Location: Home > L-S > Stentor 1921 - 1957 > Geschiedenis

Geschiedenis

De"Stentor" wordt april 1921 te water gelaten bij de werf van A. Pannevis te Alphen aan de Rijn..

Begin november 1921 maakt de "Stentor" een proefvaart.

1922

Geen informatie gevonden.

1923

8 september 1923 vertrekt de "Stentor" vanuit de haven van Maassluis naar Londen ֠Engeland.

13 september 1923 arriveert de "Stentor", met drie lichters op sleeptouw, vanuit de haven van Richborough ֠Engeland in de haven van Vlissingen.

Meteen na aflevering van de drie lichters zet de "Stentor" vanuit de haven van Vlissingen weer koers naar Richborough ֠Engeland.

15 september 1923 arriveert de "Stentor", weer met drie lichters op sleeptouw, vanuit de haven van Richborough ֠Engeland in de haven van Vlissingen.

Meteen na aflevering van de drie lichters zet de "Stentor" vanuit de haven van Vlissingen weer koers naar Richborough ֠Engeland.

17 september 1923 arriveert de "Stentor", wederom met drie lichters op sleeptouw, vanuit de haven van Richborough ֠Engeland in de haven van Vlissingen.

Meteen na aflevering van de drie lichters zet de "Stentor" vanuit de haven van Vlissingen weer koers naar Richborough ֠Engeland.

19 september 1923 arriveert de "Stentor", met drie lichters op sleeptouw, vanuit de haven van Richborough ֠Engeland in de haven van Vlissingen.

Meteen na aflevering van de drie lichters zet de "Stentor" vanuit de haven van Vlissingen weer koers naar Richborough ֠Engeland.

22 september 1923 arriveert de "Stentor", met drie lichters op sleeptouw, vanuit de haven van Richborough ֠Engeland in de haven van Vlissingen.

Meteen na aflevering van de drie lichters zet de "Stentor" vanuit de haven van Vlissingen weer koers naar Richborough ֠Engeland.

28 september 1923 arriveert de "Stentor", met drie lichters op sleeptouw, vanuit de haven van Richborough ֠Engeland in de haven van Vlissingen.

Meteen na aflevering van de drie lichters zet de "Stentor" vanuit de haven van Vlissingen weer koers naar Richborough ֠Engeland.

30 september 1923 arriveert de "Stentor", met drie lichters op sleeptouw, vanuit de haven van Richborough ֠Engeland in de haven van Vlissingen.

Meteen na aflevering van de drie lichters zet de "Stentor" vanuit de haven van Vlissingen weer koers naar Richborough ֠Engeland.

2 oktober 1923 arriveert de "Stentor", met drie lichters op sleeptouw, vanuit de haven van Richborough ֠Engeland in de haven van Vlissingen.

Meteen na aflevering van de drie lichters zet de "Stentor" vanuit de haven van Vlissingen weer koers naar Richborough ֠Engeland.

1924

Geen informatie gevonden.

1925

12 juni 1925 vertrok de "Stentor" vanuit de Nieuwe Waterweg, met drie bakken op sleeptouw, naar Londen ֠Engeland.

Op 13 juni 1923 kwam de "Stentor" met haar sleep, drie bakken, weer terug bij Hoek van Holland, dit omdat een van de bakken lek bleek te zijn.

De "Stentor" met zes nieuwe lichters op sleeptouw, vanuit Rotterdam naar King's Lynn ֠Engeland is op 18 juni 1925 op plaats van bestemming aangekomen.

De kapitein van de "Stentor" rapporteert, dat lichter Nr. 53 op 17 juni 1923, bij de Roaring Middle Lynndeeps, vol water is gelopen en in zes vadem water gezonken.

Op 19 juni 1925 arriveerde de "Stentor", vanuit de haven van King's Lynn ֠Engeland, in de haven van Vlaardingen.

29 juli 1925 arriveerde de "Stentor" vanuit de haven van IJmuiden in de haven van Vlaardingen.

31 juli 1925 vertrok de "Stentor", met de lichter "Albatros" op sleeptouw, vanuit de Nieuwe Waterweg naar King's Lynn ֠Engeland.

Op 2 augustus 1925 arriveerde de "Stentor" in de haven van King's Lynn ֠Engeland met de lichter "Albatros" op sleeptouw.

Vanuit de haven van King's Lynn ֠Engeland arriveerde op 5 augustus 1925, met de lichter "Albatros" op sleeptouw, de "Stentor" in de haven van Vlaardingen.

Vanuit IJmuiden arriveerde op 13 augustus 1925 de "Stentor" in de haven van Rotterdam.

En vertrok nog dezelfde dag vanuit de haven van Rotterdam, met de lichter "Albatros" op sleeptouw, naar King's Lynn ֠Engeland.

Op 15 augustus 1925 arriveerde de "Stentor", vanuit Rotterdam, in de haven van King's Lynn ֠Engeland, met de lichter "Albatros" op sleeptouw.

Vanuit King's Lynn ֠Engeland arriveerde op 18 augustus 1925, met de lichter "Albatros" op sleeptouw, de "Stentor" in de haven van Vlaardingen.

Op 19 augustus 1925 arriveerde de "Stentor" vanuit de haven van Vlaardingen in de haven van IJmuiden.

Vanuit IJmuiden arriveerde op 25 augustus 1925 de "Stentor in de haven van Vlaardingen.

En vertrok nog dezelfde dag vanuit de haven van Vlaardingen, met de lichter "Albatros" op sleeptouw, naar King's Lynn ֠Engeland.

Op 28 augustus 1925 arriveerde de "Stentor", vanuit Vlaardingen, in de haven van King's Lynn ֠Engeland, met de lichter "Albatros" op sleeptouw.

Vanuit King's Lynn ֠Engeland arriveerde op 30 augustus 1925, met de lichter "Albatros" op sleeptouw, de "Stentor" in de haven van Vlaardingen.

11 september 1925 vertrok de "Stentor" vanuit de Nieuwe Waterweg naar Zee.

