Geschiedenis


Op 20 juni 1975 werd door Bureau Wijsmuller opdracht verstrekt aan de scheepswerf Van der Giessen - De Noord N.V. te Krimpen aan de IJssel, voor de bouw van twee sleepboten, die een machinevermogen zouden krijgen van 14.000 IPK.

Beide schepen, die in de loop van 1976 aan de vloot werden toegevoegd, waren zo ontworpen dat zij geschikt waren voor alle onderstaande werkzaamheden:

het uitvoeren van de zwaarste anchor handling operaties voor pijpenleggers, oliebooreilanden, etc. onder zowel gunstige, als minder gunstige weersomstandigheden.

Bevoorrading van pijpenleggers en oliebooreilanden.

Slepen en bergen op alle wereldzeeën.

Mei 1976 werd de kiel van de "Tempest" gelegd bij de Scheepswerf Van der Giessen – De Noord.

2 oktober 1976 werd de "Tempest" te water gelaten bij de werf Van der Giessen - De Noord.

Nadat op 18 en 21 februari 1977 met goed gevolg proefvaarten waren gehouden werd de "Tempest", door de werf Van Der Giessen – De Noord, op 1 maart 1977 overgedragen aan Wijsmuller.

De officiële eigenaar van de "Tempest" was Bureau Wijsmuller B.V. in IJmuiden.

Het beheer van de "Tempest" kwam bij Wijsmuller Salvage B.V. IJmuiden.

Op 3 maart 1977 werd de "Tempest" aan de steiger van Wijsmuller gedoopt.
 
Na afloop van de plechtigheid werd met genodigden een vaartocht gehouden in de haven van IJmuiden en op het Noordzeekanaal.

Een van de eerste werkzaamheden van de "Tempest" was het verslepen van de "Ocean Servant 1", die door de "Noord Holland" was afgeleverd in IJmuiden, vanuit IJmuiden naar de haven van Hamburg - Duitsland.

De "Tempest" werd na aflevering van de "Ocean Servant 1" in de haven van Hamburg - Duitsland, gecontracteerd voor het verplaatsen van booreilanden.

19 maart 1977 nam de "Tempest" het booreiland "Penrod 67" over van de "Typhoon" die naar de werf moest wegens problemen met de motoren.

Vervolgens werd de "Tempest" ingezet bij de Rig-Move van de "Penrod 65", "Pentagone 84", "Atalantic I" en de "Dyvi Alpha".

Begin juni 1977 werd de "Tempest" ingezet bij het verslepen en het plaatsen van het "Dunlin A" platform vanuit Stord - Noorwegen naar de Noordzee op 150 mijl Noord Oost van de Shetland eilanden.

Op 4 juni 1977 werd begonnen met vastmaken van de sleepboten aan het "Dunlin A" platform.

Zondag 5 juni 1977 was alles klaar voor vertrek en werden de ankers van het platform gelost.

Maandag 6 juni 1977 bereikte het transport open zee en werd koers gezet naar het Dunlin Oil Field.
 
Donderdagavond 9 juni 1977 arriveerde het transport op de definitieve locatie in het Dunlin Oil Field. En werd de "Dunlin A" afgezonken.

Aan het verslepen van het "Dunlin A" platform namen de volgende sleepboten deel, de "Typhoon" en de "Tempest" van Wijsmuller, 4 sleepboten van United Towing waaronder de "Linesman" en de "Wichman", en 2 Zweedse slepers de "Poseidon" en de "Neptun" die tijdens de reis door het fjord als stuurboten dienden.

De "Tempest versleepte samen met de "Typhoon" het Jack-Up booreiland "Dyvi Beta" vanuit Gravelines - Frankrijk naar het Viking veld in de Noordzee.

28 juni 1977 was de "Tempest" in IJmuiden en werd een deel van de bemanning afgelost.

Ook in de tweede helft van 1977 werden veel verplaatsingen uitgevoerd van booreilanden op de Noordzee.

1978

Vanaf 1978 tot eind 1991 heeft de "Tempest" vrijwel continu charter werkzaamheden uitgevoerd in opdracht van Shell. Als 'Emercency Anchor handeling vessel' tevens 'interfield vessel', dus kortweg manusje van alles voor Shell.

Slechts enkele van de voor Shell verrichte werkzaamheden zijn bekend en volgen hieronder. Ook was er waarschijnlijk af en toe een onderbreking in het chartercontact en werden er andere werkzaamheden verricht.

Van de in 1978 verrichte werkzaamheden zijn er enkele gegevens bekend:

7 februari 1978 was de "Tempest" in de haven van Lerwick – Shetland Eilanden waar een deel van de bemanning werd afgelost.

21 maart 1978 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

Op 2 april 1978 was de "Tempest" in de haven van IJmuiden.

12 april 1978 was de "Tempest" in de haven van IJmuiden waar een deel van de bemanning werd afgelost.

