Location: Home > T-Z > UtrechtII 1919 - 1940 > Eenzware sleepreis

Eenzware sleepreis

De "Utrecht" en de "Frisia" in de storm.

Onder de schepen omtrent wier lange uitblijven ongerustheid heeft geheerst waren ook de sleepboot "Utrecht" van bureau Wijsmuller met de tanklichter "Frisia" van Ph. van Ommeren's Scheepvaart Bedrijf op sleeptouw van Cuxhaven naar Rotterdam.

Geen van beide vaartuigen had radio aan boord, zodat zij van hun bewegingen geen bericht konden geven. Na veel zwalken zijn de beide schepen thans te Rotterdam aangekomen en de kapitein van de "Utrecht", de heer Van Rijswijk, heeft een verslaggever daar ten kantore van bureau Wijsmuller in onopgesmukte taal het wedervaren van de sleep verteld.

Onze Nederlandsche zeesleepboot-kapiteins zijn niet gauw vervaard en zoo heeft dan ook kapitein Van Rijswijk zijn boot en zijn sleep behouden binnengebracht, maar er is op deze reis ontzettend veel van de volharding en het zeemanschap van den kapitein en zijn geheele bemanning gevergd.

Op 16 november 1928 verliet de "Utrecht" Hamburg met de "Frisia", die 1250 ton meet en 700 ton olie in had, op sleeptouw.

Op 17 november 1928 ging men wegens slecht weer op de reede van Cuxhaven ten anker.

Vier dagen hebben de vaartuigen daar gelegen. Op 21 november 1928 besloot men zee te kiezen. De wind was toen Zuid West, en er stond een koppige zee.

Langs de vuurschepen "Norderney" en "Borkum" koerste de sleep nog 15 mijl ten Zuid Westen van Terschellingerbank vuurschip, waar het slecht weer werd.
 
Uit vrees dat de toenemende wind zou uitschieten naar het Noord Westen zijn de schepen daar verder zee ingegaan. Den volgenden middag om 4 uur passeerde men Terschellingerbank vuurschip. De barometer liep terug en de wind liep naar het Westen. Er stond toen een geweldige zee.

Vrijdagavond om 8 uur was het niet langer mogelijk de schepen op den wind te houden.
 
De "Utrecht" ging daarom om den Noord West liggen om zooveel mogelijk van den wal af te kunnen blijven. Des avonds tien uur groeide de wind aan tot een orkaan, de wind duwde de schepen weg in Noord Westelijke richting.

Om kwart over tien kreeg de "Utrecht" een geweldige zee over. De 14-duims manilla-tros brak in tweeën. De machine werd stopgezet en bij vliegend stormweer haalde de bemanning de tros in. Later is de sleepboot opgestoomd in de richting waarin de lichter afdreef.

Zaterdagochtend is de "Utrecht" naar de "Frisia" gestoomd. Met den schipper van den lichter, den heer Van Rees, kwam kapitein Van Rijswijk door middel van seinen overeen, dat men het schip zou laten drijven, omdat er groot gevaar was dat de schepen tegen elkaar zouden botsen bij een poging om een tros over te gooien.

Zaterdag namiddag nam de wind, die naar het Noord Westen was gegaan, af maar het water werd nog roeriger.

Wegens de verandering in de windrichting bestond er gevaar voor stranding en schipper Van Rees seinde toen dat er moest vastgemaakt worden.

Op de "Utrecht" werd de tros klaargemaakt. De sleepboot kwam vlak voor den lichter en met veel moeite werd een lijn overgegooid, waaraan later de tros werd uitgebracht.

De sleepboot is toen, langzaam stoomende weer om den Noord West gaan liggen, de wind nam opnieuw toe.

Zondags morgens acht uur seinde de schipper van de "Frisia", dat men wegens het slechte weer moest trachten naar de Eems te gaan. Om 11 uur veranderde hij echter van meening en verzocht maar liever zee te houden. Er is toen koers gezet naar Borkum-vuurschip.

Zondagavond 8 uur, toen het wat stiller werd, werd besloten naar Westereems gasboei te koersen.
 
Er was geen loodsboot buiten en besloten werd naar zee terug te gaan.

Maandagmiddag om vier uur kreeg de "Utrecht" het licht van Helgoland in zicht. Vervolgens is de sleep op het Elber-vuurschip aangestevend.
Dinsdagmorgen drie uur kwam men op de reede van Guxhaven aan.

Op de Elbe lagen 91 schepen wegens slecht weer ten anker. Na allerlei wedervaren was men dus op het punt van uitgang teruggekeerd. De bemanning had een zwaren tijd gehad. Drie dagen lang had niemand gelegenheid gehad om te slapen.

Allen waren voortdurend in de weer geweest. Met het eten moest de bemanning zich ook behelpen.

Wel had de boot voldoende voorraad gecondenseerde levensmiddelen aan boord maar de boter raakte op, en spekvet met brood is in die dagen de scheepskost geweest, waarvan de bemanning heeft geleefd.

De heer Boon van de directie van Bureau Wijsmuller,  die tegenwoordig was bij het onderhoud, dat wij hedenmorgen met kapitein Van Rijswijk hadden, legde ons nog de volgende verklaring over van den schipper van de "Frisia". 'Ben vol lof over kapitein en verdere bemanning van uw sleepboot "Utrecht" aangaande de prestaties en heldenmoed, waarmee zij de "Frisia" in zulk noodweer  hebben bijgestaan en de zeesleepvaart hebben hoog gehouden'.