13 september 1925 vertrok de "Stentor", met de lichter "Albatros" op sleeptouw, vanuit de Nieuwe Waterweg naar King's Lynn ֠Engeland.

Op 16 september vertrok de "Stentor", met de lichter "Albatros" op sleeptouw, vanuit de haven van King's Lynn ֠Engeland naar Rotterdam.

Vanuit King's Lynn ֠Engeland arriveerde op 17 september 1925, met de lichter "Albatros" op sleeptouw, de "Stentor" in de haven van Maassluis.

Vanuit de haven van Maassluis vertrok de "Stentor" op 18 september naar IJmuiden.

Op 28 oktober namen de "Stentor" en de "Titan" ter hoogte van IJmuiden het Duitse vrachtschip "Kohlenimport"(1906 ֠1.115 Brt.) over van het Duitse vrachtschip "Falk"(1911 ֠1.459 Brt.).

De "Falk" had de "Kohlenimport" ter hoogte van het Haaks lichtschip aangetroffen met een gebroken roer en vastgemaakt.

De "Stentor" en de "Titan" zullen de "Kohlenimport" verder IJmuiden binnen slepen.

Op 3 november 1925 strandde het Engelse vrachtschip "Eleveen"(1922 ֠1.687 Brt.) 3 mijl Zuidwestelijk van Scheveningen.

De "Eleveen" was onderweg vanuit de haven van Newcastle - Engeland naar Rotterdam.

De "Brabant" en de "Stentor" vertrokken naar de strandingsplaats van de "Eleveen" om hun assistentie aan te bieden.

De "Eleveen" slaagde er echter in om op eigen kracht vlot te komen.

Op 2 december 1925 vertrok de "Stentor" vanuit de haven van Rotterdam naar Southampton ֠Engeland, met een motorsleepboot op sleeptouw.

Vanuit de haven van Southampton ֠Engeland, arriveerde de "Stentor" op 4 december 1925 weer in de haven van Vlaardingen.

1926

Het Engelse stoomschip "Zimorodok"(1906 ֠3.573 Brt.) onderweg vanuit de haven van Rosario - Santa Fe ֠Argentini롮aar Amsterdam, liep op 5 juni 1926 tijdens dichte mist, ten Noorden van de Noordpier van IJmuiden aan de grond, maar werd door de sleepboten "Nestor", "Limburg" en "Stentor" weer vlot gesleept.

12 Juli 1926, tijdens een dichte mist, strandde ter hoogte van Noordwijk het Noorse vracht/passagiersschip "Zeta"(1886 ֠1.372 Brt.), onderweg met passagiers en stukgoed vanuit de haven van Bergen ֠Noorwegen naar Rotterdam.

De "Stentor", "Hector" en "Nestor" vertrokken vanuit IJmuiden ter assistentie.

De "Zeta" verwacht zonder hulp zelf vlot te kunnen komen en weigerde de aangeboden assistentie.

De "Zeta" slaagde er ook in om, tijdens hoogwater, op eigen kracht vlot te komen.

Het Noorse vrachtschip "Huldra"(1890 ֠1.281 Brt.), geladen met hout, en vanuit de haven van Uleaborg ֠Finland onderweg naar Londen ֠Engeland.
Is op woensdag 4 augustus 1926 op tien mijl afstand van het lichtschip "Borkum" drijvende aangetroffen met een weggeslagen verschansing en ongeveer zeven voet water in de machinekamer door de trawler "Derika 13", die de "Huldra" op sleeptouw nam.

Met behulp van de later gekomen trawler "IJM 133 Catharina Duyvis" en de sleepboot "Stentor" van Bureau Wijsmuller, is de "Huldra" in de nacht van 6 augustus 1926 IJmuiden binnengebracht.
 
Na aankomst in IJmuiden is de "Stentor" begonnen met het leegpompen van de "Huldra".

Op 10 oktober 1926 zoekt de "Stentor" op de Noordzee naar overlevenden van het, tijdens slecht weer, gezonken vissersschip "KW 152" tussen IJmuiden en Wijk aan Zee.

OP 3 november strandde het uitgaande Engelse vrachtschip "Glanrhyd"(1924 ֠1.590 Brt.), tijdens dichte mist, in de Hoogoven haven.

De "Stentor" heeft nog een poging ondernomen om de "Glanrhyd" vlot te brengen.

Op 4 november 1926 slaagde de "Glanrhyd" er in om, tijdens hoog water, op eigen kracht vlot te komen en vertrok meteen daarna naar de haven van Bremen ֠Duitsland.

Het vrachtschip "Kamo"(1905 ֠3.158 Brt.) onderweg vanuit Amsterdam naar Rotterdam liep op 4 december 1926 bij het verlaten van de sluis, tijdens een zware bui, uit haar roer en kwam dwars in het vaarwater.

De "Nestor" en "Stentor" wisten de "Kamo" weer slaag te brengen waarna de "Kamo" haar reis naar de haven van Rotterdam kon vervolgen.

1927

Op 9 februari 1927 versleepten de "Nestor", "Vlaanderen", "Brabant" en de "Drente" de eerste sluisdeur, voor de in aanbouw zijnde Noordersluis, vanuit de haven van Rotterdam naar IJmuiden.

Bij aankomst in IJmuiden werd het transport geassisteerd door de "Junior", "Stentor" en "Hector".

De "Drente" vertrok op 18 maart 1927 vanuit Nieuwediep naar het Nederlandse Stoomschip "Nieuwland"(1920 ֠1.075 Brt.)van de N.V. Stoomvaart Mij. Nederlandsche Lloyd, die 2 mijl ten Zuiden van Egmond was gestrand.
 
Op 19 maart is de "Nieuwland" vlot gebracht door de "Stentor", "Drente", "Hector" en de "Nestor", waarna de "Nieuwland" op eigen kracht is vertrokken naar Rotterdam.

Vanaf de Nieuwe Waterweg vertrekt de "Stentor" op 4 juni 1927, met de tanklichter "Frisa" op sleeptouw, naar de haven van Hamburg - Duitsland.

12 juni 1927 arriveert de "Stentor", met de tanklichter "Frisia" op sleeptouw, vanuit de haven van Hamburg - Duitsland in de haven van Rotterdam.