Op 1 mei 1978 was de "Tempest" in de haven van Brunsbuttel – Duitsland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

2 juni 1978 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

In opdracht van Shell werden booreilanden zoals de "Pentagone 84", "Stadrill", "Uncle John", "Vickers Viscount", "Nordraug", "Treasure Finder" en de "Haakon Magnus" van de ene locatie naar de andere gesleept.

1979

De "Tempest" was in de eerste helft van 1979 ingezet bij de volgende werkzaamheden.

Verschillende Rig-Moves en het uitbrengen van ankers in de Noordzee in opdracht van Shell.

Ook werden onder andere de booreilanden "Stadrill", "Uncle John", "Vicker Viscount", "Nordraug", "Treasure Finder" en "Haakon Magnus" verplaatst op de Noordzee.

16 februari 1979 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

Op 3 maart 1979 strandde de tanker "Messiniaki Frontis"(1977 – 76.149 Brt.), geladen met ruwe olie, even ten Zuiden van de haven van Kali Limenes – Kreta – Griekenland. Wijsmuller Salvage heeft de lading en de "Messiniaki Frontis" geborgen.

De tanker "Messiniaki Frontis" werd daarna, door de "Tempest", vanuit de haven van Kalimenes - Griekenland naar de haven van Hamburg – Duitsland versleept.

Op 8 mei 1979 vertrokken de "Tempest" en de "Smit London" vanuit Rotterdam met de Portugese tanker "Neiva"(1976 – 163.155 Brt.), waarvan de machinekamer was uitgebrand, op sleeptouw naar Sebutal - Portugal voor reparaties.

De coaster "Wendy"(1969 – 499 Brt.) werd door de "Tempest" op de positie 50.30 Noord 00.26 West in het Engels kanaal vastgemaakt en naar de haven van Zeebrugge - België gesleept.

De ponton "M 42" werd door de "Tempest" versleept vanuit Rotterdam naar de haven van Almeria - Spanje.

De "Tempest werd ingezet bij de berging van de gestrande Amerikaanse gastanker "El Paso Paul Kayser"(1975 – 66.807 Brt.) die op 29 juni 1979 was gestrand op de kust van Spanje nabij Algeciras.

5 juli 1979 slaagde een vloot van sleepboten er in om de "El Paso Paul Kayser", drijvende op een luchtkussen, vlot te brengen. Bij het vlot brengen waren betrokken de "Tempest", "Biscay Star, "Smit London" en de "Smit Rotterdam".

Na het vlot brengen werd alles klaar gemaakt voor het overpompen van de lading van 99.000 kubieke meter vloeibaar gas.

Een zusterschip van de "El Paso Paul Kayser", de "El Paso Sonatrach"(1976 – 66.807 Brt.) werd door de "Tempest" en de "Biscay Star" langszij gebracht. En een unieke operatie begon, voor het eerst in de geschiedenis werd op zee vloeibaar gas overgepompt van het ene schip naar het andere.

11 juli 1979 was de "El Paso Paul Kayser" geheel gelost en werd drijvend op een luchtkussen door de "Tempest" en de "Smit Londen" versleept naar de haven van Lissabon - Portugal. Waar de "El Paso Paul Kayser" werd klaargemaakt voor transport naar Duinkerken - Frankrijk.

Bij het transport van de "El Paso Paul Kayser" naar Duinkerken - Frankrijk werd de "El Paso Paul Kayser" geëscorteerd door de "Tempest".

Het Joegoslavische vrachtschip "Makarska"(1967 – 7.976 Brt.) kwam op 29 juli 1979 in aanvaring met het Duitse containerschip "Sydney Express"(1970 – 27.407 Brt.) in de Middellandse zee op de positie 36.46 Noord en 1.56 West.

De "Tempest" zette vanuit de haven van Leixoes - Portugal koers naar de positie van de "Makarska", maar deze kapseisde en zonk op 31 juli 1979.

4 augustus 1979 maakte de "Tempest" in Malta de "Ocean Servant 2" vast en versleept deze naar de haven van Leixoes - Portugal.

op 11 augustus 1979 arriveerde de "Tempest" met de "Ocean Servant 2" op sleeptouw in de haven van Leixoes - Portugal.

De "Ocean Servant 2" en de "Tempest" werden daar ingezet bij de berging/wrakopruiming van het op 28 december 1978 vlak voor de haven van Leixoes – Portugal gezonken vrachtschip "Tenorga"(1955 – 3.607 Brt.).

Op 8 augustus 1979 strandde de kuster "Panda Star"(1964 – 424 Brt.) als gevolg van dichte mist op 6 kilometer ten Noorden van de haven van Povoa de Varzim – Portugal. Wijsmuller Salvage verkreeg een contract voor berging van de "Panda Star".

Op 28 augustus 1979 maakt de "Tempest" de Spaanse cement-carrier "Suevia"(1951 – 571 Brt.) nabij Leixoes - Portugal, vast en sleept deze naar de haven van Leixoes - Portugal.

