Geschiedenis

<spanstyle="font-family: Tahoma;">Op 20 juni 1975 is door Bureau Wijsmuller opdracht verstrekt aan scheepswerf Van der Giessen - De Noord N.V. te Krimpen aan de IJssel, voor de bouw van twee sleepboten, die een machinevermogen zullen krijgen van 14.000 IPK.

Beide schepen, die in de loop van 1976 aan de vloot zullen worden toegevoegd, zijn zo ontworpen dat zij geschikt zijn voor alle onderstaande werkzaamheden:
het uitvoeren van de zwaarste anchor handling operaties voor pijpenleggers, oliebooreilanden, etc. onder zowel gunstige, als minder gunstige weersomstandigheden.

Bevoorrading van pijpenleggers en oliebooreilanden.

Slepen en bergen op alle wereldzeeën.

De kiel voor de "Typhoon" werd op 1 december 1975 gelegd bij de Scheepswerf Van der Giessen De Noord.

8 mei 1976 werd de "Typhoon" bij de Scheepswerf Van der Giessen De Noord te water gelaten

Omstreeks half elf stond op een speciaal geconstrueerde podium Mevrouw F. Kroese-Schoone, echtgenote van de heer J.A. Kroese, directeur van Heerema Engeneering Services gereed om de fraai versierde champagnefles te verbrijzelen op de huid van de Typhoon.

Terwijl zij de woorden "Ik doop U 'Typhoon' en wens U behouden vaart" uitsprak, wierp mevrouw Kroese-Schoone heel sierlijk en met grote vaardigheid de fles in een keer in duizend stukken.

Onmiddellijk daarna gleed onder luid applaus het casco fraai van de helling af.

Alles verliep vlekkeloos, mede dankzij 50 m3 verpakte lucht.
Vanwege de vorm van het schip was deze lucht nodig om wat extra volume aan het achterschip te geven, opdat een groter opdrijvend vermogen zou ontstaan.

Pas op 10 december 1976 werd de "Typhoon", door de werf, overgedragen aan Bureau Wijsmuller, daar er moeilijkheden waren ontstaan met Stork-Werkspoor over de voortstuwingsinstallatie.

De eerste bollard pull meting van de "Typhoon" werd uitgevoerd in Den Helder en de bollard pull was toen 100-103 ton.
 
Namens Bureau Wijsmuller werd toen naar 'Lloyds Register – Lloyds Register - bollard pull meters' gesteld dat door de beperkte waterdiepte en de circulatie in de havenkom, deze meting in Den Helder niet juist was.
 
Later werd de meting overgedaan in de Europoort aan de Andoc paal en bij een aanmerkelijk grotere waterdiepte.

Tijdens de meting was de "Typhoon" toen gaan scheren, wat eigenlijk niet mocht, maar onder het mom dat ze de "Typhoon" niet op de plek konden houden werd dit 'toegestaan'.

De maximale bollard pull, dus een enkele piek, werd toen 120 ton en dat is uiteindelijk op het certificaat gekomen.
 
De man van Lloyds Register was een Rotterdammer en de "Typhoon" kon volgens hem nooit meer trekken dan de "Smit Rotterdam" etc. met dezelfde motoren en die trokken ook 100 ton.

Na een stevige discussie waarbij Bureau Wijsmuller o.a. naar voren bracht dat de straalbuizen van de "Typhoon" beter waren dan die van de Smit schepen en dat is uiteindelijk geaccepteerd.

De 20 % hogere bollard pull op het Lloyds Register certificaat bracht natuurlijk commercieel wel het een en ander extra op !).

Midden december 1976 werd de "Typhoon" door de directie van scheepswerf Van der Giessen - De Noord overgedragen aan de directie van Wijsmuller.

Deze overname was slechts een formaliteit zonder enig feestelijk tintje. Dit was echter bewust gedaan, daar er voor de "Typhoon" een gerichte promotie- tour was georganiseerd.

Op 16 december zou de "Typhoon", onder commando van kapitein Van Kalken, voor de eerste maal haar thuishaven IJmuiden aanlopen.

Dit gebeurde echter niet eerder, dan nadat de bekende fotograaf Cees van der Meulen enkele fraaie statie foto's van haar op de Noordzee had gemaakt.

Omstreeks twaalf uur meerde de "Typhoon" aan de Wijsmuller steiger af.

Als eersten kregen uiteraard het eigen personeel en hun naaste familieleden de gelegenheid de nieuwe aanwinst van hun maatschappij te bezichtigen.

Voor zaterdag 18 december was er dan ook vanaf tien uur 's ochtends tot vier uur 's middags een "open dag" georganiseerd aan boord van de "Typhoon".

Zeer vele Wijsmuller medewerkers hebben van deze eerste mogelijkheid tot kennismaking gebruik gemaakt.

Zelfs de belangstelling van niet Wijsmuller medewerkers was op een gegeven moment zo groot dat besloten werd ook hen in de gelegenheid te stellen een kijkje aan boord te nemen.

Aan het einde van de dag hadden zeker enkele honderden mensen de loopplank van de "Typhoon" gepasseerd.

Voor Nederlandse klanten en andere relaties waren vanwege hun grote aantal twee vaartochten op de Noordzee uitgeschreven.

De eerste afvaart geschiede vanuit IJmuiden op 21 december 1976.

Aan boord van de Typhoon bevonden zich ongeveer 120 gasten die door enkele stewardessen van Martin Air voorzien werden van hun "natje" en "droogje".

Alhoewel het weer tijdens deze drie uur durende vaartocht redelijk goed was, kregen sommige van deze dames (ook heren) het toch even te zwaar.

's Middags om half vijf meerde de "Typhoon" weer aan de Wijsmuller steiger af.

Na uitreiking van enige fraaie foto's en een Wijsmuller tafelvlaggetje keerden de gasten huiswaarts.

Diezelfde avond nog vertrok de "Typhoon" vanuit IJmuiden naar Rotterdam.

Vanuit Rotterdam zou zij de volgende dag wederom met een honderdtal gasten uitvaren.

Dichte mist echter noodzaakte kapitein Van Kalken te beslissen aan de Parkkade te blijven liggen.

Dit was uiteraard een typisch geval van "force majeure", maar toch wel jammer voor de vele gasten.

De volgende show met de "Typhoon" stond gepland op maandag 10 januari 1977 in de haven van London – Engeland.

Vanuit Rotterdam vertrok de "Typhoon" op 23 december 1976 naar de Noordzee, waarbij de haven van Dungeness - Engeland werd aangelopen, om daar het anker-handelings werk uit te proberen en te testen.

27 december 1976 werd even IJmuiden aangedaan en vanuit IJmuiden vertrok de "Typhoon" nog dezelfde dag richting Newhaven Roads - Engeland, om verder te testen.

Op 31 december 1976 arriveerde de "Typhoon" weer in IJmuiden.

1977

1 januari 1977 vertrok de "Typhoon" vanuit IJmuiden naar Dungeness - Engeland en ging na aankomst in de haven van Dungeness - Engeland op station.

9 januari 1977 arriveerde, vanuit haar station positie bij Dungeness - Engeland, de "Typhoon" in Londen – Engeland waar op 10 en 11 januari 1977 voor genodigden een open dag werd gehouden, zeker 300 gasten maakten gebruik van de uitnodiging.

Na Londen – Engeland werd er ook nog op 13 en 14 januari 1977 een open dag in de haven van Aberdeen - Engeland gehouden en op 17 en 18 januari 1977 een open dag in de haven van Stavanger - Noorwegen.

Vanuit Stavanger - Noorwegen vertrok de "Typhoon" weer richting Dungeness - Engeland, waar de "Typhoon" vanaf 22 januari 1977 weer stations dienst verrichte.

26 januari 1977 vertrok de "Typhoon" vanaf haar stations plek Dungeness - Engeland, naar Rotterdam waar de "Typhoon" op 27 januari 1977 arriveerde.

28 januari 1977 vertrok de "Typhoon" vanuit Rotterdam naar Penzance – Landsend - Engeland en ging daar vanaf 30 januari 1977 weer stationsdienst verrichten.

3 februari 1977 vertrok de "Typhoon" vanaf de rede van Penzance – Landsend - Engeland naar de haven van Bergen - Noorwegen, waar de "Typhoon" op 7 februari 1977 arriveerde.

De "Typhoon" vertrok op 15 februari 1977 vanuit de haven van Bergen - Noorwegen met de tanker "Fako"(1966 – 47.527 Brt.) op sleeptouw naar St. Nazaire – Frankrijk.

Op 25 februari 1977 arriveerde de "Typhoon" in de haven van St. Nazaire – Frankrijk met de tanker "Fako" op sleeptouw.

28 februari 1977 vertrok de "Typhoon" weer vanuit de haven van St. Nazaire - Frankrijk, naar de rede van Penzance – Landsend - Engeland, en ging daar vanaf 1 maart 1977 weer stations dienst verrichten.

12 maart 1977 vertrok de "Typhoon" weer vanaf de rede van Penzance – Landsend – Engeland naar Morray First - Engeland vanwaar uit de "Typhoon", samen met de "Smit New York", op 14 maart 1977 vertrok met het booreiland "Penrod 67" op sleeptouw naar een nieuwe locatie op de Noordzee.

Op 19 maart 1977 gaf de "Typhoon" het booreiland "Penrod 67" over aan de "Tempest" en vertrok naar scheepswerf De Noord in Alblasserdam voor reparaties aan de voortstuwingsinstallatie en een garantie dokking.

De "Typhoon" vertrok op 27 maart 1977 weer vanuit Rotterdam naar IJmuiden.

Vanuit IJmuiden vertrok de "Typhoon" op 29 maart 1977 naar Dungeness - Engeland.

31 maart 1977 vertrok de "Typhoon" vanuit de haven van Dungeness - Engeland naar Ardrossan – Engeland, waar de "Typhoon" op 4 april 1977 arriveerde, en het Jack-Up platform de "IB 901" vastmaakte.

7 april 1977 vertrok de "Typhoon" vanuit de haven van Ardrossan – Engeland met het Jack-Up platform de "IB 901" naar Funchal – Madeira. Waar de"IB 901" zal worden overgegeven aan de "Friesland" die de "IB 901" verder zal verslepen naar Puerto Ordaz bij S. Tomé de Guyana - Venezuela.

17 april 1977 werd de "IB 901" op de rede van Funchal - Madeira overgegeven aan de "Friesland".

