Welkom bij Bureau Wijsmuller

Geschiedenis Utrecht

Door de rederij "Société de Remorquage et de Sauvetage du Nord" uit Duinkerken – Frankrijk werd bij de werf van "Société des Ateliers & Chantiers de France" in Duinkerken - Frankrijk een zeesleper besteld.
 
In 1955 werd bij de werf van "Société des Ateliers & Chantiers de France" in Duinkerken - Frankrijk, de kiel gelegd voor de zeesleper "Jean Bart" met bouwnummer 218.

1956

Op 25 februari 1956 werd de "Jean Bart" bij de werf van "Société des Ateliers & Chantiers de France" te water gelaten in Duinkerken - Frankrijk.

Op 1 april 1956 werd de "Jean Bart" door de werf overgedragen aan de rederij "Société de Remorquage et de Sauvetage du Nord" uit Duinkerken - Frankrijk, en werd gestationeerd als stations boot in de haven van Duinkerken - Frankrijk en Boulogne sur Mer – Frankrijk

De "Jean Bart" was gebouwd onder de hoogste klasse van Bureau Veritas.

Uitgerust met twee Werkspoor motoren had de "Jean Bart" een vermogen van 3.750 IPK. De twee motoren waren gekoppeld op een schroef door middel van een direct omkeerbare reductie tandwielkast.

De "Jean Bart" had als werktuigen een verhaal- kaap staander, elektrische lier en een elektro- hydraulische stuurmachine.

De sleeplier was gebouwd door Clarke Chapman, verder was er een schok absorberende veer-trekhaak aangebracht.

Voor de bediening van de sleepdraad bergplaats was een boom aan de Bipod- mast achter de sleeplier geplaatst.

De navigatie uitrusting omvatte een Sperry - gyrokompas, twee Decca radars, een Kelvin en Hughes magnetische kompas, een echolood en een uitgebreide radiotelegrafie en telefonie installatie.

De elektrische stroom van 230 Volt gelijkstroom werd geleverd door drie 55 KW generatoren. Deze werden gedreven door M.A.N. dieselmotoren en een nood-generator van 20 KW die aangedreven werd door een Baudouin dieselmotor.

Voor bergings- doeleinden was er een pomp in de machinekamer opgesteld.

Als vaste uitrusting had de "Jean Bart" twee draagbare diesel pompen.

Een brandbluspomp kon worden aangesloten op vier brandkranen op het hoofddek.
Op de brug bevonden zich twee monitors.

Aan boord was een accommodatie voor 30 opvarenden.

Op het brugdek bevond zich de kaartenkamer en de radiohut.

Op het bakdek waren de hutten van de gezagvoerder dag en nacht verblijf, radiotelegrafist en bergings-inspecteurs, op dit dek was eveneens een hospitaal ingericht waar twee personen tegelijk konden worden opgenomen.

Op het hoofddek, voorin aan bakboordzijde, 4 - 1 persoons- hutten voor de stuurlieden en de messroom voor de bemanning. Aan stuurboordzijde lagen eveneens 4 - 1 persoons- hutten voor de werktuigkundigen en de kombuis.

Op het voor/tussen dek waren 1 – 1 persoons- hut en 6 - 2 persoons- hutten en een verblijf voor vier personen gelegen.

De "Jean Bart" werd een flinke concurrent voor de Nederlandse sleepboten, hierbij een lijst van door de "Jean Bart" verrichte bergingen. Het is een greep uit de vele bergingen en beslist niet compleet.

5 mei 1956 de Noorse tanker "Erling Borthen"(1950 – 8.977 Brt.) kwam op 8 mijl ten Oosten van Portmouth - Engeland, in aanvaring met het Liberiaanse vrachtschip "Santa Rosa"(1943 – 7.176 Brt.).

De "Erling Borthen" stond na de aanvaring van voor tot achter in brand en werd door de "Jean Bart" naar de haven van Duinkerken - Frankrijk, gesleept.

Op 5 mei 1956 kwamen het vrachtschip "Mahronda"(1947 – 8.537 Brt.) en het Portugese vrachtschip "Belas"(1949 – 4.448 Brt.), op 13 mijl van Beachy Head – Engeland, met elkaar in aanvaring. Het voorschip van de "Belas" was zwaar beschadigt maar de "Belas" maakt geen water.

De "Jean Bart" zette koers naar de "Mahronda" voor assistentie.

Op 31 mei 1956 kwamen, nabij Sandettie lichtschip, het Panamese vrachtschip "Centaurus"(1941 – 7.579 Brt.) en het Japanse vrachtschip "Philippine Maru"(1955 – 9.186 Brt.) met elkaar in aanvaring.

Vanuit IJmuiden zette de "Titan" koers naar de positie van beide schepen en vanuit Rotterdam zette de "Hector" koers naar Sandettie lichtschip.

De "Jean Bart" was echter als eerste te plaatse en maakte de "Centaurus" vast.
De "Philippine Maru" kon op eigen kracht haar reis vervolgen.

Op 1 juni 1956 leverden de "Jean Bart" en de sleepboot "Le Robuste" de "Centaurus", op de rede van Vlissingen, af aan de havensleepboten van Vlissingen die de "Centaurus" naar werf de Schelde sleepten.

Op 16 juli 1956 kwamen de Noorse tanker "Salsaas"(1945 – 8.379 Brt.) en het Griekse vrachtschip "Maeda"(1921 – 4.802 Brt.) op de positie 51.50 Noord en 3.11 Oost, dwars van de Zeeuwse eilanden, met elkaar in aanvaring tijdens dichte mist.

De "Maeda" werd midscheeps aan stuurboordzijde aangevaren zodanig dat de "Maeda" begon te zinken. De bemanning (27 koppen) ging, met uitzondering van de kapitein, de 1e machinist en een stoker, in de reddingsboten. Deze laatste drie sprongen op het laatste ogenblik overboord en werden door een van de aanwezige schepen opgepikt. De "Maeda" is, kort nadat het door de Franse sleepboot "Jean Bart" was gevonden, gezonken.

De Nederlandse Coaster "Dora"(1949 – 392 Brt.) kwam, terwijl ze bezig was met het assisteren van het in nood verkerende jacht "Right Royal", zelf in de problemen toen haar mast overboord sloeg.

De "Jean Bart" was ter assistentie van de "Dora"uitgevaren.

1957

Een spannende sleepboot 'race' werd zondagmorgen 13 januari 1957, naar het standpunt der deelnemers, ontijdig afgebroken.

Die deelnemers waren de "Titan" en de "Jean Bart" uit Boulogne – Frankrijk.

De "Titan" slipte 's ochtends om zes uur de haven van IJmuiden uit in de richting van het Liberiaanse vrachtschip "Cormorant"(1945 – 7.247 Brt.), dat Oostelijk van Harwich – Engeland op de kust was vastgelopen.

De "Jean Bart" die vanuit Boulogne – Frankrijk ongeveer dezelfde afstand moest afleggen als de "Titan" vanuit IJmuiden, had door later te vertrekken reeds een achterstand.

Maar om 10.30 uur eindigde de race want de "Cormorant" seinde toen 'alles in orde' en dat ze op eigen kracht waren vlot gekomen.

De "Jean Bart" keerde daarop terug naar de thuishaven.

Op 5 maart 1957 kwam het Engelse vrachtschip "Marietta"(1943 – 7.059 Brt.) bij Dungeness - Engeland, in aanvaring met de Duitse tanker "Ernst G.Russ"(1953 – 12.878 Brt.) waardoor de machinekamer van de "Marietta" volliep.

De "Jean Bart" maakte de "Marietta" vast en sleepte deze naar Antwerpen - België.

In de monding van de Theems – Engeland kwamen op 4 april 1957 het Engelse vrachtschip "Sir John Snell"(1955 – 2.947 Brt.) en de Engelse Coaster "Lisbeth"(939 Brt. Verder geen gegevens), tijdens dichte mist, met elkaar in aanvaring op 6 mijl van Margate – Engeland. De "Jean Bart" was uitgevaren om assistentie te verlenen.

Op 10 mijl ten Westen van Quessant – Frankrijk zijn, tijdens dichte mist, de Amerikaanse tanker "Stony Point"(1943 – 10.448 Brt.) en het Griekse vrachtschip
"Ioannis"(1957 – 9.345 Brt.) met elkaar in aanvaring gekomen. Als gevolg van de aanvaring brak aan boord van beide schepen brand uit. De "Jean Bart" was uitgevaren voor assistentie.

16 oktober 1957 komen in het Zuidelijke deel van de Noordzee het Belgische stoomschip "Flandres"(1945 – 7.604 Brt.) en het Engelse stoomschip "Trader"(1940 – 6.087 Brt.) met elkaar in aanvaring.

De "Jean Bart" heeft de zwaar beschadigde "Flandres" op sleeptouw genomen naar de haven van Duinkerken - Frankrijk.

1958

Op 20 januari 1958 kwam de Engelse Shell tanker "Nuculana"(1942 – 8.179 Brt.) nabij Dungeness - Engeland, in moeilijkheden.

De "Hudson" van Smit en de "Jean Bart" zijn uitgevaren naar de positie van de "Nuculana".

De Belgische trawler "Smarapaan"(geen gegevens) strandde op 16 februari 1958 ten Noord Oosten van Kaap Griz-Nez. De "Jean Bart" is uitgevaren naar de positie van de "Smarapaan".

Op 21 april 1958 kwamen het Noorse vrachtschip "Sunoak"(1956 – 8.584 Brt.) en het Italiaanse vrachtschip "Pepinella"(1928 – 1.557 Brt.) in het Engels kanaal met elkaar in aanvaring. Vanuit Brest – Frankrijk zette de "Jean Bart" koers naar de plaats van aanvaring.

De Noorse tanker "Evje"(1953 – 12.906 Brt.) kwam op 7 juli 1958, in het Nauw van Calais in aanvaring met de Panamese tanker "Dona Evgenia"(1954 – 11.208 Brt.).
De "Evje" heeft als gevolg van de aanvaring zware averij opgelopen aan het achterschip en is stuurloos. De "Jean Bart" heeft haar assistentie aangeboden.

16 oktober 1958 het Noorse vrachtschip "Gudrun"(1919 – 1.139 Brt.) is op 80 mijl ten Westen van IJmuiden in problemen gekomen tijdens een Noord Wester storm.
Binnen stromend water heeft de vuren in de machinekamer gedoofd.

Er zijn vijf sleepboten onderweg naar de "Gudrun", de "Holland" van Doeksen, de "Simson", de "Schelde" van Smit, de "Blankenburg" van Smit vanuit Dover en de "Jean Bart" vanuit Duinkerken.

18 oktober 1958 strandde de Nederlandse Coaster "Prior"(1951 – 499 Brt.) nabij Gravelines - Frankrijk, op de kust.

De "Jean Bart" maakte de "Prior" vast en bracht haar vlot.

Op 4 december 1958 kwam het Griekse vrachtschip "Prodromus"(1943 – 7.194 Brt.) nabij Dungeness – Engeland in aanvaring met het Griekse vrachtschip "King Minos"(1958 – 11.157 Brt.) waarbij de "Prodomos" haar complete achtersteven verloor. De "Jean Bart" slaagde er in de "Prodomus" vast te maken en naar het strand van Rye – Engeland te slepen.

1959

De Groninger coaster "Janny"(228 ton), eigendom van de heren H. Borgers en G. Bos te Appingedam, kwam op oudejaarsdag 1958 op de Noordzee, nabij de Engelse kust, in moeilijkheden. Door verschuiving van de lading maakte de coaster, die onderweg was van Antwerpen – België naar Londen – Engeland slagzij.

Er werden noodseinen gegeven, die gezien werden door het Engelse schip "Ariel" (1939 – 1.479 Brt.), dat zich op een mijl afstand van de "Janny" bevond.
De "Janny" vroeg via de Ariel om hulp van een reddingsboot. Behalve de reddingsboot van Margate – Engeland ging ook de "Jean Bart" op weg om assistentie te verlenen.

Geëscorteerd door de "Jean Bart" is de "Janny" koers gezet naar de haven van Margate – Engeland.

Op 23 maart 1959 kwamen het Spaanse vrachtschip "Monte Bustelo"(1928 – 1.597 Brt.) en het Duitse vrachtschip "Karl Grammerstorf"(1951 – 2.352 Brt.), ter hoogte van het lichtschip "Dungeness", met elkaar in aanvaring.

De "Jean Bart" heeft de "Karl Grammerstorf" waarvan 2 ruimen onder water stonden op sleeptouw genomen met bestemming de haven van Antwerpen – België waar de "Karl Grammerstorf" op 25 maart werd afgeleverd.

In de tweede helft van oktober 1959 was de "Jean Bart" nabij Veere, in de Zandkreek, ingezet bij het afvoeren van de daar opgelegde Franse schepen.

Het Griekse vrachtschip "Evros"(1943 – 7.244 Brt.) seinde op 13 november 1959 dat het onbestuurbaar was geworden en in de harde Zuid Ooster wind naar lager wal werd gedreven.

De "Evros" bevond zich toen op 10 mijl ten Oosten van het Engelse lichtschip "Royal Souvereign". De sleepboot "Blankenburg", die zich in het Kanaal bevond, op thuisreis vanuit de Middellandse Zee, en de sleepboten "Maas" en "Jean Bart" zetten direct koers naar de opgegeven plaats.

De "Jean Bart" was als eerste ter plaatse en maakt de "Evros" vast.

De "Jean Bart" heeft op 8 december 1959 het Liberiaanse vrachtschip "National Fighter"(1943 – 7.146 Brt.) dat ter hoogte van Lowestoft – Engeland in moeilijkheden verkeerde, bereikt.

De "National Fighter" kwam maandagmorgen 7 december 1959 ter hoogte van Lowestoft – Engeland in moeilijkheden door een mankement aan de stuurmachine.

De bemanning slaagde er in om de stuurmachine te repareren maar de kapitein moest melden dat het schip nog niet goed bestuurbaar was. Met het oog op het slechte weer en het feit, dat het schip in ballast voer, heeft de kapitein de "Jean Bart" geaccepteerd.

De Nederlandse zeeslepers "Thames" en "Simson" waren eveneens in de nabijheid van de "National Fighter".

De Franse trawler "Pierre Marie" verzocht op 15 december 1959 dringend om assistentie omdat ze ten Oosten van Dieppe – Frankrijk plotseling water maakte. De "Jean Bart" is uitgevaren om assistentie te verlenen.

1960

Op tien mijl Zuid West van Boulogne – Frankrijk was op 22 januari 1960 brand uitgebroken in ruim 1 van de coaster "Merwehaven"(1948 – 497 Brt.).

De "Merwehaven" is op sleeptouw genomen door de "Jean Bart" naar de rede van Duinkerken.

De Franse trawler "Leone Monique" meldde op 31 oktober 1960 in nood te verkeren. De "Leone Monique" dreef met machineschade rond bij zwaar weer. De positie was 63 mijl buiten Hoek van Holland. De "Jean Bart" heeft naar de trawler gezocht maar niets gevonden.

Aan boord van de Russische tanker "Egorevsk"(1959 – 8.229 Brt.) brak op 21 december 1960 brand uit terwijl het schip zich bevond in de golf van Biscaye.
De "Jean Bart" ging onderweg naar de positie van de "Egorevsk" voor assistentie.

1961

Op 10 april 1961 kwamen het Engelse vrachtschip "Sunda"(1952 – 9.235 Brt.) en het Zweedse vrachtschip "Eva Jeanette"(1958 – 4.415 Brt.) met elkaar, in het Engels Kanaal, in aanvaring. De "Sunda" liep schade op aan de machinekamer en werd door de "Jean Bart" vastgemaakt.

Tijdens de sleepreis naar een haven werd de "Sunda" ook nog door de Nederlandse coaster "Deo Gloria"(1958 – 498 Brt.) aangevaren waarbij de "Sunda" en de "Deo Gloria" beide schade boven de waterlijn opliepen.

13 april 1961 vertrok de "Jean Bart" vanuit de Nieuwe Waterweg naar de haven van Rouen – Frankrijk.

Woensdag 31 mei 1961 strandde het Nederlandse vrachtschip "Mariekerk"(1944 – 7.607 Brt.) op de Varnebank t.h.v. Engeland.

De "Jean Bart" en de sleepboot "Diligent" brachten de "Mariekerk" weer vlot.

In het Nauw van Calais heeft zich op 10 juni 1961 een aanvaring voorgedaan, waarbij het Poolse vrachtschip "Nowa Huta"(1952 – 2.684 Brt.) een gat aan stuurboordzijde opliep en water de machinekamer instroomde.

De "Jean Bart" heeft de "Nowa Huta" naar de haven van Duinkerken – Frankrijk gesleept.

De "Jean Bart" vertrok op 10 november 1961 vanuit de Nieuwe Waterweg naar de haven van Boulogne – Frankrijk met de kraanponton "Nr. 4" op sleeptouw.

1962

Het Belgische koelschip "Monthouet"(1961 – 9393 Brt.) kwam op 31 juli 1962 in aanvaring met het Liberiaanse vrachtschip "Arabella"(1953 – 6072 Brt.). Op 3 mijl ten Noorden van Cap Griz Nes - Frankrijk.