Op 3 september slaagt de "Tempest" er in de nabij de haven van Povoa de Varzim – Portugal gestrande kuster "Panda Star"(1964 – 424 Brt.) vlot te brengen en af te leveren in de haven van Leixoes – Portugal.

3 september 1979 maakte de "Tempest" voor de tweede keer de Spaanse cement-carrier "Suevia" nabij Leixoes - Portugal vast en sleept deze weer naar de haven van Leixoes - Portugal.

6 september 1979 vertrok de "Tempest" met de "Suevia" op sleeptouw vanuit de haven van Leixoes - Portugal, met bestemming Rotterdam, waar het transport op 9 september 1979 arriveerde.

De "Tempest" lag van 17 tot 30 september 1979 in IJmuiden.

Vanaf september 1979 was de "Tempest" weer onder contract van Shell en begonnen de werkzaamheden weer op de Noordzee.

Vanuit IJmuiden vertrok de "Tempest" met de bak "Intermac 600" op sleeptouw naar Antwerpen - België.

6 oktober 1979 vertrok de "Tempest met de bak "Intermac 600" vanuit Antwerpen – België naar de haven van Ardrossan - Engeland en vervolgens werd vanuit Ardrossan - Engeland koers gezet naar Bergen - Noorwegen.

Eind oktober 1979 slaagt de "Tempest" er in om het kraanschip "Narwhall", die op drift was geslagen in een storm met windkracht 11, vast te maken.
 
De "Tempest wist de "Narwhall" veilig af te leveren in de Golgrave Sound van de Shetland eilanden.

Op 1 november 1979 arriveerde de "Tempest" in de haven van Lerwick - Shetland Eilanden.

11 december 1979 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1980
 
De "Tempest verrichte in 1980 onder andere de volgende werkzaamheden.

Onder contract uitvoeren van diverse Rig-moves en ankerhandeling in de Noordzee onder andere voor Shell.

En opereerde voornamelijk vanuit de haven van Lerwick – Shetland Eilanden.

8 februari 1980 vertrok de "Tempest" vanuit de haven van Bergen - Noorwegen.

10 maart 1980 vertrok de "Tempest" vanuit de haven van Lerwick - Shetland Eilanden naar het Continentale Plat voor het verrichten van werkzaamheden.

29 maart 1980 vertrok de "Tempest" vanuit de haven van Lerwick - Shetland Eilanden voor werkzaamheden naar het Continentale Plat.

Op 14 april 1980 arriveerde de "Tempest" te Amsterdam voor een dokbeurt bij de A.D.M.

Vanaf 29 april 1980 was de "Tempest" weer werkzaam op de Noordzee.

26 juli 1980 is de "Tempest" bezig met het verslepen van het diep-drijvende booreiland "Stadrill" vanuit Peterhead – Schotland - Engeland naar het Cormorant Field.

22 oktober 1980 was de "Tempest" in de haven van Lerwick – Shetland eilanden – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

21 november 1980 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1981

Ook in 1981 was de "Tempest", in charter van Shell U.K. Exploration & Production, actief op het Bent en Fulmar Field.

30 mei 1981 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland en werd een deel van de bemanning afgelost.

In augustus 1981 werden de "Tempest" en de "Typhoon" ingezet bij de definitieve Tow-Out van het "Statfjord B" productie platform vanuit Vats - Noorwegen naar haar locatie in het Statfjord Field.

3 oktober 1981 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

3 november 1980 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1982

Vanaf 1982 stond Wijsmuller B.V. IJmuiden in de registers als eigenaar van de "Tempest".

Ook in 1982 was de "Tempest", in charter van Shell U.K. Exploration & Production, actief op het Bent en Fulmar Field.

De sleepboten "Tempest", "Typhoon", "Smit Rotterdam", "Smit Houston", "Artic"(Bugsier), "Wotan"(Bugsier) en "Hermes"(Bugsier) hebben de drijvende onderbouw van het Maureen-productie-platform vanuit Hunterston - Engeland naar Loch Kishorn - Engeland versleept.

Bij Loch Kishorn - Engeland, is voldoende ruimte(lees diepte) om het platform af te zinken zodat het platformdek geplaatst kan worden op de onderbouw van het Maureen-productie-platform.

19 juli 1982 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

16 augustus 1982 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1983

De "Tempest" was bij oplevering voorzien van een ronde steven. In 1983 werd de "Tempest" uitgerust met duw-fenders op haar boeg. Deze aanpassing aan de "Tempest" was nodig omdat zij in 1984 werd ingezet als duwboot bij het verslepen van het Statfjord-C productieplatform vanaf haar bouwlocatie in één van de Noorse fjorden naar zee.

26 februari 1983 was de "Tempest" in IJmuiden.

12 april 1983 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1984

De eerste week van januari 1984 lag de "Tempest" in Amsterdam.

