Location: Home > T_Z > Typhoon 1976 - 1993 > Zomaareen reis

Zomaareen reis

Ervaringen van een vrouw op een zeesleper.

EEN GEDENKWAARDIGE DAG.

23 november 1978.

Ogenschijnlijk normaal: zoals zo vaak was gebeurd bracht ik mijn man naar IJmuiden om te monsteren voor de 'TYPHOON', dan nog even samen naar huis om de volgende ochtend de mannen weer voor 4 maanden weg te zien varen.

Thuis zou ik hard aan de slag moeten, omdat de laatste tijd voor het vertrek alles meestal op de lange baan wordt geschoven. Eigenlijk was ik vaak een beetje jaloers als ik mijn man wegbracht en zo ook deze ochtend.

Aan boord aangekomen brachten we de bagage naar de hut en liepen daarna een beetje rond. Ik werd voorgesteld aan deze en gene en we maakten een praatje met de 'ouwe', die ik al eens eerder ontmoet had. Als losse opmerking vroeg ik of hij niet wilde ruilen van bemanningslid: mijn man het huishouden en ik aan boord, want telexen kan ik ook. Wat een sprookje leek werd ineens nogal serieus toen kapitein Van Kalken geen bezwaar tegen meevaren bleek te hebben.

Mijn eega dadelijk naar PZ, waar met de heren Bruinier en Nietzman uitgebreid werd gesproken over de mogelijkheid van het meevaren. Het was kort dag en het verzoek kwam dan ook zeer onverwachts. De uiteindelijke beslissing moest echter van de heer Halfweeg komen. Voor de volgende ochtend vroeg werd met hem een afspraak gearrangeerd.

Er was niet direct 'neen' gezegd, dus begonnen mijn man en ik er rekening mee te houden dat het misschien wel eens door zou kunnen gaan. 's Avonds thuis werd al het nodige reeds geregeld. Lijsten werden opgemaakt wie er eventueel gebeld zouden moeten worden etc.

Dankzij een vriendelijke politieman kon ik 's avonds om acht uur nog een monsterboekje op het politiebureau in Vlissingen halen en na enige telefoontjes zou onderdak voor onze dochter, hond, verzorging van planten en vissen ook geen probleem meer zijn.

De volgende ochtend met kloppend hart naar IJmuiden en na een kort gesprek gaf de heer Halfweeg zijn toestemming. Het grote avontuur was nu zeer nabij. PZ had alles al geregeld voor keuren, doorlichten, reisverzekering etc., dus dat kon gelijk die ochtend gebeuren.

Afgesproken werd dat ik in Blexen, Duitsland aan boord zou komen, m.a.w. nog 1 weekend om alles te regelen. Dit lukte allemaal zonder te veel problemen en 's maandags bracht mijn broer mij vanaf Uden naar Blexen.

MIJN EERSTE REIS.

Blexen: daar lag de 'TYPHOON', een machtige boot, imponerend door de kracht die hij uitstraalt. Eindelijk ging ik dan ook eens varen, alles zien en meemaken, 's woensdags vertrokken we en alles ging prima. Ik hoorde wat de verschillende tijden waren van het ontbijt, pikheet. het middag- en avondeten en de sociale uurtjes (borreluurtjes).

Eenmaal door het Kanaal, waar het weer niet al te best was, kregen we het zwaar te verduren. De ene depressie na de andere en geen enkele adempauze. Mijn man had wel eens verteld van huizenhoge golven van 14 tot 15 meter. Ik dacht dan altijd: het zal wel, maar het me voorstellen kon ik niet goed.

Nu heb ik het zelf allemaal ervaren en het was zeer imponerend. In het begin vond ik het erge slingeren eng als ik op de brug was, maar iedereen was zo vol vertrouwen over onze 'TYPHOON' dat er niets mee kon gebeuren, dus nam ik dat maar aan.

Natuurlijk moest ik leren alles zeevast te zetten en wat niet vastgezet kon worden zag je dan ook regelmatig heen en weer schuiven. In de dayroom waren alle stoelen vastgebonden en het in het begin zeldzame potje klaverjassen ging dan ook meestal met hindernissen.