De "Stentor" vertrekt op 13 juni 1927 vanuit de haven van Rotterdam naar Le Havre - Frankrijk, met 2 lichters op sleeptouw.

Met 2 lichters op sleeptouw, vanuit Rotterdam, arriveert op 15 juni 1927 de "Stentor" in de haven van Le Havre - Frankrijk.

De "Stentor" arriveerde op 15 juni 1927, vanuit de haven van Le Havre ֠Frankrijk, in de haven van Vlaardingen.

19 juni 1927 kreeg de "Assistent" tijdens assistentie aan het vrachtschip "Lotte Reith"(1899 ֠1.489 Brt.) een tros in de schroef.

De "Hector" maakte de "Lotte Reith" vast en de "Stentor" maakte de "Assistent" vast en zorgde dat de "Assistent" voor de kant kwam, zodat een duiker de tros uit de schroef kon halen.

De "Stentor" vertrok op 30 juni 1927 vanuit de haven van Rotterdam naar IJmuiden.

Vanuit de haven van IJmuiden arriveerde de "Stentor" op 15 juli 1927 in de haven van Vlaardingen.

Op 25 juli 1927 werd de tweede sluisdeur, voor de Noordersluis van IJmuiden, door de "Stentor", samen met de "Gelderland", de "Nestor" en de "Drente", vanuit de haven van Rotterdam naar IJmuiden gesleept.

Het Vrijdagmorgen 19 augustus 1927, geladen met kolen, vanuit de haven van Amsterdam naar Port Said - Egypte vertrokken vrachtschip "Moena"(1923 ֠9.373 Brt.). Is wegens machineschade door de sleepboten "Stentor" en "Nestor", die ter assistentie uitgezonden waren, op zaterdag 20 augustus 1927 vanuit de Noordzee IJmuiden binnengesleept.

De "Moena" heeft een ligplaats gekregen nabij het Fort in de Buitenhaven. Teneinde de schade te herstellen, dit zal ongeveer twee dagen duren.

Op 21 september 1927 kreeg het Engelse vrachtschip "Atlantic"(1904 ֠3.016 Brt.), tussen de pieren, machineproblemen. De "Stentor" en de "Hector" maakten op de "Atlantic" vast en brachten de "Atlantic" binnen.

Het Engelse vrachtschip "Bedefell"(1919 ֠3.780 Brt.) strandde om 7.00 uur, doordat het door een grondzee uit het roer liep, aan de binnenkant van de Noordpier van IJmuiden op 28 oktober 1927.

Nadat diverse pogingen om op eigen kracht vlot te komen niet lukten. Contracteerde de kapitein van de "Bedefell" Bureau Wijsmuller om de "Bedefell" vlot te brengen.

Op basis van Lloyds Open Form, No Cure No Pay, maakten de "Stentor", "Willem Barendsz", "Utrecht" en de "Hector" vast op de "Bedefell" die na een half uur werken weer vlot kwam.

4 november 1927 raakte de trawler "IJM. 20 Olga", met de Noorse driemastschoener "Borge II"(geen gegevens) op sleeptouw, voor de kust van IJmuiden in de problemen, en beide schepen vroegen om sleepboot hulp.

De "Stentor" slaagt er in om de "Borge II" vast te maken en de "Hector" maakt de "IJM. 20 Olga" vast en slaagde er in deze naar dieper water te slepen.

Toen de "IJM. 20 Olga" weer in staat was om op eigen kracht naar binnen te komen maakt de "Hector" ook vast op de "Borge II" en slaagden de "Hector" en de "Stentor" er in de "Borge II" IJmuiden binnen te brengen.

De "IJM. 20 Olga" had de "Borge II", die tijdens slecht weer motorproblemen had gekregen en haar deklading mijnhout had verloren, op de Noordzee vast gemaakt.

Op 19 november 1927 slepen de "Stentor" en de "Hector" de tanker "Den Haag"(1925 ֠8.971 Brt.) vanaf de brulboei IJmuiden binnen. De "Den Haag" had machineschade en was ter hoogte van de brulboei voor anker gegaan.

1928

Zaterdag 7 januari 1928 strandde het S.S. "Vang"(1901 ֠640 Brt.), dat in ballast vanuit de haven van Antwerpen ֠Belgi롯nderweg was naar Hamburg ֠Duitsland, benoorden Petten.

Op 8 januari 1928 kwam het Engelse vrachtschip "Saltmarshe"(1907 ֠930 Brt.), bij het invaren van de Hoogovenhaven, met haar anker verward in een elektriciteit kabel. Nadat de "Saltmarshe" haar anker had laten slippen werd ze door de "Stentor" en "Nestor" weer slaags getrokken.

Op 10 januari 1928 werd de "Vang" door de "Stentor", "Assistent", "Drente" en de "Nestor" vlot gebracht.

Op 17 februari 1928 vertrok het Engelse vrachtschip "Shonga"(1909 ֠3.044 Brt.) vanuit IJmuiden naar Hamburg ֠Duitsland.
 
Op die dag staat er een West Noord Wester storm windkracht 7 tot 8.

Na het verlaten van IJmuiden krijgt de "Shonga" problemen met de machine en probeert op 1 kilometer uit de kust voor anker te gaan.

De "Hector", "Stentor" en "Nestor" konden door de West Noord Wester storm niet uitvaren. Korte tijd later strandde de "Shonga" op ongeveer 2 mijl ten Noorden van IJmuiden.

Kort na de stranding brak de "Shonga" in twee쮠en was niet meer te redden. Wijsmuller kreeg later nog wel de opdracht om de lading te bergen.

Op 14 april 1928 ligt het Noorse vrachtschip "Balzac"(1921 ֠962 Brt.), onderweg vanuit de haven van Rotterdam naar Oslo ֠Noorwegen, op 14 mijl van IJmuiden met een gebroken schroefas.

De "Stentor" en de "Hector" zijn uitgevaren om de "Balzac" IJmuiden binnen te brengen.
 
Op 15 april 1928 is de "Balzac" door de "Stentor" en de "Hector" IJmuiden binnen gesleept.