Januari 1984 werd onder leiding van Wijsmuller het in aanbouw zijnde platform "Statfjord C" vanuit het Gandsfjord nabij Stavanger - Noorwegen naar het Yrkesfjord nabij Vats - Noorwegen versleept voor plaatsing van de verdere accommodatie en afbouw.

Bij deze verplaatsing werden de "Typhoon" en "Tempest" ingezet als duwboten. Verder werden de "Friesland", "Frank Viking", "Maersk Clipper", "Smit Rotterdam", "Karl", "Yorkshireman" en "Euroman" gecontracteerd voor deze verplaatsing. In totaal was er ruim 900 ton bollard-Pull beschikbaar.

17 januari 1984 hadden alle slepers vastgemaakt en op 18 januari 1984 startte de de verplaatsing van het "Statfjord C" platform en op 19 januari 1984 werd het platform verankerd op de plaats van bestemming.

April 1984 verbleef de "Tempest" in het dok bij de A.D.M. te Amsterdam.

Tijdens deze dokbeurt in Amsterdam werd het achterdek ten behoeve van het sleep- en ankerbehandelingswerk aangepast.

Deze aanpassing bestond uit hydraulisch bedienbare towing pins (sleeppennen) en wire/chain stoppers (draad- en kettingstoppers), die in de offshore als "sharkjaws" betiteld worden.

Deze sharkjaws dienen er voor om tijdens ankerbehandelingswerk draden of kettingen, die op het achterdek ontsloten moeten worden van boeien of ankers, af te stoppen. Dit afstoppen werd voorheen met zgn. pelikaanhaken en stemvorken gedaan, hetgeen een arbeidsintensieve methode was.

Het gebruik van de sharkjaws vereenvoudigt niet alleen het werk op het achterdek, maar is in de eerste plaats een aanzienlijke verbetering van de veiligheid voor de bemanningsleden aan dek.

Door middel van verwisselbare vullingen kunnen sharkjaws eenvoudig aangepast worden aan verschillende maten draden en kettingen.

Na vertrek uit IJmuiden, eind april 1984, verloor de "Tempest" ter hoogte van Texel haar bakboord-anker en anker-ketting, omdat bij vertrek uit IJmuiden vergeten was deze te borgen.

De "Tempest" wist haar anker en anker-ketting wel weer zelf te bergen en aan aan boord te halen.

28 mei 1984 arriveerde, vanaf de Noordzee, de "Tempest" in de haven van Haugesund - Noorwegen.

31 mei 1984 vertrok de "Tempest" vanuit Haugesund - Noorwegen naar het Yrkesflord – Vats - Noorwegen.
 
Onder leiding van Wijsmuller begon op 1 juni 1984 de Tow-Out van het "Statfjord C" platform (764.000 ton en een diepgang van 139 meter) vanuit Yrkesflord – Vats - Noorwegen naar haar locatie in de Noordzee.

Bij de Tow-Out waren de "Typhoon" en "Tempest" van Wijsmuller ingezet verder waren de "Oceanic" en "Artic" van Bugsier, de "Smit Singapore", en de "Jon Viking", "Frank Viking" en "Dag Viking" van Viking Supply Ships ingezet.

De totale afstand die afgelegd moest worden was 240 mijl. Op de plaats van bestemming was op het moment dat het platform arriveerde het weer zo slecht dat het platform moest wachten, en vier en een halve dag gaande moest worden gehouden.

Uiteindelijk werd het platform op 10 juni 1984 met slechts een afwijking van 9 meter op haar plaats afgezonken.

22 augustus 1984 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1985

De "Tempest" en de "Typhoon" werden samen ingezet bij het verslepen van het Jack-Up booreiland "Glomar Moray Firth One" voor de Shell vanaf een positie Zuid van de Doggersbank naar Moray Firth 1,5 mijl offshore Wick - Engeland.

11 april 1985 is de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

13 juni 1985 is de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

In de tweede helft van 1985 werd het contract van de "Tempest" door Shell Exploration and Production in het Brent-veld met twee jaar verlengd met een optie voor een derde jaar. Voordat het nieuwe contract van kracht werd, werd de brandblus capaciteit van de "Tempest" drastisch opgevoerd.

Door Wijsmuller Engineering B.V. was een concept opgesteld voor een conversie tot geavanceerd brand-blus-vaartuig met een blus-capaciteit van 7.200 M3 water per uur. Om deze reden kreeg de "Tempest" drie grote brand-blus-monitoren boven het brug complex.

De "Tempest" is nu in staat om bluswater 175 meter ver te spuiten en is nu geclassificeerd als Fire-Fighter Class II.

2 november 1985 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1986

De "Tempest" in charter van Shell werkzaam op de Noordzee.

Begin juni 1986 werden de "Tempest" en de "Typhoon" samen ingezet bij een Rig-Move van het booreiland "Glomar Muray Firth 1" op de Noordzee.

13 juni 1986 was de "Tempest" in IJmuiden.

