Duitse lichters "Elbe" en "Oldenfelde", die waren verloren door de Duitse sleepboot "Brussa" vlot te brengen en IJmuiden binnen te slepen.

Op 30 augustus 1920 vertrekt de "Simson" vanuit de haven van Maassluis naar Belfast – Ierland met de sleepboot "Hector" en een ponton op sleeptouw.
De "Simson" vertrekt op 11 september 1920 vanuit de Nieuwe waterweg naar IJmuiden.

Vanuit Kiel - Duitsland, arriveren de "Simson" en de "Brabant" met een 1400-tons dok van het Kitsing type op 16 september 1920 om 16.55 uur op de Nieuwe Waterweg en leveren het dok om 20.00 uur af bij de werf van Wilton te Schiedam. tijdens deze sleepreis maakte de "Cycloop" ter hoogte van Scheveningen ook vast op het transport en verleende stuurassistentie tijdens het binnenlopen van de Nieuwe Waterweg. Dit dok zal later door de "Brabant" naar Soerabaja versleept worden.

Het visserij dok No. 3, wat in Rotterdam in het dok was geweest voor onderhoud, wordt door de "Simson" en de "Limburg" op 28 september 1920 vanuit Rotterdam weer naar IJmuiden versleept.

Zondag 10 oktober 1920 vertrok de "Limburg" samen met de "Brabant" en assistentie van de "Simson", met het droogdok No. 3 van de Droogdok Maatschappij Soerabaja naar Soerabaja. Het dok is 94 meter lang en 28 meter breed. En zal tot Gibraltar door de "Brabant" en "Limburg" worden gesleept. Na Gibraltar zal de "Brabant" alleen verder slepen.

27 oktober 1920 strandde het Engelse visserschip "L.T. 101 Bressay" nabij Egmond. De "Simson"  slaagde er in de "L.T. 101 Bressay" weer vlot te brengen en IJmuiden binnen te slepen.

14 november 1920 passeert de "Simson" Vlissingen onder weg naar Londen – Engeland met de tanklichter "Frisia" op sleeptouw.

19 november 1920 vertrekt de "Simson" vanuit de Nieuwe waterweg naar Kopenhagen – Denemarken met de tanklichter "Frisia" op sleeptouw.

Het Duitse vrachtschip "Negada"(1905 – 6.100 Brt.) wordt door de sleepboten "St.Teath" en de "St.Athan", beide in dienst van de Engelse marine, vanuit Arica - Chili, via het Panamakanaal naar Antwerpen, België, versleept. Bij de opvaart naar Antwerpen, België, op 20 december 1920 assisteren de "Simson" en de "Friesland" het transport. De "Negada" werd gesleept wegens machineschade.

Ook maakte de "Simson" in 1920 een aantal sleepreizen waarvan geen datum bekend is:

Vanuit Delfzijl met de "B.W. I" naar Rotterdam.
Vanuit Delfzijl met de "B.W. II" naar Rotterdam.

1921

Op 14 januari 1921 kwamen, op de Noordzee, het Roemense vrachtschip "Milcovul"(1912 – 3.793 Brt.) en het Noorse zeilschip "Irene"(geen gegevens) met elkaar in aanvaring. De "Milcovul" kon op eigen kracht IJmuiden bereiken.
De "Simson" en de "Cyclop" zetten vanuit IJmuiden koers naar de positie van de "Irene". Deze was inmiddels op sleeptouw genomen door het Duitse vrachtschip "Marianne"(1901 – 959 Brt.). De "Cyclop" keerde weer terug naar IJmuiden en de "Simson" bleef bij het transport voor het geval dat er nog assistentie nodig was.

De sleepverbinding tussen de "Irene" en de "Marianne" brak al na korte tijd.
De "Irene" is later IJmuiden binnen gebracht door de "Simson" en de "Titan".

Het Engelse Marine schip "Coventry"(1918 – 4.190 Brt.)liep op 14 september 1921 bij het verlaten van IJmuiden vast op de Noordwal. De "Simson" verleend assistentie aan de "Coventry" en brengt haar vlot.

Aan boord van de Duitse lichter "Elisabeth" die werd gesleept door het Duitse vrachtschip "Wilhelm Biesterveld"(1921 – 796 Brt.) werd ter hoogte van Ijmuiden een lek geconstateerd. De "Simson" nam de "Elisabeth" op 20 oktober 1921 over van de "Wilhelm Biesterveld" en sleepte haar naar IJmuiden voor herstel.