Na het overgeven van de "IB 901", op 17 april 1977, aan de "Friesland" verricht de "Typhoon" stationsdienst op de rede van Funchal - Madeira.

27 april 1977 vertrok de "Typhoon" vanuit de haven van Funchal - Madeira naar IJmuiden waar ze op 3 mei 1977 arriveerde.

Vanuit IJmuiden vertrok de "Typhoon" nog dezelfde dag naar Borkum - Duitsland,  waar ze vanaf 4 mei 1977 onder contract stond voor een Rig-Move met het booreiland "Chaparral".

De "Chapparal" moest worden versleept vanaf blok BEB L/3-1 – 53.51.36,7 Noord en 06.53.10,1 Oost in de Noordzee, naar blok BEB B/4-1 – 55.46.49,152 Noord en 04.07.27,477 oost in de Noordzee.

Deze Rig-Move werd uitgevoerd samen met de sleepboten "Proseidon" en "Michel Gerling".

Nadat het booreiland "Chapparal" op 8 mei 1977 op haar plaats stond in het Ekofisk veld in de Noordzee zette de "Typhoon" koers naar IJmuiden waar de "Typhoon" op 9 mei 1977 arriveerde.

11 mei 1977 vertrok de "Typhoon" weer vanuit IJmuiden naar Penzance – Landsend - Engeland en ging daar vanaf 13 mei 1977 weer stationsdienst verrichten.

23 mei 1977 vertrok de "Typhoon" weer vanaf de rede van Penzance – Landsend - Engeland naar IJmuiden waar de "Typhoon" op 25 mei 1977 arriveerde.

De "Typhoon" vertrok op 28 mei vanuit IJmuiden naar Lerwick - Engeland en kwam daar, vanaf aankomst op 30 mei 1977, in charter voor het verslepen van het "Dunlin A" platform.

Op 4 juni 1977 werd begonnen met vastmaken van de sleepboten op het "Dunlin A" platform.

Zondag 5 juni 1977 was alles klaar voor vertrek vanuit het Island of Stord - Noorwegen en werden de ankers van het platform gelost.

Maandag 6 juni 1977 bereikte het transport open zee en werd koers gezet naar het Dunlin Oil Field.

Donderdagavond 9 juni arriveerde het transport op de definitieve locatie in het Dunlin veld aan. En werd de "Dunlin A" afgezonken.

Aan het verslepen van het "Dunlin A" platform namen de volgende sleepboten deel, "Typhoon" en de "Tempest" van Wijsmuller. 2 sleepboten van United Towing, de "Linesman" en de "Wichman". En 2 Zweedse slepers de "Poseidon" en de "Neptun" die tijdens de reis door de fjord als stuurboten dienden.

Vanuit de positie van het "Dunlin A" platform zette de "Typhoon" weer koers naar IJmuiden waar de "Typhoon" op 13 juni 1977 arriveerde.

De "Typhoon" versleept later in de maand juni 1977 het Jack-Up booreiland "Dyvi Beta" vanuit Gravelines - Noord Frankrijk naar het Viking – veld in de Noordzee.

Deze sleepreis werd samen met de "Tempest" gemaakt.

Op 13 juli 1977 brak er, op het moment dat ze werd aangeroepen door een douane vaartuig, brand uit aan boord van de Libanese Coaster "Astrid" (192 ton, verder geen gegevens) op 16 mijl van Dungeness - Engeland, 2 bemanningsleden werden gered en 3 bemanningsleden werden vermist, de "Typhoon" wist uiteindelijk de brand te blussen en leverde de "Astrid" af in de haven Newhaven - Engeland.

12 augustus 1977 was de "Typhoon" in de haven van Aberdeen – Engeland waar een deel van de bemanning wordt afgelost.

13 augustus 1977 verleende de "Typhoon" assistentie aan het Amerikaanse vrachtschip "Pioneer Commander"(1963 – 11.105 Brt.), dat geladen aan de grond was gelopen ter hoogte van Wick – Noord-Schotland – Engeland.

Op 20 augustus 1977 bracht de "Typhoon" de "Pioneer Commander" weer vlot en escorteerde de "Pioneer Commander" naar de haven van Newcastle - Engeland, waar de "Pioneer Commander" op 21 augustus 1977 arriveerde.

28 november 1977 was de "Typhoon" in de haven van Lerwick – Engeland waar een deel van de bemanning wordt afgelost.

1978

De "Typhoon" verricht vanaf begin 1978 in opdracht van Shell diverse Rig-Move's en anker-handelings werk in de Noordzee.

Na afloop van de werkzaamheden voor Shell gaat de "Typhoon" op stations dienst ter hoogte van Margate - Engeland.

Vanaf 25 februari 1978 wordt de "Typhoon" ingezet bij de berging van het booreiland "Orion" die, staande ,op de bak "Federal 400-2" was gestrand op de rotsen van Guernsey.

Op 27 februari 1978 begonnen de "Typhoon" en de "Groningen" te trekken aan de "Orion" om het booreiland los te trekken van de bak "Federal 400-2" waarop ze was geladen.

Ondanks het breken van de sleepdraad van de "Typhoon" lukte het de "Groningen om het booreiland los te trekken van de "Federal 400-2".

Nadat de "Orion" los was getrokken van de bak "Federal 400-2" vertrok de "Typhoon" naar IJmuiden.

Vanuit IJmuiden vertrok de "Typhoon" naar Penzance – Landsend - Engeland, en gaat daar weer stationsdienst verrichten.

De Griekse coaster "Sea Hope"(1956 – 499 Brt.) verzocht op 17 maart 1978 om assistentie ter hoogte van lichtschip Texel. Dit omdat ze via de schroefas water maakte. De "Typhoon" maakte de "Sea Hope" vast en bracht haar binnen in IJmuiden.

Vanuit IJmuiden vertrok de "Typhoon" naar de positie van het booreiland "Penrod 65" en werd daar ingezet om de "Penrod 65" naar een nieuwe locatie te verslepen.

Samen met de "TS 42 Tough" werd de "Penrod 65" door de "Typhoon"versleept vanaf het K veld naar Dublin – Ierland.

5 mei 1978 vertrok de "Typhoon" naar Penzance – Landsend - Engeland, en ging daar weer stationsdienst verrichten.

De "Typhoon" maakte op 7 mei 1978 het Spaanse vrachtschip "Malladas"(1971 – 1.200 Brt.), geladen met 1.140 ton ijzer, met machineschade vast op een positie 6 mijl ten Zuiden van Guernsey – Engeland.

De "Typhoon" sleepte de "Malladas" naar de haven van Fowey - Engeland.

De kapitein van de "Malladas" wilde geen contract 'Lloyds Open Form' tekenen, omdat het een "towage" was en niet een "salvage".

Kaptein van Kalken van de "Typhoon" heeft daarna ingestemd met de opmerking die de kapitein van de "Malladas", hierover, op het contract 'Lloyds Open Form' toen maakte.

En ook IJmuiden ging hiermee akkoord, omdat het toch een arbitrage geval zou worden.

Na het afleveren van de "Malladas" in de haven van Fowey - Engeland zette de "Typhoon" weer koers naar Penzance – Landsend - Engeland, en ging daar weer vanaf 8 mei 1978 op station.

Vanaf 18 mei 1978 tot 22 mei 1978 verrichte de "Typhoon" werkzaamheden, anker-handeling, bij het half afzinkbare kraanschip "Narwhal" van de Netherlands Offshore Company B.V.

22 mei 1978 vertrok de "Typhoon" vanaf de positie van de "Narwhal" naar Rotterdam.

Juli 1978 is de "Typhoon" in charter bij de Netherlands Offshore Company te Delft teneinde het half afzinkbare kraanschip "Narwhal" te assisteren bij de werkzaamheden op de Noordzee.

vanaf 2 augustus 1978 verrichte de "Typhoon" stationsdienst nabij de haven van Aberdeen - Engeland.

Vanaf 17 augustus 1978 tot 20 augustus 1978 verrichte de "Typhoon" weer werkzaamheden, anker-handeling, bij het half afzinkbare kraanschip "Narwhal" van de Netherlands Offshore Company B.V.

Vanaf de positie van de "Narwhal" vertrok de "Typhoon" op 20 augustus 1978 naar Aberdeen – Engeland, waar de "Typhoon" op 21 augustus 1978 arriveerde.

Vanuit de haven van Aberdeen - Engeland vertrok de "Typhoon" op 22 augustus 1978 naar de positie 61.20 Noord en 0.36 Oost op de Noordzee.

Waar in opdracht van de Shell het booreiland "Pentaggone 84" werd vastgemaakt.

Samen met de sleepboot "Abeille Provence" moest het booreiland "Pentaggone 84" naar de haven van Haugesund – Noorwegen worden versleept.

Op 28 augustus 1978 arriveerde het transport in de haven van Haugesund – Noorwegen.

Vanaf 29 augustus 1978 tot 22 september lag de "Typhoon" nabij Haugesund - Noorwegen op station.

Vanaf 23 september 1978 verrichte de "Typhoon" weer werkzaamheden, anker-handeling, bij het half afzinkbare kraanschip "Narwhal" van de Netherlands Offshore Company B.V.

De "Typhoon" was vanaf 25 september 1978 tot 1 oktober 1978 op de Noordzee ingezet bij het verplaatsen, naar een nieuwe locatie, van het booreiland "Tresure Hunter" en het uit brengen van de ankers van het booreiland

Vanaf 4 oktober 1978 was de "Typhoon" bezig met het verplaatsen van het booreiland "Nordravg" naar een nieuwe locatie op de Noordzee.

Met ingang van 8 oktober 1978 was de "Typhoon" stand-by bij het half afzinkbare kraanschip "Narwhal" van de Netherlands Offshore Company B.V.

23 november 1978 was de "Typhoon" in IJmuiden en werd uitgerust voor een sleepreis.

24 november 1978 vertrok de "Typhoon" vanuit IJmuiden naar Blexen - Duitsland.

29 november 1978 begon de "Typhoon" vanuit de haven van Blexen - Duitsland, aan een sleepreis met met het dok "Sima" (180 X 42 meter en 17 meter hoog) naar Cimbote - Peru, een reis welke zou gaan via Kaap Hoorn daar de "Sima" te groot was voor het Panama Kanaal.

Na een gevecht van dagen lang heeft de "Typhoon" het splinternieuwe 15.000 tons droogdok "Sima" in het kanaal niet kunnen behouden.

Nadat op 10 december 1978 de sleepdraad in zeer slecht weer brak zagen de "Typhoon" en de ter assistentie opgeroepen "Biscay Sky" geen kans om opnieuw een sleep verbinding tot stand te brengen.