16 juli 1986 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

10 augustus 1986 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

6 september 1986 was de "Tempest" in de haven van Bremerhaven – Duitsland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

9 oktober 1986 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1987

De "Tempest" in charter van Shell werkzaam op de Noordzee.

16 februari 1987 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

16 maart 1987 arriveerde de "Tempest" in Amsterdam voor haar jaarlijkse dok beurt.

5 april 1987 vertrok de "Tempest" weer naar het Brent-Field, na in Amsterdam een dok beurt te hebben gehad.

21 augustus 1987 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1988

Vanaf 1988 staat Wijsmuller Ship Management B.V. IJmuiden, in de registers als eigenaar van de "Tempest".

De "Tempest" in charter van Shell werkzaam op de Noordzee.

25 maart 1988 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

26 juli 1988 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

24 november 1988 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1989

De "Tempest" in charter van Shell werkzaam op de Noordzee.

9 juni 1989 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

11 augustus 1989 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

11 september 1989 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

13 december 1989 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1990

Werkzaam voor McDermott.

22 januari 1990 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

25 mei 1990 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

15 oktober 1990 was de "Tempest" in de haven van New Castle – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

18 december 1990 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1991

Werkzaam voor McDermott.

21 februari 1991 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

21 maart 1991 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

20 april 1991 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

20 juli 1991 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

3 november 1991 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

December 1991 werd de "Tempest" ingebracht bij een joint venture maatschappij tussen Wijsmuller Holding B.V. en Smit Internationale te Rotterdam.
Met behoud van de naam "Tempest" kwam zij in dienst van SmitWijs Towage CV.

December 1991 kwam de "Tempest" in beheer bij Wijsmuller Ship Management B.V. IJmuiden en Smitwijs Towage C.V. Rotterdam.

1992

Werkzaam voor Shell op de Noordzee.

17 januari 1992 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

De "Tempest" verleent februari 1992 assistentie aan het Safety/Stand-by vaartuig "Grampian Sprite"(1983 – 591 Brt.) die kampte met lekkage in de machinekamer.

Een helikopter van de kustwacht plaatste een pomp, van de "Tempest", op het achterdek van de "Grampian Sprite", maar deze pomp sloeg door overkomende golven overboord. De tweede pomp die vanaf de "Tempest" met behulp van de helikopter werd overgebracht kon wel met succes worden ingezet.

Ook verleende de "Tempest" assistentie bij een helikopter crash, een helikopter stortte neer tussen twee platforms, waarbij de bemanning omkwam. De bemanning van de "Tempest" kreeg naar aanleiding van dit gebeuren een spreek verbod opgelegd van Shell.

20 februari 1992 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

20 maart 1992 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen, waar een deel van de bemanning werd afgelost.

21 april 1992 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

16 juni 1992 was de "Tempest" in de haven van Bergen – Noorwegen, waar een deel van de bemanning werd afgelost.

13 juli 1992 was de "Tempest" in de haven van Rotterdam.

16 november 1992 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1993

Vanaf 1993 staat Smitwijs Tempest C.V., Vanuatu, in de registers als eigenaar van de "Tempest".

De "Tempest" werd omgevlagd en komt te varen onder de vlag van Vanuatu en krijgt het roepsein YJZQ4.

Het beheer van de "Tempest" blijft bij Wijsmuller Ship Management B.V. IJmuiden en Smitwijs Towage C.V. Rotterdam.

Begin januari 1993 vertrok de "Tempest" vanuit Schotland naar Rotterdam waar de "Tempest" op 3 januari 1993 arriveerde.

Vanaf 4 januari 1993 lag de "Tempest" bij de werf van Bolnes – Rotterdam voor haar Survey.

13 januari 1993 werd de "Tempest" na haar Survey weer uitgerust.

14 januari 1993 vertrok de "Tempest" vanuit Rotterdam naar Vlissingen om daar het ponton "H 404" vast te maken voor een sleepreis naar Taranto - Italië.

Na aflevering van de ponton "H 404" in de haven van Taranto - Italië vertrok de "Tempest" naar Gibraltar.

Ter hoogte van Gibraltar loste de "Tempest" de "Smit Londen" af die samen met de "Husky" met de ponton "Intermac 627" onderweg was naar Rotterdam.

Nadat de ponton "Intermac 627" was afgeleverd in Rotterdam arriveerde de "Tempest" op 10 februari 1993 in IJmuiden.

Vanuit IJmuiden vertrok de "Tempest" weer naar Taranto - Italië om daar de beladen ponton "H 404" op te halen.

Vanaf Gibraltar werd de "Tempest" slepende met de beladen ponton "H 404" vanuit Taranto - Italië geëscorteerd door de "Alphonse Letzer" naar Rotterdam, waar het transport op 20 maart 1993 arriveerde.

31 maart 1993 lag de "Tempest" in de haven van Rotterdam.

De "Tempest" arriveerde op 22 april 1993 in Vlissingen met de ponton "H 404" op sleeptouw.