Het Duitse vrachtschip "Orla"(1921 – 1.288 Brt.) dat vertrok op 22 oktober 1921 vanuit IJmuiden naar Emden - Duitsland, verloor op de Noordzee tijdens een Noord – Wester storm, windkracht 7 tot 8, een anker en 62 vadem ketting.

Op 23 oktober 1921 arriveerde de "Orla" weer bij IJmuiden en kon slecht met assistentie van de "Simson" en "Cyclop" binnenlopen. Een in de buitenhaven afgemeerde loods schoener werd nog door de "Orla" aangevaren, waarbij de "Orla" schade aan het roer opliep.

Op 24 oktober 1921 komen het Nederlandse vrachtschip "Nicolaas"(1920 – 1.930 Brt.) en het Duitse vrachtschip "Franziska Kimme"(1920 – 786 Brt.) met elkaar in aanvaring op de Noordzee.

De "Franziska Kimme" werd op de Noordzee door het Duitse vrachtschip "Desdemona"(1920 – 1.304 Brt.) vastgemaakt en naar IJmuiden gesleept. De "Franziska Kimme" is buitengaats door de "Simson" en de "Titan" en twee sleepboten van de 'Vischploeg' overgenomen van de "Desdemona" en met zware schade, een groot gat in de achtersteven aan stuurboordzijde, IJmuiden binnen gesleept.

Op 1 november 1921 raakt het anker van het vrachtschip "Karimoen" verward in het anker van een in de haven van IJmuiden werkzame zuiger. De "Simson" en de "Titan" verleenden, bij het 'ontwarren', assistentie.

Op 6 november 1921 bracht de "Cyclop" samen met de "Simson" de Bark "Irene" tijdens een zware storm binnen in IJmuiden.

Tijdens deze zelfde storm op 6 november 1921 brak het met averij, in de buitenhaven, afgemeerde Noorse barkschip "Manicia" van de trossen en verdaagde aan lager wal.

Op 9 november 1921 brachten de "Simson" en de "Titan" de "Manicia" weer vlot en hebben haar naar de binnen haven gesleept.

Zondagavond 13 november 1921 strand als gevolg van dichte mist de Duitse Stoom trawler "SO. 470 Marie" ten Zuiden van Egmond. De "Cyclop", "Zeeland", "Simson", "Katwijk" en de "Noordwijk" brengen de "SO. 470 Marie" op 15 november 1921 weer vlot en slepen haar naar IJmuiden.

Het Zweedse vrachtschip "Flandria"(1898 – 1.193 Brt.) verzocht op 25 november 1921, nabij de uiterton om sleepboot hulp daar ze 2 bladen van haar schroef was verloren. De "Simson" en de "Titan" maakten de "Flandria" vast en brachten haar naar binnen in IJmuiden.

Het Vrachtschip "Blairmore"(1901 – 3.038 Brt.) strandde op 19 december 1921 tussen de pieren van IJmuiden. Op 20 december 1921 wisten de "Jacob van Heemskerk", de "Zeeland", de "Cyclop", de "Simson" en de "Titan" de "Blairmore" vlot te brengen. De "Blairmore" had schade aan het roer. Het bergingsloon bedroeg 2.750,-- gulden.

In de nacht van 23 december 1921 loopt met hout geladen Zweedse vrachtboot "Dicido"(1903 – 1.478 Brt.) op de Zuidpier. Om zinken te voorkomen wordt de "Dicido", die aan stuurboordzijde een aantal gaten heeft opgelopen waardoor ook de machinekamer is volgelopen, aan de binnenzijde van de Zuidpier aan de grond gezet. Na onderhandelingen verkrijgt Bureau Wijsmuller een bergingscontract.
Tijdens de berging wordt er veel slecht weer ondervonden waardoor het lossen van de lading hout en het dichten van de gaten veel tegenslag ondervind.

De "Simson" versleept in 1921 ook de onderlosser "No. 108" vanuit Rotterdam naar Londen, Engeland. Geen datum bekend

De "Simson" versleept in 1921 ook het schip "Amazone" vanuit Zaltbommel naar Amsterdam. Geen datum bekend

1922

De "Simson" en "Titan" maken op 6 januari 1922 10 mijl ten Noord-Westen van IJmuiden het vrachtschip "Waalstroom"(1917 – 1.351 Brt.) vast die machineschade had opgelopen.