Na de aanvaring brak er aan boord van de "Monthouet" brand uit en was er zware schade ontstaan. De bemanning van de "Jean Bart" wist het vuur te bedwingen en versleept de "Monthouet" naar de haven van Antwerpen - België voor reparaties.

Tijdens deze berging passeerde de "Zeeland", nog de "Monthouet" en bood haar diensten nog aan, maar hulp van de "Zeeland" werd niet op prijs gesteld.

19xx: De "Jean Bart" wordt overgenomen door, of ondergebracht bij, de "Soc. Dunkerquoise de Remorquage et de Sauvetage".

19xx: de "Soc. Dunkerquoise de Remorquage et de Sauvetage" wordt overgenomen door, of gaat een fusie aan met, "Les Abeilles".

December 1964 of januari 1965 wordt de "Jean Bart" te Duinkerken – Frankrijk opgelegd en te koop aangeboden.

1965

Juli 1965 wordt de "Jean Bart" aangekocht van "Les Abeilles" door Wijsmuller.

Op 22 juli 1965 wordt de voormalige "Jean Bart" te Duinkerken - Frankrijk, aan Wijsmuller overgedragen en onder de Nederlandse vlag gebracht, waarbij ze de naam "Utrecht" krijgt.
 
De bemanning voor de "Utrecht" vertrok op 23 juli 1965 vanuit IJmuiden met een autobus naar Duinkerken - Frankrijk, tegelijkertijd vertrokken er ook enkele vrachtwagens vanuit IJmuiden naar Duinkerken - Frankrijk, met materiaal bestemd voor de "Utrecht".

De "Utrecht" vertrok op 29 juli 1965 vanuit de haven van Duinkerken - Frankrijk, naar zee om de "Gelderland" af te lossen op het bergings- station Penzance - Lands End - Engeland.

9 augustus 1965 vertrok de "Utrecht" vanuit Penzance - Lands End - Engeland, naar IJmuiden.

Op 11 augustus 1965 arriveerde de "Utrecht" in IJmuiden om verder uitgerust te worden.

16 augustus 1965 werd de "Utrecht" verhaald vanuit IJmuiden naar Zaandam.

Op 20 augustus 1965 werd de "Utrecht" voorgesteld aan de relaties van Wijsmuller. Samen met de nieuwe "Noord Holland" werden de gasten in de gelegenheid gesteld om, door een vaartocht, kennis te maken met beide sleepboten.

In de avond van 20 augustus 1965 vertrokken de "Utrecht" en de "Noord Holland" vanuit IJmuiden naar West Hartlepool - Engeland, om het 120 meter hoge booreiland "Endeavour" naar haar eerste boorlocatie in de Noordzee te slepen.

Van deze Rig-Move is een samenvatting van het journaal verschenen in het personeelsblad de Beting:

Vrijdag 20 augustus, 22.20 uur, vertrek IJmuiden.

Zaterdag 21 augustus, 16.45 uur gemeerd in de haven van West Hartlepool – Engeland.

Zondag 22 augustus, stand-by gehouden voor "Endavour".

Maandag 23 augustus:
 
2.00 uur, bericht ontvangen dat de sleepboten om 7.00 uur bij de "Endavour" moeten zijn.
 
Om 6.25 uur los van de kade te West Hartlepool – Engeland.

Om 7.00 uur ten anker bij de "Endavour".

Om 16.00 uur anker op en lagen tot 19.30 uur stand-by om vast te maken.

Om 20.10 uur de "Endavour" vastgemaakt.

Dinsdag 24 augustus:
 
7.35 uur. De "Endavour" verzoekt vaart te minderen, daar de ankers nog niet geheel in gereedheid zijn.

11.30 uur, de "Endavour" ligt op positie.

13.03 uur, los van de sleep.

De weerberichten zijn slecht en er word een Noord Wester storm verwacht met windkracht 8.

14.00 uur, ten anker en blijven stand-by.

23.45 uur, anker op en stand-by voor sleep.

Woensdag 25 augustus:

00.32 uur, bakboord-anker van de "Endavour" is gebroken en er wordt gevraagd weer vast te maken.

00.40 uur, alle ankers van de "Endavour" gebroken.

01.00 uur, "Endavour" vastgemaakt, lijn en rocket verschoten.

10.57 uur, de "Endavour" wil naar de Humber, wat wordt afgeraden.

11.22 uur, er is besloten naar Flambourgh Head – Engeland op te stomen.

23.00 uur, sleep los.

Nadat de "Utrecht" tot begin september samen met de "Noord-Holland" werkzaam was geweest bij het booreiland "Endeavour", keerde de "Utrecht" op 3 september 1965 terug in IJmuiden om verder gereedgemaakt te worden voor de stations dienst bij Penzance - Lands End - Engeland.

Vanaf 10 september 1965 ligt de "Utrecht" gestationeerd nabij Penzance - Lands End - Engeland.

Op 21 oktober 1965 werd koers gezet naar de positie van het Liberiaanse vrachtschip "Tradeways II"(1943 – 7.176 Brt.) dat op 900 mijl ten Westen van Lands End, in zwaar stormweer, lekkage had opgelopen.

Op 22 oktober 1965 brak de "Tradeways II" in twee stukken en zowel het voor als het achterschip van de "Tradeways II" zonken voordat de "Utrecht" ter plaatse was.

1 november 1965 vertrok de "Utrecht", vanuit het station Penzance - Lands End - Engeland, naar de positie van het Engelse vrachtschip "Newfoundland"(1964 – 6.660 Brt.), die op l november 1965 brand in een van de ruimen meldde.

De "Newfoundland" bereikte op eigen kracht de haven van Cobh - Ierland, nadat het vuur grotendeels met eigen middelen was bedwongen.

Op 7 november 1965 was de "Utrecht" weer terug op haar station nabij Penzance - Lands End - Engeland.

Vanuit het station Lands End ging de "Utrecht" op 8 november 1965 onderweg naar de positie van de Amerikaanse bulkcarrier "Globe Progress"(1943 – 13.036 Brt.), die in de Atlantische Oceaan op 800 mijl West Zuid West van Lands End - Engeland machine schade had opgelopen.

De "Globe Progress" werd op 11 november 1965 in een Wester storm, windkracht 8 tot 9, vastgemaakt en op sleeptouw genomen naar Rotterdam, waar de "Utrecht" op 20 november 1965 arriveerde met de "Globe Progress" op sleeptouw.

Vanuit Rotterdam vertrok de "Utrecht" naar IJmuiden.

Op 21 november 1965 vertrok de "Utrecht" vanuit IJmuiden om koers te zetten naar het booreiland "Transocean l", dat tijdens een Ooster storm, windkracht 10, in de Noordzee op 50 mijl ten Noorden van Terschelling was losgebroken van Duitse sleepboten en op drift was geraakt.

Toen de "Utrecht" ter plaatse kwam, was het weer opgeknapt en had men alles weer onder controle. Tot 23 november 1965 bleef de Utrecht" stand-by.

Bij Borkum rif – lichtschip werd de "Utrecht" bedankt.

26 november vertrok de Utrecht" vanuit IJmuiden weer naar Penzance - Lands End, Engeland, waar de Utrecht" op 28 november 1965 arriveerde en weer op station ging.

6 december 1965 werd koers gezet naar de Franse kust nabij I'Abervrach waar de Duitse kustvaarder "Geversdorf"(1950 – 300 Brt.) geladen met hout was gestrand.

Op 7 december 1965 werd de "Geversdorf" door de "Utrecht" op basis Lloyd's Open Form vlot gebracht. De "Geversdorf" is daarna op eigen kracht I'Abervrach – Frankrijk binnen gelopen waar de lading werd gelost.

Op 9 december 1965 vertrok de "Utrecht" vanuit Penzance - Lands End - Engeland, naar de Griekse Liberty "Costantis"(1943 – 7.176 Brt.), die meldde dat ze op 600 mijl ten Westen van Lands End - Engeland in zinkende toestand verkeerde.

In de middag van 10 december 1965 arriveerde de "Utrecht" als eerste bij de "Costantis", na een zware reis in een Wester storm met wind kracht 9.
 
De "Costantis" had echter al de Duitse sleepboot "Atlantic" geaccepteerd.

Nadat de "Atlantic" ter plaatse was aangekomen en er geen levensgevaar voor de bemanning van de Griek meer bestond, keerde de "Utrecht" terug naar Penzance - Lands End - Engeland.

15 december 1965 ging de "Utrecht" onderweg naar het Engelse vrachtschip "North Devon"(1958 – 7.905 Brt.), die ter hoogte van Tuskar Rock - Ierland machine schade rapporteerde.

De "North Devon" werd door de "Utrecht" op basis Lloyd's Open Form naar Milfordhaven - Engeland geëscorteerd.

Komende vanuit Milfordhaven - Engeland, op 17 december 1965, zette de "Utrecht" koers naar de positie van het vrachtschip "Zafiris"(1943 – 1.719 Brt.) dat was gestrand ten Noorden van het eiland Man - Engeland. Een vergeefse reis want de "Zafiris" zonk korte tijd later.

Op 23 december 1965 zette de "Utrecht" vanuit Penzance - Lands End, Engeland, koers naar het Griekse vrachtschip "Elli"(1939 – 5.136 Brt.), die 40 mijl ten Zuiden van Start Point - Engeland machine schade meldde.

De "Elli" werd op 24 december 1965 door de "Utrecht" vastgemaakt en op basis Lloyd's Open Form op 25 december 1965 binnen gebracht in de haven van Falmouth - Engeland.

De Noorse coaster "Leif Staerke"(1944 – 400 Brt.) verzocht om assistentie van de "Utrecht" omdat ze tijdens slecht weer haar brug was kwijtgeraakt. De "Utrecht" bood haar diensten aan op basis van Lloyd's Open Form en werd geaccepteerd door de "Leif Staerke".

De "Leif Staerke" slaagde er echter in om op eigen kracht de haven van Portland - Engeland, binnen te lopen.

In december 1965 werd door de "Utrecht" ook nog assistentie aangeboden aan de tanker "Dona Youla"(1953 – 12.463 Brt.) die echter assistentie van een andere sleepboot accepteerde **Datum is niet bekend**

Ook werd nog hulp aangeboden aan de Nederlandse coaster "Cawi"(1939 – 399 Brt.) die gestrand was bij Dungarvon Bay – Ierland. De positie van de "Cawi" was echter voor de "Utrecht" onbereikbaar. **Datum is niet bekend**

En ook werd in december 1965 door de "Utrecht" assistentie aangeboden aan de "Par"(geen gegevens) die was gestrand. De "Par" kwam echter op eigen kracht vlot.

1966

Begin januari 1966 zette de "Utrecht" vanuit het station Penzance - Lands End -
Engeland, koers naar het Griekse vrachtschip "Nunzia"(1943 – 1.793 Brt.) die machine schade had gemeld. De "Nunzia" accepteerde echter andere hulp.

Aan de Engelse bulkcarrier "Surrey Trader"(1964 – 13.203 Brt.), die problemen had met het roer, werd assistentie aangeboden door de "Utrecht" maar de "Surrey Trader" wist zichzelf te redden.

Ook aan het Griekse vrachtschip "Giannakas"(1931 – 2.757 Brt.), die ook problemen had met het roer, werd assistentie aangeboden door de "Utrecht" maar ook de "Giannakas" wist zichzelf te redden.

8 januari 1966 werd door de "Utrecht assistentie aangeboden aan het Egyptische vrachtschip "Abu Simbel"(1960 – 1.946 Brt.) die ook roer problemen had. De "Abu Sembil" wist de schade echter te herstellen en kon haar reis te vervolgen.

Op 20 januari 1966 was de "Utrecht" bij de Duitse bulkcarrier "Kremsertur"(1962 – 12.899 Brt.) die op de positie 49.58 Noord en 4.46.12 West slagzij maakte. De "Kremsertur" zonk voordat de "Utrecht" iets kon verrichten.

Ook op 20 januari 1966 verzocht de Griekse "Marika"(1947 – 498 Brt.) om assistentie ter hoogte van Ile de Batz aan de Franse kust.
 
De "Marika" maakte water in de machinekamer. De "Utrecht" kreeg een contract op basis van Lloyds Open Form. Door de "Utrecht" werden pompen aan boord van de "Marika" geplaatst en de lekkage werd gedicht. 22 januari werd de "Marika" door de "Utrecht" afgeleverd in de haven van Brest – Frankrijk.

Na aflevering van de "Marika" in Brest – Frankrijk ging de "Utrecht" weer terug naar Penzance - Lands End - Engeland.

Vanuit Penzance - Engeland, zette de "Utrecht" koers naar de positie van de "Jacob van Heemskerck" ter hoogte van het eiland Guernsey.

Waar de "Utrecht" in de eerste helft van februari 1966 de walvisvaarder "Norhval"(1945 – 13.830 Brt.) over nam van de "Jacob van Heemskerck" voor de verdere sleepreis naar Bilbao - Spanje.

16 februari 1966 leverde de "Utrecht" de "Norhval" af in de haven van Bilbao - Spanje.

Na aflevering van de "Norhval" in de haven van Bilbao - Spanje zette de "Utrecht" weer koers naar Penzance - Lands End – Engeland.

21 februari 1966 verleende de "Utrecht" assistentie aan de Duitse coaster "Amazone II"(1955 – 424 Brt.) geladen met hout, die met machine schade rond dreef. En versleepte de "Amazone II" op basis Lloyd's Open Form naar de haven van St. Ives - Frankrijk.

25 februari 1966 zette de "Utrecht" vanuit Lands End – Engeland koers naar het Nederlandse vrachtschip "Adonis"(1954 – 3.008 Brt.)geladen met stukgoed en koffie, die tijdens stormweer met windkracht 9 tot 10 op 225 mijl ten westen van Brest - Frankrijk, kwam te drijven met machine schade.

De "Adonis" accepteerde de door de "Utrecht" aangeboden hulp op basis Lloyd's Open Form. De "Adonis" werd door de "Utrecht" op 26 februari vast gemaakt en versleept naar de baai bij Brest - Frankrijk. Waar het transport op 27 februari 1966 arriveerde.
 
Begin maart 1966 was de "Utrecht" in de Golf van Biscaye ter hoogte van de Gironde - Frankrijk, ingezet bij een het verplaatsen van het booreiland "Neptune Gascogne" naar een nieuwe locatie.

Nadat de "Neptune Gascogne" op haar nieuwe locatie was afgeleverd zette de "Utrecht" weer koers naar Penzance - Lands End – Engeland.

21 maart 1966 vertrok de "Utrecht" vanuit Penzance - Lands End - Engeland, naar Cape Cullera nabij Gandia - Spanje, waar op 21 maart de Franse wijntanker "Pierre le Borgne"(1951 – 985 Brt.) was gestrand.

Op 31 maart 1966 arriveerde de "Utrecht" bij de strandings plaats en werd materiaal overgebracht naar de "Pierre le Borgne". En werd de sleepverbinding tot stand gebracht en er werden grond- takels uitgelegd.

Op 21 april 1966 werd de "Pierre le Borgne" vlot gebracht en vervolgens versleepte de "Utrecht" de "Pierre le Borgne" voor herstel naar de haven van Marseille - Frankrijk. Waar de "Utrecht" de "Pierre le Borgne" op 24 april 1966 afleverde.

Nadat de "Pierre le Borgne" was afgeleverd in de haven van Marseille - Frankrijk zette de "Utrecht" weer koers naar Penzance - Lands End – Engeland.

Op 7 mei 1966 brak het ex Britse Admiraliteit dok no. 5 in tweeën, terwijl het werd gesleept door de "Alice L. Moran" vanuit Falmouth – Engeland naar Baltimore - Verenigde Staten. Het achterste deel zonk meteen terwijl het voorstuk na het kappen van de sleepdraad rond dreef op de Atlantische Oceaan.

De "Alice L. Moran" bleef in de buurt van het voorstuk. De "Utrecht" vertrok voor assistentie naar de positie van de "Alice L. Moran". Ook de "Pacific" van Bugsier zette koers naar de "Alice L. Moran".

Vanaf 16 mei 1966 tot 22 mei 1966 was de "Utrecht" samen met de "Simson" en "Hermes" beide van Bugsier en de "Abeille 15" ingezet bij de verplaatsing van het booreiland "Neptune Gascogne" van een locatie nabij Cazau, op 6 mijl uit de kust van de Gironde - Frankrijk, naar een locatie recht tegenover de baai van Arcachon - Frankrijk.

De "Utrecht" voorzag het transport van de "Jacob van Heemskerck" en de "Noord Holland" met de "Ocean Traveller" begin juni 1966 van bunkers en proviand.

Half juni 1966 arriveerde de "Utrecht" in de haven van Lissabon - Portugal waar de "Utrecht" gedokt werd. Na deze dokbeurt werd in Lissabon – Portugal een heistelling vastgemaakt die naar Tarbert - Ierland versleept moest worden.

Na het uitvoeren van de sleepreis Lissabon – Portugal naar Tarbert - Ierland, met een drijvende heistelling en na enkele dagen stations dienst in het Engels Kanaal arriveerde de "Utrecht" 4 juli 1966 in Amsterdam, om weer het dok in te gaan.