Op 13 december 1978 strandde het droogdok "Sima" op de Zuid-Bretonse kust bij Saint Guenole, nabij Quimper - Frankrijk. Het dok wordt als constructieve total loss beschouwd.

Door dit verlies sluit Wijsmuller een periode af, van 12½ jaar transporten te hebben uitgevoerd zonder een enkel verlies.

Na verlies van het droogdok,  arriveerde de "Typhoon" op 14 december 1978 in de haven van  Brest – Frankrijk.

Op 20 december 1978 vertrok de "Typhoon" vanuit de haven van Brest - Frankrijk naar het station Penzance - Landsend - Engeland, en ging daar op station.

De "Typhoon" zette op 28 december 1978 koers naar de positie van de Duitse coaster "Emanuel II"(1955 – 385 Brt.) die door een carter explosie lag te drijven in de Golf van Biscaye.

29 december 1978 werd de "Emanuel II" door de "Typhoon" vastgemaakt en naar Gijon - Spanje versleept, waar de "Typhoon" op 31 december 1978 met de "Emanuel II" op sleeptouw arriveerde.

31 december 1978 deed zich aan boord van de tanker "Andros Patria"(1970 - 99.460 Brt.) een ontploffing voor, waarbij 6 bemanningsleden om het leven kwamen.

De "Andros Patria" was onderweg naar de haven van Rotterdam, geladen met 208.000 ton ruwe olie, en bevond zich op 30 mijl Noordwest van Spanje in een zware storm.

Na de ontploffing brak brand uit en de bemanning besloot de "Andros Patria" te verlaten. Door de zware storm sloegen de reddingsboten om en 26 opvarenden kwamen om in de golven, waaronder de vrouw en het dochtertje van de kapitein.

Slechts drie bemanningsleden overleefden de ramp, doordat ze aan boord van de "Andros Patria" waren gebleven.

Vanuit de haven van Gijon - Spanje vertrok de "Typhoon" naar de positie van de "Andros Patria", die toen al 35.000 ton olie had verloren, en waarvan er over een lengte van 25 meter de tanks waren gescheurd.

Toen de "Typhoon" arriveerde bij de "Andros Patria", was de brand reeds vanzelf gedoofd en lukte het na enkele pogingen om vast te maken.

1979

Als gevolg van de olielekkage moest de "Andros Patria" van de kust af worden gesleept en was het niet mogelijk om in rustig water te komen om de lading over te pompen in andere tankers.

De "Typhoon" werd gedwongen om meer dan 200 mijl uit de kust van Portugal te blijven en ook andere Europese havens weigerden de "Andros Patria" toegang.

De "Andros Patria" werd uiteindelijk door de "Typhoon" en de gecharterde "Poolzee" naar de Kaap Verdische eilanden gesleept, waar het weer rustig genoeg was om de lading over te pompen. Hiervoor waren de Engelse tankers "British Dragoon"(1963 – 31.140 Brt.) en de "British Promise"(1974 – 131.402 Brt.)gehuurd.

Nadat de lading was overgepompt en de "Andros Patria" gasvrij was gemaakt kon de "Andros Patria" op 22 februari 1979 worden afgeleverd te Lissabon.

Op 24 februari 1979 viste de "Typhoon" het anker en 300 meter ankerketting op van de Liberiaanse bulkcarrier "Labrador Current"(1962 – 19.931 Brt.) uit de Taag bij Lissabon - Portugal En leverde deze weer af bij de "Labrador Current".

28 februari 1979 maakte de "Typhoon" het Griekse vrachtschip "Dynamikos"(1953 - 5.755 Brt.) vast die met roerschade dreef op een positie van 48.40 Noord en 6.05 West en sleept deze via de haven van Cherbourg - Frankrijk, voor duik onderzoek, naar de haven van Southampton - Engeland, waar de "Dynamikos" op 5 maart 1979 door de "Typhoon" werd afgeleverd.

Vanuit de haven van Southampton - Engeland, zette de "Typhoon" koers naar IJmuiden waar ze op 6 maart 1979 arriveerde.

12 maart 1979 ontstond er brand aan boord van de Coaster "Ursula"(1950 – 268 Brt. of de Ursula-L 1963 – 497 Brt.) de bemanning van de "Typhoon" bluste de brand en de "Ursula" werd door de "Typhoon" naar IJmuiden gesleept.

De "Typhoon" werd vanaf 2 april 1979 voor langere tijd gecharterd door Shell.

De "Typhoon" opereerde tot 28 juni 1979, einde contract, voornamelijk vanuit de haven van Lerwick - Shetland eilanden – Engeland.

28 juni 1979 was de "Typhoon" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

13 augustus 1979 was de "Typhoon" in de haven van Bergen – Noorwegen waar een deel van de bemanning werd afgelost.

Op 10 september 1979 vertrok de "Typhoon" vanuit de haven van Bergen - Noorwegen naar het Continentale Plat voor het uitvoeren van werkzaamheden.

Tussen 10 en 15 oktober 1979 heeft de "Typhoon" voor de kust van Den Helder een scheepsschroef geborgen.

Deze was maanden ervoor van een Coaster afgevallen, tijdens een storm.
Waarna een visser er later met zijn netten er in vastliep.

De "Stentor" kwam met een duiker aan boord, naar buiten om deze duiker over te zetten aan boord van de "Typhoon".

Na het vastmaken van een voorloper op een van de schroefbladen heeft de "Typhoon" meer dan twee uur liggen te trekken om de schroef uit de bodem te trekken.

Toen de schroef loskwam. ging het fout, een van de bladen van de schroef kwam klem te zitten tussen de tunnel en het roer van de "Typhoon".

De "Stentor" kwam weer naar buiten en heeft de "Typhoon" naar IJmuiden gesleept. Vanaf de pier werd de "Typhoon" ook door de "Ise" vast gemaakt, als stuurboot.

Bij de Hoogovens werd de zaak geklaard. De schroef had een diameter van ongeveer 10 meter met een gewicht van zo'n 13 ton.

Op 16 oktober 1979 vertrok de "Typhoon" vanuit IJmuiden naar de positie van het booreiland "Penrod 81".

Het booreiland "Penrod 81" werd op 20 oktober 1979 vastgemaakt door de "Typhoon" en vanaf de Noordzee versleept naar de rede van Dublin – Ierland.

Waar het transport na een sleepreis van 835 mijl op 27 oktober 1979 arriveerde.

Na het afleveren van het booreiland "Penrod 81" op de rede van Dublin - Ierland zette de "Typhoon" weer koers naar de Noordzee.

4 november 1979 arriveerde de "Typhoon" in de haven van Lerwick - Shetland Eilanden – Engeland.

9 november 1979 vertrok de "Typhoon" vanuit de haven van Lerwick - Shetland Eilanden – Engeland naar de positie, 60.48 Noord en 1.44 Oost, van het booreiland "Pentagon 84" op het Continentale Plat voor het uitvoeren van werkzaamheden.

Vanaf 13 november 1979 wordt het booreiland "Pentagon 84" door de "Typhoon" en de "TS 61 Force" versleept naar een nieuwe locatie.

En blijven de "Typhoon" en de "TS 61 Force" ,nadat de "Pentagon 84" op haar nieuwe locatie staat, stand-by tot 22 november 1979.

Vanaf de positie van de "Pentagon 84" vertrok de "Typhoon" naar IJmuiden waar de "Typhoon" op 26 november 1979 arriveerde.

Op 8 december 1979 vertrok de "Typhoon" vanuit IJmuiden naar de positie 60.51 Noord en 1.24 Oost, waar de "Typhoon" zal worden ingezet bij het booreiland "Sedco J".

Na aankomst op de positie van het booreiland "Sedco J" op 10 december 1979 blijft de "Typhoon" stand-by.

Op 13 december 1979 wordt het contract van de "Typhoon" geannuleerd, daar het booreiland "Sedco J" nog niet gereed was.

Vanaf 13 december 1979 tot 19 december 1979 verrichte de "Typhoon" stations dienst ter hoogte van de Shetland Eilanden.

19 december arriveerde de "Typhoon" in de haven van Lerwick – Shetland Eilanden – Engeland.

Vanaf 20 december 1979 tot 31 december 1979 was de "Typhoon" op de Noordzee ingezet bij het verslepen van het booreiland "Sedco J" naar een nieuwe locatie samen met de "Gorm Viking".

En op de nieuwe locatie aangekomen werden door de "Typhoon" de ankers van de "Sedco J" uitgezet.

1980

De "Typhoon" was ook begin 1980 nog bezig met het uitzetten van de ankers van het booreiland "Sedco J" in de Noordzee.

Op 3 januari 1980 wordt de "Typhoon" bedankt voor haar diensten bij de "Sedco J" en zette koers naar de haven van Aberdeen - Engeland waar de "Typhoon" op 4 januari 1980 arriveerde.

De "Typhoon" zette op 9 januari 1980 vanuit de haven van Aberdeen - Engeland koers naar First of Forth - Engeland, om op station te gaan.

28 januari 1980 zette de "Typhoon" vanuit haar stations positie bij het First of Forth - Engeland weer koers naar Aberdeen - Engeland, waar de "Typhoon" op 29 januari 1980 arriveerde.

Vanuit de haven van Aberdeen - Engeland, zette de "Typhoon" op 6 februari 1980 koers naar Stavanger – Noorwegen.

Op 7 februari 1980 arriveerde de "Typhoon" in de haven van Stavanger - Noorwegen.

Na aankomst in de haven van Stavanger - Noorwegen, was de "Typhoon" stand-by bij het Booreiland "West Venture", voor een sleepreis vanuit Stavanger - Noorwegen naar de Noordzee.

Met het booreiland "West Venture" op sleeptouw vertrok de "Typhoon" op 13 februari 1980, vanuit Stavanger – Noorwegen, naar de positie 60.44 Noord en 3.51 Oost op de Noordzee.

Nadat de "Typhoon" met het Booreiland "West Venture" op de juiste positie was aangekomen op 16 februari 1980.

Werd de bestemming gewijzigd en moest de "West Venture" nog 142 mijl verder worden gesleept.

Op 23 februari 1980 stond de "West Venture" op haar locatie en werd de "Typhoon" bedankt.

Vanaf de locatie van de "West Venture" vertrok de "Typhoon" naar Leith - Engeland waar de "Typhoon" op 25 februari 1980 arriveerde.