Met bewondering en verwondering heb ik gezien hoe iedereen zijn werk deed in de zwaarste storm: de mensen op het achterdek, dat meestal op een zwembad met een zware branding leek, de kok die iedere dag een zeer smakelijke hap op tafel bracht, de jongen die koffie op de brug bracht en de tafels verzorgde, terwijl ik al moeite genoeg had om mezelf staande of zittende te houden.

De weergoden werkten niet mee, misschien vonden ze een vrouw op een sleepboot maar niets en in een alles samenbundelende kracht hebben ze dan ook getracht mijn reis, die drie maanden zou duren, drastisch te verkorten.

Na de tragische gebeurtenissen met het dok zag het er inderdaad naar uit dat ik voortijdig moest afhaken. Kerst en Oud en Nieuw stonden echter voor de deur, zodat mijn man vanuit Brest aan de heer Halfweeg vroeg of ik de feestdagen nog aan boord mocht blijven. Dit was goed, maar ik moest wel een goede mascotte zijn tijdens de stationsdienst.

Eerste kerstdag werd gevierd en de kok had zijn uiterste best gedaan op een zeer uitgebreid, heerlijk koud buffet. Deze feestdagen betekenden voor de mannen een rustige tijd (behalve voor mijn man), dus werd er 's avonds flink geklaverjast, domino gespeeld of geschaakt.

MIJN EERSTE JOB

28 december, 's middags om 4 uur een S.O.S. en nadat er wat meer informatie was, telexen met IJmuiden. Prijs, want we kregen gelijk door dat we LOF hadden voor de 'EMANUEL 2'. Wij waren intussen al onderweg en deze job betekende een dag volle kracht stomen tegen het slechte weer in. Slepende in slecht weer is al geen pretje, maar op een job stomend gaat de boot pas goed te keer. Het was in ieder geval niet voor niets, en de volgende dag stonden we vast op de 'EMANUEL 2' en voeren we richting Gijon, Spanje. Oudejaarsmorgen liepen we daar binnen en ik verwachtte dus binnen enkele dagen van boord te zijn, want de feestdagen waren (helaas) bijna voorbij. Het was de bedoeling om Oud en Nieuw te Gijon te vieren en de volgende ochtend terug te gaan naar Penzance.

DE ANDROS PATRIA

Het werd echter geen rustige Oudejaarsavond, want van de verschillende SOS berichten was er 's avonds om 7 uur één die, gezien de positie, iets voor de 'TYPHOON' zou kunnen worden. Aan boord van de Griekse tanker 'ANDROS PATRIA' (99.460 BRT) had een explosie plaats gevonden; er was brand uitgebroken en ongeveer 35.000 ton olie was de zee ingestroomd. Direct werd er getelext naar BW dat we onderweg gingen naar de positie van de 'AP'; een afstand van 160 mijl én nog steeds slecht weer.

De berichtgeving was volgens mijn man erg rommelig en op een zeker ogenblik werd zelfs doorgegeven dat de met 208.000 ton olie geladen tanker gezonken zou zijn. Dit werd later zelfs door Lloyd's bevestigd, maar wij wisten toen al beter, omdat dit bericht al lang weer was achterhaald. Dus 'gewoon' doorgaan, stampend en slingerend.

Om middernacht kreeg iedereen een glas champagne aangeboden door de dekdienst en werden de gebruikelijke goede wensen uitgewisseld, waaronder ondermeer de wens dat de 'AP' 'ons' job zou worden. Tragisch was alleen dat in diezelfde Oudejaarsnacht 26 opvarenden de 'AP' hebben verlaten en nooit meer zijn teruggevonden.

Op Nieuwjaarsdag, ongeveer 8 uur in de morgen, kwamen we op de plek aan waar reeds een 20-tal schepen naar overlevenden zochten. Nadat ook wij hier nog enige tijd vertoefd hadden, gingen we op zoek naar de tanker, waarvan op dat moment eigenlijk niemand meer iets wist. Tegen elf uur kregen we een tanker in zicht, die geëscorteerd werd door een vrachtschip. De twijfels rezen, want iedereen had verwacht dat de 'AP' na de explosie en de brand een 'dood' schip zou zijn. Niets was minder waar en we troffen de 'AP' dan ook in langzaam varende toestand aan. Met grote verbijstering zagen we ook het wel 25 meter lange gat voor de eerste maal.