De "Vlaanderen" zal de "Balzac" vanuit IJmuiden naar Rotterdam verslepen voor herstel van de schroefas.

Op 7 juli 1928 vertrok de "Stentor" vanuit de haven van Maassluis naar zee.

Op 29 augustus vertrok de "Stentor" vanuit de haven van Rotterdam, met de lichter "Frisia" op sleeptouw, naar Hamburg ֠Duitsland.

Op 31 augustus 1928 arriveert de "Stentor" in de haven van Hamburg - Duitsland, met de tanklichter "Frisia" op sleeptouw.

Op 2 september 1928 vertrok de "Stentor", met de tanklichter "Frisia" op sleeptouw, vanuit de haven van Hamburg - Duitsland naar Rotterdam.

De "Stentor", met de tanklichter "Frisia" op sleeptouw, arriveerde op 4 september 1928 vanuit de haven van Hamburg ֠Duitsland, in de haven van Rotterdam.

Met de drijvende kraan "No. 6" op sleeptouw vertrok de "Stentor" op 31 oktober 1928 vanuit de haven van Rotterdam naar IJmuiden.

Een stoker van de "Stentor" werd op 28 november 1928 gearresteerd op de beschuldiging van oplichting.

De stoker deed zich voor als machinist en leende van diverse mensen in Den Helder geld, geld wat hij vergat terug te betalen.

1929

8 februari 1929 strandde de trawler "IJM. 152 Paris" tussen de strekdammen van het Fort-eiland in IJmuiden, de "Stentor" slaagt er na korte tijd in de "IJM. 152 Paris" vlot te brengen.

Tijdens dichte mist verdaagde op 4 maart 1929 de trawler "IJM. 238 Johanna Maria" op de blokken van de Noordpier van IJmuiden en maakte al snel water.

De "Stentor" en de "Nestor" weten de "IJM. 238 Johanna Maria" tegen de avond vlot te brengen en in de haringhaven droog te zetten.

Nadat een duiker het gat dichte en de trawler werd droog gepompt is de "IJM. 238 Johanna Maria" door de "Stentor" en de "Nestor" naar het dok versleept.

De motorlogger "SCH. 378 Energie" is in de morgen van 27 maart 1928 tijdens dichte mist bij het binnenkomen van IJmuiden op de Zuidpier gestrand, en later door de sleepboot "Stentor" vlot getrokken en naar de vissershaven gesleept.

Het vanuit de haven van Follonica ֠Itali롮aar Amsterdam bestemde Engelse stoomschip "Yorkminster"(1897 ֠4.064 Brt.), raakte op 8 november 1929 bij het binnenkomen van de haven van IJmuiden nabij de Zuidpier onklaar, maar werd door de "Stentor" en "Nestor" vast gemaakt en naar de sluizen geassisteerd.

Door een defect aan haar roer stootte op 12 november 1929 het Duitse vrachtschip "Menes"(1926 ֠5.609 Brt.) op de Noordpier van IJmuiden. De "Stentor", "Hector" en de "Nestor" wisten de "Menes", die meteen water maakte, nabij het forteiland in de buitenhaven aan de grond te zetten.

Uit onderzoek bleek dat de voorpiek en de tanks van ruim 1 en 2 vol water stonden. Ook stond er water in ruim 1 en 2.

Het met erts geladen, vanuit de haven van Caen ֠Frankrijk, aangekomen Franse stoomschip "Thisbe"(1925 ֠1.782 Brt.) is in het kanaal naar het Hoogovenbedrijf op 15 november 1929 aan de grond gelopen. Na enige uren te hebben vastgezeten, is de "Thisbe" met behulp van de "Nestor" en "Stentor" vlot gebracht en naar de ligplaats van de hoogovens gebracht.

De baggermolen "Porto Allegro", die werkzaam was tussen de pieren, is door de "Stentor", in de nacht van 12 december 1929, IJmuiden binnen gesleept. Dit omdat de vrees bestond dat de ankerdraden het zouden begeven gedurende de West Noord Wester storm.

Het met erts, bestemd voor de Hoogovens, geladen vrachtschip "Wassenaar"(1917 ֠2.173 Brt.). Is op 13 december 1929 binnen de pieren, nabij de Noorder Strekdam, gestrand.

Maar is met behulp van de "Hector" en "Stentor" nog dezelfde dag vlot gebracht en afgemeerd bij de Hoogovens.

1930

15 mei 1930 verdaagde het Nederlandse passagiers/vrachtschip "Gelria"(1913 ֠13.568 Brt.), van de Koninklijke Hollandse Lloyd, bij vertrek uit IJmuiden nabij de Zuidpier aan de grond. De "Stentor" en de "Hector" brengen de "Gelria" weer vlot waarna de "Gelria" haar reis vervolgt. Wat later op de dag keerde de "Gelria" weer terug naar Amsterdam wegens schade aan haar schroef.

1931

Op 12 januari 1931 strandde het Griekse vrachtschip "Cyrille Danneels"(1924 ֠1.585 Brt.) tussen paal 47 en 48 bij Castricum.

De "Stentor" en "Hector" komen met nog twee sleepboten van Wijsmuller ter plaatse en zullen 's avonds bij hoog water proberen de "Cyrille Danneels" vlot te brengen.

De eerste pogingen mislukten maar op dinsdagavond 13 januari 1931 werd de "Cyrille Danneels" vlot gebracht.

Tijdens dichte mist kwam de "Stentor" op 21 januari 1931, nabij de Noordersluis, in aanvaring mat de sleepboot "Neutraal". De "Neutraal" liep zware schade op aan het voorschip de "Stentor" liep schade op aan de voorsteven.

1932

Geen informatie gevonden.

1933

De Spaanse vrachtboot "Urkiola-Mendi"(1902 ֠3.552 Brt.), van de Sota-lijn, is zondagochtend 15 januari 1933 omstreeks half tien op de vierde bank bij de Noordkust van Zandvoort aan de grond gelopen.
 