26 februari 1980 werd in de haven van Leith – Engeland een deel van de bemanning afgelost.

Vanuit de haven van Leith – Engeland zette de "Typhoon" weer koers naar de haven van Stavanger – Noorwegen.

Begin maart 1980 vertrok de "Typhoon" vanuit de haven van Stavanger – Noorwegen naar Gotenburg – Zweden.

Vanuit Göteborg, Zweden, vertrok de "Typhoon" met de ponton "Federal 400-1"(ex "Federal 401" waar het booreiland "Orion" op stond) op sleeptouw naar Rotterdam.

Op 7 maart 1980 arriveerde de "Typhoon" met de "Federal 400-1", op sleeptouw, in de haven van Rotterdam.

13 maart 1980 arriveerde de "Typhoon" in IJmuiden en werd een deel van de bemanning afgelost.

Op 25 maart 1980 was de "Typhoon" betrokken bij de Rig-Move van het booreiland "Dyvi Beta" naar een nieuwe locatie in de Noordzee.

4 augustus 1980 arriveerde de "Typhoon" in de haven van Vlaardingen.

Vanaf november 1980 tot maart 1982 verrichtte de "Typhoon", in charter van Shell U.K. Exploration & Production, werkzaamheden in het Fulmar-veld.

Voor de aanvang van het contract was de "Typhoon" aangepast, zo was onder andere om als 'stand-by' vaartuig dienst te kunnen doen de "Typhoon" aangepast dat er een certificaat werd verkregen om 250 drenkelingen te kunnen opnemen, hiervoor werden er extra kooien aan boord geplaatst.

Verder kwamen er extra medicamenten, warm waterkruiken, extra dekens, extra zwemvesten, aan boord. En kwamen er voorzieningen om drenkelingen vanuit het water aan boord te kunnen nemen.

Ook werd de "Typhoon" uitgerust met een z.g. 'rescueboot' die ingezet moest worden om drenkelingen op te pikken. Deze rescueboot was uitgerust met 2 buitenboordmotoren van 55 PK.

Gedurende het charter werd er elke 4 weken door de "Typhoon" of Aberdeen – Engeland, of Den Helder aangedaan om te bunkeren en proviand aan boord te nemen ook werd dan indien nodig een deel van de bemanning afgelost.

Vanaf 6 november 1980 tot 23 november 1980 versleepte de "Typhoon" het werkeiland "Popey" vanuit Rotterdam naar Glascow – Engeland.

23 november 1980 was de "Typhoon" in de haven van Aberdeen – Engeland.

1981

Ook in 1981 was de "Typhoon", in charter van Shell U.K. Exploration & Production, werkzaam in het Fulmar-veld.

22 januari 1981 was de "Typhoon" in de haven van Aberdeen – Engeland.

Vanaf 24 februari 1981 was de "Typhoon" ingezet bij het verslepen van het productie platform "Statfjord B" vanuit Stavanger - Noorwegen, naar Vats - Noorwegen.

30 juli 1981 was de "Typhoon" in de haven van Stavanger – Noorwegen.

In augustus 1981 werden de "Tempest" en de "Typhoon" ingezet bij de definitieve tow-out van "Statfjord B" vanuit Vats - Noorwegen, naar haar locatie in het Statfjord field.

22 september 1981 was de "Typhoon" in de haven van IJmuiden.

1982

Tot maart 1982 verrichtte de "Typhoon", in charter van Shell U.K. Exploration & Production, werkzaamheden in het Fulmar-veld.

18 januari 1982 was de "Typhoon" in de haven van IJmuiden.

16 april 1982 was de "Typhoon" in de haven van Middlesbrough – Engeland en werd een deel van de bemanning afgelost.

7 mei 1982 was de "Typhoon" in de haven van Hull – Engeland.

Juni 1982 werd de "Typhoon" gecontracteerd door BP Petroleum Development (UK) voor o.a. de tow-out van het Magnus-Jacket en anker handelings activiteiten op het West Sole Field.

22 september 1982 was de "Typhoon" in de haven van Aberdeen – Engeland.

De sleepboten "Tempest", "Typhoon", "Smit Rotterdam", "Smit Houston", "Artic"(Bugsier), "Wotan"(Bugsier) en "Hermes"(Bugsier) hebben de drijvende onderbouw van het Maureen productie platform op 2 november 1982 vanuit Hunterston - Engeland naar Loch Kishorn - Engeland versleept.

Bij Loch Kishorn - Engeland, waar het transport op 8 november 1982 arriveerde, was voldoende ruimte(lees diepte) om het platform af te zinken zodat het platformdek geplaatst kon worden.

30 november 1982 was de "Typhoon" in de haven van IJmuiden.

1983

14 januari 1983 heeft de "Typhoon" op basis van Lloyd's Open Form de Griekse coaster "Georgios"(1953 – 484 Brt.) assistentie verleend.

De "Georgios" lag ter hoogte van Newhaven - Engeland, met 30° slagzij nadat een restlading porseleinaarde was gaan schuiven.
 
De "Typhoon" heeft de "Georgios" naar Southampton - Engeland gesleept.

26 januari 1983 begon de "Typhoon" samen met het bevoorradingsschip "Seaforth Champion" aan een sleepreis met met het Jack-Up booreiland "STC Planton" vanaf een locatie in de Golf van Biscaye naar een locatie in de Noordzee ten Noorden van Den Helder.

Op 1 februari 1983 kwam het transport met het Jack-Up booreiland "STC Planton" nabij La Rochelle - Frankrijk, in zeer zwaar weer.

De "STC Planton" raakte in een zware Noord Wester storm met golven van 9 meter hoog op drift, doordat, van zowel de "Typhoon" als het bevoorradingsschip "Seaforth Champion" de sleepdraden braken, richting Franse kust.

Opnieuw vastmaken was door de weersomstandigheden onmogelijk. Door een verandering van windrichting en het luwen van de storm verminderden het gevaar van stranding voor de "STC Planton".

Op 3 februari 1983 wisten de "Typhoon" en de ter assistentie gearriveerde "Smit Rotterdam" opnieuw vast te maken en het booreiland naar La Pallice - Frankrijk te slepen voor inspectie.

Er werd veel schade vastgesteld aan het Jack-Up systeem en reparatie was nodig en zou worden verricht in de haven van La Pallice - Frankrijk.

Tijdens deze reparatie werkzaamheden bleef de "Typhoon" stand-by.

5 mei 1983 werd de sleepreis, met de "STC Planton", vervolgd door de "Typhoon" en de Duitse sleepboot "Titan".

Op 15 mei 1983 werd Rotterdam aangedaan voor nog wat werkzaamheden aan de "STC Planton".

En uiteindelijk werd het booreiland op 21 mei 1983 geplaatst op haar positie in het F/9 blok ten Noorden van Den Helder.

Vanaf 7 juni 1983 was de "Typhoon" betrokken bij de definitieve Tow-out van het "Maureen" platform naar haar positie in het Maureen Field in de Noordzee.

Op 17 juni 1983 stond de "Maureen" op haar plaats. Bij de Tow-out waren de volgende sleepboten betrokken, "Typhoon", "Smit Rotterdam", "Smit New York", "Oceanic", "Caribic" en de "Titan". De laatste drie van Bugsier.

Vanaf 21 juli 1983 assisteerde de "Typhoon" de "Ocean Servant 2" tijdens de wrakopruiming van de "Ocean Ranger" nabij New Foundland – Canada.
 
21 augustus 1983 was het wrak de "Ocean Ranger" zover drijvende gemaakt dat ze naar dieper water kon worden versleept door de "Typhoon" en de ingehuurde "Balder Borkum", om in diep water opnieuw te worden afgezonken.

Op 24 augustus 1983 zonk de "Ocean Ranger" uiteindelijk in 150 meter diep water.

Na terugkeer vanuit New Foundland - Canada was de "Typhoon" weer actief op de Noordzee.

Het booreiland "Shelf Driller" werd verplaatst vanaf blok 38 naar blok 49, in charter van Houlder Marine Drilling.

Het booreiland "Vildcat" kreeg een nieuw plaatsje in het Agryl-veld in charter van Hamililton Brothers Oil en Gas, in samenwerking met de Noorse sleepboot "Dag Viking".

In het Adria-veld werd het booreiland "Maersk Endavour"verplaatst. Samen met de sleepboot "Svitzer Garm".

En het booreiland "Charles Rowan" werd in blok 43 verplaatst.

28 oktober 1983 was de "Typhoon" in de haven van Rotterdam en werd een deel van de bemanning afgelost.

1 november 1983 vertrok de "Typhoon" vanuit Rotterdam met het 'self-propelled' booreiland "Ocean Bounty" naar een boorlocatie nabij Aberdeen – Engeland.

De "Ocean Bounty had lange tijd bij de Verolme werf gelegen voor het aanbrengen van extra drijfkasten.

4 november 1983 was de "Ocean Bounty" geplaatst op haar boorlocatie nabij Aberdeen - Engeland.

Eind november 1983 werden er proeven gedaan bij het "Statfjord C" platform, om te kijken welke aanpassingen er nodig waren om de "Typhoon" en "Tempest" te kunnen gebruiken als duwboten tijdens de Tow-out van de "Statfjord C".

Vanaf 4 december 1983 was de "Typhoon" in Amsterdam waar de boeg van de "Typhoon" werd voorzien van duwfenders. Dit was nodig omdat de "Typhoon" zou worden ingezet als duwboot tijdens de Tow-out van het olieproductieplatform Statfjord-C.

Ook onderging de Typhoon tijdens de dokbeurt in Amsterdam een aanpassing op het achterdek ten behoeve van het sleep- en ankerbehandelingswerk.

Deze aanpassing bestond uit hydraulisch bedienbare towing pins (sleeppennen) en wire/chain stoppers (draad- en kettingstoppers), die in de offshore als "sharkjaws" betiteld worden.

Deze sharkjaws dienen er voor om tijdens ankerbehandelingswerk draden of kettingen, die op het achterdek ontsloten moeten worden van boeien of ankers, af te stoppen. Dit afstoppen werd voorheen met zgn. pelikaanhaken en stemvorken gedaan, hetgeen een arbeidsintensieve methode was.

Het gebruik van de sharkjaws vereenvoudigt niet alleen het werk op het achterdek, maar is in de eerste plaats een aanzienlijke verbetering van de veiligheid voor de bemanningsleden aan dek.

Door middel van verwisselbare vullingen kunnen sharkjaws eenvoudig aangepast worden aan verschillende maten draden en kettingen.