Vanaf half juli 1966 zijn de "Utrecht", "Jacob van Heemskerck" en de "Simson" ingezet bij het verslepen van het booreiland "Ocean Prince" in de Noordzee naar een nieuwe locatie. Vooraf was er veel slecht weer met windkracht 8 tot 9. Maar op 18 juli 1966 begon de reis naar de nieuwe locatie die z'n 60 mijl van de oude locatie lag.

Vervolgens werd door de "Utrecht" een baggermolen vanuit Middlesborough - Engeland naar Aberdeen - Schotland versleept.

Nadat de "Utrecht" de baggermolen had afgeleverd in de haven van Aberdeen - Schotland zette de "Utrecht" weer koers naar Penzance - Lands End – Engeland.

Half augustus 1966 werd door de "Utrecht" het Franse vrachtschip "Vivarais"(1960 – 7.504 Brt.) vanuit Cadiz - Spanje naar Le Havre - Frankrijk versleept.

Waarna de "Utrecht" tot half september 1966 gestationeerd was nabij Penzance - Lands End - Engeland.

De "Utrecht" vertrok vanuit Penzance - Lands End - Engeland naar Horta - Azoren, waar de "Utrecht" op 18 september arriveerde, om het vracht/passagiersschip "Prins der Nederlanden"(1957 – 7.221 Brt.) van de KNSM, naar Lissabon - Portugal te verslepen.

Begin oktober 1966 werd de "Prins der Nederlanden" in de haven van Lissabon - Portugal afgeleverd. Waarna de "Utrecht" weer vertrok naar het station Penzance - Lands End – Engeland.

Half oktober 1966 zette de "Utrecht" koers naar de positie van de Panamese bulkcarrier "Wayfarer"(1954 – 10.280 Brt.) die later geen hulp meer nodig bleek te hebben.

17 oktober 1966 werd assistentie aangeboden aan het Amerikaanse boorschip "Glomar IV"(1963 – 2.851 Brt.) die de "Utrecht" voor hulpverlening accepteerde, maar het zelf klaarde.

Op 22 oktober 1966 zette de "Utrecht" koers naar de positie van de Liberiaanse tanker "Arietta S.Livanos"(1958 – 23.626 Brt.) die na een aanvaring zinkende was en waarvoor de rederij de hulp van de "Utrecht" op basis van Lloyd's Open Form accepteerde. Duitse sleepboten maakten echter eerder vast en beletten de medewerking van de "Utrecht" aan deze berging.

Op 24 oktober 1966 was de "Utrecht" weer op haar station Penzance - Lands End - Engeland.

Begin november 1966 zette de "Utrecht" koers naar de positie van het containerschip "Container Dispatcher"(1946 – 15.461 Brt.), die in de Atlantische Oceaan machineschade rapporteerde. De "Container Dispatcher" accepteerde echter hulp van de "Witte Zee".

De Scheveningse trawler "SCH 42 Nellie"(298 ton) strandde op 20 november 1966 op de rotsen ter hoogte van Kinsdale aan de zuidkust van Ierland.

De "Utrecht" zet vanuit Penzance - Lands End – Engeland koers naar de strandings plaats om te trachten de "SCH 42 Nellie" vlot te trekken.
 
De bergings- poging wordt na enkele dagen opgegeven, daar de "SCH 42 Nellie" op de rotsen geheel was lekgeslagen.

De gehele bemanning van de "Nellie" is aan boord van de
"Utrecht" en zal meevaren naar de haven van Penzance in Zuid Engeland en daar aan wal gezet worden.

Op 30 november 1966 werd vanuit Penzance - Lands End - Engeland uitgevaren naar de baggermolen "Bever Chief", die ter hoogte van Larne in Noord-Ierland op de rotsen was geslagen en was gezonken. De "Utrecht" verkreeg een contract op basis Lloyd's Open Form voor de berging van deze ruim 600 Brt metende baggermolen.

Tijdens een zeer zware Noord Wester storm, windkracht 9 met uitschieters naar windkracht 12 in buien, in de Ierse zee op 2 december 1966. Verleende de "Utrecht" hulp aan de Noorse coaster "Vinland"(1955 – 493 Brt.),die kampte met machineschade, en sleepte de "Vinland" naar Douglas Bay - eiland Man.

Meteen na aflevering van de "Vinland" zette de "Utrecht" koers naar het Griekse vrachtschip "Nafsiporos"(1941 – 1.227 Brt.) die machineschade melde en beide ankers had verspeeld. Toen de "Utrecht" de "Nafsiporos" vast maakte dreef de "Nafsiporos" op slechts 300 meter uit de kust van Anglesey - Engeland.
De "Utrecht" leverde de "Nafsiporos" op 7 december 1966 af in de haven van Liverpool – Engeland. Op dat moment hing er een zeer dichte mist in Liverpool – Engeland waar diezelfde avond Ajax speelde tegen Liverpool in dichte mist.

Na het klaren van de bergingen van de Noorse "Vinland" en de Griekse "Nafsiporos" in de Ierse Zee, begon de "Utrecht" op 5 december 1966 weer nabij Larne bij Belfast om de berging van de gezonken baggermolen "Beaver Chief" voor te bereiden. Half december 1966 werd het werk overgenomen door de "Octopus".

**Half december 1966 werd de "Octopus" ingezet om de "Bever Chief" te bergen waarin de "Octopus" op 23 februari 1967 slaagde.**

Waarop de "Utrecht" weer nabij Penzance - Lands End - Engeland werd gestationeerd.

1967

8 januari 1967 melde de Liberiaanse bulkcarrier "Frieda"(1949 – 10.659 Brt.) dat ze haar deklading, twee landingsvaartuigen, de "LCU 1541" en de "LCU 1570" door het slechte weer in de golf van Biscaye had verloren.

Op 9 januari arriveerde de "Utrecht" op de positie van de "Frieda" en de twee landingsvaartuigen.
 
De "Utrecht" wist twee man over te krijgen op de "LCU 1541" en deze vast te maken. Voor het andere landingsvaartuig werd het daglicht afgewacht, maar op 10 januari werd ook de "LCU 1570" vastgemaakt, en via Rio de Ares aan de Noordkust van Spanje, waar een van de LCU's, die lekgeslagen was, werd leeggepompt en de gaten gedicht, werden de landingsvaartuigen op 14 januari 1967 afgeleverd in de haven van Bassens – Frankrijk in de nabijheid van Bordeaux - Frankrijk.

Na aflevering van de beide landingsvaartuigen vertrok de "Utrecht" weer naar het station Penzance - Lands End - Engeland.

Op 11 februari 1967 maakt de "Utrecht" op 16 mijl van Hartland Point - Engeland, de Nederlandse coaster "Brino"(1952 – 346 Brt) vast. De "Brino" had problemen met de keerkoppeling en werd door de "Utrecht" versleept naar de haven van Falmouth - Engeland, waar de "Brino" op 12 februari 1967 werd afgeleverd, voor reparaties.

De "Utrecht" wist in de nacht van zaterdag 18 op zondag 19 februari 1967 het Engelse veerschip "Slieve League"(1935 – 1.343 Brt.) te bergen. De "Slieve League" werd gesleept door de Belgische sleepboot "Georges Letzer" en dreigde op de rotsen ten zuiden van Lizard Head - Engeland te stranden nadat de sleep verbinding gebroken was.
 
De "Utrecht" wist, nadat de bootsman van de Utrecht zwemmend aan boord van de "Slieve League" was gekomen en een matroos kans had gezien om aan boord te springen, op enkele honderden meters van de rotsen de "Slieve League" vast te maken en op basis Lloyd's Open Form binnen te slepen in de haven van Falmouth - Engeland.

De "Utrecht" arriveerde in 24 februari 1967 in IJmuiden, nadat de stations dienst nabij Penzance - Lands End - Engeland, tijdelijk was overgenomen door de "Willem Barendsz".

De zelfde dag 24 februari 1967 vertrok de "Utrecht" vanuit IJmuiden met het hefeiland "Rio Parana" naar Buenos Aires - Brazilië.

In de haven van Las Palmas - Canarische Eilanden nam de "Willem Barendsz" de "Rio Parana" op 11 maart 1967 over van de "Utrecht" voor de verdere sleepreis naar Buenos Aires - Brazilië.

De "Utrecht" bezette na het overgeven van de "Rio Parana" aan de "Willem Barendsz" weer het station bij Penzance - Lands End - Engeland.

Op 18 maart 1967 ging de "Utrecht" onderweg naar de op Seven Stones nabij Lands End - Engeland gestrande Liberiaanse tanker "Torrey Canyon"(1959 – 61.263 Brt.) met 119.328 ton ruwe olie als lading. De "Utrecht" werd op basis Lloyd's Open Form, no cure no pay, geaccepteerd.

De "Utrecht", "Stentor", "Titan" en de Portugese sleepboot "Praia da Adraga" plaatsten bergings- materiaal op de "Torrey Canyon". Op 23 maart waren de sleepboten er in geslaagd om de "Torrey Canyon" weer recht te krijgen en nu is het wachten tot het springvloed is om de tanker vlot te slepen.

Door een explosie aan boord van de "Torrey Canyon" kwam bergingskapitein H.B. Stal om. Ook de situatie van de"Torrey Canyon" verslechterde als gevolg van de explosie.

Onder druk van de Engelse regering moest op 28 maart de bergings- poging opgegeven worden en werd de "Torrey Canyon" door vliegtuigen van de RAF gebombardeerd waardoor de "Torrey Canyon" uitbrandde.
 
Veel bergings- materiaal ging als gevolg van dit besluit van de Engelse regering verloren.

Na beëindiging van de berging van de "Torrey Canyon" ging de "Utrecht" weer op station nabij Penzance - Lands End - Engeland.

22 mei 1967 nam de "Utrecht", ter hoogte van Barfleur aan de Franse kust, van de "Willem Barendsz" het Griekse vrachtschip "Simba"(1948 – 5.957 Brt.) over en sleepte deze naar de haven van Rotterdam.

Na aflevering van de "Simba" op 24 mei 1967 in Rotterdam vertrok de "Utrecht" weer naar het station Penzance - Lands End - Engeland waar de "Utrecht" op 26 mei 1967 arriveerde.

30 mei 1967 ging de "Utrecht" onderweg naar de positie van het Duitse vrachtschip "Hainig"(1951 – 1.494 Brt.), die zinkende was in de Atlantische Oceaan. De "Hainig" zonk echter voordat er sleepboten ter plaatse waren.

Op 2 juni 1967 ging de "Utrecht" onderweg naar de Duitse tanker "Essberger Chemist"(1954 – 12.838 Brt.), die een explosie aan boord had gehad en in tweeën was gebroken 90 mijl ten Zuiden van de Azoren. De "Essberger Chemist" werd echter door andere sleepboten geborgen.

Half juni 1967 arriveerde de "Utrecht" vanuit Penzance - Lands End - Engeland in IJmuiden voor een dok beurt.

Na een dok beurt begin juli 1967 versleept de "Utrecht" de kruiser "Hr. Ms. De Ruyter" samen met de "Stentor" vanuit Schiedam naar Den Helder.

Vervolgens versleepte de "Utrecht" het voor de sloop bestemde voorschip van de "Fina Norvege"(1965 – 23.905 Brt.) vanuit de Nieuwe Rotterdamse waterweg naar Bilbao – Spanje.

De "Stentor" assisteerde de "Utrecht" bij het vertrek met de "Fina Norvege" vanaf de Nieuwe Rotterdamse Waterweg naar zee.

Na aflevering van het voorschip van de "Fina Norvege" in de haven van Bilbao - Spanje, ging de "Utrecht" weer op station nabij Penzance - Lands End - Engeland.

De "Utrecht" werd op 14 juli 1967, evenals de "Willem Barendsz", geaccepteerd voor de berging van het Filipijnse vrachtschip "President Garcia"(1944 – 5.413 Brt.), geladen met Copra, die was gestrand op het eiland Guernsey.

Op 20 juli 1967 werd de "President Garcia" vlotgebracht en op sleeptouw genomen naar Rotterdam.

Op 28 juli 1967 werd door de "Utrecht" assistentie aangeboden aan het jacht "Chathadhmarah", dat in het Kanaal in moeilijkheden verkeerde en de hulp van de "Utrecht" op basis van Lloyd's Open Form accepteerde. Later klaarde het jacht zichzelf.

30 juli 1967 werd vanuit Lands End uitgevaren naar het passagiersschip "Chusan"(1950 – 24.215 Brt.) dat bij Creach Point - Frankrijk voortstuwings- moeilijkheden had. Voor escorte werd door de "Chusan" de hulp van een andere sleepboot geaccepteerd.

Op 31 juli 1967 ging de "Utrecht" vanaf Lands End onderweg naar het Bristol Kanaal, waar nabij Swansea - Engeland de Duitse kustvaarder "Jens S"(1957 – 499 Brt.) met zware slagzij om hulp vroeg. De bemanning van de "Jens S" klaarde het echter zelf, nadat een deel van de deklading overboord was gezet. De "Jens S" wist op eigen kracht de haven van Swansea - Engeland te bereiken.

2 augustus 1967 werd uitgevaren naar de positie van het Engelse vrachtschip "Manchester Exporter"(1952 – 7.503 Brt.), die met brand in de lading op ongeveer 400 mijl ten westen van de Noordpunt van Ierland voer. De bemanning wist het vuur zelf te bedwingen, waarna de "Utrecht" weer naar het station bij Lands End terugkeerde.

De "Utrecht" vertrok 14 augustus 1967 vanuit Penzance - Lands End - Engeland naar de positie van de tanker "Olympic Ice"(1954 – 29.201 Brt.) die om assistentie verzocht wegens problemen met de besturing. De "Olympic Ice" accepteerde echter andere assistentie.

Op 21 augustus 1967 werd uitgevaren naar de positie van de Nederlandse coaster "Auriga-G"(1954 – 398 Brt.) die problemen had met de voortstuwing. De "Auriga-G" werd op sleeptouw genomen door een andere coaster.

En 28 augustus 1967 werd vanaf Penzance - Lands End - Engeland door de "Utrecht" koers gezet naar de positie van het Griekse vrachtschip "Aristos"(1939 – 5.183 Brt.) op 50.30 Noord en 00.00 Oost. Die tijdens dichte mist in aanvaring was gekomen met de Nederlandse coaster "Linde"(1962 – 500 Brt.). De "Aristos" zonk alvorens de "Utrecht" ter plaatse was. De bemanning van de "Aristos" werd gered door de Duitse sleepboot "Hermes".

Op 18 september 1967 werd uitgevaren naar de positie van de Engelse "Regency"(1942 – 265 Brt). De "Regency" zonk voordat "Utrecht" ter plaatse was.

21 september 1967 werd koers gezet naar de positie van de Duitse "Fiete Schulze"(1966 – 7.763 Brt.) op 45.8 Noord en 9.57 West. De "Fiete Schulze" zonk alvorens sleepboot hulp was aangekomen.

Op 22 september 1967 verzocht de Engelse tanker "Derby"(1960 – 31.791 Brt.), wegens machine schade om assistentie. Waarop de "Utrecht" koers zette naar de positie van de "Derby". Later melde de "Derby" dat het probleem verholpen was en er verder geen assistentie nodig was.

Op 23 september 1967 werd vanuit Penzance - Engeland uitgevaren naar de positie van het Griekse passagiers/vrachtschip "Nissos Thassos"(1938 – 1494 Brt.), die machine schade melde, maar ook de "Nissos Thassos" wist zelf de problemen op te lossen.

3 oktober 1967 ging de "Utrecht" op volle kracht naar de positie van het Belgische vrachtschip "Gand"(1962 – 7.945 Brt), die bij de Casquets - Frankrijk, in brand stond. De bemanning van de "Gand" slaagde er in om de brand zelf te bedwingen.

Diezelfde dag ging de "Utrecht" ook nog onderweg naar de positie van het Engelse vrachtschip "Golden Comet"(1960 – 1.280 Brt.), die brand rapporteerde maar het vuur zelf wist te bestrijden.

Op 5, 6 en 7 oktober 1967 was de "Utrecht" onderweg naar de Italiaanse tanker "Alberto Bennatti"(1960 – 20.747 Brt.), die met machine schade lag rond te drijven. De bemanning slaagde erin herstelwerkzaamheden uit te voeren en de reis op eigen kracht voort te zetten.

De "Utrecht" voer in de tweede helft van oktober 1967 uit naar de positie van de Nederlandse coaster "Emerald Trader"(1939 – 399 Brt.), die echter later aangaf geen assistentie meer nodig te hebben.

Toen bleek dat de "Emerald Trader" verder geen assistentie nodig had werd door de "Utrecht" koers gezet naar de "Glen Shiel"(1959 – 195 Brt.), maar ook de "Glen Shiel" wist zichzelf te klaren.

Het Amerikaanse vrachtschip "American Reporter"(1945 – 8.287 Brt.) verzocht om sleepboot assistentie wegens verlies van haar schroef. De "Utrecht" zette koers
naar de positie van de "American Reporter" maar deze accepteerde een andere
sleepboot.

Vervolgens werd door de "Utrecht" koers gezet naar de trawler "Louis Leon" die machine schade melde. Maar ook de "Louis Leon" accepteerde andere hulp.

