Geschiedenis

<spanstyle="font-family: Tahoma;">De "Zeeland" werd in 1981/1982 gebouwd bij de scheepswerf "Tille", Kramer & De Booy Scheepsbouw te Kootstertille, Friesland, onder bouwnummer 228.

22 januari 1982 werd de "Zeeland" gedoopt door Mevrouw M.M.B. v.d. Roest – Zwarte en te water gelaten bij de scheepswerf "Tille", Kramer & De Booy Scheepsbouw te Kootstertille, Friesland.

Tijdens de bouw van de "Zeeland" sloot Bureau Wijsmuller een contract af met DOS-Bouw, de bouwcombinatie van de toen in aanbouw zijnde Oosterschelde dam.

De op stapel staande "Zeeland" werd wegens dit contract voorzien van een hekrol en een hydraulische kraan.

De lage druk lieren van de eerste serie (provincieklasse)sleepboten waren van het merk Norwinch. Voor de "Zeeland" werd gekozen voor het fabricaat Brattvaag die iets moderner en sterker en sneller waren.

Deze lieren werden  in licentie gebouwd in Groningen door de firma Spako.

Tijdens de bollard pull proeven van de "Zeeland" werden, om de lieren te beproeven, drie sleepboten voor de Zeeland gebonden om te komen tot de 120 ton vereiste houdkracht van de lieren. Dit o.a. gelet op de inzet t.b.v. het DOS-bouw project.

Tijdens deze test werd de bandrem uit het dek getrokken en de klauwkoppeling van de voorlier ging in twee stukken. Het bleek dat door de firma Spako gietijzer i.p.v. het door Brattvaag voorgeschreven gietstaal was gebruikt voor deze koppelingen.

De monteurs van Brattvaag hebben toen heel snel de juiste gietstalen koppelingen aangebracht. Hierna zijn er tijdens de DOS-bouw operaties van de "Zeeland" en "Brabant" geen problemen meer geweest met de lieren.

De "Zeeland" werd op 13 april 1982 opgeleverd door de scheepswerf "Tille", Kramer & De Booy Scheepsbouw aan Bureau Wijsmuller.

De "Zeeland" kreeg het naamsein PIWQ.

Na oplevering werd "Zeeland" ingebracht bij Wijsmuller B.V. Geregistreerd eigenaar van de "Zeeland" was per 16 april 1982 Wijsmuller Nestor B.V., uit IJmuiden, in beheer bij Goedkoop Havensleepdiensten B.V. Amsterdam.

Op 1 mei 1982 begon de "Zeeland" aan haar werkzaamheden voor de aannemerscombinatie DOS-Bouw.

13 mei 1982 Wijsmuller Zeeland B.V. IJmuiden.

Op de boeg van de "Zeeland" werd, na enige tijd, de naam "Zeeland" aangebracht, dit om de vrijwel identieke "Zeeland" en "Brabant" makkelijker te kunnen onderscheiden tijdens de werkzaamheden op de Oosterschelde.

Geregistreerd eigenaar van de "Zeeland", was per 13 mei 1982, Wijsmuller Zeeland B.V., uit IJmuiden.

Op 25 juni 1982 werd de "Zeeland" officieel geadopteerd door de provincie Zeeland. En werd tijdens een officiële bijeenkomst het wapen van Zeeland aan de "Zeeland" uitgereikt.

In 1983 werd de "Zeeland" voorzien van een nieuwe, sterkere, sleep-winch die noodzakelijk bleek voor de werkzaamheden op de Oosterschelde vanwege de sterke stroming. De trekkracht werd hierdoor opgevoerd naar 50 ton.

De werkzaamheden van de "Zeeland" werden uitgebreid vermeld in een artikel over de Oosterschelde werken:

Toen Dos-Bouw (de gezamenlijke uitvoerders van het Oosterschelde project) in 1981 op zoek was naar twee sleepboten, die de grote werkschepen konden gaan assisteren, viel hun oog op het nieuwe type sleepboot, dat toen pas in de havendienst bij Goedkoop was ingezet. Met name de manoeuvreerbaarheid, de trekkracht en de geringe diepgang vormden voor Dos-Bouw aanleiding dit type schip uiteindelijk in te huren. Het waren de "Zeeland" en de "Brabant" die in mei 1982 onder tweejarig contract kwamen. Twee jaar was nl. de periode die benodigd was voor het plaatsen van de pijlers voor de stormvloedkering en de daaraan voorafgaande voorbereidingen.