Hoewel deze installatie nog niet wettelijk verplicht is, hetgeen overigens op korte termijn wel het geval zal zijn, genieten de schepen die er nu al mee uitgerust zijn de voorkeur bij de mensen van de offshore bedrijven, die de ankerbehandelingsschepen inhuren.

1984

vanaf 12 januari 1984 werd, onder leiding van Wijsmuller, het in aanbouw zijnde platform "Statfjord C" vanuit het Gandsfjord nabij Stavanger - Noorwegen naar het Yrkesfjord nabij Vats - Noorwegen versleept voor plaatsing van de verdere accommodatie en afbouw.

Bij deze verplaatsing werden de "Typhoon" en "Tempest" ingezet als duwboten. Verder werden de "Friesland", "Frank Viking", "Maersk Clipper", "Smit Rotterdam", "Karl", "Yorkshireman" en "Euroman" gecontracteerd voor deze verplaatsing.

De coördinatie tussen de sleepboot-rederijen en de opdrachtgevers lag in handen van Wijsmuller Offshore and Towage. Een belangrijk onderdeel van die coördinatie betrof het samenstellen van een gedetailleerd handboek, dat de kapitein en bemanningen van de sleepboten alsook de towmasters van alle relevante informatie moest voorzien.

Het handboek bevatte informatie met betrekking tot de sleeproute, sleepboot configuraties, sleepgerei, verankeringssystemen, navigatiesystemen, communikatie systemen, weersgesteldheden etc.

Uitgebreide onderzoeken en studies moesten worden uitgevoerd om op alle mogelijke omstandigheden te zijn voorbereid.

Zo werd de sleeproute nauwkeurig gepeild op diepte en breedte. De diepgang van de GBS zou 63,10 meter bedragen en besloten was dat de sleeproute een minimale diepte van 70 meter moest hebben.

Het bleek dat de gigant vlak na het vertrek door een zeer nauwe doorgang gemanoeuvreerd zou moeten worden.

Verder werden op verschillende plaatsen langs de route metingen verricht naar de richting en de snelheid van de stroom.

Bij de voorbereiding behoorde ook een computer simulatietest, die door de towmasters werd afgelegd. Voor deze test was een speciaal computerprogramma samengesteld, waarin alle variabele factoren onafhankelijk van elkaar worden veranderd.

Op die manier konden allerlei omstandigheden worden nagebootst, zoals het plotseling opsteken van een storm of het veranderen van de windrichting, het toenemen van de swell, het uitvallen van een of meer sleepboten etc.

De towmasters moesten dan een beslissing nemen, waarna de computer aangaf of die beslissing juist was geweest!

Bij al deze voorbereidingen was Cor Oudendijk, directeur van Wijsmuller Offshore and Towage, zeer nauw betrokken.

Hij maakte o.a. het handboek, waarvoor hij nauw contact had met Norwegian Contractors. De ervaring die was opgedaan bij de soortgelijke sleep in 1981 van "Statfjord B", het grotere broertje van "Statfjord C", was zeer waardevol bij de voorbereidingen voor "Charlie".

Alle sleepboten waren, volgens schema, op donderdag 12 januari 1984 om 10.00 uur aanwezig in Stavanger – Noorwegen.

Een aantal laatste zaken werden nog geregeld, waarna de schepen op vrijdag 13 januari 1984 gereed waren om met de klus te beginnen.

Er werd nog een vergadering gehouden tussen de towmasters en de sleepboot kapiteins, waarin diverse zaken nog eens uitvoerig werden doorgenomen. De bedoeling was dat de sleepboten zaterdag 14 januari 1984 zouden vertrekken naar het Gandsfjord, en vast zouden maken om zondag 15 januari 1984 te kunnen vertrekken, mits de weersverwachting voor de komende 72 uur gunstig zou zijn.

Dit bleek echter niet het geval te zijn; er werd storm en sneeuw verwacht. De operatie werd tot nader order uitgesteld. Voorlopig zou het weer tot en met woensdag 18 januari 1984 niet veranderen.

De bemanningen van de sleepboten brachten hun tijd op een zo aangenaam mogelijke wijze door. De creatievelingen onder de bemanning van de Tempest en de Typhoon leefden zich uit met het maken van een levensgrote sneeuwpop.

Overigens was de kans dat het weer het nauwkeurig vastgestelde schema in de war zou kunnen brengen al van te voren ingecalculeerd. Uit jarenlange weerstudies is namelijk gebleken dat het weer in de maand februari het meest stabiel is, vergeleken met andere wintermaanden. Stabiel in de zin van "goed stabiel" of "slecht stabiel". Als het in februari stormt, dan stormt het ook meestal enkele dagen achtereen en hetzelfde geldt voor mooi weer.

Aangezien de sleepreis echter uitgevoerd moest worden in januari, was de kans op stabiel weer kleiner en zou het dus moeilijker zijn voorspellingen te doen.

Op dinsdagmorgen 17 januari 1984 blijkt, toch nog eerder dan verwacht, de weersvoorspelling voor drie maal vierentwintig uur dusdanig gunstig te zijn, dat de algemene leider van de operatie, de Noor Ronald Seim, het licht voor vertrek op groen zet.

De sleepboten stomen op naar het Gandsfjord waar de GBS met zijn indrukwekkend hoge poten geduldig ligt te wachten.

Een voor een worden de schepen vanaf de algemene commandopost naderbij geroepen om de sleepverbinding tot stand te brengen.

De sleepboten "Smit Rotterdam", Frank Viking", en "Maersk Clipper" zullen als voorboten fungeren, de "Yorkshireman" en de "Euroman" als achterboten, de "Friesland" en "Karl" als zijboten en tenslotte de "Typhoon" en "Tempest" als duwboten.

De laatste vier sleepboten zijn strak aan de GBS verbonden. De "Typhoon" en "Tempest" hebben voor de duwoperatie een speciale fender op hun neus gekregen.

De "Typhoon" en "Tempest" worden met deze fenders tegen twee enorme, met oud touw opgevulde rubberbanden gepositioneerd, die aan de achterkant van de GBS zijn opgehangen.

Als alle sleepboten in positie liggen worden de ankerkettingen van de GBS op een diepte van vijftig meter doorgebrand. Als dit karwei is afgerond kan het konvooi op weg.

De afstand tot het Yrkesfjord is slechts 46 mijl, maar zal toch ruim twee en een halve dag gaan duren, voordat deze afstand is afgelegd.

Langzaam kwam er beweging in het gevaarte. Vanaf de commandopost op de GBS gaven de towmasters Norman Storey van United Towing en Harry Hopman en Jan de Groote van Wijsmuller hun orders aan de kapiteins, die deze strikt op dienen te volgen.

In totaal was er ruim 900 ton bollard-Pull beschikbaar. 17 januari 1984 hadden alle slepers vastgemaakt en op 18 januari 1984 startte de de verplaatsing van het "Statfjord C" platform en op 19 januari 1984 werd het platform verankerd op de plaats van bestemming.

28 februari 1984 was de "Typhoon" in de haven van IJmuiden en werd een deel van de bemanning afgelost.

De "Typhoon" was medio maart 1984 door Shell U.K. gecontracteerd voor een Rig-Move met het booreiland "Sedco 700" in blok 21/30.

10 mei 1984 was de "Typhoon" in de haven van Aberdeen – Engeland en werd een deel van de bemanning afgelost.

Onder leiding van Wijsmuller vond begin juni 1984 de Tow-Out van het "Statfjord C" platform (764.000 ton en een diepgang van 139 meter) plaats, vanuit het Yrkesfjord nabij Vats – Noorwegen, naar haar locatie in de Noordzee.

Bij de Tow-Out waren de "Typhoon" en "Tempest" van Wijsmuller ingezet verder waren de "Oceanic" en "Artic" van Bugsier, de "Smit Singapore", en de "Jon Viking", "Frank Viking" en "Dag Viking" van Viking Supply Ships ingezet.

Met de vijf eerst genoemde schepen voor en de overige drie achter werd op 1 juni 1984 een begin gemaakt het platform, met een waterverplaatsing van 764.000 ton en een diepgang van 139 meter, door de nauwe fjorden richting zee te manoeuvreren.

Bij de kust, na ongeveer 30 mijl, haakten de "Jon Viking" en "Dag Viking" af en werd de reis met alleen de "Frank Viking" als achterboot voortgezet.
De "Dag Viking" voer verder wel mee als stand-by boot.

De reis verliep voorspoedig, maar op 5 juni 1984, op een afstand van 15 mijl van de locatie, verslechterde het weer dusdanig dat het transport gaande moest houden.

Van positioneren kon geen sprake zijn, daar voor een dergelijke nauwgezette operatie beter weer noodzakelijk was. Zolang de wind zo sterk bleef (kracht 5-6, soms zelfs 8) en de golven zo hoog (5 meter) moest het positioneren uitgesteld worden.

Het weer verbeterde niet voor 10 juni 1984. Toen werd, met de zes sleepboten in ster-formatie, "Statfjord C" gepositioneerd.

Het centrum moest binnen een cirkel met een straal van 25 meter worden geplaatst. Uiteindelijk stond het platform 8 meter buiten de ideale positie en slechts 0,1 graad uit de ideale koers.

"Statfjord C" was het derde platform, waarvoor de tow-out door Wijsmuller werd begeleid en gecoördineerd. Bij het verslepen van het "Dublin A" platform in 1977 en het "Statfjord B" platform in 1981 had Wijsmuller ook de coördinatie in handen.

13 september 1984 werd door de "Typhoon" het Griekse vrachtschip "Pantelis A.Lemos"(1984 – 16.794 Brt.) vast gemaakt, waar en waarvoor is helaas 'nog' niet bekend. (mocht u hier iets van weten neem even contact op)

November 1984 versleepte de "Typhoon" de mammoettanker "Erica"(1973 – 119.658 Brt.) vanuit Alesund - Noorwegen, naar een positie ter hoogte van Lissabon - Portugal. Waar de tanker wordt overgegeven aan een sleepboot van Smit voor verder transport naar de sloopwerf in Taiwan. De "Erica" werd daar begin maart 1985 afgeleverd.

Nadat de tanker was overgegeven ging de "Typhoon" naar richting Vigo - Spanje voor het verrichten van sleep en anker behandelings werkzaamheden bij het half afzinkbare booreiland "Benreoch".

28 november 1984 was de "Typhoon" in de haven van Vigo – Spanje waar een deel van de bemanning werd afgelost.