Radiografisch ontving Bureau Wijsmuller uit IJmuiden het bericht van de stranding en zond onmiddellijk de sleepboten "Drente", "Nestor" en de "Stentor" om zo nodig assistentie te verlenen.

De "Urkiola-Mendi" slaagde er in de loop van de dag in om, tijdens hoog water,  op eigen kracht vlot te komen en haar reis te vervolgen.

Op vrijdagavond 20 maart 1933 is de Belgische kotter "O. 135" als gevolg van het slechte weer gestrand op het Fort-eiland.

De "Stentor" en de "Hector" slaagden de volgende dag, bij hoogwater, in de "O. 135" vlot te slepen. De "O. 135" bleek later niet verzekerd te zijn.

Tijdens assistentie van een vrachtschip kreeg de "Hector" op 11 juli 1933 een tros in de schroef en moest worden vervangen door de "Stentor" tot een duiker de tros had verwijderd.

Vanaf de Nieuwe Water weg versleept de "stentor" op 11 augustus 1933 de trawler "IJM. 37 Gloria" naar IJmuiden.

Op 17 augustus 1933 versleept de "Stentor" de trawler "IJM.190 Henriette Jacoba" vanuit de haven van IJmuiden naar Vlaardingen voor reparaties.

Na aflevering van de "IJM. 190 Henriette Jacoba" in de haven van Vlaardingen maakt de "stentor", in de haven van Vlaardingen, de trawlers "IJM. Christine" en de "IJM. 38 Gerberdina Johanna" vast voor een sleepreis naar IJmuiden.

De Duitse logger "AE 109 Heinrich Brons" strandde op zaterdag 11 november 1933 op twee kilometer ten noorden van Egmond. De "stentor" en de sleepboot "Noordwijk" weten de "AE 109 Heinrich Brons" bij hoogwater 's avonds om 23.00 uur weer vlot te brengen.

Op 13 december 1933 sleept de "stentor" een garnalenvisser, die vlak bij IJmuiden een net in de schroef heeft gekregen, IJmuiden binnen.

1934

Het Engelse Stoomschip "Waterland"(1915 ֠1.091 Brt.) geladen met kolen onderweg vanuit de haven van Newcastle - Engeland naar Amsterdam strandde op 4 januari 1934 als gevolg van dichte mist 1,5 KM ten zuiden van de zuidpier van IJmuiden.

De "Drente", "Stentor" en de "Nestor" weten de "Waterland" op 5 januari 1934 vlot te slepen en brengen de "Waterland" binnen in IJmuiden.

1935

Zaterdag 26 januari 1935 verloor het Engelse Stoomschip "Asiatic"(1923 ֠3.741 Brt.), 12 mijl ten zuiden van lichtschip "Haaks", haar schroef.

De "Stentor" vertrok vanuit IJmuiden naar de positie van de "Asiatic".

De "Drente" en de "Holland" (van Doeksen) waren eerder bij de "Asiatic" en maakten deze onder Lloyds Open Form vast en sleepten de "Asiatic" naar Den Helder.

Het bergingsloon was 5.000,-- gulden.

Op 18 februari 1935 werden een man en een vrouw, tijdens slecht weer, door een golf van de Zuidpier geslagen. De "Stentor" en de "Neeltje Jacoba" voeren meteen uit, om te gaan zoeken naar de drenkelingen. Ondanks deze zoektocht slaagde men er niet in beide drenkelingen te redden.

Op 15 november 1935 kwam het Noorse vrachtschip "Oddvar II"(1918 ֠1.961 Brt.) in de buitenhaven van IJmuiden in aanvaring met de trawler "IJM. 70 Zeehond" die onderweg was naar zee.

Om erger te voorkomen ging de "Oddvar II" voor anker, waarbij haar anker verward raakte in de ankerkettingen van een baggermolen.

Met behulp van de "Stentor" werd de "Oddvar II" slaags getrokken, zodat het anker vrijgemaakt kon worden, waarna de "Oddvar II" de reis naar Amsterdam kon vervolgen.

1936

Eind januari 1936 werd besloten dat de "Stentor" gestationeerd te IJmuiden, zal worden verbouwd.
Van de "Stentor" zullen, zoals reeds bij de "Nestor" was gebeurt de whale gangen verwijderd worden, waardoor een tros verwisseling van voor naar achterschip mogelijk zal worden.

Dit werd tot dan toe door de overdekte gangen, whale gangen, aan stuur- en bakboordzijde belemmerd.

Ook op de brug zullen enige veranderingen worden aangebracht, waardoor de bediening van de telegraaf vereenvoudigd wordt. Deze veranderingen maken het mogelijk dat er met minder personeel gevaren kan worden.

Op 4 juni 1936 maken de "Hector" en de "Stentor" het Russische schip "Valeri Meslauk"(geen gegevens) ter hoogte van Egmond vast met machineschade en slepen deze naar IJmuiden.

In het Westgat bij Den Helder strandde op 8 juli 1936 een schip.

De "Utrecht" vertrok vanuit de haven van Den Helder en de "Stentor" vanuit de haven van IJmuiden naar het Westgat.

Toen de "Utrecht" de "Stentor" daar arriveerden bleek dat het schip reeds was vlot gekomen en vertrokken was. Vermoedelijk ging het om een Deens schip de "Hilde" uit Kopenhagen - Denemarken.

De "Nestor" pikt op 27 oktober 1936 een 9 tal bemanningsleden op, van de binnen de pieren van IJmuiden gezonken, Scheveningse logger "SCH 68".

De "Stentor" heeft daarna nog gezocht naar de overige, vermiste, opvarenden van de "SCH 68".

Tijdens het garnalen vissen kreeg de kotter "HD. 210" op 12 november 1936 het net in de schroef en raakte op drift naar zee.

De "Stentor" verleende vanuit IJmuiden assistentie aan de "HD. 210" en sleepte de "HD. 210" naar IJmuiden.

1 December 1936 liep de Noorse tanker "O.A. Knudsen"(1925 ֠9.026 Brt.) tijdens een Noord Wester storm, windkracht 10 tot 11, bij het verlaten van IJmuiden aan de grond op de Zuiderstrekdam.