Het Griekse "Rozani"(geen gegevens) strandde nabij Blackhead Point - Galway Bay - Ierland, op 25 oktober 1967, de "Utrecht" bood haar assistentie aan maar de berging werd aan een andere sleepboot gegund.

De Nederlandse coaster "Lloyd"(1963 – 498 Brt.) verzocht om assistentie wegens slagzij. De "Utrecht" bood haar assistentie aan maar de "Lloyd" verhielp de moeilijkheden zelf.

Op 31 oktober 1967 werd door de "Utrecht" uitgevaren naar de positie van de tanker "Esso Chelsea"(1945 – 3.401 Brt.), die, door machineproblemen, tijdens stormachtig weer bij Lundy lsland - Engeland dreigde te stranden. De "Utrecht" verleende aan de "Esso Chelsea" escorte diensten op basis Lloyd's Open Form naar Milfordhaven - Engeland waar het transport op l november 1967 arriveerde.

De "Utrecht" werd op 5 november 1967 geaccepteerd op basis Lloyd's Open Form voor de hulpverlening aan de Indiaanse tanker "Vikram Jayanti"(1964 – 34.661 Brt.) ten zuidwesten van Brest – Frankrijk waar op 3 november brand was ontstaan aan boord. Maar eerder gearriveerde sleepboten, waaronder de Duitse "Pacific",sleepten de "Vikram Jayanti" naar Brest – Frankrijk.

In de tweede helft van november 1967 werd door de "Utrecht" vanuit Penzance - Lands End – Engeland koers gezet naar de coaster "Susan"(1957 – 487 Brt.) die aan de grond was gelopen nabij Holyhead - Engeland. De "Susan" slaagde er echter in om op eigen kracht vlot te komen.

Vervolgens werd door de "Utrecht" koers gezet naar de positie van de Engelse tanker "Esso Jersey"(1961 – 313 Brt.) die in moeilijkheden kwam nabij Saint Peterport - Engeland maar de "Esso Jersey" verhielp de moeilijkheden zelf.

In de tweede helft van november 1967 werd door de "Utrecht" vanuit Penzance - Lands End – Engeland koers gezet naar de coaster "Houtman"(1955 – 499 Brt.) die was gestrand nabij New Island – Engeland De "Houtman" slaagde er in om op eigen kracht vlot te komen.

Op 28 november 1967 werd door de "Utrecht" koers gezet naar de positie van de Liberiaanse tanker "World Unity" (1952 – 20.628 Brt.) die machine problemen melde nabij Brest - Frankrijk. Maar de "World Unity" slaagde erin herstelwerkzaamheden uit te voeren en de reis op eigen kracht voort te zetten.

Op 30 november 1967 word door de "Utrecht" koers gezet naar de positie van de Liberiaanse tanker "World Independence"(1957 – 26.032 Brt.), die aanvankelijk geen hulp wenste, maar later Duitse sleepboot assistentie accepteerde.

Op diezelfde dag ging de "Utrecht" nog onderweg naar de positie van het Griekse vrachtschip "Betavista"(1944 – 7.219 Brt.), die echter later geen assistentie meer nodig had.
 
De "Utrecht" zette begin december koers naar de Noordzee en verleende op 8 december 1967 assistentie aan het booreiland "Sea Quest".

Op 9 december 1967 arriveerde de "Utrecht" in de haven van Rotterdam.

14 december 1967 vertrokken de "Utrecht" en de "Jacob van Heemskerck" vanuit Rotterdam, met het booreiland "Sedneth l" op sleeptouw, naar een positie ter hoogte van Tarragona onder de Spaanse kust. Een 2000 mijl lange sleepreis. Vooral tijdens de sleepreis door het Kanaal en de Golf van Biscaye werd veel slecht weer ondervonden.

1 9 6 8

Nadat het booreiland "Sedneth l" half januari 1968 op haar positie ter hoogte van Tarragona - Spanje, was afgeleverd, keerde de "Utrecht" via de haven van Ceuta – Spanje terug naar Penzance - Lands End - Engeland, voor stations dienst.

De "Utrecht" zette op 29 januari 1968 vanuit Penzance - Lands End – Engeland koers naar de positie van de "Glen Urquhart"(1949 – 500 Brt.), die moeilijkheden meldde. De "Glen Urquhart" accepteerde echter Britse hulp.

In de avond van 3 februari 1968 kwam de Nederlandse Coaster "Vesta"(1952 – 499 Brt.) met machine schade rond te drijven nabij de Franse kust. In de hoofdmotor had zich een explosie voorgedaan. De "Vesta" bevond zich toen op 25 mijl ten Noord Noord Oosten van Ile de Batz – Frankrijk.

Op zondag ochtend 4 februari 1968 werd de "Vesta" vastgemaakt door de "Utrecht" en op basis Lloyd's Open Form naar de haven van Brest - Frankrijk gebracht. De "Vesta" was onderweg vanuit Bayonne - Frankrijk, naar Antwerpen - België.

Op 10 februari 1968 werd door de "Utrecht" vanuit Penzance - Lands End – Engeland uitgevaren naar de Deense coaster "Hans Priess"(1963 – 299 Brt.), die 17 mijl ten Westen van Cherbourg - Frankrijk, in moeilijkheden was. De "Hans Priess" werd echter naar Plymouth - Engeland, gesleept door een Nederlandse coaster.

Op 25 februari 1968 werd uitgevaren voor de Nederlandse coaster "Geert", die machine schade had gemeld op 60 mijl ten noorden van Longship – lichtschip, maar de "Geert" klaarde waarschijnlijk zich zelf. Want er werd niets meer van vernomen.

Van 27 tot 28 februari 1968 was de "Utrecht", met de "Willem Barendsz", betrokken bij het verslepen van het booreiland "Ocean Prince" in de Noordzee.
De "Ocean Prince" werd van een positie ongeveer 40 mijl ten Noorden van Great Yarmouth - Engeland, versleept naar een locatie 100 mijl ten Oosten van Scarborough - Engeland.

Kapitein Oene Edelenbosch van de "Willem Barendsz" waarschuwde de Rig-Master van de "Ocean Prince" dat de gekozen positie een gevaarlijke was voor het booreiland, namelijk voor een deel boven een zandbank. Deze waarschuwing werd genegeerd.

In de nacht van 5 op 6 maart 1968 stak er een zware storm op en in de ochtend van 6 maart zond de "Ocean Prince" het volgende May Day uit:

Britsch drilling platform "Ocean Prince" MITX at 4.36 a.m., G.M.T., Mayday, SOS, all stations, position lat. 54.28.18 N., long. 2.38.27.E., platform breaking up, require vessels stand-by me.

Enkele hoek kolommen van het eiland stoten op de Doggersbank en braken af de radiohut mee sleurend, ook de boortoren brak af en sloeg overboord. De bemanning werd met behulp van helikopters van boord gehaald. In de avond van 7 maart 1968 zonk het eiland.

2 maart 1968 was de "Utrecht" op ongeveer 1 mijl van het radioschip "Caroline"(1930 – 693 Brt.), dat voor anker lag in de Ierse zee ter hoogte van het eiland Man.

Op 3 maart 1968 om 2.00 uur enterde de bemanning van de "Utrecht" de "Caroline" en beëindigde de uitzendingen van radio Caroline, dit omdat er nog voor 30.000 pond aan onbetaalde rekeningen uitstond. Om 18.00 uur werd het anker van de "Caroline" doorgebrand en maakte de "Utrecht" de "Caroline" vast.

De "Caroline" werd door de "Utrecht" naar een positie ter hoogte van het eiland Wight - Engeland, gesleept, waarna de "Titan" op 10 maart 1968 het transport naar IJmuiden overnam.

De "Utrecht" ging daarna onderweg naar de Poolse haven Swinoujscie.
 
12 maart 1968 werd daar het Nederlandse vrachtschip "Banggai"(1957 – 8.838 Brt.) vastgemaakt voor een sleepreis via het Kielerkanaal naar Hamburg - Duitsland. De "Banggai" was op 12 januari 1968 op de Adlerbank op 20 mijl ten Zuid Oosten van Bornholm – Zweden aan de grond gelopen.

Nadat de "Banggai" van de Mij. Nederland vanuit de haven van Swinoujscie in Polen via het Kieler Kanaal, op 15 maart 1968, in de haven van Hamburg – Duitsland was afgeleverd, kwam de "Utrecht" naar IJmuiden.

Waar de "Utrecht" op 18 maart 1968 arriveerde en naar Amsterdam ging voor een dok beurt bij de ADM in Amsterdam.

Vanuit IJmuiden zette de "Utrecht", op 31 maart 1968, koers naar de Engelse oostkust om vanuit Grimsby - Engeland, de zuiger "Queen of Holland" naar de Nieuwe Rotterdamse Waterweg te slepen.

Begin april 1968 ging de"Utrecht" onderweg naar de positie van het booreiland "Sedneth l" ter hoogte van Tarragona - Spanje, in de Middellandse Zee. Samen met de "Clyde" van Smit & Co. werd de "Sedneth l" naar een nieuwe boorlocatie nabij Cadiz - Spanje gesleept in de tweede helft van april 1968.
 
Eind april 1968 lag de "Utrecht" weer op station in Penzance - Lands End - Engeland.

14 mei 1968 bood de "Utrecht" hulp aan de Griekse tanker "Evaggelos TH."(1951 – 15.800 Brt.), die ter hoogte van Brest - Frankrijk, in aanvaring was geweest met de Panamese tanker "World Merit"(1950 – 40.970 Brt.). De "Evaggelos TH." die een gat had opgelopen tussen de brug en de machinekamer werd door de "Utrecht" op basis van Lloyd's Open Form naar de haven van Brest - Frankrijk geëscorteerd. Waar het transport op 15 mei 1968 arriveerde.

Van 18 tot en met 22 mei 1968 was de "Utrecht" werkzaam in de Noordelijke Noordzee met het verplaatsen van het booreiland "Endeavour".
 
24 mei 1968 lag de "Utrecht" in de haven van IJmuiden.

Eind mei 1968 lag de "Utrecht" weer bij Penzance - Lands End - Engeland op station.

Op 8 juni 1968 werd koers gezet naar de positie van de Nederlandse coaster "Johanca"(1957 – 500 Brt.), die op 40 mijl ten zuiden van Small's Light met machine schade lag te drijven. De "Johanca" werd op basis Lloyd's Open Form vastgemaakt en naar de haven van Dublin - Ierland gesleept.

Begin juli 1968 voerde de "Utrecht", samen met enkele andere sleepboten, de verplaatsing uit van het booreiland "Endeavour" vanuit het Noorse gebiedsdeel van de Noordzee naar een positie, ongeveer 45 mijl noordwest van IJmuiden.

Half juli 1968 werd door de "Utrecht" een baggermolen vanuit Rotterdam naar Milfordhaven - Engeland versleept.

Na aflevering van de baggermolen in Milfordhaven, Engeland, vertrok de "Utrecht" weer naar Penzance - Lands End - Engeland, voor stations dienst.

Vanuit Penzance - Lands End - Engeland, zette de "Utrecht" eind juli 1968 koers naar IJmuiden waar de "Utrecht" op 22 juli 1968 arriveerde.

Vanuit IJmuiden vertrok de "Utrecht" op 1 augustus 1968 naar Piraeus – Griekenland.

In de tweede helft van augustus 1968 versleepte de "Utrecht" het achterschip van de tanker "Esberger Chemist". Die op 2 juni 1967 na een explosie en een daardoor ontstane brand nabij de Azoren in tweeën was gebroken. Vanuit Piraeus - Griekenland naar de haven van Castellon - Spanje.

Nadat eind augustus 1968 vanuit Castellon – Spanje de haven van Ceuta - Spanje, was aangelopen voor bunkers en proviand, keerde de "Utrecht" begin september terug op haar station bij Penzance - Lands End - Engeland.

Op 16 september 1968 werd koers gezet naar de Duitse coaster "Tannenberg"(1935 – 422 Brt.), die met roerschade ter hoogte van Small's Light dreef in slecht weer. De "Tannenberg" accepteerde de diensten van de "Utrecht" op basis Lloyd's Open Form en werd naar de haven van Liverpool - Engeland geëscorteerd.

Op 27 september 1968 verleende de "Utrecht" hulp aan het Engelse vrachtschip "Dorsetbrook"(1957 – 1.328 Brt.), die met machine schade op ongeveer 5 mijl ten West Zuid Westen van Lizard Head – Engeland dreef. Op basis Lloyd's Open Form werd vastgemaakt, op nog slechts 2,5 mijl afstand van Lizard Head – Engeland.
De "Dorsetbrook" werd door de "Utrecht" naar de haven van Falmouth - Engeland gesleept.

Op 3 oktober 1968 was de "Utrecht" bij de gestrande Engelse zuiger "Steepholm"(1950 – 531 Brt.) die op 2 oktober 1968 was gestrand nabij Tuskar Rock - Ierland, de bemanning van 7 koppen was al gered en de gehele zuiger zat op de rotsen al onder water. Van berging werd daarom afgezien.

In de eerste helft van oktober 1968 was de "Utrecht" werkzaam nabij Cadiz - Spanje, voor het verslepen van het booreiland "Sedneth I" naar een nieuwe locatie.

Half oktober 1968 keerde de "Utrecht" weer terug op het station nabij Penzance - Lands End - Engeland terug.

In de vierde week van oktober 1968 was de "Utrecht" in de Noordzee weer ingezet bij het verslepen van het booreiland "Endeavour" naar een nieuwe locatie

Op 24 oktober zet de "Utrecht" koers naar het Nederlandse vrachtschip "Cheetah"(1960 – 930 Brt.) die was gestrand op de Goodwin – zandbanken.
De "Cheetah" slaagde er echter in om op eigen kracht weer vlot te komen.

1 november 1968 zette de "Utrecht" koers naar de doormidden gebroken tanker "Spyros Lemos"(1953 – 13.150 Brt.) bij de Noord Spaanse kust. De "Spyros Lemos" werd echter vastgemaakt door eerder aangekomen sleepboten. Deze hadden weinig geluk, terwijl ze met het achterschip onderweg waren naar vermoedelijk Vigo - Spanje, zonk op 8 november 1968 het achterschip voor de Spaanse kust.

op 5 november 1968 werd door de "Utrecht" assistentie aangeboden aan de Nederlandse Coaster "Francois Buisman"(1949 – 499 Brt.), die machine schade meldde op 60 mijl Noord Oost Cabo Villano - Spanje. De "Francois Buisman" wist het probleem zelf te verhelpen en had verder geen hulp meer nodig.

Op 6 november 1968 werd door de "Utrecht", bij het op 3 november 1968 ter hoogte van Leixoes - Portugal, gestrande Bulgaarse vrachtschip "Varna"(1957 – 1.935 Brt.) een onderzoek gedaan naar de bergings- kansen. Een onderzoek dat negatief uitviel.

7 november zette de "Utrecht" nog koers naar de Joegoslavisch vrachtschip "Gruz"(1944 – 7.079 Brt.), die bij Kaap St. Vincent machine schade meldde. Maar de "Gruz" wist de schade te herstellen.

Op 12 november werd Falmouth - Engeland door de "Utrecht" aangelopen.
Vanuit Falmouth - Engeland, zet de "Utrecht" op 13 november 1968 koers naar Rosslare - Ierland,waar de onder Panamese vlag varende coaster "Heather"(1948 – 357 Brt) was gestrand. De berging van de "Heather" werd opgegeven om koers te zetten naar de positie van de "Groningen" die sinds 6 november bezig was met de berging van de Noorse tanker "Etnefjell"(1950 – 9.852 Brt.).

Vanaf 16 november 1968 tot 22 november 1968 assisteerde de "Utrecht" bij de berging van de Noorse tanker "Etnefjell" door de "Groningen" in het Noordelijk deel van de Atlantische Oceaan. Op 22 november 1968 kwam het transport met de "Etnefjell" in Falmouth – Engeland aan.

De "Utrecht" versleepte vervolgens eind november 1968 de zuiger "Nassau Bay" en een kraanponton vanuit Vlaardingen naar Middlesborough - Engeland.

Vanaf 27 november 1968 tot 5 december 1968 was de "Utrecht" betrokken bij de berging van de "Amalia"(1946 – 2.062 Brt.) op het strand tussen Bakkum en Egmond aan Zee.

Op 27 november 1968 melde het Panamese vrachtschip "Amalia"(1946 – 2.062 Brt.) brand in de machinekamer. Daar de bemanning bang was voor explosies werd het schip nabij Egmond aan Zee op een zandbank gevaren. De "Nestor", "Simson" en later de "Hector" begonnen met het bestrijden van de brand. De "Amalia", een in 1946 gebouwd schip was in alle ruimen en ook aan dek geladen met hout en onderweg vanuit Zweden naar Basrah - Irak. Pas op 29 november 1968 kon men het sein brand meester geven en werd begonnen om het bluswater uit de "Amalia" te pompen onderwijl werd gepoogd om het schip weer vlot te brengen wat weinig resultaat opleverde ondanks dat de "Utrecht" ook te plaatse was gekomen. Uiteindelijk besloot men een deel van de lading te lossen waarbij de "Nestor" diverse ladingen hout naar IJmuiden bracht. In de middag van 5 december 1968 lukte het uiteindelijk om de "Amalia" vlot te brengen en IJmuiden binnen te slepen.