De "Waalstroom" werd door de "Simson" en "Titan" voor herstel naar IJmuiden gesleept.2

Op 7 januari 1922 lukt het de "Simson", "Limburg", "Junior", en de "Gelderland" om de "Dicido" vlot te brengen en, terwijl de "Titan" als pompboot fungeert, naar de toeristensteiger te verslepen. Voor voorlopig herstel van de schade wordt de "Dicido" naar Amsterdam versleept.

Het bergingsloon voor de "Dicido" bedroeg 40.000,-- gulden.

Op 20 januari 1922 strandde het Duitse vrachtschip "Herta" nabij Egmond.
Op 21 januari werd het schip door de "Cyclop" en de "Simson" vlotgebracht. Het bergingsloon bedroeg 5.500,-- gulden.

Zaterdag l april 1922 strandde het Duitse vrachtschip "Ostermoor II"(1888 – 302 Brt.), met een lading ruwe cilinderolie op weg vanuit Hamburg – Duitsland naar Emmerik – Duitsland, op de Eierlandsche gronden. Dadelijk na de stranding zijn de "Assistent" en de "Limburg" uitgevaren en vanuit IJmuiden is de "Simson" vertrokken naar de plaats van stranding. Ook van rederij Doeksen kwamen vier sleepboten ter Assistentie. Het lukt in de middag van 2 april 1922 om het schip vlot te brengen, het schip had averij opgelopen aan het roer. Het bergingsloon voor deze berging bedroeg 20.000,-- gulden.

20 mei 1922 arriveerde de "Simson" vanuit Ijmuiden in de haven van Vlissingen.

Op 7 juli 1922 slepen de "Simson", "Nestor" en "Titan" het Amerikaanse vrachtschip "Nishmaha"(1919 – 6.076 Brt.), die kamt met problemen aan het stuurgerei, Ijmuiden binnen.

Op 23 augustus 1922 arriveerde de "Simson" vanuit Ijmuiden op de Nieuwe waterweg.

De "Simson" versleepte op 24 november 1922 de, bij Conrad in Haarlem gebouwde, bunkermachine "SSM 2" vanuit IJmuiden naar Rotterdam.

15 december 1922 vertrekt de "Simson" vanuit de Nieuwe waterweg naar Ijmuiden.

1923

25 januari 1923 vertrekt de "Simson" vanuit de Nieuwe waterweg, met een kraan op sleeptouw, naar IJmuiden.

Op 26 januari 1923 arriveerden de "Simson" en de "Willem Barendsz" met het vrachtschip "Eskasoni"(1896 – 2.671 Brt.) op sleeptouw vanuit de haven van New Castle – Engeland in de haven van Schiedam.

Het met stukgoed geladen motorschip "Rhea"(1922 – 1.386 Brt.) van de K.N.S.M. strandde vrijdag 16 februari 1923 nabij Zandvoort.

De sleepboten "Hector", "Titan", "Simson", "Drente" en "Zeeland" hebben op 16 februari 1923 geprobeerd om de "Rhea" vlot te brengen.

Op 17 februari 1923 lukte het de "Rhea" vlot te brengen.

Het bergingsloon voor het vlot brengen van de "Rhea" bedroeg 51.000,-- gulden.

De "Simson" en de "Nestor" arriveerden op 23 juli 1923 met het voor de sloop bestemde Franse vrachtschip "Bailly"(1920 – 2.326 Brt.) vanuit de haven van Duinkerken – Frankrijk in de haven van Dordrecht.

Na aflevering van de "Bailly" in de haven van Dordrecht vertrok de "Simson" naar IJmuiden waar ze op 24 juli 1923 arriveerde.

Op 23 juli 1923 arriveren de "Hector" en de "Simson" vanuit IJmuiden op de Nieuwe Waterweg. Vanuit de Nieuwe Waterweg zetten de "Hector" en de "Simson" nog dezelfde dag koers naar Ramsgate – Engeland.

27 juli 1923 vertrekken de "Hector" en de "Simson" vanuit Vlissingen naar Richborough – Engeland.

De "Simson" en de "Hector" arriveerden, met elk 3 lichters op sleeptouw, op 30 juli 1923 vanuit de haven van Richborough – Engeland in de haven van Vlissingen.