De "Stentor", "Hector", "Nestor" en de in de loop van de nacht gearriveerde "Utrecht" wisten de tanker in de ochtend van 2 december weer vlot te brengen.
De "O.A. Knudsen" heeft roer- en bodemschade opgelopen.

1937

25 januari 1937 vertrok de "Stentor" vanuit IJmuiden naar zee, daar er ter hoogte van Egmond aan Zee een schip ronddreef.

De "Stentor" trof daar het Duitse vrachtschip "Helios"(1929 ֠2.883 Brt.) aan die wegens de Ooster storm voor anker was gegaan.

De kapitein van de "Helios" wenste geen hulp en wilde beter weer afwachten al te vorens de reis te vervolgen.

Op 21 oktober stranden in de havenmond van IJmuiden de botters "RO. 29" en de "UK. 98". De "RO. 29" accepteerde de assistentie van de "Stentor" en wordt al snel weer vlot gebracht. De "UK. 98" wacht op hulp van andere botters.

1938

Februari 1938 versleept de "Stentor" vanuit de haven van Esbjerg - Denemarken de trawler "KW 159 Java", die daar binnen was gebracht, met ernstige schade, na een aanvaring naar Vlaardingen.

En levert de "KW 159 Java" af bij scheepswerf A. de Jong voor herstel van de schade.

In de morgen van 11 november 1938 strandde, als gevolg van dichte mist, het Zweedse stoomschip "Venersberg"(1914 ֠1.065 Brt.) nabij Castricum.

Dezelfde dag omstreeks 16.30 uur lukt het de "Stentor" en de "Utrecht" om de "Venersberg" weer vlot te slepen. Waarna de "Venersberg" op eigen kracht naar Amsterdam kan varen voor onderzoek naar de opgelopen schade.

Op 26 november 1938 strandde het motorschip "Vida"(1930 ֠954 Brt.) op de Noorder-strekdam van IJmuiden.

De "Hector", "Nestor" en de "Stentor" hebben vastgemaakt op de "Vida" en zullen proberen de "Vida" tijdens hoogwater vlot te brengen van de Noorder-strekdam

Begin december 1938 sleept de "Stentor" de logger "KW 169", die ronddreef op de Noordzee met motorschade, IJmuiden binnen.

2 december 1938 verdaagde de trawler "IJM. 58 Amsterdam", die door de trawler "IJM. 196 Hercules" wegens machineschade naar IJmuiden werd versleept, na het breken van de sleeptros op de blokken van de Zuidpier van IJmuiden.
 
De "Stentor" wist vrij snel vast te maken op de "IJM. 58 Amsterdam", even later maakte ook de "Utrecht" vast op de "IJM. 58 Amsterdam".

Gezamenlijk wisten de "Stentor" en de "Utrecht" de "IJM. 58 Amsterdam" na een klein uur weer vlot te brengen en de haven van IJmuiden binnen te slepen.

29 december 1938 breekt er aan boord van het Noorse vrachtschip "Kem"(1925 ֠1706 Brt.) brand uit in ruim 3.

De "Kem" die net was vertrokken vanuit Amsterdam naar Stavanger - Noorwegen, wende de steven en keerde terug naar IJmuiden en meerde af in de buitenhaven.

De "Hector" en de "Stentor" bestreden het vuur met 5 stralen. Vrijdag 30 december 1938 werd besloten ruim 3 vol water te pompen om de brand te bestrijden. De lading in ruim 3 bestond uit Tapiocameel, Cokes en Fosfaat.

1939

Op 24 januari 1939 was de trawler "Libra IJM 98" net binnen de pieren van IJmuiden toen de machine onklaar raakte, waardoor de "Libra IJM 98" binnen de havenmond kwam te drijven.

De "Libra IJM 98" was geheel in rookwolken gehuld, wat voor de "Stentor" reden was om hulp aan te bieden. Maar de kapitein van de "Stentor" en de schipper van de "Libra IJM 98" konden het niet eens worden over de prijs.

Waarop de "Stentor" weer naar de steiger terugkeerde. De schipper van de "Libra IJM 98" accepteerde daarna wel assistentie van de sleepboot "Noordwijk".

De "Stentor" werd in augustus 1939 gevorderd, en na de nodige verbouwingen, als "Hr. Ms. BV 4" in dienst gesteld bij de Koninklijke Marine.

11 september 1939 brengt de "Stentor" het lichaam van een bediende van de, op 8 september 1939 door een mijn vergane, mijnenveger Hr. Ms."Willem van Ewijck"(1937 ֠460 Brt.) aan wal in Den Helder.

Wijsmuller kampte met een ernstig tekort aan sleepboten in de haven van IJmuiden en verzocht de marine de "Stentor" terug te geven. Dit verzoek werd in september 1939 gehonoreerd en reeds in oktober ging de "Stentor" terug naar IJmuiden.

10 Oktober 1939 brachten de "Utrecht" (kapitein v.d. Burg) en de "Stortemelk" van Doeksen de Finse houtboot "Indra"(1900 ֠2.026 Brt.) binnen in de haven van IJmuiden, nadat deze op een mijn was gelopen.

De "Indra" was blijven drijven op haar lading hout. Binnen de pieren nemen de "Nestor" en de "Stentor" de "Indra" over van de "Utrecht" en de "Stortemelk" en slepen deze naar de bergingshaven.

1940 ֠1945

Op 10 mei 1940 werd de Stentor opnieuw gevorderd door de Nederlandse zeemacht.

Vier dagen later werd de "Stentor", samen met zusterschip "Nestor" en de sleepboten "Annie Goedkoop" en "Elisabeth Goedkoop" en twee binnenvaartschepen als blokschip afgezonken in de haven van IJmuiden.

19 juli 1940 wordt de "Stentor" met behulp van de Ned. Scheepsbouw Mij. uit Amsterdam gelicht en naar de werf gesleept voor reparatie.

Na reparatie werd de "Stentor" op 7 september 1941 verbeurd verklaard.

De "Stentor" werd ingedeeld bij de Kriegs-marine als sleepboot in de haven van Gotenhafen - Noord-Polen, onder de naam "Specht".