De "Typhoon" versleepte december 1984, vanuit een positie ter hoogte van Vigo – Spanje, het booreiland "Benreoch" naar een nieuwe boorlocatie in de Noordzee.

1985

Samen met de "Retriever" van Heerma wordt de "Typhoon" op 27 januari 1985 gecharterd voor de sleepreis met het half afzinkbare booreiland "Glomar Arctic II" .

De "Glomar Arctic II" had in brand gestaan, na een zware explosie, en wordt vanuit de Britse sector op de Noordzee naar de Verolme werf in de Botlek versleept.

Op 30 januari 1985 wordt de "Glomar Arctic II" afgeleverd bij de Verolme werf.

30 maart 1985 bracht de "Typhoon" de Belgische coaster "Elisa"(1962 – 432 Brt.) binnen in IJmuiden.

De "Elisa" Had op 29 maart 1985 om sleepboot assistentie verzocht wegens machineschade.

De "Tempest"en de "Typhoon" worden samen ingezet bij het verslepen van het Jack-Up booreiland "Glomar Moray Firth One" voor de Shell van een positie ten Zuiden van de Doggersbank naar Moray Firth – Engeland 1,5 mijl offshore Wick - Engeland.

Vanuit de Offshore basis Brown & Root in Schiedam vertrok op 1 april 1985 de "Typhoon" met de pijpenlegger "BAR 423" van Brown & Root op sleeptouw naar de Noordzee.

Vanaf april 1985 tot juli 1985 heeft de "Typhoon" sleepwerk verricht in charter van Brown & Root.

Op de Noordzee versleepte de "Typhoon" de pijpenleggers "Semac 1" en de "Choctaw II". Ook voerde de "Typhoon" ankerwerk uit voor beide pijpenleggers.

25 juli 1985 arriveerde de "Typhoon" te IJmuiden.

Hierna werd de "Typhoon" ingezet voor een aantal Rig-Move's.

De "Typhoon" versleepte het booreiland "Ocean Bounty" vanuit Brest, Frankrijk, naar een positie op de Noordzee.

Ook was de "Typhoon" ingezet bij het verplaatsen van het booreiland "Andreos" naar een nieuwe locatie in de Noordzee.

Ook verrichte de "Typhoon" werkzaamheden voor het kraanschip "Balder" van Heerema.

In de tweede helft van augustus 1985 vertrok de "Typhoon" vanuit IJmuiden met het trekponton "L.M. Balder", van Land & Marine Engineering, naar zee.

De "Typhoon" en de "Frank Viking" deden in de maand September 1985 regelmatig IJmuiden aan met de ponton "L.M. Balder".

De Griekse Bulkcarrier "Agioi Victores"(1973 – 15.411 Brt.) strandde op 17 december 1985 5 mijl ten Westen van Smöla – Noorwegen.

Op 18 december 1985 werd de "Agioi Victores" door de "Typhoon" weer vlot gebracht en naar Kristiansand - Noorwegen gesleept.

1986

De "Agioi Victores" wordt door de "Typhoon" op 4 januari 1986 vastgemaakt voor een sleepreis naar Rotterdam waar het transport op 9 januari 1986 arriveerde.

Begin 1986 wordt de "Typhoon" ingezet bij diverse offshore werkzaamheden waaronder het verslepen van de trekponton "L. M. Balder" van Land & Marine Engineering.

26 februari 1986 kwam het Nederlandse vrachtschip "Angela Smits"(1980 – 3.971 Brt.) in de Golf van Biskaje in de problemen en maakte zware slagzij en werd door de bemanning verlaten.

De "Typhoon" heeft, na een zoekactie, de "Angela Smits" niet meer aangetroffen en moest aannemen dat de "Angela Smits" was gezonken.

3 maart 1986 vond er in de pompkamer van de Griekse ertstanker "Galini"(1973 – 71.318 Brt.), die zich bevond op de positie 45.59 Noord en 7.52 West (midden in de Golf van Biscaye), een explosie plaats waarbij een aantal bemanningsleden de dood vond.

Na de explosie brak er aan boord van de "Galini" brand uit en werd de "Galini" door de bemanning verlaten.

De "Typhoon" wist samen met een door Wijsmuller gecharterde Spaanse sleepboot", de "Punta Amer" de brand te blussen en de "Galini" naar El Ferrol - Spanje te slepen waar de "Galini" op 12 maart 1986 werd binnen gesleept.

Vanaf 1 april 1986 ligt de "Typhoon" op station te IJmuiden en wordt vandaar uit ingezet voor diverse werkzaamheden.

Begin juni 1986 werden de "Typhoon" en de "Tempest" samen ingezet bij een Rig-Move van het booreiland "Glomar Muray Firth 1" op de Noordzee.

6 november 1986 strandde de trawler "SCH 171 Cornelis Vrolijk" op de kust van Ierland nabij Calway.

De "SCH 171 Cornelis Vrolijk" kwam op eigen kracht vlot maar werd meteen weer aan de grond gezet gezien de opgelopen schade.

De "SCH 171 Cornelis Vrolijk" werd door de "Typhoon" en een bergingsteam uit IJmuiden weer vlot gebracht en naar de haven van Galway - Ierland gesleept.

De "SCH 171 Cornelis Vrolijk" werd uiteindelijk gezien de toestand van het schip met de "Super Servant 3" naar Nederland vervoert.

Op 6 februari 1987 arriveerde de "Super Servant 3" vanuit Ierland met de "Cornelis Vrolijk" in IJmuiden.

22 november 1986 ontstonden er aan boord van de Engelse bulkcarrier "Kowloon Bridge"(1973 – 91.082 Brt.) geladen met ijzererts machine problemen, en raakte de "Kowloon Bridge" in een zware storm op drift voor de kust van Ierland.
 
De "Typhoon" ging onderweg naar de positie van de "Kowloon Bridge" maar moest zelf wegens ernstige schade aan het stuurhuis, opgelopen door het slechte weer naar een haven terugkeren.

Op 23 november strandde de "Kowloon Bridge" op de Stagg Rocks nabij Baltimore op de Zuid West kust van Ierland.

Wijsmuller Salvage ondernam pogingen om de "Kowloon Bridge" weer vlot te brengen. Maar op 4 december 1986 brak de "Kowloon Bridge" in tweeën en zonk.

1987

De Deense Coaster "Hornestrand"(1981 – 299 Brt.) onderweg van Hamburg - Duitsland, naar West Afrika melde op 4 maart 1987, dat er brand in de lading was ontstaan, de "Typhoon" op station bij Lands End - Engeland zette koers naar de positie van de "Hornestrand" en wist vast te maken.
 
5 maart 1987 arriveerde de "Typhoon" met de "Hornestrand" in de baai van Falmouth – Engeland.

Daar bleek dat de "Hornestrand" was geladen met 300 ton dynamiet en verder nog ontstekers en lonten aan boord had. De "Hornestand" kreeg daarom geen toestemming om enige Engelse haven aan te doen.

De "Typhoon" wist met hulp van een bergingsteam het vuur te blussen. Na overleg met de verscheper/fabrikant van het Dynamiet werd de "Hornestand" door de "Typhoon" begeleid naar Hamburg - Duitsland, waar ze op 24 maart 1987 binnen liep, en de lading Dynamiet werd gelost.

Het vissers schip "Ross Alcedo"(1973 – 183 Brt.) strandde op 24 april 1987 nabij Newquay – Engeland.

Nog diezelfde dag werd de "Ross Alcedo" weer vlot gebracht door de "Typhoon".

Eind april 1987 was de "Typhoon" onderweg naar de positie van de Filipijnse bulkcarrier "Newforest"(1972 – 82.785 Brt.) die tijdens slecht weer op Atlantische oceaan schade had opgelopen aan de romp (scheepshuid gedeeltelijk ingedrukt en scheuren).

De "Typhoon" zal de "Newforest" escorteren naar Lissabon - Portugal waar de "Newforest" in het dok zal worden geplaatst.

18 mei 1987 vertrok de "Typhoon" vanuit IJmuiden naar Brazilië waar nabij de haven van Sao Luis de bulkcarrier "Hyundai New World"(1986 – 101.487 Brt.) was vastgelopen op een zandbank.

De "Typhoon" werd ingezet bij het bergen van de lading van de "Hyundai New World"(1986 – 101.487 Brt.) die 31 maart 1987 aan de grond was gelopen in de baai van Sao Luis - Brazilië. De "Hyundai New World" was geladen met kolen die gelost moesten worden.

Met behulp van een Amerikaanse kraanbak de "Thoroughbred Topper" slaagde Wijsmuller Salvage er in om z'n 25.000 ton kolen te bergen uit de "Hyundai New World".

14 augustus 1987 verleende de "Typhoon", die onderweg was vanuit Brazilië naar IJmuiden, in de golf van Biscaye assistentie aan het Spaanse vrachtschip "Chilly"(1973 – 6.680 Brt.).

De "Chilly" was in aanvaring geweest met het Roemeense vrachtschip "Brazias 5".(berging 1132)

19 augustus 1987 arriveerde de "Typhoon" in IJmuiden met als deklast enkele vlotten van de "Hyundai New World" en bergings- materiaal.

Omstreeks 21 augustus 1987 vertrok de "Typhoon" vanuit IJmuiden naar Engeland.

23 september 1987 arriveerde de "Typhoon" in IJmuiden.

26 oktober 1987 vertrok de "Typhoon" vanuit Amsterdam naar IJmuiden (Dok beurt gehad ?)

Het vrachtschip "Pentire"(1968 – 1.249 Brt.) werd 30 november 1987 door de "Typhoon" vastgemaakt en naar een haven gesleept.

Vanaf 21 december 1987 was de "Typhoon" ingezet bij het bergen van de Lading (chemicaliën) en de brandstof uit het nabij Kaap Finisterre – Spanje gestrande Panamese vrachtschip "Cason"(1969 – 9.406 Brt.).

De "Cason" was na een explosie en een daarop volgende brand op de positie 42.45 Noord en 9.35 West in de nacht van 4 op 5 december 1987 gestrand op de Costa del Morte nabij Kaap Finisterre - Spanje.

Wijsmuller en Smit-Tak werden gecontracteerd om de lading en brandstof te bergen.

Bij deze werkzaamheden zijn de "Taklift 4", "Smitbarge 2", "Deurlo" en de "Typhoon" ingezet.

1988

24 februari 1988 was de "Typhoon" in de haven van Corcubion – Spanje waar een deel van de bemanning werd afgelost.