Weer gingen er telexen over en weer met IJmuiden en na vrij korte tijd kregen we door dat het inderdaad ons 'job' was. De 'TYPHOON' was geaccepteerd op basis Lloyd's Standard Form 'No Cure - No Pay'. Teneinde de Spaanse en Portugese kust te behoeden voor een olieramp, moest er zo snel mogelijk een sleepverbinding tot stand worden gebracht. Vastmaken: een kort woord, maar het viel niet mee.

Vroeger had ik er nooit een idee van hoe dat ging als mijn man het had over een job vastmaken, maar nu heb ik het allemaal uitgebreid kunnen zien. Het werd een moeilijke operatie, die door hoofdwerktuigkundige Neuteboom, 2de stuurman Buis en bootsman Van der Lee tot een goed einde werd gebracht, ondanks de zeer hoge deining en de buitenboordmotor van de dinghy. die er blijkbaar een paar keer niet veel zin in had.

In ieder geval stonden we voor middernacht vast en begon de eerste fase van de berging: het wegslepen van de kust. De volgende dag werd het behoorlijk druk op 'straat', want we kregen gezelschap van 3 sleepboten. 2 oorlogsbodems en de 'BRITISH PROMISE', een BP tanker van 260.000 ton dwt. Een bergingsploeg onder leiding van inspecteurs A. M. Ruygrok en J. H. Hopman (beter bekend als het duo Hopruyg) was reeds onderweg vanuit IJmuiden.

Omdat een helikopter niet beschikbaar bleek, kwam deze groep met een Spaanse vissersboot. Omdat ik enige kennis van de Spaanse taal machtig ben werd ik aangesteld tot tolk voor het uitwisselen van de nodige berichten van en naar deze 'ADELINO BRION'.

Regelmatig zorgde ik ook voor de weerkaartjes, die door de weerschrijver geproduceerd werden.

Intussen had ook de 'POOLZEE' vastgemaakt, welke door Wijsmuller was ingeschakeld om ons te assisteren. De bergingsploeg slaagde er reeds spoedig in om een hoeveelheid olie vanuit de lekke tanken over te pompen in de nog intact zijnde compartimenten. Dit om te voorkomen dat de zeeën nog erger zouden worden vervuild. Aangezien de 'AP' nog wel steeds lekte werd de mogelijkheid om de tanker naar een veilige haven te slepen door alle West-Europese kuststaten teniet gedaan, daar de 'AP' als een niet 'welkome' gast werd beschouwd.

Er bleef dus weinig anders over dan uiterst behoedzaam de 'AP' naar een Zeegebied te slepen, waar in deze wintertijd twee grote schepen naast elkaar konden worden afgemeerd, teneinde olie over te pompen. Koers werd dan ook gezet naar het zuiden, richting Azoren, waar het mooi weer behoorde te zijn. 'Behoorde', want het klopte niet. Er stond te veel wind en te veel deining om ook maar aan een los operatie te denken.

Inmiddels was door het Portugese marinevaartuig 'JOAO ROBY' een extra ploeg bergers naar de 'AP' gebracht. Voor het overnemen van de olie zou de BP tanker 'BRITISH DRAGOON' ingezet worden, die op haar beurt de lading weer zou overgeven aan de 'BRITISH PROMISE'.

Er brak nu een tijd van afwachten aan met zo nu en dan windkracht 7. Steeds weer nieuwe posities zoeken waar een los operatie mogelijk zou zijn.

Het viel allemaal tegen en pas nadat we ten zuiden van de Canarische Eilanden zaten, kon de eerste poging ondernomen worden. Een operatie op zich zelf, want de 'BRITISH DRAGOON' kon alleen op bepaalde koersen en met een bepaalde snelheid langszij de 'AP' komen.

Voorafgaande aan het overpompen in open zee moesten aanvankelijk vele berekeningen worden gemaakt, teneinde de operatie zo vlot en zo veilig mogelijk te laten verlopen. Eindelijk was het zover: de 'DRAGOON' langszij om de eerste olie eruit te halen. Dit gaf ons allen weer hoop voor de toekomst. Weer brak er echter een periode van verplichte rust aan, tijdens welke duiker De Geus een uitgebreid onderzoek naar de conditie van de 'AP' deed. De volgende twee transfers konden gelukkig vrij snel achter elkaar worden uitgevoerd.