Na de oorlog wordt de "Specht"/"Stentor" aangetroffen in een haven in Polen en wordt ze weer klaargemaakt om te vertrekken naar Nederland.

1946

Tijdens de reis terug naar Nederland wordt op 8 januari 1946 de coaster "Holland"(1935 ֠199 Brt.) door de "Stentor" in de haven van Hamburg ֠Duitsland vast gemaakt en versleept naar Rotterdam voor herstel.

Waarna de "Stentor" voor reparaties vanuit Rotterdam naar Amsterdam vertrekt.

Na de herstel werkzaamheden kwam de "Stentor" weer onder haar oude naam "Stentor" in dienst van Bureau Wijsmuller.

Het Noorse vrachtschip "Betty"(1919 ֠2.419 Brt.) liep op 13 maart 1946 ter hoogte van Zandvoort op een mijn.

Waarop de bemanning de "Betty", die snel veel water maakte, verliet.

De "Stentor", "Hector" en de "Amsterdam" wisten de "Betty" vast te maken en naar de haven van IJmuiden te slepen.

Begin juli 1946 sleepte de "Stentor" het vrachtschip "Empire Consequence"(1940 ֠1.998 Brt.) vanaf een locatie op 70 mijl van Cuxhaven ֠Duitsland naar de haven van Kopenhagen ֠Denemarken, en vervolgens twee bakken vanuit de haven van Horsens ֠Denemarken naar Rotterdam.

In de nacht van 10 op 11 december 1946 strandde er een schip, op de derde bank, 1 kilometer ten Zuiden van Zandvoort. Wegens het mijnen gevaar mocht de reddingsboot niet uitvaren.

De "Stentor" vertrok wel vanuit de haven van IJmuiden naar de strandings plaats om haar assistentie aan te bieden aan het 'vermoedelijk Engelse vrachtschip'.

Verdere namen of de afloop is helaas niet bekend.

1947

11 januari 1947 strandde het Deense vrachtschip "Lilian"(1924 ֠1.791 Brt.) op de razende bol ter hoogte van Den Helder. De "Stentor" en de sleepboot "Borndiep" slaagden er niet in om de "Lilian" vlot te brengen.

De "Hudson" kreeg van de reder van de "Lilian" opdracht om deze vlot te brengen. Wat uiteindelijk pas op 24 januari lukte.

25 februari 1947 strandde de Noorse kusttanker "Vildkat"(1946 ֠454 Brt.) onderweg van Rotterdam naar Amsterdam op 3 mijl Noord West van IJmuiden, ter hoogte van Wijk aan Zee.

De "Stentor" ondernam een poging om de "Vildkat" vlot te slepen maar slaagde daar niet in.

27 februari 1947 wisten de "Stentor" en de "Maas" de "Vildkat" vlot te brengen en IJmuiden binnen te slepen.

In de nacht van 11 op 12 maart 1947 strandde het Noorse vrachtschip "Herta"(1884 ֠253 Brt.) op de Haaksgronden.

Op 12 maart 1947 probeerden de "Stortemelk" en "Volharding" de "Herta" vlot te slepen. Woensdag middag 12 maart arriveerde de "Stentor" bij de "Herta" en maakte ook vast.

Het Noorse vrachtschip "Herta" is op 13 maart 1947 weer vlot gebracht en door de "Stentor" de haven van Rotterdam binnengesleept.

De "Herta" had een lading fosfaat aan boord voor de Kunstmestfabriek te Vlaardingen.

Op 19 maart 1947 arriveert de "Stentor" in de Waalhaven te Rotterdam met het lichtschip "Texel" op sleeptouw.

1948

Op 9 maart 1948 vertrok de "Stentor" met de kuster "Roerdomp" op sleeptouw vanuit de haven van Kristiansand ֠Noorwegen naar Rotterdam.

Tijdens de sleepreis raakte het transport op 10 maart 1948, tijdens slecht weer in de problemen doordat de "Stentor" een defect aan het roer kreeg.

Nadat de sleeptros was gebroken zonk de "Roerdomp" omstreeks 23:00 uur, op ongeveer 5 mijl ten oosten van de Deense haven Thyboron. De vier runners aan boord van de "Roerdomp" konden, met zeer veel moeite, door een Deens vissersvaartuig worden gered.

De "Stentor" werd later op sleeptouw genomen door de "Noord-Holland" en arriveerde op 14 maart in IJmuiden.

10 mei 1948 liep het Engelse vrachtschip "William Bursley"(1943 ֠1.791 Brt.) ter hoogte van Callandsoog op een mijn.

De ontploffing van de mijn veroorzaakte een gat bij de achtersteven, net boven de waterlijn. De "Stentor" escorteerde de "William Bursley" naar IJmuiden.

De Groninger coaster "Aktjo"(1927 ֠200 Brt.) uit Delfzijl die op 18 juli 1948 op de Noorderhaaksgronden liep werd, pas op 20 juli 1948, vlot gebracht door de "Nestor", "Stentor" en "Hector" die door de lage waterstand de "Aktjo" niet eerder konden naderen. De "Aktjo" werd afgeleverd in de haven van Den Helder.

1949

Tijdens een zware storm kwam op 23 oktober 1949 de Zweedse houtboot "Ketty"(1883 ֠1.112 Brt.) onderweg met een deklast hout vanuit de haven van Sandvall ֠Noorwegen, ter hoogte van de waddeneilanden in de problemen.

Nabij IJmuiden maakte de "Ketty" 37 graden slagzij door het schuiven van de deklading en raakte de machine onklaar.

De "Ketty" riep dringend om hulp, waarop de "Nestor" en "Stentor" vertrokken uit IJmuiden en de "Ketty" vastmaakten.

Net binnen de pieren van IJmuiden begon de "Ketty" te zinken en nog net op tijd slaagden de "Nestor" en "Stentor" erin de "Ketty" in de bijleggershaven aan de grond te zetten.

1950

Geen informatie gevonden.