Na inspectie door experts van de verzekering bleek dat er aan de brand een luchtje zat. Volgens de bemanning was de brand ontstaan in de bakboords bunker. De brandslangen lagen echter aan de stuurboordkant en onderzoek leerde dat de brandhaard buiten de bunker lag. Een duidelijk slecht uitgevoerd staaltje verzekeringsfraude. De "Amalia" was wel C.T.L. (constructive Total Loss) en is uiteindelijk in mei 1970 gesloopt in Hamburg - Duitsland.

De "Utrecht" ging na het vlot brengen van de "Amalia" via IJmuiden, voor reparatiewerkzaamheden naar de NDSM in Amsterdam.

1969

In de maanden december en januari was de "Utrecht" voor reparatiewerkzaamheden bij de NDSM in Amsterdam.

Van een van de motoren moest een krukas worden vervangen. Hiervoor was een complete motor 2e hands gekocht. Maar het bleek dat het een – spiegelbeeld motor was – en alleen de krukas was bruikbaar de rest was niet bruikbaar.

Eind januari 1969 kwam de "Utrecht" weer in de vaart.
 
Samen met de "Gelderland" werd eind januari 1969 de Liberiaanse tanker "Diane"(1965 – 33.759 Brt.), die bij de raffinaderij van Mobil Oil in Amsterdam West op 12 december 1968 bij een brand ernstige schade had opgelopen, geëscorteerd vanuit IJmuiden naar de Elbe - Duitsland.

Dit was dezelfde "Diane" die op 17 april 1966 bij Hoek van Holland in brand was geraakt na een aanvaring. Bij het blussen van deze brand was Wijsmuller ook actief betrokken.

Begin februari 1969 bezet de "Utrecht" weer het bergings- station Penzance - Lands End – Engeland.

Vanuit Penzance - Lands End - Engeland, werd koers gezet naar de positie van de Duitse coaster "Stadt Rendsburg"(1956 – 499 Brt.), die machine schade bij Small's light - Engeland meldde. De "Stadt Rendsburg" werd echter door een Deense kustvaarder naar Milfordhaven - Engeland gesleept.

Half februari 1969 was de "Utrecht" werkzaam bij het booreiland "Sedneth l" in het Noorse gedeelte van de Noordzee.

Na de werkzaamheden bij de "Sedneth l" versleepte de "Utrecht" de zuiger "Nassau Bay" vanuit Middlesborough - Engeland, naar Vlaardingen.

Na aflevering van de "Nassau Bay" in Vlaardingen kwam de "Utrecht" naar IJmuiden waar de "Utrecht" op 13 maart 1968 arriveerde.

Vanuit IJmuiden was de "Utrecht" ingezet bij een Rig-Move van het booreiland "North Star" naar een nieuwe locatie op de Noordzee waarna de "Utrecht" weer naar IJmuiden kwam.

Vanuit IJmuiden vertrok de Utrecht naar het booreiland "Sedneth I" om de "Sedneth I" vanaf een positie op 125 mijl ten Westen van de Zuidpunt van Noorwegen te verslepen naar een nieuwe boor-locatie. Tijdens deze Rig-Move waren ook enkele Duitse sleepboten betrokken.

Vanaf de boor-locatie van de "Sedneth I" werd door de "Utrecht" koers gezet naar de positie van het booreiland "Staflo" die op drift was geraak onder de Schotse kust. In de ochtend van 17 maart 1969 maakte de "Utrecht" vast op de "Staflo".

Samen met twee andere sleepboten die de "Staflo" reeds op sleeptouw hadden werd koers gezet naar Moray Firth – Schotland – Engeland gezet, waar de "Staflo" herstel werkzaamheden zou ondergaan.

In de avond van 17 maart 1969 ging de "Utrecht" in zwaar stormweer, windkracht 9 tot 10, vanaf de "Staflo" onderweg naar het Liberiaanse vrachtschip "Irene"(1947 – 2.636 Brt.), die bij de Orkney – eilanden zonder brandstof in de problemen was gekomen. Enkele uren voordat de "Utrecht" ter plaatse kon zijn, strandde de "Irene" op de rotsen. De 17 opvarenden werden met behulp van een wipper toestel gered. Tijdens de redding van de bemanning van de "Irene" kwamen zes opvarenden van de reddingboot van Longhope om het leven.

18 maart 1969 arriveerde de "Utrecht" weer bij het booreiland "Staflo" en maakte weer vast op het booreiland. En werd de "Staflo" in de avond van 18 maart in Cromarty Firth – Schotland – Engeland afgeleverd.

20 maart 1969 was de "Utrecht" weer op de locatie van het booreiland "Sedneth I" waarop na een periode van slecht weer, op 24 maart werd vastgemaakt.
Op 26 maart 1969 begon de Rig-Move van de "Sedneth I" naar een nieuwe locatie.
De "Utrecht" werd op 30 maart nadat de "Sedneth I" op haar nieuwe locatie stond bedankt.

Begin april 1969 werd de "Utrecht" ingezet bij het verplaatsen van het booreiland "Orion" in de Noordzee naar een nieuwe locatie

15 april 1969 versleept de "Utrecht" de zuiger "Beverwijk 31" vanuit Vlaardingen naar Oostmahorn.

Na het verslepen van de zuiger "Beverwijk 31" vertrok de "Utrecht", via de haven van Rotterdam op 18 april 1969 naar haar bergings- station Penzance - Lands End – Engeland.

Vanuit Penzance - Lands End - Engeland zette de "Utrecht" koers naar de positie van de Nederlandse coaster "Cresta"(1956 – 499 Brt.) die om assistentie had verzocht. Een vergeefse reis want de "Cresta" had uiteindelijk geen hulp nodig.

Ook werd er door de "Utrecht" koers gezet naar de positie van de Nederlandse coaster "Mario"(1956 – 499 Brt.), die om hulp had gevraagd. Ook de "Mario" wist zelf de problemen te verhelpen.

In de vierde week van april 1969 werd de tanker "Coral Meandra"(1968 – 3.500 Brt.) vanuit Rotterdam naar Brunsbüttelkoog - Duitsland gesleept en — na het lossen van de lading — weer terug naar Rotterdam gesleept.

Eind april vertrok de "Utrecht" vanuit Rotterdam met de zuiger "Nassau Bay" op sleeptouw naar de Seychellen in de Indische Oceaan.

Begin mei 1969 werd de haven van Lissabon - Portugal aangelopen om enkele voorzieningen aan de "Nassau Bay" te treffen. De "Nassau Bay" moest in verband met stormschade reparaties ondergaan.

De "Utrecht" zette nadat de "Nassau Bay" was afgeleverd bij de werf in Lissabon – Portugal. op 3 mei 1969 vanuit Lissabon – Portugal koers naar de positie van het Nederlandse vrachtschip "Ocean Sprinter"(1962 -1.239 Brt.), die met machine problemen op 900 mijl West Zuid van Brest – Frankrijk in de Atlantische Oceaan dreef. De "Ocean Sprinter" werd op 6 mei 1969 door de "Utrecht" vastgemaakt en naar Gothenburg – Zweden gesleept, waar het transport op 11 mei binnenliep.

Na aflevering van de "Ocean Sprinter" in Gothenburg - Zweden zette de "Utrecht" weer koers naar het bergings- station nabij Penzance - Lands End - Engeland.

Vanaf half mei 1969 lag de "Utrecht" weer nabij Penzance - Lands End - Engeland op station.

Op 29 juni 1969 zette de "Utrecht" koers naar de positie van de Deense coaster "Baccarat"(1965 – 500 Brt.), die op ongeveer 550 mijl ten Westen van Brest - Frankrijk met machine schade dreef. De "Baccarat" werd in de avond van 30 juni 1969 vastgemaakt en op sleeptouw genomen naar de haven van Cork – Ierland.
Waar de "Baccarat" op 2 juli 1969 door de "Utrecht" werd afgeleverd.

Na het afleveren van de "Baccarat" in de haven van Cork - Ierland, vertrok de "Utrecht" naar IJmuiden.

Op 5 juli 1969 arriveerde de "Utrecht" in IJmuiden. Enkele uren later werd al weer uitgevaren voor de Zweedse tanker "Esso Gothenburg"(1956 – 17.828 Brt.), die met machine schade op ongeveer 75 mijl ten noordwesten van IJmuiden dreef. De "Esso Gothenburg" werd nog diezelfde dag vastgemaakt en de op 6 juli arriveerde het transport op de rede van IJmuiden.

Daar moest worden gewacht op tot de nieuwbouw tanker "Dagmar Maersk"(1969 – 104.681 Brt.), die begon aan haar proefvaart, de sluizen van IJmuiden was gepasseerd. Op 7 juli 1969 kon de "Esso Gothenburg" naar binnen gesleept worden en bij de NDSM in Amsterdam afgeleverd worden voor reparatie.

Vanaf 9 tot 14 juli 1969 was de "Utrecht" betrokken bij de verplaatsing van het booreiland "Orion" in de Noordzee naar een nieuwe locatie.

Na het verplaatsen van het booreiland "Orion" werd door de "Utrecht" de drijvende kraan "Karma" vanuit de Lauwerzee naar Vlissingen gebracht.

Daarna vertrok op 20 juli 1969 de "Utrecht" met zuiger "Beverwijk 31", op sleeptouw, vanuit Oostmahorn naar Blyth - Engeland.

Vervolgens werd de "Utrecht" wederom ingezet bij de verplaatsing van het booreiland "Orion" in de Noordzee naar weer een nieuwe locatie.

De "Utrecht" verrichte op 22 juli 1969 werkzaamheden bij of voor het booreiland "North Star" op de Noordzee.

Eind juli 1969 werd tenslotte in de Noordzee een caisson vanuit Oostmahorn naar de Rotterdamse Waterweg (Botlek) gebracht.

De "Utrecht" ging vervolgens weer naar Penzance - Lands End - Engeland voor stations dienst.

Vanuit Penzance - Lands End - Engeland, werd op 26 juli 1969 koers gezet naar de Deense coaster "Minni Basse"(1960 – 299 Brt.), die in de Atlantische Oceaan op 200 mijl ten Westen van Brest - Frankrijk, dreef met machine schade. De "Minni Basse" werd op 27 juli 1969 vastgemaakt en de volgende dag binnengebracht in de haven van Brest - Frankrijk.

Eind juli 1969 werd koers gezet naar de positie van de wijntanker "Transvin"(1935 – 388 Brt.), maar deze kon zelf haar reis vervolgen.

Begin augustus 1969 werd koers gezet naar de Nederlandse coaster "Ida Jacoba"(1952 – 498 Brt.), maar ook de "Ida Jacoba" kon zelf haar reis vervolgen.

Vanuit Penzance - Lands End - Engeland vertrok de "Utrecht" naar IJmuiden waar ze half augustus 1969 arriveerde.
 
19 augustus 1969 vertrok de "Utrecht" samen met de "Simson" en "Assistent" met de ponton "Magnus XI" op sleeptouw vanuit Rotterdam via de haven van Bilbao – Spanje naar Ras Lanuf - Libië.

Het eerste gedeelte van de reis werd er gesleept door de "Utrecht" tot aan de haven van Bilbao - Spanje, waar het transport op 23 augustus 1969 arriveerde.
Nadat de ponton "Magnus XI" in Bilbao beladen is met ruim 500 ton kettingen nam de "Simson" de ponton op sleeptouw en ging via Malta naar Ras Lanuf – Libië begeleid door de "Assistent".

De "Utrecht" ging vanuit Bilbao – Spanje onderweg naar de positie van de Engelse tanker "Bamford"(1967 – 54.090 Brt.), die bij de Spaanse Noord West kust met machine-schade dreef. Bureau Wijsmuller kreeg opdracht de geladen "Bamford" naar Milfordhaven - Engeland, te slepen.

Op 24 augustus 1969 werd door de "Utrecht" vastgemaakt, en nog op diezelfde dag gevolgd door de "Praia da Adraga" en op 25 augustus door de "Praia Grande" en op 26 augustus door de uit IJmuiden gekomen "Titan". De "Bamford" slaagde er op 27 augustus in om de machine schade te verhelpen en de reis op eigen kracht te vervolgen. Op 28 augustus 1969 arriveerde de "Bamford", geëscorteerd door de 4 betrokken sleepboten, in de haven van Pembroke - Engeland.

Via de haven van Falmouth - Engeland, kwam de "Utrecht" vervolgens naar IJmuiden voor een onderhoudsbeurt. Tijdens dit onderhoud werd ook het motorvermogen van de "Utrecht" opgevoerd tot 4100 IPK.

12 september 1969 vertrok de "Utrecht" vanuit IJmuiden naar Penzance – Lands End - Engeland voor stations dienst.

Half september 1969 werd door de "Utrecht" twee bakken versleept vanuit de haven van Port Talbot - Engeland, naar Vlaardingen.

27 september 1969 werd door de "Utrecht" de Nederlandse coaster "Tubo"(1957 – 500 Brt.) op 15 mijl ten Zuiden van Anvil Point - Engeland, vastgemaakt.
De "Tubo" had vanaf 26 september 1969 met machine schade te kampen. De "Tubo" werd op 28 september door de "Utrecht" in Rotterdam afgeleverd.

Na aflevering van de "Tubo" in Rotterdam vertrok de "Utrecht" meteen weer naar Penzance – Lands End - Engeland voor stations dienst.

4 oktober 1969 vertrok de "Utrecht" vanuit Vlaardingen, met op sleeptouw de ponton "Zeeuws Vlaanderen", via de haven van Genua - Italië, waar de ponton "Zeeuws Vlaanderen" half oktober 1969 met extra materiaal werd beladen, naar Libië.

Via Malta waar de "Utrecht" stations dienst verrichte nadat de ponton "Zeeuws Vlaanderen" was afgeleverd te Ras Lanuf - Libië, vertrok de "Utrecht" naar Taranto - Italië.

Half november 1969 begon de "Utrecht" vanuit Taranto - Italië, aan een sleepreis met de kraanponton "Micoperi 40" naar Freeport op de Bahama's.

Eind november 1969 werd Las Palmas - Canarische Eilanden, aangelopen voor het treffen van enkele voorzieningen aan boord van de "Micoperi 40".

Nadat de "Micoperi 40" in Las Palmas - Canarische Eilanden gereed was gemaakt voor verder transport werd deze eind december 1969 door de "Utrecht" afgeleverd in de haven van Freeport - Bahama's.

Vanuit de haven van Freeport – Bahama's zet de "Utrecht" koers naar New Orleans - Verenigde Staten.

In 1969 werd door de "Utrecht" in totaal 16.437 mijl slepend afgelegd.

1970

In New Orleans - Verenigde Staten maakt de "Utrecht" de kraan ponton "Ingram DB. 1" vast voor de sleepreis via het Panama Kanaal en over de Stille Oceaan naar Singapore.

De sleepreis die 12.000 mijl lang is, werd begin januari 1970 in New Orleans - Verenigde Staten gestart en eindigde eind maart 1970 in Singapore, onderweg werd de haven van Suva - Fiji, aangedaan voor bunkers.

De bemanning werd in Singapore afgelost waarna de "Utrecht" vertrok, via de haven Port Louis – Mauritius, naar Réunion waar een baggermolen de "HAM 113" en twee bakken met bestemming Durban - Zuid Afrika werden vastgemaakt.

Vanuit Réunion arriveerde de "Utrecht" met twee bakken en een baggermolen op 1 mei 1970 in de haven van Durban - Zuid Afrika.

Vanuit Durban - Zuid Afrika zette de "Utrecht" koers naar IJmuiden.

Na een reis rond de wereld van de "Utrecht" in 255 dagen, keerde de "Utrecht" eind mei 1970 terug in IJmuiden.
 
28 mei 1970 vertrok de "Utrecht" vanuit Amsterdam met droogdok "No. 1" van de A.D.M. via Den Helder naar Harlingen. Op vrijdag 29 mei werd het dok door de "Utrecht" bij Den Helder overgegeven aan drie kustslepers die het dok afleverden in Harlingen.

Vervolgens versleepte de "Utrecht" de kraan "J.P.B. 14" vanuit IJmuiden naar Vlaardingen.

En begin juni 1970 zette de "Utrecht" koers naar Bordeaux - Frankrijk om het Engelse vrachtschip "Avocet"(1965 – 654 Brt.) te verslepen vanuit de haven van Bordeaux - Frankrijk naar de Medway - Engeland.

Nadat de "Utrecht" begin juni 1970 de Britse coaster "Avocet" in de Medway River, Engeland, had afgeleverd keerde zij terug naar IJmuiden waar de "Utrecht" op 4 juni 1970 arriveerde.

Op de Noordzee werd de "Utrecht" ingezet om het booreiland "Penrod 58" naar een nieuwe locatie te verslepen.

En vervolgens vertrok de "Utrecht" weer naar Penzance - Lands End - Engeland waar enige tijd stations dienst werd verricht.

Vanuit Penzance - Lands End - Engeland ging de "Utrecht" naar de positie van de "Groningen" en werd de, door de "Groningen" vanuit Orange - Verenigde Staten gehaalde, "Swamp Queen" op zee door de "Utrecht" overgenomen voor de verdere sleepreis naar Warri - Nigeria.