31 maart 1988 werd de tanker "Haven"(1973 – 109.700 Brt.) door een Iraans Fregat in brand geschoten.

De "Typhoon" verrichte stationsdienst in de Perzische Golf maar was, doordat er brand was geweest in de machinekamer, niet instaat om uit te varen.

Juni 1988 verricht de "Typhoon" stationsdienst ter hoogte van Ras al-Khaimah - Verenigde Arabische Emiraten in de Perzische Golf.

26 juni 1988 was de "Typhoon" in de haven van Dubai – Verenigde Arabische Emiraten, waar een deel van de bemanning werd afgelost.

Op 30 juni 1988 vertrok de "Typhoon" naar de positie van de Noorse erts/olie tanker "Skaubo"(1974 -- 76.724 Brt.) die met machineschade dreef op de positie 25.30 Noord en 52.57 Oost in de Perzische Golf.
 
Op 1 juli 1988 wordt door de "Typhoon" de "Skaubo" vastgemaakt en op 2 juli 1988 afgeleverd in Dubai - Verenigde Arabische Emiraten.

Waarna de "Typhoon" weer haar stations positie opzocht.

15 augustus 1988 wordt het Turkse vrachtschip "Ark"(1969 – 4.068 Brt.), die met machine schade dreef in de Golf van Aden, door de "Typhoon" vastgemaakt en naar Djibouti gesleept, waar de "Ark" op 22 augustus 1988 werd afgeleverd.

Vanuit Djibouti zet de "Typhoon" koers naar Europa.

30 november 1988 was de "Typhoon" in de haven van Vigo – Spanje waar een deel van de bemanning werd afgelost.

Eind 1988 verrichte de "Typhoon" stationsdienst bij Vigo - Spanje, en La Coruna - Spanje.

In 1988 werd de "Typhoon" uit-gevlagd en kwam voor Bureau Wijsmuller te varen onder de vlag van Vanuatu, met als thuishaven Port Vila. De roepletters werden gewijzigd in: YJWY 4.

1989

5 januari 1989 zette de "Typhoon" koers naar de positie van de "Kumanova"(1966 - 23.072 Brt.) die op de positie 35.43 Noord en 8.38 West, ter hoogte van Cadiz – Spanje, een aanvaring had met een Supply schip.

Een vergeefse reis de "Kumanova" zonk voordat de "Typhoon" haar had bereikt.

Op 7 januari 1989 zette de "Typhoon" koers naar de positie van de bulkcarrier "Theogennitor"(1975 – 62.805 Brt.) die kampte met stuurmachine problemen.

Een vergeefse reis de "Theogennitor" accepteerde assistentie van een Spaanse sleepboot.

Vanaf 7 januari 1988 bezette de "Typhoon" weer het bergingsstation La Coruna - Spanje.

10 januari 1989 werd in de haven van La Coruna – Spanje een deel van de bemanning afgelost.

12 januari 1989 meldde de bulkcarrier "Yarrawonga"(1971 – 42.196 Brt.) stuurproblemen, op de positie 52.21 Noord en 30.09 West.
 
Later bleek dat er delen van de romp zijn weggeslagen, waarna de bemanning het schip verliet.

De "Typhoon" verkreeg een contract onder Lloyds Open Form. En weet met behulp van runners die door een helikopter aan boord van de "Yarrawonga" werden gedropt, in een zware storm de ernstig beschadigde bulkcarrier vast te maken ten westen van Ierland.
 
De "Yarrawonga" had aan zowel stuur als bakboordzijde gaten opgelopen van 150 M2 die doorliepen tot ver onder de waterlijn.

De "Typhoon" leverde de "Yarrawonga" op 22 januari 1989 veilig af in de haven van Rotterdam.

Nadat de "Yarrawonga" was afgeleverd in Rotterdam zette de "Typhoon" op 25 januari 1989 koers naar Penzance – Landsend - Engeland voor stations dienst.

28 januari 1989 maakte de "Typhoon", in de Ierse zee, het Spaanse vissersschip "San Salvador De Guetaria" vast die kampte met machine problemen en dreigde te stranden.

De "Typhoon" wist tijdig vast te maken en op 31 januari 1989 de "San Salvador De Guetaria" af te leveren in de haven van Pasajes - Spanje.

Na aflevering van het Spaanse vissersschip "San Salvador De Guetaria" kwam de "Typhoon" in actie bij de kust van Portugal waar nabij Sebutal het Turkse vrachtschip "Emin"(1977 – 3.977 Brt.) was gestrand.

Tijdens pogingen om de "Emin" vlot te krijgen door plaatselijk sleepboten had de "Emin" een sleeptros in haar schroef gekregen, welke eerst door duikers moest worden verwijderd.

Nadat dit was gebeurd kreeg de "Typhoon" de "Emin" al bij de eerste poging vlot. En leverde de "Emin" af in de haven van Sebutal - Portugal.

Na het vlot brengen van de "Emin" ging de "Typhoon" weer op station nabij La Coruna - Spanje.

Vanuit de haven van La Coruna - Spanje vertrok de "Typhoon" begin maart 1989 naar de Chileense haven Talcahuano om daar de erts/olie tanker "Smederevo"(1973 – 89.272 geladen met 155.000 ton erts, vast te maken en te verslepen vanuit Talcahuano - Chili naar Korea. Een sleepreis van 10.000 mijl, die 3 maanden zal gaan duren.

23 maart 1989 arriveerde de "Typhoon" in de haven van Talcahuano - Chili.


Juni 1989 werd de "Smederevo" door de "Typhoon" afgeleverd in Korea.

 

Na aflevering van de "Smederevo" in Korea bleef de "Typhoon" nog 3 maanden stand-by de "Smederevo" en moest tijdens het passeren van een een Typhoon de "Smederovo" in positie houden.

Oktober 1989 lag de "Typhoon" op station nabij Keelung - Taiwan.

November 1989 was de "Typhoon" betrokken bij het verwijderen van bunkerolie en boor-vloeistof uit het op 3 november 1989 in de golf van Thailand, op 270 mijl ten Zuiden van Bangkok, omgeslagen boorschip "Seacrest"(1977 – 5.372 Brt.) waarbij 93 opvarenden omkwamen.

De "Seacrest" was tijdens een zware storm op 3 november 1983 omgeslagen en ondersteboven blijven drijven. De eigenaar van de "Seacrest" heeft geen plannen om het boorschip te laten bergen. Het plan was om de "Seacrest" in diep water te laten zinken.

Meteen na afloop van de werkzaamheden bij de "Seacrest" vertrok de "Typhoon" naar Borneo om in charter van Shell offshore werkzaamheden te gaan verrichten.

1990

De "Typhoon" was heel 1990 in charter werkzaam voor McDermott in het verre Oosten.

1991

De "Typhoon" was heel 1991 in charter werkzaam voor McDermott in het verre Oosten.

13 augustus 1991 sloeg tijdens een wervelstorm een door de "Typhoon" gesleepte Amerikaanse werkbak om. De "Typhoon" wist 95 opvarenden te redden tijdens een reddingsactie. Ondanks deze reddingsactie verloren toch nog 20 opvarenden het leven.

In de nacht van 13 op 14 augustus leverde de "Typhoon" de drenkelingen af in Hongkong.

13 of 14 april 1993 ontving Rob Zwart, in 1991 kapitein van de "Typhoon", hiervoor uit handen van de burgemeester van de gemeente Velsen de gouden 'de Ruyter, medaille.

December 1991 werd de "Typhoon" ingebracht bij een joint-venture maatschappij tussen Wijsmuller Holding B.V. en Smit Internationale te Rotterdam.

Met behoudt van de naam "Typhoon" kwam zij in dienst van SmitWijs Towage CV.

1992

De "Typhoon" was heel 1992 in charter werkzaam voor McDermott in het verre Oosten.

9 januari 1992 was de "Typhoon" op de rede van Singapore en werd een deel van de bemanning afgelost.

9 februari 1992 was de "Typhoon" op de rede van Singapore en werd een deel van de bemanning afgelost.

Begin maart 1992 verricht de "Typhoon" op de rede van Singapore stations dienst.

1993

De "Typhoon" was heel 1993 in charter werkzaam voor McDermott in het verre Oosten.

1994

De "Typhoon" was heel 1994 in charter werkzaam voor McDermott in het verre Oosten.

3 november 1994 was de "Typhoon" op de rede van Singapore en werd een deel van de bemanning afgelost.

1995

De "Typhoon" was heel 1995 in charter werkzaam voor McDermott in het verre Oosten.

1996

De eerste helft van 1996 ligt de "Typhoon" bij de reparatiewerf Havenbedrijf Vlaardingen Oost.

Na 20 jaar trouwe dienst heeft de sleepwinch - zonder twijfel het meest belangrijke onderdeel van een sleepboot - het begeven. De lagers waren volledig uitgesleten. De winch is met behulp van snijbranders helemaal uitgebroken en staat in stukken op de kant.
 
Er moet veel gebeuren voordat de "Smitwijs Typhoon" klaar is voor haar volgende klus: anchor-handling bij een pijpleidingen project van McDermott bij Noorwegen.

Overal wordt druk geschilderd en gesleuteld. Op de brug is een van de bemanningsleden bezig met schilderwerk.

In de machinekamer zijn monteurs van Stork Werkspoor in de weer met  het uit elkaar halen van de hoofdmotoren.

Op het achterdek houdt een deel van de bemanning zich bezig met het repareren van de stopperpins.

Behalve de winch worden meteen alle andere vitale onderdelen van het schip aan een grootscheepse onderhoudsbeurt onderworpen. Dit onder toeziend oog van Henk van Spanning die vanuit Wijsmuller Fleet Services de hele onderhoudsbeurt begeleidt.

Op 1 maart moet de Typhoon klaar zijn. Samen met twee Noorse sleepboten gaat de Typhoon de ankers runnen van de pijpenlegger Lay Barge 200 van McDermott.

15 augustus 1996 was de "Typhoon" op de rede van Singapore en werd een deel van de bemanning afgelost.

1997

17 februari 1997 was de "Typhoon" in de haven van Aberdeen – Engeland en werd een deel van de bemanning afgelost.

11 augustus 1997 was de "Typhoon" in de haven van Den Helder en werd een deel van de bemanning afgelost.

14 december 1997 was de "Typhoon" in de haven van Las Palmas – Canarische Eilanden en werd een deel van de bemanning afgelost.

1998

15 december 1998 was de "Typhoon" in de haven van Vlaardingen en werd een deel van de bemanning afgelost.