4 Juni 1993 arriveerde de "Tempest" vanuit Vlissingen in de Wilhelminahaven te Schiedam om uitgerust te worden voor een reis naar het verre Oosten, waar de "Tempest" voor een jaar is gecharterd door McDermott.

Op de reis naar Singapore zal de "Tempest" 2 voormalige D.D.R. Marine schepen bij de R.D.M. vandaan meenemen en in Turkije afleveren bij de sloper.

Op 11 juni 1993 vertrok de "Tempest" met haar sleep vanuit Rotterdam.

Nadat de "Tempest" de beide marine schepen heeft afgeleverd in Turkije, werd de reis vervolgd naar Singapore.

En ging de "Tempest" na aankomst in Singapore werkzaamheden verrichten voor McDermott Singapore.

19 november 1993 is de "Tempest" op de rede van Singapore en werd een deel van de bemanning afgelost.

1994

9 februari 1994 ligt de "Tempest" op de rede van Sharjah - Verenigde Arabische Emiraten en werd een deel van de bemanning afgelost.

In 1994 was de "Tempest" tot begin november 1994 onder contract van McDermott Singapore.

Vanaf 3 november 1994 tot 31 december 1994 verricht de "Tempest" stationsdienst in de straat van Mallacca.

1995

Vanaf 1 januari 1995 tot begin augustus 1995 verrichte de "Tempest" werkzaamheden in opdracht van McDermott, Singapore.

Vanaf 2 augustus 1995 lag de "Tempest" voor Survey in Singapore tot 1 september 1995.

Van begin september 1995 tot 31 december 1995 verricht de "Tempest" weer werkzaamheden in opdracht van McDermott - Singapore.

1996

Vanaf 30 mei 1996 stond Wijsmuller Fleet Services B.V. in de registers als eigenaar van de "Tempest".

De "Tempest" werd omgevlagd en kwam weer te varen onder de Nederlandse vlag en kreeg het roepsein PHXV.

Het beheer van de "Tempest" bleef bij Wijsmuller Ship Management B.V. IJmuiden en Smitwijs Towage C.V. Rotterdam.

ook in 1996 was de "Tempest" werkzaam voor McDermott, Singapore.

1997

Vanaf 1997 stond Smitwijs Tempest C.V. IJmuiden in de registers als eigenaar van de "Tempest".

Het beheer van de "Tempest" kwam bij Wijsmuller Fleet Services B.V. IJmuiden en Smitwijs Towage C.V. Rotterdam.

19 oktober 1997 was de "Tempest" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning werd afgelost.

1998

2 december 1998 werd de naam van de "Tempest" gewijzigd in "Smitwijs Tempest".

1999

Vanaf juli 1999 tot en met september 1999 was de "Smitwijs Tempest" werkzaam voor E.T.P.M. en assisteerde de "Castoro 10" in de Golf van Mexico.

7 december 1999 was de "Tempest" in de haven van Mobile – Verenigde Staten.

2000

29 juli 2000 was de "Tempest" in de haven van New Orleans – Verenigde Staten.

Van september 2000 tot en met december 2000 was de "Smitwijs Tempest" 'Out of service'.

De "Smitwijs Tempest" had schade aan de Bakboord hoofd motor – bedplate –.

Voor reparatie kwam de "Smitwijs Tempest" naar Rotterdam.

2001

Vanaf mei 2001 is de "Smitwijs Tempest" werkzaam voor E.T.P.M. en assisteerde de Pipelay Barge "LB-200" in de Noordzee en de Golf van Mexico.

2002

vanaf 2002 staat Smitwijs Scheepsholding B.V. Vanuatu in de registers als eigenaar van de "Smitwijs Tempest".

Het beheer van de "Smitwijs Tempest" komt bij Wijsmuller Fleet Services B.V. IJmuiden en Smitwijs Towage C.V. Rotterdam.

Tot eind februari 2002 is de "Smitwijs Tempest" werkzaam voor E.T.P.M. en assisteerde de Pipelay Barge "LB-200" in de Noordzee en de Golf van Mexico.

Februari – Maart 2002 is de "Smitwijs Tempest" voor speciaal Survey in de haven van Sebutal – Portugal.

Vanaf april 2002 tot en met juni 2002 is de "Smitwijs Tempest" werkzaam voor Stolt Offshore en assisteert de Pipelay Barge "LB-200", werkgebied Egypte.

Juli – Augustus 2002 is de "Smitwijs Tempest" voor speciaal Survey in Sebutal – Portugal.

Augustus 2002 maakte de "Smitwijs Tempest" een sleepreis naar de haven van Emden – Duitsland. Niet bekend waar vandaan en wat er werd versleept.

Augustus – September 2002 is de "Smitwijs Tempest" vertrokken naar Dakar – Senegal.

September – november 2002 maakte de "Smitwijs Tempest" een sleepreis vanuit Dakar – Senegal naar Saldanha Bay – Zuid Afrika met het booreiland "Ocean Liberator" op sleeptouw.