De "Swamp Queen" wordt door de "Utrecht" naar Port Harcourt - Nigeria gesleept, waar de "Utrecht" met de "Swamp Queen" op 19 juli 1970 arriveerde.

Vanuit de haven van Port Harcourt - Nigeria, zette de "Utrecht" koers naar Dakar - Senegal.

Terwijl de "Utrecht" onderweg is naar Dakar - Senegal, vroeg het Spaanse visserij koelschip "Rio Besaya"(1967 – 1.725 Brt.) op ongeveer 400 mijl van de Kaap Verdische eilanden, om assistentie nadat er brand in de machinekamer had gewoed. De "Rio Besaya" werd op 24 juli 1970 door de "Utrecht" vastgemaakt en naar de haven van Porto Grande - St. Vincent - Kaap Verdische Eilanden, gesleept.

Na aflevering van de "Rio Besaya" in de haven van Porto Grande - St. Vincent - Kaap Verdische Eilanden ging de "Utrecht" onderweg naar Lissabon - Portugal, voor een dok beurt en bunkeren.

Vanuit Lissabon – Portugal vertrok de "Utrecht" naar Noord Amerika. Onderweg werd het vaarplan gewijzigd en koers gezet naar de positie van de "Friesland" om de bak "H. 101" over te nemen, bestemd voor Vlaardingen.
 
Half augustus 1970 werd door de "Utrecht" met de van de "Friesland" overgenomen bak "H. 101" de terugreis naar Vlaardingen worden aanvaard.

Na een voorspoedige reis arriveerde de "Utrecht" op 6 september 1970 in Vlaardingen en vertrok, na aflevering van de bak "H. 101" in Vlaardingen naar IJmuiden.

Op 11 september 1970 vertrok de "Utrecht" vanuit IJmuiden weer naar Vlaardingen om daar een sleep op te halen.

15 September 1970 vertrok de "Utrecht" vanuit Vlaardingen met de zuiger "Holland 24" op sleeptouw naar Southampton - Engeland, en vervolgens versleepte de "Utrecht" de kraan "W.D. Challenger" vanaf de Rotterdamse Waterweg naar Southampton - Engeland.

Nadat de "Utrecht" op 19 september 1970 de kraan "W.D. Challenger" in Southampton - Engeland, had afgeleverd, kwam de "Utrecht" terug naar IJmuiden om daar een hei installatie bestemd voor Wilhelmshaven - Duitsland vast te maken.

Vanuit Wilhelmshaven - Duitsland, vertrok de "Utrecht" na aflevering van de hei-installatie, naar Vlaardingen, om de zuiger "'s Gravenhage" vast te maken voor een sleepreis naar Brunsbüttel - Duitsland.

Vanuit Brunsbüttel - Duitsland zette de "Utrecht" weer koers naar Vlaardingen.

In Schiedam werd de ponton "H.101" door de "Utrecht" vast gemaakt voor een sleepreis naar Frans Guyana. De ponton "H.101" was beladen met allerhande materiaal, waaronder de cutterzuiger "Iraq 1", van de Firma Zanen en Verstoep N.V. en had de bestemming Cayenne - Frans Guyana.

Aangekomen in Cayenne - Frans Guyana werd de ponton "H.101" gelost door deze af te zinken op een geschikte plaats.

Vanuit Cayenne - Frans Guyana vertrok de "Utrecht" met de lege ponton "H.101" op sleeptouw weer naar Nederland. Waar de "Utrecht" de lege ponton "H.101"op 20 november 1970 in Vlaardingen afleverde.

22 november 1970 vertrok de "Utrecht" vanuit IJmuiden voor een Rig-Move van de "Penrod 58", aansluitend na deze Rig-Move werd de zuiger "HAM 210" versleept vanuit Middlesborough - Engeland naar Rotterdam.

Na aflevering van de "HAM 210" in Rotterdam vertrok de "Utrecht" naar Penzance - Lands End – Engeland om daar weer op station te gaan.

De "Utrecht" werd op 1 december 1970 door de Duitse coaster "Miranda"(1956 – 299 Brt.), die ter hoogte van Waxham - Engeland, was gestrand, op Lloyd's Open Form gecontracteerd

de "Miranda" slaagde er echter in om op eigen kracht vlot te komen. Waarna de de "Utrecht" weer op station ging nabij Penzance - Lands End - Engeland.

8 december 1970 verleende de "Utrecht" assistentie aan de "Lisbeth Bulow"(1967 – 300 Brt.)die met machine problemen dreef op de positie 50.27 Noord en 5.45 West.

De "Utrecht" sleepte de "Lisbeth Bulow" naar de haven van Falmouth - Engeland, waar de "Lisbeth Bulow" op 9 december 1970 werd afgeleverd.

In de tweede helft van december 1970 werd nabij Bilbao - Spanje, de Liberty "Anson Mills"(1944 – 7.247 Brt.) door de "Utrecht" overgenomen van de "Jacob van Heemskerck". De "Utrecht" leverde de "Anson Mills" af in de haven van Bilbao - Spanje.

In 1970 werd door de "Utrecht" in totaal 31.327 mijl slepend afgelegd.

1971

2 januari 1971 maakte de "Utrecht" in Pernis - Rotterdam, de zuiger "Mercator" vast en versleepte deze zuiger naar Middlesborough - Engeland, waar de "Utrecht" op 3 januari 1971 de "Mercator" afleverde.

Vanuit Middlesborough vertrok de "Utrecht" op 3 januari 1970 naar Liverpool - Engeland, waar de zuiger "W.D. Enterprice" wordt vastgemaakt met bestemming Southampton - Engeland.

Na aflevering van de zuiger "W.D. Enterprice" in de haven van Southampton – Engeland bezette de "Utrecht" weer het bergings- station Penzance - Lands End - Engeland.

Op 13 februari 1971 werd de Engelse Shell tanker "Haustellum"(1954 – 12.122 Brt.) met machine schade door de "Utrecht" op 14 februari 1971 de haven van Falmouth - Engeland binnengebracht.

Daarna volgde op 22 februari 1971 de berging van de Deense coaster "Lisbeth Bulow"(1967 – 299 Brt.) nabij Finisterre - Frankrijk.

De "Lisbeth Bulow" werd door de "Utrecht" op 23 februari 1971 afgeleverd in La Coruna – Spanje.

Van de "Friesland" werd de Liberiaanse tanker "Georgian Valour"(1953 – 11.243 Brt.) overgenomen en op 27 februari 1971 in de haven van Sunderland - Engeland afgeleverd.

Na het afleveren van de "Georgian Valour" in de haven van Sunderland – Engeland zette de "Utrecht" koers naar Rotterdam.

1 maart 1971 vertrok de "Utrecht" met de zuiger "HAM 209" op sleeptouw vanuit Pernis - Rotterdam, naar Golfe de Fos - Zuid Frankrijk, waar de "Utrecht" half maart de zuiger "HAM 209" afleverde.

Vanuit Golfe de Fos - Zuid Frankrijk vertrok de "Utrecht" naar Malta.

Op 21 maart 1971 is de "Utrecht" samen met de "Cycloop" ingezet bij de berging van de Liberiaanse tanker "Golden Arrow"(1959 – 22.941 Brt.).
 
Aan boord van de tanker "Golden Arrow"(1959 – 22.941 Brt.) ontstond brand nadat zich op 10 maart 1971 een explosie had voorgedaan in de machinekamer waarbij 3 bemanningsleden omkwamen en 7 gewond raakten op 200 mijl ten Noorden van Marsa El Brega – Libië. De "Simson" was, vanuit Marsa El Brega – Libië, als eerste ter plaatse bij de "Golden Arrow" en verleende eerste hulp aan de gewonden en bracht deze evenals de doden naar de vaste wal.

OP 20 maart arriveerde de "Cycloop" bij de "Golden Arrow" en maakte deze vast. De volgende dag was ook de "Utrecht" bij de "Golden Arrow" en maakte ook vast op de "Golden Arrow".

Nadat de "Utrecht" had vastgemaakt werd met de "Golden Arrow" koers gezet naar de haven van Augusta – Sicilië. Van de "Golden Arrow" was de machinekamer vrijwel geheel verwoest en van de opbouw waren de deuren, ramen en patrijspoorten weg geblazen of ontzet.

Op de rede van Magnisi Bay – Sicilië werd geweigerd om toestemming te geven om de "Golden Arrow" te lossen wegens explosie gevaar.

Uiteindelijk werd de "Golden Arrow" naar Piraeus - Griekenland gesleept om daar gelost te worden. Op 31 maart 1971 arriveerde het transport in de haven van Piraeus – Griekenland.

2 april 1971 zette de Utrecht", na het afleveren van de "Golden Arrow" in Piraeus – Griekenland koers naar IJmuiden.
 
Op 4 april 1971, twee dagen na vertrek vanuit Piraeus - Griekenland, maakte de "Utrecht" weer samen met de "Cycloop" vast op de Liberiaanse tanker "Phillips New York"(1961 – 14.077 Brt.) die onderweg was vanuit Piraeus - Griekenland, naar Taranto - Italië maar op 180 mijl van Taranto – Italië machine schade opliep.

5 april 1971 werd de "Philips New York" door de "Utrecht" en de "Cycloop" afgeleverd in de haven van Taranto - Italië voor reparaties.

Vervolgens zette de "Utrecht" weer koers naar de thuishaven IJmuiden.

Op 14 april 1971 werd door de "Utrecht" in de Noordzee assistentie verleend aan het Zweedse vrachtschip "Polar Viking"(1964 – 1.279 Brt.) die na een aanvaring met het Argentijnse "Marbrava"(1957 – 8.348 Brt.) ter hoogte van Noord-Hinder lichtschip naar Rotterdam moest worden gesleept.
In eerste instantie werd getracht om toestemming te krijgen om Vlissingen binnen te lopen. Deze toestemming werd echter geweigerd, zodat de "Utrecht" met de achterstevoren gesleepte "Polar Viking" koers zette naar Rotterdam. In de loop van de middag arriveerde de "Utrecht" op de Nieuwe Waterweg, de inmiddels uit IJmuiden gearriveerde "Titan" assisteerde de "Utrecht" op de Nieuwe Waterweg.

In de tweede helft van april vertrok de "Utrecht" vanuit Rotterdam weer naar het bergings- station Penzance - Lands End - Engeland.

Onderweg naar het bergings- station werden twee bakken versleept vanuit Immingham - Engeland naar Milfordhaven – Engeland.
 
In de eerste helft van mei 1971 werd de stations dienst even onderbroken voor twee korte reizen, eerst met de zuiger "Amerstol" vanuit Vlaardingen naar Delfzijl en vanuit Delfzijl vertrok de "Utrecht" naar Noorwegen.

In Haugesund - Noorwegen werd het Duitse containerschip "Fiery Cross Isle"(1971 – 7.289 Brt.) vast gemaakt voor een sleepreis naar Hamburg - Duitsland.

15 mei 1971 was de "Utrecht" in IJmuiden en werd een deel van de bemanning afgelost.

Eind mei 1971 arriveerde de "Utrecht" met de Engelse Shell tanker "Velutina"(1950 – 7.289 Brt.) op sleeptouw vanuit Liverpool - Engeland, in Rotterdam.

Vanuit Rotterdam vertrok de "Utrecht" vervolgens naar Lissabon - Portugal.

Vanuit Lissabon - Portugal werd het nieuwbouw voorschip van een mammoet tanker, onder het werf nummer "EMV 641", naar Gothenburg - Zweden versleept.

17 juni 1971 arriveerde de "Utrecht" na de aflevering van het nieuwbouw voorschip van een mammoet tanker in Gothenburg - Zweden, in IJmuiden waar een deel van de bemanning werd afgelost.

19 Juni 1971 vertrok de "Utrecht" vanuit de Nieuwe Waterweg met de kraanbak "Dijkbouw 4" naar Le Havre - Frankrijk.

Nadat de kraanbak "Dijkbouw 4" was afgeleverd in Le Havre - Frankrijk, zette de "Utrecht" weer koers naar het bergings- station Penzance - Lands End - Engeland.

Vanaf het station Lands End zette de "Utrecht" eind juni 1971 koers naar de Middellandse Zee om de Liberiaanse tanker "Universe Patriot"(1970 – 83.882 Brt.) naar Lissabon - Portugal te escorteren voor reparaties.

Begin juli 1971 werd door de "Utrecht" het bergings- station Penzance - Lands End – Engeland weer bezet.

Op 10 augustus 1971 zette de "Utrecht" koers naar de positie, 50.14 Noord en 7.26 West, waar het Australische jacht "Koomooloo" haar roer had verloren. De "Utrecht" maakte de "Koomooloo" vast en sleepte haar naar Plymouth – Engeland voor herstel.

1 november 1971 meld de Liberiaanse tanker "Efplia"(1955 – 19.959 Brt.) brand aan boord. De "Utrecht" bood haar diensten aan en werd op basis van Lloyd's Open Form gecontracteerd. Maar enige tijd later werd het contract weer geannuleerd daar de "Efplia" het vuur onder controle had gekregen.

Op 18 oktober 1971 brak er brand uit aan boord van de Finse bulk-carrier "Anatina"(1963 – 10.593 Brt.), na een ontploffing in de machinekamer.
De "Anatina" bevond zich toen ter hoogte van de Scilly Eilanden.
De Duitse sleepboot "Oceanic" maakte de "Anatina" vast en sleepte deze naar Falmouth – Engeland.

De "Utrecht" en de "Cycloop" maakten op 22 oktober 1971 de bulkcarrier "Anatina"(1963 – 10.589 Brt.) vast in Falmouth – Engeland en versleepten de "Anatina" naar Terneuzen voor het lossen van de lading.

11 november 1971 zette de "Utrecht" koers naar de positie van de Nederlandse coaster "Lenie"(1962 – 400 Brt.) die kampte met machine schade. De "Utrecht" maakt de "Lenie" vast. (niet bekend waar de "Lenie" afgeleverd werd).

In de tweede helft van november 1971 versleept de "Utrecht" de onderlossers "H.A.M. 529" en de "H.A.M. 533" vanuit Vlaardingen naar Brest – Frankrijk.

De "Marc"(1963 – 467 Brt.)verzocht op 29 november 1971 op 5 mijl van Cape Cornwall – Engeland wegens roer problemen om assistentie. De "Utrecht" maakte de "Marc" vast en versleepte de "Marc" naar Falmouth - Engeland waar de "Utrecht" nog dezelfde dag arriveerde met de "Marc" op sleeptouw.

Op 1 december 1971 maakte de "Utrecht" in Rosslare – Ierland de baggermolen "Holland 15" vast voor een sleepreis naar Brest – Frankrijk.

Op 3 december 1971 was de "Utrecht" in de haven van IJmuiden.

1972

4 februari 1972 vertrok de "Utrecht" vanuit IJmuiden naar zee en zette koers naar Madeira waar de "Utrecht" op 7 februari 1972 arriveerde en ging bunkeren.

Na vertrek uit Madeira zette de "Utrecht" koers naar de positie van de "Jacob van Heemskerck" en de "Friesland" die vanuit Port Arthur - Verenigde Staten al sinds 18 december 1971 met het booreiland "Stormdrill" op sleeptouw, onderweg zijn naar Nigeria.

Op 12 februari 1972 verving de "Utrecht" de "Friesland", waarna de "Friesland" koers zet naar de haven van Sao Vicente - Kaapverdië voor bunkers.

17 februari 1972 wordt de "Utrecht" weer afgelost door de "Willem Barendsz" die de "Jacob van Heemskerck" verder assisteerde met het verslepen van het booreiland "Stromdrill".
 
Nadat de "Utrecht" was afgelost werd koers gezet naar de haven van Las Palmas – Canarische Eilanden, waar de "Utrecht" op 20 februari 1972 arriveerde.

Nadat de "Utrecht" heeft gebunkerd en proviand heeft ingenomen wordt op 22 februari 1972 koers gezet naar Tunesië om een booreiland (boorschip) te gaan verslepen.

24 februari 1972 ging de "Utrecht" voor de kust van Algerije voor anker in afwachting van machine onderdelen, maar later bleek dat deze pas 28 februari zouden worden afgeleverd waarop de "Utrecht" weer koers zette naar Tunesië.

Voor de kust van Tunesië ging de "Utrecht" weer voor anker en werd begonnen met reparaties in de machinekamer, de machinisten slaagden er in om zonder nieuwe onderdelen de reparaties te verrichten en op 26 februari 1972 zette de "Utrecht" koers naar haar sleep, een booreiland (boorschip) op 40 mijl uit de kust van Tunesië.

Omdat het booreiland (boorschip) nog niet klaar is met boren bleef de "Utrecht" stand-by.

7 maart 1972 werd aan boord van de "Utrecht" sloepenrol gehouden.

Maandag 12 maart 1972 kan de "Utrecht" vastmaken op het booreiland (boorschip) en wordt koers gezet naar Valencia - Spanje.

Omstreeks 16 maart arriveerde de "Utrecht" met het booreiland (boorschip) op de gewenste positie voor de kust van Valencia - Spanje, waar het booreiland (boorschip) voor anker gaat.

De "Utrecht" zette hierna koers naar de haven van Ceuta - Spanje voor bunkers, op 18 maart arriveerde de "Utrecht" in de haven van Ceuta – Spanje.