De "Simson" arriveerde op 4 augustus 1923 met 3 lichters op sleeptouw in de haven van Vlissingen vanuit Richborough – Engeland. Na aflevering van de drie lichters vertrok de "Simson" nog de zelfde dag weer vanuit Vlissingen naar Richborough – Engeland.

De "Simson" arriveerde op 12 augustus 1923 met 3 lichters op sleeptouw in de haven van Vlissingen vanuit Richborough – Engeland. Na aflevering van de drie lichters vertrok de "Simson" nog de zelfde dag weer vanuit Vlissingen naar Richborough – Engeland.

De "Simson" arriveerde op 16 augustus 1923 met 3 lichters op sleeptouw in de haven van Vlissingen vanuit Richborough – Engeland. Na aflevering van de drie lichters vertrok de "Simson" nog de zelfde dag weer vanuit Vlissingen naar Richborough – Engeland.

De "Simson" arriveerde op 19 augustus 1923 met 3 lichters op sleeptouw in de haven van Vlissingen vanuit Richborough – Engeland. Na aflevering van de drie lichters vertrok de "Simson" nog de zelfde dag weer vanuit Vlissingen naar Richborough – Engeland.

De "Simson" arriveerde op 30 augustus 1923 met 2 lichters op sleeptouw in de haven van Vlissingen vanuit Richborough – Engeland. Na aflevering van de beide lichters vertrok de "Simson" nog de zelfde dag weer vanuit Vlissingen naar Richborough – Engeland.

De "Simson" arriveerde op 4 september 1923 met 2 lichters op sleeptouw in de haven van Vlissingen vanuit Richborough – Engeland. Na aflevering van de beide lichters vertrok de "Simson" nog de zelfde dag weer vanuit Vlissingen naar Richborough – Engeland.

De "Simson" arriveerde op 9 september 1923 met 2 lichters op sleeptouw in de haven van Vlissingen vanuit Richborough – Engeland. Na aflevering van de beide lichters vertrok de "Simson" nog de zelfde dag weer vanuit Vlissingen naar Richborough – Engeland.

De "Simson" arriveerde op 26 september 1923 met 2 lichters op sleeptouw in de haven van Vlissingen vanuit Richborough – Engeland. Na aflevering van de beide lichters vertrok de "Simson" nog de zelfde dag weer vanuit Vlissingen naar Rotterdam.

Op 27 september 1923 arriveerde de "Simson"  vanuit Vlissingen op de Nieuwe waterweg.

De "Simson" arriveerde op 18 oktober 1923 in de haven van Rotterdam.

1924

Op 30 juni 1924 vertrok de "Simson" vanuit de haven van Antwerpen – België naar Londen – Engeland met de lichter "Frederika" op sleeptouw.

7 juli 1924 arriveerde de "Simson" vanuit de haven van Londen – Engeland in de haven van Antwerpen – België met twee lichters op sleeptouw.

1925
 
April 1925 is de "Simson", door bemiddeling van scheepsmakelaar Jacq. Pierot Jr. verkocht aan Stoomsleepdienst P. Smit jr. te Rotterdam. Als "AFRIKA" kwam de "Simson" voor de Stoomsleepdienst P. Smit jr. te Rotterdam in de havendienst.

1930

Tot in juni 1930 heeft de sleepboot onder de naam "AFRIKA" voor P. Smit jr. haar diensten verleend, waarna zij werd verkocht.

Nieuwe eigenaar werd S.A. Hersent te Bordeaux / Le Verdon, Frankrijk, die de sleepboot de naam "AFRICA" gaf.

Van 19 mei 1930 tot 1931 als "AFRICA" werkzaam voor S.A. Hersent – Bordeaux – Frankrijk.

1931

Van 1931 tot 1940 werkzaam in Tunesie.

Over hoe het de "AFRICA" verging in 1940 bestaan 2 mogelijkheden:

1940

In 1940 werd de "AFRICA" in beslag genomen door de Italianen en kwam in dienst bij Vianini Dragagi te Rome.

1962

1962 – Als "AFRICA" werd de sleepboot verkocht aan Compania de Obras Edilicias Maritimas Portuarias SA, Panama

Onder de naam "AFRICA" was de sleepboot in 1966 nog in de haven van Bizerta actief.

1965

In 1965 Afgevoerd en in 1969 niet meer in Lloyds Register.