November – december 2002 versleepte de "Smitwijs Tempest" de "Taklift 8" vanuit Kaapstad – Zuid Afrika naar Bandar Abbas – Iran. De "Taklift 8" was door de "Smitwijs Typhoon" naar Kaapstad – Zuid Afrika gesleept.

2003

Na aflevering van de "Taklift 8" in Bandar Abbas – Iran zette de "Smitwijs Tempest" via Fujairah – Verenigde Arabische Emiraten, waar werd gebunkerd, koers naar Singapore.

Februari 2003 was de "Smitwijs Tempest" werkzaam voor Saipem en assisteerde de "Semac – 1", vaargebied Zuid Chinese Zee.

Vanaf Maart tot en met november 2003 is de "Smitwijs Tempest" werkzaam voor McDermott South–East Asia en assisteerde de Derrick Lay Barge "DB – 30" en "DB – 26", vaargebied Golf van Thailand, Birma/Myanmar.

24 maart 2003 werd de "Smitwijs Tempest" omgevlagd naar de vlag van Vanuatu.

2004

Januari 2004 versleepte de "Smitwijs Tempest" het booreiland "West Pulaut" vanuit Singapore naar Brunei.

Van Januari 2004 tot en met maart 2004 versleepte de "Smitwijs Tempest" de Pipe Pull Barge "Smit Asiangi"(Smit Maritime Contractors) vanuit Singapore naar Dahej – India.

Tijdens de werkzaamheden van de "Smit Asiangi" was ook de "Smitwijs Tempest" werkzaam bij de "Smit Asiangi".

En na afloop van de werkzaamheden in India, sleepte de "Smitwijs Tempest" de "Smit Asiangi" weer terug naar Singapore.

Vanaf april 2004 tot en met december 2004 is de "Smitwijs Tempest" werkzaam voor McDermott South–East Asia en assisteert de Derrick Lay Barge "DB – 30" en "DB – 26", vaargebied Golf van Thailand, Zuid Chinese Zee, Bombay High, Perzische Golf en Shakalin.

2005

De "Smitwijs Tempest" kwam op 21 juni 2005 weer onder de Nederlandse vlag te varen.

Op 30 december 2005 werden de "Smitwijs Tempest" en "Smitwijs Typhoon" die zijn aangekocht door International Towage Contractors I.T.C. in Singapore overgedragen aan hun nieuwe eigenaar.

Vanaf 30 december 2005 was de "Smitwijs Tempest" eigendom van Tempest International B.V. Heemstede.

En kwam in beheer bij International Transport Contractors B.V. Heemstede.

De "Smitwijs Tempest" werd voorzien van een oranje schoorsteen en achterop kwam de naam van haar thuishaven 'Amsterdam' en ze kreeg haar oude naam weer terug "Tempest", roepsein PHXV.

2006

vanaf april 2004 tot en met november 2006 was de "Tempest" werkzaam voor McDermott South–East Asia en assisteerde de Derrick Lay Barge "DB – 30" en "KP – 1".

December 2006 werd de "Tempest" ingezet bij de berging van de bulk carrier "Aghios Makarios"(1987 – 47.828 Brt.), na een ontploffing in de machinekamer van de "Aghios Makarios" in de straat van Singapore. De "Tempest" werd gecharterd door 'Five Oceans Salvage – FOS -.

2007

vanaf januari 2007 tot en met april 2007 maakte de "Tempest" een sleepreis met de bak "Giant 2" vanuit Batam – Indonesië naar Grove – Australië en vanuit Grove – Australië weer terug naar Batam – Indonesië.

April 2007 tot en met november 2007 is de "Tempest" werkzaam voor S.B.M. Murphy Oil en assisteerde bij de installatie van de F.P.S.O. "Mondo" nabij Angola.

Vanaf november 2007 was de "Tempest" werkzaam voor Doris-engineering en assisteert bij de installatie van de F.P.U. "Alima" nabij Congo Brazzaville.

2008

Tot en met februari 2008 was de "Tempest" werkzaam voor Doris-engineering en assisteerde bij de installatie van de F.P.U. "Alima" nabij Congo Brazzaville.

Vanaf Juni tot en met september 2008 maakte de "Tempest" een sleepreis met de bulkcarrier "Doceriver"(1970 – 79.184 Brt.) vanuit Kaapstad – Zuid Afrika naar Singapore.

Oktober 2008 maakte de "Tempest" een sleepreis met de "Normed Amsterdam"(2007 – 8.407 Brt.) vanaf de Zuid Chinese Zee naar Singapore.

Vanaf december 2008 is de "Tempest" werkzaam voor S.B.M. en assisteert bij de installatie van de F.P.S.O. "Espirito Santo"(125.595 Brt.) in het Campos basin Offshore Brazilië.

2009

Tot en met april 2009 was de "Tempest" werkzaam voor S.B.M. en assisteerde bij de installatie van de F.P.S.O. "Espirito Santo"(125.595 Brt.) in het Campos basin Offshore Brazilië.