19 maart 1972 zette de "Utrecht" vanuit Ceuta – Spanje koers naar Vlaardingen waar ze omstreeks 22 maart arriveerde.

24 maart 1972 vertrok de "Utrecht" vanuit Vlaardingen met een baggermolen op sleeptouw naar Constantsa - Roemenië. En leverde deze omstreeks 12 april 1972 af in de haven van Constantsa - Roemenië.

Na aflevering van deze baggermolen werd via de haven van Piraeus – Griekenland koers gezet naar Gravesand - Engeland waar de "Utrecht" op 24 april 1972 arriveerde. In Gravesand - Engeland werd een deel van de bemanning afgelost.

Vanuit Gravesand - Engeland, vertrok de "Utrecht" met de baggermolen "Foremost Southampton" op sleeptouw naar Limassol - Cyprus.

Net vertrokken vanuit de haven van Gravesand - Engeland kreeg de "Utrecht" een black-out en ging voor anker voor reparaties.

Na reparaties werd de reis weer vervolgt maar dwars van Harwich - Engeland, liep de schroefas warm en moest weer worden geankerd.

Nadat de reis weer kon worden vervolgt kreeg de "Utrecht" dwars van het eiland Wight - Engeland weer problemen en werkte ook het anker niet meer.

Op 28 april 1972 verleende de "Noord Holland" assistentie aan de "Utrecht" en sleepte deze samen met de baggermolen naar de haven van Portland - Engeland voor reparaties.

30 april 1972 werd, onder escorte van de "Noord Holland", door de "Utrecht" met haar sleep koers gezet naar Southampton - Engeland voor herstel van de schroefas.

3 mei 1972 werd door de "Utrecht", na reparaties, de sleepreis met de baggermolen "Foremost Southampton" naar Limassol - Cyprus vervolgt.

20 mei 1972 wordt de baggermolen "Foremost Southampton" door de "Utrecht" afgeleverd in de haven van Limassol - Cyprus.

Na aflevering van de baggermolen "Foremost Southampton" vertrok de "Utrecht" vanuit Limassol - Cyprus naar Malta.

Op 22 mei 1972 ontstonden er weer machine problemen, en moesten er reparaties worden verricht, pakkingen vervangen etc., voordat de reis vervolgt kon worden.

24 mei 1972 arriveerde de "Utrecht" in Malta en wordt voor reparaties opgenomen in het droogdok.

Omstreeks 3 juni 1972 vertrok de "Utrecht" na reparatie vanuit Malta met bestemming Rotterdam.

Op 18 juni 1972 verzocht het 2 mast zeiljacht "Golden Miller", 39 meter lang met 9 opvarenden, om assistentie. Tijdens slecht weer was de motor uitgevallen en dreef het jacht ter hoogte van Gallopes-lichtschip. De "Utrecht" maakte de "Golden Miller" vast en versleepte deze naar de haven van Great Yarmouth - Engeland waar het transport op 19 juni 1972 arriveerde.

Omstreeks 21 juni 1972 arriveerde de "Utrecht" in Rotterdam om een ponton, die was beladen met de baggermolen "Maria Carolina" en de splijtbak "M.O. 10.001", vast te maken die naar Taranto – Italië moest worden versleept.

24 juni 1972 vertrok de "Utrecht" vanuit Rotterdam met een ponton, die was beladen met de baggermolen "Maria Carolina" en de splijtbak "M.O. 10.001", op sleeptouw naar Taranto - Italië.

13 juli 1972 leverde de "Utrecht" een ponton, die was beladen met de baggermolen "Maria Carolina" en de splijtbak "M.O. 10.001", vanuit Rotterdam af in de haven van Taranto - Italië. En werd een deel van de bemanning afgelost.

15 juli 1972 meldde de Italiaanse tanker "Conca d'Oro"(1954 – 12.869 Brt.)
machine schade ter hoogte van Cyprus. Op 18 juli 1972 maakte de "Utrecht" de "Conca d'Oro" vast en versleepte deze naar de haven van Piraeus - Griekenland, waar de "Conca d'Oro" op 23 juli 1972 wordt afgeleverd.

Vanuit Piraeus - Griekenland vertrok de "Utrecht" naar Penzance – Landsend - Engeland en vrijwel meteen na aankomst bij Penzance – Landsend - Engeland, werd koers gezet naar Leith - Engeland, waar de "Utrecht" op 2 augustus 1972 arriveerde.

4 augustus 1972 vertrok de "Utrecht" vanuit de haven van Leith - Engeland, met een baggermolen op sleeptouw, met bestemming Middlesbrough - Engeland.

In het weekend van 5 op 6 augustus 1972 wordt in Middlesbrough – Engeland door de "Utrecht" de baggermolen afgeleverd en werd koers gezet naar IJmuiden.

8 augustus 1972 arriveerde de "Utrecht" in IJmuiden.

23 oktober werd de ponton "TAK 10" door de "Utrecht" vast gemaakt voor een sleepreis naar Ravena - Italië.

24 oktober 1972 vertrok de "Utrecht" vanuit Rotterdam met de "TAK 10" op sleeptouw naar Ravenna - Italië.

Omstreeks 13 november 1972 werd door de "Utrecht" de ponton "TAK 10" afgeleverd in de haven van Ravenna - Italië, waar de "TAK 10" zal worden beladen met materiaal voor de Off-Shore.

De "Utrecht" vertrok vanuit Ravena - Italië, naar Malta om daar vanaf 17 november 1972 stations-dienst te verrichten.

Vanaf 17 november tot 26 november werd 2 maal tevergeefs uitgevaren.

26 november 1972 vertrok de "Utrecht" vanuit Malta naar Palermo – Sicilië - Italië waar de "Micoperi 3(of 30)" werd overgenomen van een lokale sleepboot voor een verdere sleepreis naar de Costa Brava ter hoogte van Barcelona - Spanje.

Na aflevering van de "Micoperi 3(of 30)" zette de "Utrecht" weer koers naar Malta waar ze weer stations-dienst verrichte.

Begin december 1972 werden er een aantal bemanningsleden afgelost in Malta.

Vlak voor de kerstdagen vertrok de "Utrecht" vanuit Malta naar Ravenna - Italië, waar de "Utrecht" op 2e kerstdag 1972 arriveerde. De "Willem Barendsz" was ook aanwezig in de haven van Ravenna - Italië, en ook de inmiddels geladen ponton "TAK 10".

1973

Vanuit Ravenna - Italië vertrok de "Utrecht" op 14 januari 1973 met de ponton "TAK 10", die daar was beladen met materiaal bestemd voor de Offshore, naar Rotterdam.

Tijdens de sleepreis vanuit Ravenna - Italië naar Rotterdam werd erg veel slecht weer ondervonden. 23 januari 1973 brak om 02.00 uur de sleepdraad als gevolg van het slechte weer. Om 07.00 stond de "Utrecht" weer vast op de "TAK 10".

Maandag 29 januari 1973 arriveerde de "Utrecht" met de "TAK 10" op sleeptouw in de haven van Gibraltar.

4 februari 1973 vervolgde de "Utrecht" vanuit Gibraltar de sleepreis met de "TAK 10" naar Rotterdam.

6 februari 1972 werd de haven van Cadiz - Spanje aangelopen en nog dezelfde dag werd de reis weer vervolgd.

Dinsdag 13 februari 1973 omstreeks 15.30 uur brak weer de sleepdraad en op woensdag 14 februari omstreeks 06.00 uur was de bemanning er weer in geslaagd de "TAK 10" vast te maken.

Omstreeks 22 februari 1973 leverde de "Utrecht" de ponton "TAK 10" af in Rotterdam, na aflevering van de "TAK 10" zette de "Utrecht" koers naar IJmuiden waar ze op 24 februari 1973 arriveerde.

Vanuit Den Helder versleepte de "Utrecht" de kruiser "Hr. Ms. de Ruyter", die was verkocht aan de Peruviaanse marine, naar Rotterdam.

Vanuit Wilhelmshaven - Duitsland, versleepte de "Utrecht" de zuiger "Gouda" naar Rotterdam.

Vanuit River Blackwater – Engeland versleepte de "Utrecht" de Engelse tanker "Hamilton Trader"(1959 – 12.718 Brt.) naar de haven van Newcastle on Tyne - Engeland.

De "Utrecht" versleepte de splijtbak "Kiel" vanuit Vlaardingen naar Felixstowe - Engeland.

Vanuit IJmuiden versleepte de "Utrecht" de baggermolen "Kronos" naar Brake - Duitsland.

De ponton "GEM 161" werd door de "Utrecht" vanuit Borsele naar Rotterdam gesleept.

Vanuit Rotterdam maakte de "Utrecht" een sleepreis met de baggermolen "Jannigje Johanna" naar Gravesend - Engeland.

26 april 1973 was de "Utrecht" in de haven van Rotterdam.

22 mei 1973 maakt de "Utrecht" de Liberiaanse bulkcarrier "New Adventure"(1966 – 18.849 Brt.), die met machine schade kampte, vast op de positie 40.00 Noord en 19.00 West (midden op de oceaan dwars van Portugal) en versleepte de "New Adventure" naar Cobh - Ierland.

16 augustus 1973 vertrok de "Utrecht" vanuit IJmuiden naar Felixstowe - Engeland.

Op 17 augustus 1973 werden in Felixstowe - Engeland, de baggermolen "Beverwijk 5" en een ponton vastgemaakt door de "Utrecht" en versleept naar Middlesborough - Engeland, waar de "Utrecht" op 19 augustus 1973 de "Beverwijk 5" en de ponton afleverde.

Vanuit Middlesborough - Engeland, vertrok de "Utrecht" na aflevering van haar sleep weer naar IJmuiden.

23 augustus 1973 vertrok de "Utrecht" vanuit IJmuiden naar Plymouth - Engeland.

Op 24 augustus 1973 arriveerde de "Utrecht" in de haven van Plymouth - Engeland, en maakte daar de baggermolen "Holland 17" en de bak "M.O. 5002" vast en vertrok op 25 augustus 1973 vanuit Plymouth - Engeland, naar Rotterdam.

Na aflevering van de baggermolen "Holland 17" en de bak "M.O. 5002" gaat de "Utrecht" terug naar Plymouth - Engeland, en maakte daar de onderlossers "M.O. 5005" en de "M.O. 5003" vast en versleepte deze naar Vlaardingen waar de "Utrecht" op 31 augustus 1973 de onderlossers afleverde.

Vanuit Vlaardingen vertrok de "Utrecht op 1 september 1973 naar Borkum - Duitsland, waar de zuiger "Rotterdam" werd vastgemaakt.

2 september 1973 vertrok de "Utrecht" vanuit Borkum - Duitsland, met de zuiger "Rotterdam" op sleeptouw, naar Rotterdam waar de "Utrecht op 3 september 1973 de zuiger "Rotterdam" afleverde.

4 september 1973 vertrok de "Utrecht" vanuit Rotterdam met de Ponton "ABBW 1921"(barge Nr. 1921?) via Wissekerke, waar de ponton wordt beladen, naar de Bahama's. Onderweg wordt Ponta Delgada op de Azoren nog aangedaan voor reparaties aan de Ponton "ABBW 1921". Op 5 oktober 1973 arriveerde de "Utrecht op de Bahama's.

Vanuit de Bahama's vertrok de "Utrecht" naar Port Everglades - Verenigde Staten, waar de "Utrecht" op station ging.

Op 8 oktober 1973 melde de Liberiaanse tanker "Sally H"(1952 – 13.542 Brt.) brand en een explosie in de machinekamer, in de positie 22.45 Noord en 68.59 West. De "Utrecht" wordt later bedankt er is geen assistentie nodig van de "Utrecht". De "Sally H" was door anderen vastgemaakt en naar een haven gesleept.

Op 9 oktober 1973 vertrok de "Utrecht" vanuit Port Everglades - Verenigde Staten, naar Port of Spain - Trinidad.

11 oktober 1973 melde het vrachtschip "Cape Canaveral"(1969 – 5.079 Brt. brand in de machinekamer op de positie 22.56 Noord en 68.23 West. De "Utrecht" wordt later bedankt, er was verder geen assistentie nodig.

15 oktober 1973 arriveerde de "Utrecht" in Port of Spain - Trinidad, en ging daar op station.

19 oktober 1973 meldde de Liberiaanse tanker "Harold H.Helm"(1958 – 51.320 Brt.) machine problemen, de "Utrecht" bevond zich op 1300 mijl van de "Harold H.Helm". De "Utrecht" werd later bedankt, er was verder geen assistentie nodig.

21 oktober 1973 vertrok de "Utrecht" vanuit Port of Spain - Trinidad, naar Recife - Brazilië, waar de "Utrecht" op 29 oktober 1973 arriveerde.

Vanuit Recife - Brazilië vertrok de "Utrecht" op 30 oktober 1973 naar Salvadore - Brazilië waar de "Utrecht" op 1 november 1973 arriveerde.

7 november 1973 vertrok de "Utrecht" vanuit de haven van Salvador - Brazilië, met de drill-tender "Mariner 10" op sleeptouw, naar Maracaibo - Venezuela.

Op 19 november 1973 werd de "Mariner 10" door de "Utrecht" afgeleverd in de haven van Maracaibo - Venezuela.

Vanuit Maracaibo - Venezuela vertrok de "Utrecht" op 20 november 1973 weer richting Port of Spain - Trinidad, waar de "Utrecht" op 23 november 1973 arriveerde en weer stations dienst ging verrichten.

27 november 1973 maakte de "Utrecht" de Noorse coaster "Polarfrakt"(1972 – 297 Brt.) vast, die voor anker lag wegens machine problemen op de positie 8.20 Noord en 58.32 West, dwars van Guyana.

De "Polarfrakt" werd door de "Utrecht" versleept naar Georgetown - Guyana, waar de "Polarfrakt" op 29 november 1973 door de "Utrecht" wordt binnen gebracht.

Vanuit Guyana vertrok de "Utrecht" dezelfde dag weer naar het bergings- station in Trinidad. Waar de "Utrecht" op op 1 december 1973 weer arriveerde.

6 december 1973 zette de "Utrecht" koers naar het koelschip "Iberian Reefer"(1968 – 4.366 Brt.) die machine schade had gemeld. De "Utrecht" werd later bedankt, er was verder geen assistentie nodig.

Op 8 december 1973 zette de "Utrecht" vanuit Port of Spain - Trinidad, koers naar Las Palmas - Canarische Eilanden, maar onderweg werden de orders gewijzigd en keerde de "Utrecht" weer terug naar Port of Spain - Trinidad, waar ze op 16 december 1973 weer arriveerde en weer op station dienst ging verrichten.

1974

De "Utrecht" vertrok op 2 januari 1974 vanuit New Orleans – Verenigde Staten met de Zuiger "New Jersey" en de bak "SD 266" op sleeptouw naar Trinidad waar de "Groningen", omstreeks 21 januari 1974, de "New Jersey" overnam van de "Utrecht" voor de verdere sleepreis naar Faw – Irak in de Perzische Golf.

Nadat de "Utrecht" de Zuiger "New Jersey" en de bak "SD 266" had overgegeven aan de "Groningen" werd koers gezet naar Europa waar de "Utrecht" zal worden ingezet bij de berging van de "Elwood Mead".

Onderweg naar Europa maakte de "Utrecht" de met machineschade kampende Liberiaanse bulk-carrier "New Adventure"(1966 – 18.849 Brt.) vast en sleepte deze naar Cork – Ierland voor reparaties.

6 februari 1974 zette de "Utrecht" koers naar de ponton "TEO 336-4" die in het Engels Kanaal dreef nadat de sleepdraad was gebroken van een Canadese sleepboot die de "TEO 336-4" versleepte. De "Utrecht" vond de "TEO 336-4" vlak voor de Franse kust, en in zeer slecht weer wisten drie man aan boord van de "TEO 336-4" te komen en op een halve mijl uit de kust een sleep verbinding tot stand te brengen.
 
De "Utrecht" sleepte de "TEO 336-4" naar Torbay - Engeland, en maakte de "TEO 336-4" gereed voor een sleepreis naar Southampton - Engeland, waar de "TEO 336-4" op 8 februari 1974 werd afgeleverd door de "Utrecht".

10 februari 1974 verzocht het Deense Containerschip "Falstria"(1971 – 20.187 Brt.) om sleepboot hulp nadat zij haar roer had verloren op 40 mijl ten Zuiden van Cork - Ierland.

Op 11 februari 1974 maakte de "Utrecht" de "Falstria", op basis van Lloyds Open Form, vast tijdens zeer slecht weer en zette koers richting Engels Kanaal.
In het Engels Kanaal maakte ook de "Willem Barendsz" vast op de "Falstria" en werd koers gezet naar Hamburg - Duitsland.

Na veel tegenslag, stormen en hoge golven, slaagde de bergingsploeg er in met inzet van de sleepboten, "Willem Barendsz", "Jacob van Heemskerck", "Utrecht", "Gelderland" en de "Cycloop" om de "Elwood Mead" op 24 februari 1974 vlot te slepen. En naar een baai van Guernsey te slepen voor duik onderzoek.

Hierna kon de "Elwood Mead" naar Rotterdam worden gesleept om de nog resterende 100.000 ton ijzererts te lossen.