1999

1 januari 1999 wordt de naam "Typhoon" gewijzigd in "Smitwijs Typhoon"

8 juni was de "Smitwijs Typhoon" werkzaam nabij Noorwegen en werd een deel van de bemanning afgelost.

21 augustus 1999 was de "Smitwijs Typhoon" in de haven van Aberdeen – Engeland en werd een deel van de bemanning afgelost.

13 oktober 1999 was de "Smitwijs Typhoon" in de haven van Aberdeen – Engeland en werd een deel van de bemanning afgelost.

2000

12 februari 2000 was de "Smitwijs Typhoon" op de rede van Singapore en werd een deel van de bemanning afgelost.

De "Smitwijs Typhoon" was vanaf april 2000 voor 6 maanden in charter bij McDermot Far East voor assistentie van de pijpenlegger "DLB KP 01" die een gasleiding vanaf het Natuna Gas Field - Indonesië, naar Singapore gaat leggen.

7 juli 2000 was de "Smitwijs Typhoon" op de rede van Singapore en werd een deel van de bemanning afgelost.

12 november 2000 was de "Smitwijs Typhoon" op de rede van Singapore en werd een deel van de bemanning afgelost.


2001

18 maart 2001 wordt een deel van de bemanning van de "Smitwijs Typhoon" Offshore Maleisië afgelost.

22 juli 2001 wordt een deel van de bemanning van de "Smitwijs Typhoon" Offshore Maleisië afgelost.

17 november 2001 was de "Smitwijs Typhoon" op de rede van Singapore en werd een deel van de bemanning afgelost.

2002

24 januari 2002 wordt het vrachtschip "Rimo S" bij Cape Bon - Tunesië na een aanvaring aan de grond gezet.

Na inzet van Wijsmuller Salvage werd de "Rimo S" op 6 februari 2002 door de "Smitwijs Typhoon" weer vlot gebracht en naar Malta gesleept voor herstel.

Op 8 februari 2002 arriveerde de "Smitwijs Typhoon" met de "Rimo S" op sleeptouw in de haven van Valletta – Malta.

Februari 2002 is de "Smitwijs Typhoon" werkzaam bij Patras – Griekenland.

14 maart 2002 wordt een deel van de bemanning van de "Smitwijs Typhoon" op de rede van Malta afgelost.

In augustus en september 2002 was de "Smitwijs Typhoon" samen met de "Smitwijs London" en de drijvende kraan "Taklift 4" ingezet bij de aanleg/plaatsing van een 352 meter lange drijvende pier bij de haven van Monaco.

De drijvende pier werd vanuit Algeciras - Spanje naar Monaco gesleept en daar geïnstalleerd.

De "Smitwijs Typhoon" heeft oktober/november 2002 de drijvende kraan "Taklift 8" naar Kaapstad – Zuid Afrika gesleept.


2003

In de eerste helft van 2003 is de "Smitwijs Typhoon" werkzaam ter hoogte van Zuid Afrika.

De "Smitwijs Typhoon" wordt op 24 maart 2003 onder de vlag van Vanuatu gebracht.

De tweede helft van 2003 is de "Smitwijs Typhoon" werkzaam in Zuid Amerika.

2004

In de eerste helft van 2004 is de "Smitwijs Typhoon" waarschijnelijk weer werkzaam ter hoogte van Zuid Afrika.

2005

In de eerste helft van 2005 is de "Smitwijs Typhoon" werkzaam ter hoogte van Australië.

30 december 2005 wordt de "Smitwijs Typhoon" verkocht aan Typhoon International B.V. Heemstede.

De"Smitwijs Typhoon" krijgt weer de naam "Typhoon" en wordt weer onder de Nederlandse vlag gebracht, roepsein PIBY, en komt in beheer bij International Transport Contractors B.V. Heemstede.

De "Typhoon" wordt voorzien van een oranje schoorsteen en achterop staat nu de naam van haar nieuwe thuishaven 'Amsterdam'.

De "Typhoon" was in timecharter bij McDermot Singapore en dit charter wordt onder de ITC kleuren afgemaakt.

De "Typhoon" assisteerde de pijpenlegger "DB 30" in de wateren van Maleisische wateren en de "Tempest" assisteert de pijpenlegger "DB 26" nabij Thailand.

2006

Geen informatie.

2007

Geen informatie.

2008

Geen informatie.

2009

26 mei 2009 lag de "Typhoon" gemeerd aan de Parkkade in Rotterdam.

Op 1 december 2011 arriveerde de "Typhoon" in de haven van Rotterdam met de "Giant 3" op sleeptouw.

2010

13 januari 2010 arriveerde de "Typhoon" in Rotterdam en werd afgemeerd in de Eemhaven.

1 februari 2010 arriveerde de "Typhoon" in Rotterdam en werd afgemeerd aan de Lloydskade.

Vanaf mei tot augustus 2010 verrichten de "Typhoon" en de "Tempest" werkzaamheden tijdens de bouw van windmolens in de 'Greater Gabbard Offshore Windfarm'.

September 2010 maakte de "Typhoon", ter hoogte van de Azoren, de bulkcarrier "China Steel Developer"(1998 – 82.110 Brt.) vast en versleepte deze naar de haven van Lissabon – Portugal voor herstel van de opgelopen machineschade.

Op 3 oktober 2010 vroeg de chemicaliën tanker "Pyxis Beta"(2010 – 5.256 Brt.) die kampte met machineproblemen om sleepboot assistentie. De "Typhoon" zette vanuit Falmouth – Engeland koers naar de positie van de "Pyxis Beta", ongeveer 50 mijl Zuidwest van Belle-Ile – Frankrijk en maakte de "Pyxis Beta" vast.

Donderdag 7 oktober 2010 arriveerde de "Typhoon" vanuit Le Verdon-sur-Mer aan de Garonne Rivier - Frankrijk in de baai van Falmouth - Engeland.

Oktober 2010 maakte de "Typhoon", op 200 mijl van Ushant – Frankrijk de tanker "Cielo Di Salerno"(2002 – 23.843 Brt.), die kampte met machineproblemen, vast en sleepte de "Cielo Di Salerno" naar de haven van Brest – Frankrijk.

Hierna verleende de "Typhoon" assistentie aan het Finse vrachtschip "Najaden"(1989 – 3.826 Brt.), die in het Engels Kanaal kampte met machineproblemen. De escorteerde/sleepte de "Najaden" naar de haven van Falmouth – Engeland.

27 oktober 2010 zette de "Typhoon" koers naar de positie van het brandende visserijmoederschip "Athena".

Aan boord van de "Athena", met een bemanning van 111 personen, was op 230 mijl Zuidwest van de Scilly Eilanden brand ontstaan.

Op 28 oktober 2010 arriveerde de "Athena" in de haven van Falmouth - Engeland geëscorteerd door de "Typhoon".

December 2010 lag de "Typhoon" in het dok voor haar 5e groot Survey.

2011

September 2011 was de "Typhoon" ingezet bij een Rig-Move van het booreiland "Seafox 2".

Oktober 2011 lag de "Typhoon" een tijd in de haven van Den Helder in afwachting van werk.

Op 1 december 2011 arriveerde de "Typhoon" in de haven van Teesport – Engeland samen met de sleepboot "Zeus", met de ferry "European Trader"(1978 – 17.068 Brt.) op sleeptouw.

2012

In de eerste helft van februari 2012 werd de "Typhoon", vanuit Den Helder ingezet bij een Rig-Move van het zelfheffende booreiland "Maersk Resolute" op de Noordzee.

De "Typhoon" en de "Carlo Martello" zijn op 26 maart 2012 vanuit IJmuiden  vertrokken met de "Seafox 1" op sleeptouw richting Liverpool – Engeland.

Woensdag 11 april 2012 is het booreiland "GSP Saturn" afgevaren van het zware ladingschip "Tai Ankou", aangemeerd aan de boeien 81 in het Calandkanaal.

Assistentie werd verleend door de sleepboten: "Fairplay-24", "Texelbank", "Thamesbank" en "Smit Hudson".

De "Typhoon" en de "Centaurus" maakten ter hoogte van het Beerkanaal vast aan de "GSP Saturn", bestemming van de sleep IJmuiden.

12 april 2012 kwam de "GSP Saturn" binnen in IJmuiden met bestemming de Leonarduskade.

De "GSP Saturn" blijft een week of vier in IJmuiden voor onderhoud.
Ze is door de "Typhoon" en de "Centaurus" naar IJmuiden gebracht.

Vrijdag 11 mei 2012 vertrok de  "Typhoon" vanuit de Nieuwe waterweg met de "AMT Challenger" op sleeptouw naar Liverpool – Engeland.

Begin juni 2012 versleepte de "Typhoon" de ponton "Boa Barg 35" vanuit de haven van Portsmouth – Engeland naar de haven van Rosyth – Engeland. Met daarop het voorschip van het nieuw te bouwen Engelse vliegdekschip "HMS Queen Elizabeth"

18 juni 2012 vertrok de "Typhoon" vanuit Rotterdam naar zee  met de 'Tog Mor' op sleeptouw, bestemming Humber – Engeland.
Gedurende 5 weken in juni en juli 2012 is de "Typhoon" gecharterd voor werkzaamheden in of bij 'Tog Mor'?

1 augustus 2012 arriveerden de "Typhoon" en de sleepboot "Zeus" met het booreiland "GSF Britannia", op sleeptouw, in de Sloehaven van Vlissingen.

De "Typhoon" is augustus 2012, na een tijd opgelegd te zijn, door ITC verkocht aan(volgens Lloyds Register) Rotterdam Shipping Solutions B.V./ Gudri Shipping and Trading Corp.

Op 30 augustus komt de "Typhoon" onder de Panamese vlag met de naam "Gudri" in de vaart.

2013

Op 5 november 2013 is de "Gudri" gekapseisd in de monding van de Bonny rivier – Nigeria.

De "Gudri" vertrok met een LPG tanker op sleeptouw vanuit de Bonny Rivier in Nigeria.

Even buiten de monding van de Bonny rivier was de tanker aan de grond gelopen. En heeft de "Gudri" waarschijnlijk geprobeerd de tanker weer vlot te brengen.
Waarbij de "Gudri" is gekapseisd.


Bouw model Typhoon op youtube deel 1 http://www.youtube.com/watch?v=cXwuhwVt_0s

Bouw model Typhoon op youtube deel 1 http://www.youtube.com/watch?v=tH5xRoquO34

Filmpje model Typhoon http://www.youtube.com/watch?v=lmgNJPGHSyc