Daarna werkten het weer, windkracht 7 tot 8, en de autoriteiten van de Cape Verdes niet mee en weer duurde het een paar dagen voordat voor de laatste maal olie overgepompt kon worden.

Nadat op 9 februari in totaal 165.000 ton olie was overgeheveld ging ieder zijns weegs. De beide BP tankers naar hun bestemming en wij met de 'AP' naar Lissabon.

ONTSPANNING EN VERJAARDAG

De laatste tijd was het erg mooi weer geweest, wel af en toe een te hoge deining voor een transfer, maar voor de rest was het een heerlijk zonnen overdag en 's avonds de wondermooie zonsondergang zien.

Intussen kon ik me toch ook nuttig maken. Zo af en toe zat ik achter de telex, hield het journaal bij, maakte de nodige kopie-bladen van onze 'joppen', verzorgde de weerkaartjes en tevens af en toe de longrange weersverwachtingen.

Deze praalde ik op de VHF door voor de sleep, de 'POOLZEE' en de BP tankers.
Tijdens het zonnen was er gelegenheid genoeg om de vliegende vissen te bewonderen, die je erg weinig, maar dan wel in hele scholen zag. Ook dolfijnen hebben zich een keer laten zien.

Het was leuk mijn verjaardag aan boord te vieren, lekker zitten en gezellig praten en voor de rest was gezorgd. Heerlijke borrelhapjes, waar ik eens niet zelf achteraan hoefde en er waren genoeg mannen die zorgden dat ook de droge kelen niets te kort kwamen. Ik heb twee bijzondere herinneringen aan deze dag: ten eerst dat er voor mij gevlagd werd (de eerste keer dat de Nederlandse driekleur voor mij wapperde) en ten tweede het trik-trak spel, geschilderd in de kleuren van de 'AP', dat ik van de heer Hopman uit naam van de bergings-ploeg kreeg.

Het enige dat enigszins tegenviel was het interieur van de 'TYPHOON'. Wat meer kleur, een gezelliger verlichting en een slipvrije laag op tafels en buro's zou toch tot de mogelijkheden moeten behoren. Tijdens het slingeren, dat eigenlijk nooit ophield, gooiden we nu eerst een glas water over het tafelkleedje om de glazen min of meer zeevast te laten staan. Een zeeman doet wel stoer, maar bijna iedereen maakt zijn hutje zo gezellig mogelijk.

HET EINDE VAN EEN OVERGETELIJKE REIS.

Tijdens de reis naar Lissabon hebben we het transport nog even verlaten om te bunkeren op Madeira. Na aldaar nog even met mijn man gewinkeld te hebben, vertrokken we weer om de 'AP' en de 'POOLZEE' op te zoeken.

De reis verliep voorspoedig. Op maandag 19 februari kwamen we op de rede van Lissabon aan. Na een kortstondige inspectie van de havenautoriteiten mochten we naar binnen en onze bezigheden met het 'job' waren bijna ten einde.

Iedereen keek met genoegen toe hoe het anker van de 'AP' met veel geratel viel. Toen pas realiseerden we ons ook hoe ontstellend groot het gat eigenlijk was. Het einde van een bijzonder interessant job.

De TYPHOON' haalde nog enkele spullen van de 'AP' en wachtte tot het COD getekend was. Daarna was zij weer KVAD oftewel Klaar Voor Alle Diensten.

EPILOOG

Ik neem aan dat het nu voor de juristen een vette kluif wordt om in te bijten.

Voor mij m'n eerste en waarschijnlijk ook enige reis. Eén die ook onvergetelijk is, mede dankzij de bemanning van de 'TYPHOON' en dankzij de kok, die beter kookt dan ik ooit zal leren. Voorlopig is het voor mij dan ook een paar maanden 'lijnen'.

Nu begrijp ik pas waarom zeevarenden na een tijd thuis weer naar zee verlangen; ik zou ook zo weer willen vertrekken. Buiten alle meegemaakte ervaringen was het erg prettig om drie maanden geen zorgen te hebben voor huishouding, dochtertje en de steeds terugkerende vraag: wat zullen we vandaag weer eens eten?.

Voor mij was er tot besluit dan ook een etentje. Daarna ging ik met het vliegtuig weer naar huis.

De 'TYPHOON', de sleepboot waar kracht uitstraalt, blijft voor altijd een plaats in mijn hart houden.

Yvonne Marijs-Verbeek.