4 maart 1974 vertrok de "Utrecht" vanuit Rotterdam naar Penzance - Lands End - Engeland, om daar het bergings- station te bezetten.

De "Utrecht" vertrok op 8 maart 1974 vanuit Rotterdam naar IJmuiden.

23 maart 1974 werd koers gezet naar de positie van de "Owen Kresten"(1969 – 499 Brt.). Een vergeefse reis de "Owen Kresten" had later geen assistentie meer nodig.

Eind maart 1974 versleepte de "Utrecht" het (ex)passagiersschip "Arosa Sun"(1931 – 16774 Brt.) vanuit IJmuiden, waar de "Arosa Sun" jarenlang hotelschip is geweest voor de Hoogovens in IJmuiden, naar Bilbao - Spanje. Op 28 maart 1974 arriveerde de "Utrecht" met de "Arosa Sun" in de haven van Bilbao - Spanje.

30 maart 1974 vertrok de "Utrecht" vanuit Rotterdam met de zuiger "Brabant" op sleeptouw naar Brunsbüttel - Duitsland. De zuiger "Brabant" werd op 1 april 1974 door de "Utrecht" daar afgeleverd.

Vanuit Brunsbüttel - Duitsland, vertrok de "Utrecht" meteen na het afleveren van de zuiger "Brabant" naar Rotterdam waar de "Utrecht" op 4 april 1974 arriveerde.

De "Utrecht" nam in Falmouth - Engeland, het Japanse motorschip "Satsu Maru 38", die door de "Cycloop" vanuit de Bermuda Eilanden naar Falmouth - Engeland is gesleept, op sleeptouw en sleepte de "Satsu Maru 38" door naar Drontheim - Noorwegen.

5 april 1974 vertrok de "Utrecht" vanuit Rotterdam met de heistelling "Coplar 88" en de ponton "DH 11" op sleeptouw naar Ardrossan - Engeland.

7 april werd door de "Utrecht", met de heistelling "Coplar 88" en de ponton "DH 11" op sleeptouw, Falmouth - Engeland, aangelopen om reparaties aan de sleep te laten verrichten.

Op 9 april 1974 vertrok de "Utrecht" met de heistelling "Coplar 88" en de ponton "DH 11" op sleeptouw vanuit Falmouth - Engeland, naar de eind bestemming Ardrossan - Engeland, waar het transport op 14 april 1974 arriveerde.

Na aflevering van haar sleep vertrok de "Utrecht" weer naar IJmuiden waar ze op 17 april 1974 binnen loopt.

Op 11 mei 1974 maakte de "Utrecht" het Argentijnse vrachtschip (Reefer)"Luis Ferro"(1973 – 5.657 Brt.) vast in de haven van Ferrol – Spanje om deze te verslepen naar Rotterdam voor herstel. De "Luis Ferro" had haar roer verloren.

Op 18 mei 1974 arriveerde de "Utrecht" met de "Luis Ferro" op sleeptouw in de haven van Rotterdam.

Op 22 mei 1974 maakte de "Utrecht" het Duitse Ro-Ro vrachtschip "Ipswich Pioneer II"(1973 – 3.595 Brt.) vast die op de Noordzee, positie 52.07 Noord en 2.45 Oost, met machine schade kampte. De "Utrecht" versleepte de "Ipswich Pioneer II" naar de haven van Ipswich/Harwich - Engeland.

6 juni 1974 is de "Utrecht" in de haven van IJmuiden.

30 juni 1974 liep het Amerikaanse fregat "Julius A. Furer"(1967 – 2.643 Brt.) op volle kracht varende, plusminus 35 mijl per uur, op 5 mijl ten Westen van Den Helder aan de grond.

De "Cycloop" en de "Titan" ondernamen een eerste poging om de "Julius A. Furer" vlot te brengen.

De "Utrecht" op dat moment werkzaam in het zuidelijke deel van het Engels Kanaal en de "Willem Barendsz" die onderweg was naar IJmuiden werden ook naar de strandings plaats van de "Julius A. Furer" gedirigeerd.

Uiteindelijk werd de "Julius A. Furer" door de "Cycloop", "Titan", "Willem Barendsz" en "Utrecht" op 1 juli 1974 vlot gebracht. Het bergingsloon bedroeg, na arbitrage, $ 175.000,00.

De "Utrecht" versleepte op 7 juli 1974 het Liberiaanse vrachtschip (Reefer) "Holstenbank"(1959 – 5.514 Brt.) vanuit Duinkerken – Frankrijk naar de haven van Le Havre – Frankrijk.

Op 9 juli 1974 maakte de "Utrecht" het jacht "Klaas Douwes" dat ter hoogte van Beachy Head - Engeland, in de problemen kwam, vast en bracht het binnen in de haven van Dover - Engeland.

Het nabij Medway – Engeland opgelegde Liberiaanse vrachtschip (Reefer) "Moira"(1973 – 4.390 Brt.) werd door de "Utrecht" op 19 juli 1974 vastgemaakt en naar Newcastle – Engeland gesleept.

16 september 1974 vertrok de "Utrecht" vanuit Morgan City - Verenigde Staten, met de "Tank Barge No.1" op sleeptouw naar Rotterdam.

Op 14 oktober 1974 werd de "Tank Barge No.1" door de "Utrecht" afgeleverd in de haven van Rotterdam.

Vanuit Falmouth – Engeland maakte de "Utrecht" een sleepreis met Japanse vrachtschip (Reefer) "Satsu Maru No.58"( 1973 – 2.996) naar Trondheim – Noorwegen, een sleepreis die 14 dagen duurde wegens slecht weer.

De "Satsu Maru No.58" was door de "Cycloop", met roerschade, vastgemaakt bij de Bermuda's en naar Falmouth – Engeland gebracht.

4 november 1974 wist de "Utrecht" de Noorse erts tanker "Stolt Vista"(1955 – 16.207 Brt.) op 150 mijl ten Zuid Oosten van IJsland vast te maken. De "Stolt Vista" had in de machinekamer een carter explosie gehad waarna brand uitbrak.
 
Toen de "Utrecht" arriveerde bij de "Stolt Vista" was de brand reeds door de bemanning geblust. De "Utrecht" heeft de "Stolt Vista" naar Sandefjord - Noorwegen gesleept waar ze op 10 november 1974 arriveerde.

De Panamese coaster "Parimar"(1961 – 499 Brt.) wordt op 20 december 1974 bij Scheveningen op het strand gezet nadat zich een explosie, gevolgd door brand, had voorgedaan in de stuurmachinekamer waarbij 3 bemanningsleden omkwamen.

Op zaterdag 28 december 1974 wisten de "Utrecht", "Cycloop" en "Titan" de "Parimar" na een week hard werken vlot te brengen. Waarna de Cycloop" de "Parimar" naar Rotterdam sleepte.

1975

De "Utrecht" versleepte het Jack-Up platform "Stevin 73" vanuit Rotterdam naar Arzew – Algerije.

De "Utrecht" vertrok samen met de "Jacob van Heemskerck" vanuit Schiedam op 8 februari 1975 met het hefeiland "Mer d' Iroise II" op sleeptouw naar Le Havre - Frankrijk waar de "Jacob van Heemskerck" en de "Utrecht" op 10 februari 1975 arriveren.

De L.C.T. ponton "Spui" werd door de "Utrecht" versleept vanuit Vlissingen naar Cherbourg - Frankrijk.

De bulkcarrier "Wave Crest"(1965 – 19.989 Brt.) werd nabij Vigo - Spanje, door de "Utrecht" vastgemaakt en versleept naar Rotterdam.

4 maart 1975 vertrok de "Utrecht" vanuit Rotterdam weer naar zee.

De "Utrecht" versleepte de zuiger "Brabant" vanuit Rotterdam naar Brunsbüttel - Duitsland.

De "Coplar 88", "Mr 60" en de bak "VDH II" worden door de "Utrecht" versleept vanuit Vlaardingen naar Ardrossan - Engeland.

18 april 1975 vertrok de "Utrecht" vanuit IJmuiden met de zuiger "IJsselmeer" op sleeptouw via het Kieler Kanaal - Duitsland, naar Lulea - Zweden.

Na aflevering van de zuiger "IJsselmeer" op 25 april 1975 in Lulea - Zweden, vertrok de "Utrecht" naar Oskarhamn - Zweden, waar op 27 april het Zweedse vrachtschip "Ivan Gorthon"(1972 – 4.943 Brt.) werd vast gemaakt voor een sleepreis naar Hartlepool - Engeland.

Na het afleveren, op 2 mei 1975, van de "Ivan Gorthon" in Hartlepool - Engeland vertrok de "Utrecht" weer vanuit Hartlepool - Engeland, naar Terneuzen met de deels in Hartlepool - Engeland geloste "Ivan Gorthon".

Op 7 mei arriveerde de "Utrecht" met de "Ivan Gorthon" op sleeptouw in Terneuzen waar de "Ivan Gorthon" verder wordt gelost. Nadat de "Ivan Gorthon" daar is gelost vertrok de "Utrecht" weer op 9 mei 1974 vanuit Terneuzen met de "Ivan Gorthon" op sleeptouw naar Elsienore - Ierland, waar ze op 12 mei 1974 de "Ivan Gorthon" afleverde.

De Engelse tanker "Britsch Judge"(1959 – 27.585 Brt.) werd door de "Utrecht" vanuit Falmouth - Engeland, versleept naar een sloopwerf in Valencia - Spanje.

6 juni 1975 vertrok de "Utrecht" vanuit Rotterdam naar IJmuiden.

10 juni 1975 vertrok de "Utrecht" vanuit Rotterdam naar IJmuiden.

In de tweede helft van 1975 verrichte de "Utrecht" de volgende werkzaamheden:

5 juli 1975 vertrok de "Utrecht" vanuit Sheerness - Engeland, met het 54 jaar oude zeilschip "Peking" naar New York - Verenigde Staten.

De "Peking" is aangekocht door het South Street Seaport Museum in New York – Verenigde Staten.

Tijdens de reis wordt vanwege het slechte weer en als gevolg daarvan het zware slingeren van de "Peking" de koers verlegd, meer naar het zuiden, via de Azoren en nadat het weer verbeterde werd vanaf 13 juli weer koers gezet naar het westen.

Vlak voor New York – Verenigde Staten verslechterde het weer snel maar de "Utrecht" wist op 22 juli de "Peking" veilig af te leveren in de haven van New York – Verenigde Staten.

Nadat de "Utrecht" het zeilschip "Peking" in New York – Verenigde Staten had afgeleverd ging ze op station in de Caraïbische Zee.

Op 4 augustus 1975 werd "Bureau Wijsmuller B.V." te IJmuiden eigenaar, volgens de registers, van de "Utrecht".

Vanaf augustus 1975, na het afleveren van de "Peking", verricht de "Utrecht" stations dienst in het Caraïbisch gebied ter hoogte van Antigua – Antigua en Barbuda.

Vanaf 22 augustus 1975 werd de "Utrecht" ingezet bij de berging van de Noorse bulkcarrier "Danita"(1967 – 29.716 Brt.) die was gestrand op de Orinoco rivier - Venezuela.

Oktober 1975 verrichte de "Utrecht" stations dienst nabij Antigua – Antigua en Barbuda.

Vanaf 6 oktober 1975 tot 11 oktober was de "Utrecht" stand-by bij de Duitse bulkcarrier "Harmen Oldendorf"(1967 – 30.510 Brt.) die was gestrand op de Orinoco rivier - Venezuela. De "Harmen Oldendorf" slaagde er echter in om op eigen kracht vlot te komen.

December 1975 verrichte de "Utrecht" stations dienst nabij Antigua – Antigua en Barbuda.

Op 31 december 1975 strandde het Franse passagiersschip "Mermoz"(1957 – 12.460 Brt.) op het Groove rif, 70 mijl West Zuid West van Belize – Brazilië.
De "Utrecht" zette meteen koers naar de positie van de "Mermoz".

1976

De "Utrecht" arriveerde op 5 januari 1976 bij de "Mermoz" en begon met het uitbrengen van grondtakels.

Op 7 januari waren er 4 grondtakels uitgebracht in samenwerking met de "Smit Salvor". Op 11 januari 1976 slaagden de "Utrecht" en de "Smit Salvor" er in om de "Mermoz" vlot te brengen.

Nadat de "Mermoz" was vlot gebracht verrichte de "Utrecht" weer stations dienst nabij Antigua - Antigua en Barbuda.

13 maart 1976 nam de "Utrecht", op een positie ter hoogte van Puerto Rico, de drill-tender "Leo M. Clark" over van de "Willem Barendsz" en versleepte deze verder naar New Orleans - Verenigde Staten.

Na aflevering van de drill-tender "Leo M. Clark" in New Orleans - Verenigde Staten verrichte de "Utrecht" stations dienst nabij San Juan - Porto Rico.

Op 8 mei 1976 was de "Utrecht" in de haven van Antigua – Antigua en Barbuda.

14 mei 1976 wordt de "Utrecht" in het register ingeschreven als eigendom van "Wijsmuller Utrecht B.V." te IJmuiden.

Op 13 juni 1976 maakte de "Utrecht" het Amerikaanse Containerschip "Santa Anna"(1963 – 12.724 Brt.), die met machine schade rond dreef ten oosten van de Bahama's, vast en versleepte de "Santa Anna" in 5 dagen naar San Juan - Porto Rico.

22 juni 1976 was de "Utrecht" in de haven van St. Johns – Antigua – Antigua en Barbuda waar een deel van de bemanning wordt afgelost.

Hierna verricht de "Utrecht" weer stations dienst nabij Antigua – Antigua en Barbuda.

Op 5 augustus 1976 arriveerde de "Utrecht" bij de Joegoslavisch bulkcarrier "Dubrovnik"(1971 – 14.714 Brt.) die 30 juli 1976 op de Orinoco rivier aan de grond was gelopen. Samen met de "Smit Salvour" en enkele locale sleepboten de "Anita H", "Dona Marie" en de "Temar 1" wordt de "Dubrovnik" op 7 augustus 1975 weer vlot gebracht.

Na de berging van de "Dubrovnik" was de "Utrecht" op 17 augustus 1976 in de haven van Antigua – Antigua en Barbuda, waar een deel van de bemanning wordt afgelost.

Hierna verrichte de "Utrecht" weer stations dienst nabij Antigua - Antigua en Barbuda.

14 oktober 1976 werd de "Utrecht" op basis van Lloyd's Open Form gecontracteerd door het Griekse vrachtschip "Maria Christina"(1955 – 9.867 Brt.). De "Maria Christina" bevond zich ter hoogte van de Bermuda's. Later bleek de "Maria Christina" haar reis vervolgd te hebben zonder enig bericht naar de "Utrecht".

20 oktober 1976 was de "Utrecht" in de haven van St. Johns – Antigua – Antigua en Barbuda, waar een deel van de bemanning wordt afgelost.

Vanaf 28 oktober 1976 escorteerde de "Utrecht" de Liberiaanse tanker "Corona Beach"(1957 – 18.170 Brt.), die een gedeelte van haar roer was verloren, vanuit Cristobal - Panama naar de haven van Yarimca - Turkije, waar de "Utrecht" en de "Corona Beach" op 23 november 1976 arriveerden.

Hierna werd de Liberiaanse slooptanker "Verona"(1954 – 17.378 Brt.) door de "Utrecht" vanuit Piraeus - Griekenland naar Valencia - Spanje versleept. Waar het transport op 14 december 1976 arriveerde.

Vanuit de haven van Valencia - Spanje, zette de "Utrecht" koers naar IJmuiden.

1977

De "Utrecht" werd 19 januari 1977 naar Griekenland verkocht aan het Griekse Archirodon Construction Co. uit Athene.

Archirodon Construction Co. te Athene bracht haar aanwinst onder Panamese vlag in de vaart als "Kriti".

Op 24 januari 1977 vertrok de "Kriti ex Utrecht" voor de laatste keer vanuit IJmuiden.

Ze werd door een Wijsmuller bemanning overgevaren naar de haven van Piraeus – Griekenland.

Bij de passage van het Engelse Kanaal werd via Lands End radio de bevolking van Penzance – Lands End – Engeland op de hoogte gesteld dat de "Utrecht" nu "Kitri" heette en werden ze bedankt voor voor de goede zorgen al die voorgaande jaren.
 
28 januari 1977 werd in de haven van Ceuta – Spanje nog wat proviand overgenomen van de "Noord Holland".

Op 3 februari 1977 arriveerde de "Kriti" in de haven van Piraeus – Griekenland en werd overgedragen aan de nieuwe eigenaar en keerde de bemanning per vliegtuig terug naar Nederland.

In 1993 werd de "Kriti" onder Hondurese vlag gebracht bij Architug Shipping S.A. Thuishaven werd San Lorenzo – Honduras.

19xx: de "Kriti" kreeg de naam "3 Pantoons".

1997: De "3 Pantoons" kreeg weer de naam "Kriti".

Later in 1997 werd de "Kriti" verkocht aan Metallic Management Limited - Virgin Islands met behoud van haar naam.

2001 kreeg de "Kriti" de naam "Ahli II" en vertrok naar een sloopwerf in Mumbai – India, waar ze arriveerde op 9 februari 2001.

2002 gesloopt te Mumbai - India.

nach oben