Werkschepen

Dos-Bouw had voor die werkzaamheden een aantal zeer bijzondere werkschepen laten bouwen, die allen een specifieke taak moesten verrichten. Zo moest door een van de schepen, de "Mytilus", de bodem worden verstevigd, daar anders de pijlers in de loop van de tijd weg zouden kunnen zakken. Een ander werkschip, de "Macoma", zoog de bodem schoon, waarna door een derde schip, de "Cardium", een speciale, 30 cm-dikke funderings-mat over de bodem werd uitgerold. Vlak voor de uiteindelijke pijler plaatsing, die werd uitgevoerd door het hefschip "Ostrea", werden de laatste "stofjes" nog eens door de "Macoma" weggezogen.

Verankering.

Tijdens al deze werkzaamheden moesten de schepen exact in positie of op koers gehouden worden. Hiervoor werden zij veelal verankerd op speciale ankerpontons. Het uit-ankeren van de schepen werd gedaan door de "Zeeland" en "Brabant".
De sleepboten moesten de verankerings-draden uitvaren naar de anker-pontons, waarop zij vervolgens door de bemanning werden vastgekoppeld. Als het werkschip klaar was met haar werkzaamheden, moesten de draden weer losgekoppeld en ingehaald worden. De sleepboten hadden tot taak de draden strak te houden om beschadiging van de op de bodem liggende funderingsmat te voorkomen. Behalve dit verankeringswerk deden de sleepboten ook het normale sleepwerk van bakken en pontons etc.

Met het plaatsen van de 65e pijler kwam er een einde aan de werkzaamheden van de werkschepen en dientengevolge ook van de "Zeeland" en "Brabant". Dos-Bouw is nu bezig met het aanbrengen van de schuiven tussen de pijlers, die bij storm neergelaten zullen kunnen worden. Bovendien zullen tussen de pijlers brugdelen worden aangebracht alsook zgn. dorpelbalken, die onder water de pijlers zullen gaan verbinden. Voor het plaatsen van deze dorpelbalken zullen begin 1985 gedurende enige weken proeven worden genomen, waarbij de "Brabant" ook weer behulpzaam zal zijn. De "Brabant" zal een drijvende bok, die de balken zal gaan plaatsen, assisteren met slepen en verankeringswerk. De verwachting is dat de stormvloedkering eind 1986 operationeel zal zijn.

Deelname Oosterschelde - project beëindigd

Met de plaatsing van de laatste pijler voor de stormvloedkering in de Oosterschelde was begin oktober 1984 een (voorlopig) einde gekomen aan de deelname van Bureau Wijsmuller, aan het grootschalige waterbouwkundig project.

Gedurende een periode van ruim twee jaar hadden de sleepboten "Zeeland" en "Brabant" de diverse werkschepen geassisteerd bij hun werkzaamheden.

Na beëindiging van het contract in 1984, keerde de "Zeeland" terug naar IJmuiden waar zij werd ingebracht bij Goedkoop Havensleepdiensten B.V. En kwam te varen onder nummer 35.

De "Zeeland" werd in oktober en november 1984 door Volker Stevin, onder charter, ingezet voor sleep en ankerwerk. Van twee onderzoek-vaartuigen in het Nederlandse deel van de Noordzee.

Begin september 1988 werd de "Zeeland" ingezet bij het verplaatsen van een zogenaamde "Wave rider"; een boei die de bewegingen van de golven analyseert en deze doorseint naar een ontvangst station waar deze gegevens worden verwerkt. Duikers werden hiervoor ingezet om, indien nodig te assisteren bij de werkzaamheden.

Op 7 september 1988 waren de werkzaamheden afgerond en was de "Zeeland" weer beschikbaar voor de havendienst.

In 1995 werd de "Zeeland" ingebracht bij de divisie Wijsmuller Fleet Services B.V..

1 maart 1997 slaagde de "Zeeland" er in om het anker en de ankerketting van de bulkcarrier "Georgios L"(1970 – 19.344 Brt.), op te dreggen in de Mercuriushaven, Amsterdam, en deze weer in te sluiten op het restant ankerketting aan boord van de "Georgios L".

Juli 1999 werd de naam Goedkoop Havensleepdiensten B.V. veranderd in Wijsmuller Amsterdam Havensleepdiensten B.V. De naam Goedkoop die op de verschansingen was aangebracht werd overgeschilderd met de naam Wijsmuller.

Geregistreerd eigenaar van de "Zeeland", was per 21 september 1999, Wijsmuller Harbour & Coastal Tugs B.V., IJmuiden.

2001 werd de "Zeeland" ingebracht bij "Svitzer – Wijsmuller".

1 augustus 2002 Overgedragen aan Em.Z. Svitzer A/S Kopenhagen. In beheer bij Svitzer-Wijsmuller Havensleepdiensten B.V. IJmuiden.

9 augustus 2017 Teboekstelling 5259 Z Gron. 1982 doorgehaald.                                                               9 augustus 2017  Svitzer Viana, Svitzer Euromed B.V. IJmuiden.

2020 Svitzer Viana herdoopt in Portugs Viana