1951

Op 1 januari 1951 verdaagde de Zweedse motorschoener "Ann Charlotte"(geen gegevens) op de Noorderhaaksgronden. De "Stentor" kwam om 17.30 uur bij de "Ann Charlotte" en maakte meteen vast, maar de "Stentor" kwam zelf aan de grond en kwam dwars zees te liggen, zodat de "Stentor veel water overkreeg.

Met behulp van de reddingsboot "Dorus Rijkers", kon de inmiddels gearriveerde "Hector" op de "Stentor" vastmaken en deze vlot trekken. Hierna slaagden de "Stentor" en de "Hector" er in de "Ann Charlotte" om 20.50 uur vlot te brengen.

1952

2 Januari 1952 strandde het Noorse vrachtschip "Frameggen"(1948 ֠2.086 Brt.) bij de Hondsbossche Zeewering.

De berging van de "Frameggen" geschiedde onder leiding van kapitein D. Moerman.

Op 9 januari 1952 werd de "Frameggen" door de "Stentor", "Hector", "Nestor", "Stortemelk" en de "Oceaan II" vlot getrokken.

11 februari 1952 meld het Duitse vrachtschip "Dorthe Oldendorff"(1909 ֠2.086 Brt.) dat het met problemen kampte met de voortstuwing.

De "Stentor" en "Hector" vertrekken vanuit IJmuiden naar de "Dorthe Oldendorff" en maken deze ter hoogte van Egmond vast en slepen de "Dorthe Oldendorff" naar IJmuiden voor reparaties.

1953

In de nacht van 26 op 27 december 1953 brak er omstreeks 24.00 uur brand uit aan boord van de kustvaarder "Liberty"(1952 ֠399 Brt.)die in IJmuiden lag. Een oververhitte kachel was de oorzaak van de brand.

Naast de brandweer van IJmuiden namen de "Hector", "Nestor", "Stentor" en "Junior" deel aan de bluswerkzaamheden.

Het Engelse vrachtschip "Maywood"(1923 ֠1.823 Brt.) verdaagde op 27 december 1953, door een defect aan het roer, op de Zuidpier van IJmuiden.

Hierbij verloor de "Maywood" haar schroef en roer. De "Stentor" wist de "Maywood" vast te maken en naar binnen te slepen.

Bij het in de sluis slepen van de "Maywood" botste de "Stentor" tegen de vloeddeur van de sluiskolk, die daardoor zware schade opliep.
De deur kon echter wel in gebruik blijven waardoor de scheepvaart geen vertraging opliep.

De kotter "KW. 27 Anna Marie" strandde tijdens het vissen iets benoorden van Wijk aan Zee op 24 maart 1954.

De "Stentor" bracht op 25 maart 1954 de "KW. 27 Anna Marie" weer vlot en heeft haar naar IJmuiden gebracht.

14 december 1954 vroeg het Panamese vrachtschip "Katingo"(1944 ֠7.253 Brt.) om sleepboot hulp, waarop de "Cycloop" vanuit IJmuiden vertrok naar de positie van de "Katingo".

Helaas de "Katingo" strandde bij Bergen aan Zee voordat de "Cycloop" haar kon vastmaken.

De berging van de "Katingo" werd aan Wijsmuller gegund.

1955

Op 9 februari 1955 maakten de "Cycloop" en de "Nestor" vast op de "Katingo" en wisten haar ongeveer 40 meter richting zee te trekken.

19 februari 1955 slaagde de "Cycloop", "Nestor", Hector en "Stentor" er uiteindelijk in de "Katingo" helemaal vlot te brengen en in Rotterdam af te leveren aan haar eigenaar.

In de nacht van 14 op 15 oktober 1955 braken de trossen van de Engelse slepers "Rumania" en "Vanguiser", die het vrachtschip "Cygnet"(1944 ֠7.160 Brt.) versleepten naar Amsterdam.

De Engelsen zagen geen kans om weer vast te maken en Wijsmuller werd voor de berging gecontracteerd.

De "Cygnet" was inmiddels al zo ver richting Hoek van Holland afgedreven, dat Wijsmuller de "Maas" van Smit contracteerde, deze maakte de "Cygnet" als eerste vast. Hierna maakte de "Nestor" vast en de "Stentor" wist achter vast te maken. De "Cygnet" werd behouden Hoek van Holland binnen gebracht.

Bureau Wijsmuller lichte op 8 juli 1957 het binnenvaartschip "Harmani" wat was gezonken in de binnenhaven. De "Stentor" pompte na het lichten het ruim van de "Hermani" leeg.

Op dinsdagavond 3 september 1957 strandde de Poolse trawler "Drozd"(1952 ֠166 Brt.) op het strand bij Egmond.

De "Nestor" en de "Stentor" zijn aanwezig bij de strandings plaats.

Op 5 september 1957 om 5 uur in de morgen slaagden de slaagden de "Nestor" en de "Stentor" er in de "Drozd" vlot te brengen. Vervolgens werd de "Drozd" afgeleverd in de haven van IJmuiden.

De "Stentor" werd in 1957 tezamen met de "Hector" verkocht naar Itali뮼/strong>

De "Stentor" kreeg als nieuwe eigenaar Societa Eserzicio Rimorchi e Salvataggi (O. Turchi) te Ravenna ֠Itali뮼/strong>

Op 7 oktober 1957 vertrok de "Hector", met de "Stentor" op sleeptouw, vanuit IJmuiden, via de haven van Falmouth ֠Engeland, naar hun nieuwe thuishaven Ravena ֠Itali뮠Waar de "Hector", met de "Stentor" op sleeptouw, op 5 november 1957 arriveerde.

Na aankomst in de haven van Ravena ֠Itali롫wam de "Stentor" onder de naam "ALBERONI" in de vaart voor haar nieuwe eigenaar.

In 1974 werd de "ALBERONI" doorverkocht, ook weer samen met de voormalige "Hector", naar de Griekse reder Loucas G. Matsas te Piraeus ֠Griekenland.

Van haar nieuwe eigenaar, Loucas G. Matsas,  kwam de "ALBERONI" als "KERVEROS" in de vaart.

De "KERVEROS" be쪮digde haar levensloop in 1976, toen zij in de haven van Perama ֠Griekenland werd gesloopt.