Vanaf mei 2009 was de "Tempest" werkzaam voor Seaways Heavy Lifting en assisteert het kraanschip "Stanislav Yudin" in de Noordzee bij het installeren van windmolens.

2010

Tot en met januari 2010 was de "Tempest" werkzaam voor Seaways Heavy Lifting en assisteerde het kraanschip "Stanislav Yudin" in de Noordzee bij het installeren van windmolens.

Februari 2010 maakt de "Tempest" een sleepreis met de ponton "10 Floriano" vanuit de Indische Oceaan naar Singapore.

Vanaf Maart tot en met april 2010 maakte de "Tempest" een sleepreis met de bakken "Jamuna 2" en "Capitol 45-02" vanuit Dubai – Verenigde Arabische Emiraten naar IJmuiden.

In de maanden Mei tot en met augustus 2010 was de "Tempest" werkzaam voor Seaways Heavy Lifting en assisteert het kraanschip "Stanislav Yudin" In de Noordzee bij het installeren van windmolens.

Vanaf mei tot augustus 2010 verrichten de "Typhoon" en de "Tempest" werkzaamheden tijdens de bouw van windmolens in de 'Greater Gabbard Offshore Windfarm'.

Vanaf augustus 2010 was de "Tempest" beschikbaar op de Spot Market (Rig-Moves).

Op Vrijdagochtend 12 november 2010, tijdens de Zuid Zuid Wester storm (8-9 Bft) met golfhoogten van 4-6 meter, raakte het Panamese vrachtschip "Western"(1997 – 8.944 Brt.) met een bulklading bentoniet op drift op de Noordzee ter hoogte van IJmuiden.
 
De "Western" kreeg 's nachts problemen aan de hoofdmotor, kon daardoor niet meer manoeuvreren en kwam gevaarlijk dichtbij enkele boorplatforms. Twee personen van een satellietplatform werden 's ochtends met de NOGEPA offshore SAR Helikopter geëvacueerd.

Aan het eind van de ochtend probeerde een sleepboot een sleepverbinding tot stand te brengen, maar moest de poging staken wegens technische problemen.
's Middags drifte de "Western" opnieuw dicht langs een aantal bemande en onbemande offshore platforms. Zes van de negen bemanningsleden van een platform werden uit voorzorg geëvacueerd.

Aan het eind van de middag werd een sleepverbinding met de "Western" tot stand gebracht door de "Tempest" onder kapitein Arjan Vos.

Op 13 november 2010 werd de "Western" door de "Tempest" de haven van IJmuiden binnen gesleept.

2011

Vanaf maart 2011 tot en met augustus 2011 was de "Tempest" werkzaam voor Seaways Heavy Lifting en assisteerde de "Stanislav Yudin" op de Noordzee.

De "Tempest" werd op 31 oktober 2011 opgelegd in de haven van IJmuiden en werd te koop aangeboden door I.T.C.

2012

Juli 2012 werden de logo's van I.T.C. verwijderd uit de schoorsteen van de "Tempest".

De "Tempest" was verkocht aan Indus Shipping & Trading Corp. uit Panama.

Op 11 augustus 2012 kreeg de "Tempest" de nieuwe naam "Indus" met roepsein HP2036 onder de Panamese vlag.

De "Indus" kwam in beheer bij Rotterdam Shipping Solutions B.V. uit Schiedam.

Op 27 augustus 2012 vertrok de "Indus", gesleept door de sleepboot "Triton", vanuit IJmuiden naar Scheepswerf Reimerswaal B.V. te Hansweert.

Vanaf 28 augustus 2012 werd Gudri Shipping & Trading Corp. uit Dubai – Verenigde Arabische Emiraten de eigenaar van de "Indus".

Het beheer komt bij Jampur International F.Z.E. uit Dubai – Verenigde Arabische Emiraten.

2013
 
De "Indus" vertrok op 10 februari 2013 vanaf de werf in Hansweert naar de 2e Binnenhaven van Vlissingen,

26 februari 2013 is de "Indus" vanuit Vlissingen vertrokken naar West-Afrika.

Begin 2016 werd de "Indus" vermoedelijk verkocht en kreeg de naam "Jedana", roepsein 3CZI, en kwam te varen onder de vlag van Equatorial Guinea.

4 juli 2016 werd de "Jedana" op het sloopstrand gezet te Mumbai - India.

Er staan een aantal filmpje op Youtube, waaronder deze:

"Smitwijs Tempest" 2005 werkzaam in India bij de McDermott DB-30

https://www.youtube.com/watch?v=o24AmoWDVRQ

Ankerhandeling door de "Tempest"

https://www.youtube.com/watch?v=QqrKZTQOkPQ

Aankomst "Indus" in de sluis van Hansweert.

https://www.youtube.com/watch?v=B7Of0GMCqrk

Filmpje model "Tempest"

http://www.youtube.com/watch?v=2M2ZwKH06lw&feature=player_detailpage